Een vlaanisclie iNapiileonisl in Rusland, Katechismus van den Oorlog. J *>&&£h D*ar is hij een hartstochtelijk liefhebber van Hij is een ouverschroiiaen jager, hitte, kort, noch vermoeienis vreezend. Ook in 't schieten is hij zeer bedreven. Hij is een der eerste schutters van Frankrijk. 2522-23 22 naai' 't Fransch van Jean Lefranc. (Verboden over te nemen.) XIII. De soldaat-hovonier. Voor dat ik wegging', had de baronnes mij een goed pak lijnwaad en een provisie' en geld g»geven. Ik -was zeer wel gekleed en kan mij zeer "Wel met gaan verwarmen, alhoewel het zeer koud was. Van tijd tot tijd, als wij een dorpje passeedren, noodigde mijn leidsman mij uit om een glazeken bier te drinken, 't Was den eersten keer niet dat hij dien weg afleê ieder jaar vergezelde hij zijn meester die een deel van 't schoon saisoen bij den vriend ging doorbrengen, bij wie ik ge recommandeerd was. Hij konde al de dorpen en gehuchten en bracht mij nieters dan bij Polakken, den Rus vijandig en genegen om de tegenstre vers hunner verdruk kers dienst te bewijzen. 't Meestedeel van den tijd trachtten wij de steenwegen te vermijden de kozakken doorkruisten 't land, deden opzoekingen in d'huizen, gaven aan de Russische Overheden de namen op der inwoners die de Fransche krijgsgevangenen eenige hulp of logist gaven en grepen de arme vluch telingen vast welke zij op hunnen weg vonden. Polen was nog de veiligheid of de vrijheid niet. Gelukkig dat Iwan de dmzende wegskes door het bosch kende Bij 't minste gerucht sloeg hij een zijbaantje in en wij naderden d'huizen slechts met voel voorzorgen als wij absoluut eten of rust behoefden. Ai die omwegen deden ons een merkelijken tijd vei liezenen t was al avond als wij nog maar vijf of zes uren afgelegd hadden. Een brave landsman nam ons in huis, en gaf ons eten en slaping, zonder 'ne centiem van ons geld te willen en 's anderdaags 's morgens, zett'en wij onze reis voort, vergezeld der goede wenschen van den boer en g'heel zijn Familie. Mijn leidsman scheen ds vrolijkste gezel der wereld, maar ongelukkig- ljj -, 'k verstond geen lettergreep van al 't geen hij zegde. Eiken keer dat hij in de verte Kozakken zag, toonde hij mij doqr teekens dat hij er eenigen bij den kraag had willen vatten. Hij stak zijne vuist en telde ze op zijn vingers, willende zeggen Indien ze zoo talrijk niet waren, wij gingen er naartoe. Had de Baron hem geld gegeven voor onze reiskosten F 'k En weet het niet, maar de goede ziel wilde toch niet dat ik iets betaalde. Ik was gedwongen mijn geld te behouden en, de hand in de verte uitstekende, wilue hij aiij zeker doen verstaan dat er mij nog veel wegs af te leggen bleef en dat mijn geld mij later zeer wel zou te pas gekomen zijn. Alles ginsr wel op onze baan en den derden dag, op't vallen van den avond, geraakten wij aan 't kasteel. In weerwil van den recommandatiebrief mij door mijnen Beschermer ter hand gesteld, liet ik niet na van zeer ongerust te zijn Ging de Baron mij wel ontvangen F Of zou hij mij, meteene kleine hulp, niet weggezon den hebben, zeggende Kijk daar is de weg, welken gij volgen moet; God zegene u! G'heel de wereld is niet genegen om zijn fortuin en zijne vrijheid te pande te stellen voor 't plezier van eenen vreemdeling uit d'ellende te trekken. Sedert eenige maanden had ik zooveel geleden dat het mij onmogelijk was aan een goed onthaal te gelooven. Mijn twijfel duurde niet lang. Na mij in een boschje, eenige stappen van't, kasteel te hebben doen schuilen, ging Iwan aan de poort kloppen. Voor mij aan te bieden, wilde hij zeker zijn dat ik geen yevaar liep. Na eenige minuten keerde hij terug, mij zeggende dat ik door den Baron verwacht werd Ik vroeg hem of men mij de gastvrijheid ging geven. Ofschoon mijne woorden niet verstaande, begreep de brave Iwan toch mijn gedachthij moedigde mij