Een vlaamsche Napoleonisl in Siusland,
De raad, dien gij gebiedt als goed,
1812-13 4
naar 't Frnnsch van Jean Lefranc.
(Verboden over te nemen.)
Gelijk gij heeft bij misschien eene moeder die hem wacht. Door uwe
diefte veroordeelt gij hem misschien tot de dood.
Honger hongerantwoordde mijne uitgehongerde maag eten eten
En 'k zegde in mijn eigen dat stelen hier eene goede daad was morgen
zou er misschien te vechten vallen met dit brood te stelen, gaf ik mij krach
ten om Vaderland te dienen.
Zoo men ziet, had de Duivel 't groot leger lot in Rusland opgevolgd en vond
daar, gelijk overal duizeude redens uit voor degene die er geen hebben.
Ik stond zachtjes op. angstig rondziende, deed een stap, de jonge
soldaat tastte met zijne hand alsof hij. iets zocht, 't koud zweet bedekte
mijn voorhoofd, ik nader nog eenige stappen de arme jongen heeft geweend
en ik ga hem bestelen! Ik aarzel, maar 'tis 4 S uren dat ik niets
geeëten heb, en hij daar, heeft gisteren avond wel geerten.. Stelen is hier geen
diefte Indien hij eens wakker werd Er kome ran wat er wil, mijn mes
is gereed oin een stuk brood af te snijden.
Gelukkiglijk voor hem en voor mij, hij werd niet wakker ik greep ia den
zak en zag met vreugd dat er mondbehoeften in overvloed waren. Op cenen
oogpink sneed ik mij eene goede portie brood en spek af, en kroop terug naa,.
mijne oude plaats.
't Was tijd de rekruut werd wakker zijn eerste gedacht was naar zijnen
knapzak t.i zien den diefstal niet bemerkende, legde hij zieh we. r te slapen
zijne twee arwen rond den zak, terwijl ik niet kleine heten nujnbiood en
spok, b«gon te olen.... Daarna viel ik in eenen gelukkigen slaap.
Zoover waren wij reeds gekomen
Ten 3 ure roffelde de trommel ons wakkor. Twintig minuten nadien waren
wij op straat, den ransel op den rug, "t geweer geschouderd, verlrekkensge.
reed.
Onze Overlieden kwamen te vernomen dat de russische generaal Barclay de
Tollv de vallei der DwiRa opkwam in de direklie van Witepsk. Wy moesten
h<-m in d'onistrekun dier stad achterna zitten en verslaan.
Lauge en pijnlijke tocht;'twas zeer heet en wy hadden geene vivers.
Den 25 Juli zagen wij nabij Ostrowno, d'achterwaclit van 't Russisch leger,
■t is te zeggen de ruitery en d'artillerie.
Murat met zijne ruiters had aanstonds den grond ontruimd, en wy, op een
drafje, onze ruiterij volgende, waren weldra op eene hoogte, van waar wij
diep in 't veld konden zien.
Voor onze voeten lag 't Russisch legerkorps, *an den eenen kant tegen een
groot bosch, en van den anderen aan de rivierde Dwina; er was een machtig
geschut bij... 't Schem als eene citadel mei lansen on geweeren bezet....
Vooruit
Het peerdeavolk, door Murat aangevoerd, vloog als een stroom. Wy volg
den van verre.
Doch de Russen waren ons weor te slim. Toen wij rond dan avond op
't slagveld kwamen, trokken zij het bosch in, ons voor goeden avond «eni"e
geweerscheuten zendende. Murat viel uit als een duivel, tegeu zyne ruiters
die volgens hein, hunne plichtniet gedaan hadden
Maar de dappere Coimnundant der kurassiers, Naasouty, antwoordde zeer
wel: »Onzo soldaten hebben heldenmoed getoond, maar de peelden willen
niet mee zonder haver of hooi, kunnen ze niet vooruit. Inderdaad, d'arme
beesten waren uitgeput en Murat bad dan nog zijn grootste Termaak in de
bonden kozakken te doen achterna ryden.
Dien nacht kregen wij wel te etenrnet de kadavers der peerden en redelijk
goed water werd eene bouillon-soep gemaakt, in welke niets mankeerde dan
groensel en brood. Maar in den oorlog mag men zoo nauw niet zien; "t smaakte
ons zeer wel en wy genoten eenige uren rust, droomende van "s anderdaags
den Rus te kloppen en naar Sint Petersburg te trekken.
