RICARDO, DEN VI!IJII\l]0\. Echt verhaal uit onze dagen. 15"e Vervolg. XXXI. Onverwachte gebeurtenissen. Het groot gevaar ziende, waarin de samenleving verkeerde door al de middels van bederf der booze sekte, had Paus Pius IX be sloten van met zijn volk den Zaligmaker op eene buitengewone wijze te voet te vallen, en derhalve een mirakuleus Beeld van den Verlosser der Wereld ten toon te stellen. Dit beeld wordt bewaard in een kapel nevens de Basiliek St Jan van Latranen en zou thans ter openbare vereering gesteld worden inde basiliek van Santé Maiua-Majora. Op den 6 September was de verplaatsing des Beelds vastgesteldeen prachtige stoet zou langs de breede, schoone en bergachtige baan het Beeld gaan afhalen. De liberalen van Roome zagen de feestbereiding met een slecht oog en legden alles in 't werk om stokken in 't wiel te steken; er werd gezegd dat er troebel zou geweest zijn; dat de verstandigste zouden thuisgebleven zijn.... Doch, alles was te vergeefs; de Romeinen bereidden zich om den oproep vanPius IX levendig te beantwoorden. Ricardo had juist madam Rita verzocht van eenen brief ter post te doen bestellen waardoor hij zijnen vriend uit Forli, Eugeen, verzocht, om eenige dagen naar Roomen te komen overbrengen. Hij hoorde Rita met volle monden van de Processie spreken en vroeg wat er gaande was. Iets buitengewoon, Mijnheerik, die reeds oud ben, heb het nog nooit gezien; ge moet dat gaan zien; wil ik u een huis van kennis zoeken?.... 't Is een oud Beeld, geschilderd door de Engelen of door den H. Lucas, een majestueus beeld. En wat gaat er van dit Beeld geworden? Men brengt het naar St Maria-Majora. Processiegewijs? Ja, maar ge zult zien, welke processie! Te Roome alleen is dit te zien... Ge moet gaan.. Wat mij betreft, al de ketens der prisons zouden mij niet thuis houden. Ricardo was ontroerd; hem kwam in 't geheugen de medailje, die zij ne .Moeder over zijnen hals had gehangen. O, dacht hij wat ben ik sedertdien veranderdDan was ik christen en nu ben ik een dier.... Die gedachten wilden uit zijn hoofd niethij kreeg schaamte over zijn zeiven en herhaalde in zijn ontroerde ziel«Ben ik het die alzoo denk of is 't iemand anders?.... Ricardo, hoe diep zijt gij gevallen!» Vol van deze gedachten ging hij uit om den stoet te zien. Inder daad, de godsvrucht was er prachtig opgetooid; Ricardo zag de Genootschappen voorbijtrekken met standaards en zinnebeelden, de Geestelijkheid, de kapittels en de Dekens van Roomen, de kardinalen-Aartspriesters der drij patriarkale kerken, en eindelijk, omringd van duizende en duizende lichten, het H. Beeld des Zaligmakers. Ricardo's hart klopte en eene siddering van gods vrucht liep hem door d' aders. De Genade werkte, zijne Moeder bad, de gevoelens zijner eerste jonkheid welden op, eerbied en vrees bezielden hem toen 't Beeld een steenworp van hem was, richtte hij er de oogen heên.... Ei, hij zag op dit oogenblik de oogen van den Verlosser zich op hem richten en hem op statige, majestueuse en strenge wijze aanstaren. (1). Ricardo, diep in de ziel getroffen, slaat d' oogen neêr en zegt, bijna zonder het le wetenO JESUS, VERLOSSER, RED MIJ 't Waren juist de laatste woorden zijner brave Moeder. Hij hief nog eens d' oogen op, en voor de tweede maal zag hij de oogen des Zaligmakers links en rechts keeren, en dan op hem gevestigd blijven, min streng dan den eersten keer, maar met dezelfde majesteit. O Jesus, Verlosser, red mij, herhaalde Ricardo ten tweeden male. Er stond daarjuist een treffelijke beer nevens hem: Mijnheer, vroeg Ricardo, bewegen zich d' oogen van dit Beeld? Neen't is een straalbreking van 't licht die zulks te weeg brengt. Ricardo vestigde eene derde maal d'oogen op dit Beeld.dat nu zeer dicht bij hem was, en zag nu wezenlijk dat de oogen des Verlossers zich bewogen, rechts en links gingen en eindelijk op hem gevestigd bleven. (1) 't Is Ricardo zelf die deze gebeurtenis verhaalt. Wij moeien daar geen oordeel over vellen; Ons Heer deed zijn werk en dit was voldoende. Eonige jaren te voren was de jood Ratisbonne ook to Roomen, op wondere wijze be keerd. Hij was naar Roome gekomen hij stond op trouwen met eene ban kiersdochter van Parijs maand en dag waren vastgesteld, Ratisbonne was een vurige bespotter der Religie hij koa geen christen hooren of zien cp 't punt staande van te vertrekken, gaat hij uit nieuwsgierigheid in een kerk hij, en hij alleen ziet daar eene verschijning van O. L. V. de jood Ratisbonne valt op de knieén, hij is bekeerd, vraagt het Doopsel, verlaat de wereld en wordt kloosterling, en Missionnaiis om de Joden te bekeeren. Neen, zegde