met Klanken »n gebaren aan en, mij bij d'hand nemende, deed hij mij de vijf of zes trappen van de stoep opklimmen, waar de Baron en zijne Liame zich met hunne drij kinderen bevonden. Welgekomen, zegde mij de Hoer mijn vriend heeft wel gedaan van uhier te zenden. Bij hem waart gij aan de grootste gevaren bloot gesteld, terwijl wij hier maar zeer zelden 't bezoek ontvangen van onze goede vrienden, de kozakken. Kom binnen Ach wat een goed hert hekben die Polakken toeh! Ik ben nu wel oud en stram, maai'indien Polen vrijwilligers vroeg voor zijne vrijheiden onafhankelijkheid te herwinnen, mij dunkt, 'k zou nog optrekken met de kracht en de vurigheid der jonkheid. De Baronnes, die, zoowel alt haar edel Echtgenoot, correct fransch sprak, deed mij duizende vragen en denzelfden avond nog moest ik mijne geschiedenis vertellen. Hetgeen mij meest trof was de bevalligheid der kleine kinderkens. 't Jongske vooral, een dik bolleken van vier jaar, klom «p myne kniën, trok aan mijn baard, toonde mij zijn houten peerd, zijne polichinellen, zijnen trommel en vroeg mij ofik daar ging blijven, morgen en den anderen dag nog, om te spelen en wandelen te gaan. Ik beloofde alles wat 't jongsken vroeg, totdat het vermoeid op mijne kniën in slaap viel. Ais de kinders weg waren en als een lekker avondmaal mijne krach ten had hersteld, zeï de Baron mij dat ik 's anderdaags in eene veilige schuilplaats zou gebracht worden, om er de schoone dagen en misschien ook, 't einde van den oorlog af te wachten. Dit voorstel lachtte mij niet te zeer toe. Mijn vurigste wensch was van zoohaast mogelijk 't leger te vervoegen, of, als 't geschieden kon, alleen naar 't Vaderland te trekken. Dan zegde Mijnheer mij Ik zie wel, vriend, dat gij metde gebeurte nissen onbekend zijt. Het Fransch leger kunt gij niet vervoegen, om d'eenvoudige rede dat er geen Fransch leger bestaatEenige hoopkes volk hebben den Keizer in zijn aftocht kunnen volgen. Ik kan mij be driegen, maar mij dunktt dat Napoleon hier zijn rol heeft uitgespeeld. God verlaat hem. Zijne oude bondgenoten, de koningen van 'tgermaansch ras, scharen zich langs den kant zijner vijanden. Ziedaar de rede, waar- Veel orde, veel geluk. om gij onvoorzichtig zoudt handelen, inct uwe reis te. vcrvo irderen in Oostenrijk en Pruisen zoudt gij moeten kiezen: de wapens tegen Frankrijk opnemen of u gevangen geven. - 't Was natuurlijk dat die tijding mij bedroefde. In den beginne geloofde ik xlatde Baron maar alzoo sprak om mij daar te houden totdat ik gansch hersteld en goed te been was ook haastte ik mij hem de verzekering te geven, dat ik kloek was, gansch hersteld en in staat om mij dapper te verdedigen. Napoleon had een deel van zijn leger verloren, doe er wa ren in Frank rijk nog honderde duizenden soldaten, bereid om hunne in Rusland vermoorde broeders te wreken. Aldus zou ik niet gesproken, hebben, eenige weken vroeger, op 't punt zijnde van honger en I oude te vergaan. VVV 3de les. V. Hoedanig is den oorlog in het Oosten F A. Duister, zwaar, grof, barbaarsch en g'heel geschikt om treu rige gedachten te verwekken. V. Wat is van dien oorlog te gelooven F A. Dat bij zeer bloedig is, hardnekkig, en in elk geval noodlottige gevolgen zal hebben. V. Kan dit uitgelegd worden F A. Zeer gemakkelijk. Uit dien oorlog kan een generale oorlog in Europa volgen als Rusland den duim moet leggen, zal het zich jaren en jaren bereiden om een bloedige revanche te nemen. Ais Rusland wint, zal er geen paal of perk aan zijnen hoogmoed zijn. Alexander zal een tweede Napoleon I willen wezen. V'. Uw besluit is dan F A. Dat de eene oorlog de andere na zieh sleept. V. Hoedanig is de positie der Mogendheden F A. Oostenrijk ziet angstig rond: Pruise 1 loert om op een slinkscha wijze Oostenrijk en Frankrij te treffen. Itali* is gelj» de rotver die met gestolen