's Anderdaags zagen wij zoo min Russen als op 't plat van mijn hand
Barclay de Tolly, vernomen hebbende dat Bagration, een andere russische
generaal, naar Smolensk trok, gaf 't bevel tot den aftocht, na de stad Witepsk
in brand gosteken !u hebben.
Wij moesten nu vooruit naar Smolensk.
tV werd niet meer gezongen. Die gedurige loopmarscheu, achter oenen
vijand, die als een spook gedurig te zien was en gedurig verdween, geen ander
sporen latende, dan puinen en ellende, honger, dorst, vermoetenis en meest
nog de vreeselijku roode loop, dit alles bracht den moed der dapperste ten
ouder.
Napoleon wist dit en besloot eenen grooten slag te slaan Op zijn bevel werd
't groot leger bijeengevoegd en marcheerde naar Smolensk.
Wij kwamen onder de muien dier stad; ons leger was allerellendigst ge
steld: ecu derde der ruiters zonder peerd 't voetvolk zonder schoenen, en
d'onrust in 't gemoed want wy waren reeds dun 14dc" der oogstmaand, en
voorzagen reeds dut wij door den vreeselijken winter van Rusland gingen
overvallen worden,
3u,0ü0 Russen verdedigden du stad grootc legers lagen rondom :1e stad
bood hevigeu wedet stand en 't was ten koste van veel bloed, dat wy eindelijk
onze vlag op de puinhoopen van Smolensk zagen wapperen.
Zelfs overwonnen zijnde, deed Barclay ons veel kwaad, ons dieper en diepe,,
in'l koude Rusland krijgende, dat voor 'tgioolste getal der Fran-clien een
ziet dat gij die eerst zelve doet.
graf moest worden.
Op de belegering van Smolensk, volgde da groote veldslag van Meskowa,
den 7 september 1812.
Ik heb op mijn zakboekje het dagorde geschreven welk toen, ten 6 ure
's morgens, aan elke kompagnie voorgelezen werd.
Soldaten, werd ons in den naam van Napoleon gezegdde zoolang ver
wachte veldslag is eindelijk daar Voortaan hangt de zegepraal van u af! de
zegepraal moet er zijn hij zal u den overvloed brengen, goede wintertwar.
tieren verzekeren en eene spoedige terugkomst in "t Vaderland. Weest de
spldaten van Austerlitz, van Friedland, van Witepsk, van Smolensk, en dat
het verste nageslacht, van u sprekende, moge zeggen Hij was ook, in die
groote bataille, onder du muren van Moscou I
Hij buloofde ons een weinig roem, maar bijzonderlijk goede winterkwartie
ren en de hoop der terugkomst. Ha hij zag wel dat wij veel leden en sprak
ons niet meer aan met zijne hoogmoedige taal van vroeger die mis in ver
rukking brachtVeertig eeuwen aauschouweu u .au 'i n ougsle du/.er pijra-
mideu Ik zal u in de vruchtbaarste gewesten der wereld brengen... Hij
zegde ons niet meer gelijk in 't begin van dezen rampspoedigen veldtocht;
Soldaten, Rusland wordt door het noodlot weggesleeptdat dezes inzichten
vervuld worden
Hij beloofde ons brood, kleerea, schoenen, rus', en den terugkeer in
Vaderland.
't Waren die zaken ook welke wij meest vroegen.
De veldslag van Moskowa, met 't opstaan der zon begonnen, was eene ware
raoorderij. De Keizer toonde dien dag zijnen gewonen iever n et or werd ge
zegd c'at bij;ziek was, en eene groote valiiug had. 'l Is mogelijk Een opper-
geueraal kan zoowel ziek zijn als een simpele soldaatmaar, in omstandig
heden als deze, moosl hij zich ook een weiuig geneêren. Napoleon bleef een
half aur van 't slagveld, in een holle weg, waar niet veel ballen overvlogen,
Murat en Ney moesten aanhoudend adjudanten zenden om zijn orders te
vragen zij verloren veel tijd. meer dan eene gelegenheid om de Russen neer
te vullen, en lieten aldus den vijand toe, zich na eiken aanval terug in orde le
schikken
Van bsile kanter. werd met woede gevochten.