hij, de weêrstraling van 't licht kan dit niet;te weeg brengenf't is een mirakel van Ons Heer!.... O Moeder, gij zijt het die voor uw arm kind gebeden hebt! Het Beeld was nu voorbij, Ricardo mengde zich bij 't geloovig volk, tranen van ontroering stortendedoch inSinte-Maria-Majora kon hij niet in; de menigte was te groot. Ilij bleef buiien staan en na het eindigen der plechtigheid trok hij d' eerste slraat de beste in en spoedde zich naar huis. Hewelvroeg madam Rita hemhebt gij alles gezien heeft de Processie u behaagd Of ze mij behaagd heeftmijne goede Rita*k wil 't geloo- ven Nooit van mijn leven heb ik zulke ontroering gevoeld. Een steenen hart zou breken. Ricardo weende toen hij die woorden uitsprak en Rita, insge lijks weenende, riep uit: Die goede ziel van Cecilia had gelijk van Ricardo een hei lige te noemen. XXXII. Het wonder. Onze geschiedenis nadert tot haar einde. Hoe men ook de zaak noeme, die Ricardo zoo diep had ontroerd, de Genade was over winnaar gebleven Ons Heer heeft dus nog op mij gepeisd, dacht Ricardo... Ik was zoo ver van hem verwijderd en hij werpt oogen van medelijden op mij.... Er is dan nog hoop Maar, 'k heb zoo schromelijk misdaanWie zal mijne zonden durven hoo ren Ik ben een duivelMaar, als de Heer mij met medelij den beziet, is 't niet om mij tesiraffen, maar om mij te bekeeren.... Helaas Ravenna roept wraak op mij... En Lugo.... en Parijs.... en Krimée, al deze plaatsen roepen wraak.... O heiligen God en Ferrafa?... Daar ontving ik genade en ik wierp ze onder de voe ten.... Hoevele zielen heb ik niet verleid Bloed bevlekt mijne handen Maar, gij, o God, gij kent, gij weet alles,.... en nog- tans, uwe oogen zochten mij Ricardo dacht op niets anders. Hij besloot 's anderdaags naar Sante-Maria-Majora terug te gaan. Hij bleef den ganschen dag op zijne kamer en 's avonds, voor het slapen gaan, trachtte hij de gebeden te lezen, die zijne goede Moeder hem geleerd had 't was met groote moeite dat hij nog den Vadiioxs en den Wees 'ge- citoET kon. Hij herhaalde verscheide malen deze gebeden, en ging slapen in gevoelens van ontroering en leedwezen, 's Anderdaags ten 8 ure, begaf hij zich naar de kerk van Sante-Maria-Majora. Zijn eerste stap was naar den Outaar van 't Beeld des Verlossers. Hij naderde zoo dicht mogelijk en zegde in zijn gemoed o Jesus, Verlosser, ontferm U mijner f Een uur lang zat hij in d' overdenking dier woorden, als hy op nieuw d' oogen van Jesus op hem gevestigd zag 't Scheen hem dat die oogen hem wenkten om links te gaan. Ricardo keek links en zag daar een biechtstoel met een Religieus in, die naar volk wachtte. Ricardo hoorde een inwendige stem die hem zegde «Mijn Dienaar zit u te wachten. Ga, ik heb hem voor u doen ko men. Vrees nietde Genade verwacht u.» Ricardo werd als opgenomen, tot op het banksken van den biechtstoel. (Wordt voortgezet.) Er is in Frankrijk, een officier van 25 jaar levend begraven Men beeft het maar gezien, als hij dood was. Te Parijs gingen d' ander week twee juffers en twee heeren op do Seine varen, in een bootje, een draaikolk deed den boot omtuimelen eene juffer en een heer verdronken.... Ze stonden op 't trouwen Schrikke lijk geval Verbrand. Een treurig ongeval deed zich voor, verleden zondag avond, in 't theater Beaumarchais te Parijs een jonge, achttienjarige figu rante naderde te dicht eenen gazbek, en aanstonds va:ten hare kleêren, uit lichte stof verveerdigd, vuur. Verschrikt nam zij de vlucht, terwijl zij om hulp schreeuwde, en liep in hare ontzinde vaart tegen eene harer gezellinnen, wier kleêren, door de aan raking der hare, insgelijks vuur vatten. De aanwezige tooneelisten haastten zich beide slachtoffers in tapijten te wikkelen', en konden alzoo de vlammen blusschen. Heide nogtans hebben gevaarlijke brandwonden bekomen de tweede vooral verkeert in levensgevaar. Te Npuville (Noorderdepartement) wilde zekere Verchin, na eenen berbergtwist, zekeren Lozéopde straat alwachteu om hem eenen kwaden slag toe'le brengen. Door de duisternis misleid wierp hij zich op eenen rustigen voorbijganger dien hij voor be doelden Lozé aanzag, en bracbt hem eenen messteek toe die hem dood deed neêrvallen.Hetslarhtoffer iszekere Garcon, 44 jaren oud. Te fvry is een moordgoging gepleegd op doktor Vérolot, ad- junkt-maire der gemeente, door zijne eigene meid. Het leven van het slachtoffer verkeert in gevaar. Het is ten gevolge van een hevigen twist en nadat de doktor had gedreigd haar te doen ver huizen, dat de meid dezen aanslag pleegde. Zij is aangehouden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1877 | | pagina 3