goed zit niet wetend» waar zich draaien of keeren Enge land scherpt zijn herssens en do kleine staatjes houden al d'handen voor hun hoofd en denken met wiezij, in kas van kattestroof, bestzouden doen. V. Wat i» er uit den tegen woordigen oorlog te leeren F A. Ten eersten, dat de wanorde in Europa groot is; ten tweeden, dat d'eene zonde d'andere meesleept. Europa heeft in 'talië en uuitsch- laod de iripalmingen gedeogd ten derden.dat de beschaving zonder't Geloof, maar dient om de oorlogen barbaarscher en wfeeder te maken en moorddadiger ten vierden, dat wij daaruit leeren moeten hoedat een volk ellendiger, slechter ori ongelukkiger wordt, namate het de bescha ving hoeft zonder 't licht van 't Geloof; ten vijfden, dat d'Ouders wel moeten uit hun oogen zien, bijzonderlijk in de ste len er zijn indegroote steden, scholen en diffrente scholen, waar Ons-Heer buiten de deur staat welnu, al de weienschappen, die men daar leert, dienen slechts om de jon heid doortrapter in 't slecht te maken. V. Kunt gij daar een voorbeeld van geven A. Ja, en verscheide 't is overlest te Brussel gebleken op da prijsdeeling van een zulker scholen, waar een der Surveillisten, zijn ge moed vol hebben Ie, in de presentie van den koning zijn tweo armen om hoog stak en begomte lamenteeren gelijk 'ne Lazarus: alsdat hunne leerlingen geenen eerbied meer hadden voorouders of meesters alsdat zij maar denken om naar de mode gekleed te gaan alsdat zij geenen eerbied hebben voor 't vrouwvolk; alsdat zij ve"zonken liggen in grove en gemeine vermaken, enz. enz. enz., een litanie gelijk die van alle Heiligen. Einde van de derde les. Te Keulen waren onlangs twee dienstmeiden op straat aan 't kijven geraakt: z'hadden er alletwee een handje van en gaven malkaar alle mogelijke schimpnamen. Als er nu eene wapenstil stand kwam, riep eene der dienstmeiden Wacht u, dat zuil ge mij bewijzen, ot ik al die titels verdien, welke gij mij toewerpt. Ik l u bewijzen waar zijn uw arme gedachten, antwoordde d'andere; wat kan ik u bewijzen, vermits ik u zelfs niet ken? Te Brüu is de militaire doctoor Mayer met zijne vrouwen vijf kinderen, die allen joden waren, Christenen geworden.... De heer Mayer, ziek zijnde, moest op zijn bed gedoopt worden. Uil Turkije mogen geen vellen meer komen. Uitzondering is gemaakt voor de leveringen waarvan reedsakkoord is geweest. Er is te Roomen een gebouw afgebrand, waarin oude, kos telijke stukken bewaard werden. De schade wordt berekend op 100,000 fr.' Sedert 8 dagen is er in den Borinaje werkstaking, oproer, aan val tegen de nijverheidsgestichten, gevecht tusschen gendarins en sol daten 't Is wreed bij wreed! gendarms zijn gewond, eenige werklie den doodgeschoten, talrijke andere gevangen genomen. Men kent de ware rede van dien opstand nietdoch in alle geval, de oproermakers gebruiken slecr.te middelen en hadden ze nog gelijk, de manier op welke zij te werk gaan, zal door iedereen afgekeurd worden.... Op 't einde van 't pel zullen er weêr veel droeve sukkelaars in 't gevang komea eu hunne Familie in armoede zitten. Later Nieuws. Er wordt t'Antwerpen, bijna eiken avond, ingebroken en gestolen.'t Wordt nu stil, in de Walen het getal werkstakers beliep tot 20,000 man.'t Regent rond den Donau er kan niet gevochten worden er komen ziektenuit den Chipkaalleen zijn te Konstantinopel 6000 gekwetsten aangebracht; in't hospitaal van Fratesti is maar plaats voor i5oo bedden, en er liggen 7000 zieken en gekwetsen. Ge kunt nu van de rest oordeelen. Er is in Italië, op 't convoi, 25o,ooo fr. gestolen. -Wij komen daar uit Roomen 'nen brief te krijgen de Vriend is door Z. H. den Paus in bijzonder verhoor ontvangen en zal binnen ee nige dagen terug in 't Vaderland zijn. Proficiat! Tot de naaste week!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1877 | | pagina 3