Rond 10 ure 's morgens, smeekten Murat en Ney dat Napoleon zyne Wacht
zou doen oprukken, terwijl zij zeiven al bunue macht giugeti inspannen om
don vijand te verpletteren.
Dit werd geweigerd. Napoleon vond dat de Russen nog niet genoeg afge
maakt waren door 't geschut; hij wilde zijn# Wacht niet blootstellen en luis-,
terde liever naar den kommandant van dit keurkorps die hem zegde; Sire, 'l is
ons oenigst# reserve, 800 uren van Frankrijk. De hulp der Wacht werd
geweigerd.
Nooit heb ik dia kinderachtigheid kunnen verstaan. Ware 't mogelijk ge
weest, hij had zijne Wackt, in eene kartonnen doos gestskea. gelijk men met
d houjen of zinken soldalen der fabrieken va» Nuremberg doet. Ons liet hij
vau honger en dorst crevaeren, en die heeren der Wacht, onder vooiwendsel
van ba.'er soldaten te zijn, hadden al '1 noodige. Ik beklaag ze uogtans recht
zinnig want byna allen zijn later van koude ea bouger gestorven, eene veel
hardere dood dan de dood op 't slagveld.
Ten 3 ure 's namiddags vocht men nog met dezefde razernij als 's vnor-
noens. De dappere Montbrun werd door een kanonbal gedood Rapp werd
geraarlyk gewond 't was een gewoonte bij hem nooit keerde l<ij van eeu
slagveld tui ug dan met oen half dozijn woud-n
iiagrution, d.v Russische generaal, welke onB dien dag 'tmeeste spel leverde,
word aan 't linkerbeen gekwetstzyne woud» was niet gevaarlijk, maar door
dwaze chirurgijns uiisineesterd, stierf hij vijf dagen nadien.
Murat en Ney vroegeu eene tweede maal de hulp der Eere-Wacht.
Napoleon bleef weigeren.
Nooit zal ik vergeten wat ik alsdan gezieD heb.
Mijn regiment stond op een heuveltje, vau waar wij een deal des slagvelds
konden zien. Wij waren afgi-mal, in 't vuur geweest zijnde van 's morgeus af,
en, in 't voorbijgaan gezegd, ik moest my onderscheiden h.-bbeu want ten
10 ure was ik kaporaal en '3 middags sergeant.
In dien tijd geraakte men spoedig tol grade doch men vertrok ook dikwijls
naar d ander wereld, vooraloer den tijd gehad te hebben de strepen op zyne
kupol-mouwen te naaien.
Wordi voortgezel.
Uitslag Prijskamp van Grembergen.
Zeven bobben moeten loten voor don prijs van de Raadsels die "eüjk
opgelost hebben.
Do oplossingen vande Raadsels zijn. ten 1. Kassier 2. Spraakkunst
5. lien kind weent dikwijls zonder pijn, waardat eon mensch. no" maar
zelden weent met pijn 4.. Raadsel. 5. Roep. 0. Eene k-wi
schaalt het at Een Paard bijt het af en een Zwijn trekt het at.
Zie hier de namen der lotelingen: P. Verstrepen, Dendermonde. -
August De Meester, Wetteren. M. Thysvarent, Oultro. J. F.
Timmermans, Lede. Désiré Robmon (1) Denderhautem. Frans
BoitseiieiOultre. Petrus De Moor, W etteren. Het lot is "eva
len aan ltésiré Robinon voornoemd.
Di ij hebben moeten loten voor de kluchten.- Deze zijn. Petrus Do
Moor, Wetteren. J. A. Waem, Beveren-Waas. - en Basil Stuas^
St-Nikolaas, die het lot gewonnen heeft.
De Prij-skamp heeft niat bijzonders geweest, daar is te voel werk, en
du Avonden zijn te kort.
Onzen groet aan al onze vrienden en modekampers; tot later ais 'tGod
belieft.
Leander an Vynckt. Grembergen.
'lelijk do korreltjes tarwe, die men in de voren werpt, niet verloren
zijn; maar tot een verheugonden oogst opwassen, zoo is hetgeen men
aan de armen geeft, niet verloren, maor zal eens verblijdende vruchten
voortbrengen.