Een vlaainsche i\;ip tleonisl in Huslaini,
De rust is omlaag, op d'hoogtens niet.
1812-13 21
naar 't Fransch van Jean Lefranc.
(Verboden over te nemen.)
Twee minuten nadien verliet ik den hof, ge olgd van de drij gastjes,
■wiens blijde kreten weldra de aandacht van Mijnheer en Mevrouw
gaande maakten.
Met ontdekten hoofde naderde ik den Baron en legde hem de zaak uit.
Mijn gedacht was in 't begin dat hij ging weigeren, maar alras werd ik
gerust gesteld
Is hij gansch alleen, die arme verdwaalde soldaat? vroeg de baron
mij.
-J a,
En niemand van de volkeren die buiten op 't land werken heeft
hem gezien
Zooveel ik weet, niemand
Dan zal alles nog kunnen geschikt worden. Nogtans, wij moeten
met de grootste voorzorg te werk gaan. Worduweschuilplaats ontdekt,
wij zouden samen den weg naar Siberië afleggen.
Mijnheer den Baron, zegde ik, ge zijt waarlijk te edelmoedig en
'11 geloof dat ik niet langer van uwe goediieid mag misbruik maken.
Eeuwig zou ik het mij verwijten, indien erdoor mijne schuld u eenig
ongeval moest gebeuren
De Baron onderbrak mij met hevigheid.
Er is hier geen spraak van u, zegde hij grimlachende; uw vriend
heeft iionger, hij is vermoeid, ifiisschien ziek, wij moeten hem aanstonds
helpen. Ga it uwe salon bereiden; middelerwijl zal L bij uwen vriend
gaan, en hem hier brengen, zoohaast dit geschieden kan.
Ik vertrok vol vreugd en Jiep of liever vloog den hof over. Mijn salon,
gelijk de waardige kasteelh. er het noemde, was een waarachtig kelder
ken van overvloed. Ik stelde op de tafel bier, brood, kaa3 en een potte
ken konfltuur. Voor len armen uitgehohgerden dien ik ging ontvangen,
was dit een lekker eetmaal. Als dit gedaan was, begon ik mijn kamer-
ken en de aardeweg er voren op te schikken... Ik was als '11e rnensch
die de ko rts heeft. Wie was de ongelukkige, waarvan ik, arme ge
vangene, den beschermer en den steun ging zijn Zou zijne tegewoordig-
heid mijne gevangenis gaan- verblijden ot mij 'ne last zijnAi de solda
ten van 't groot leger waren geen welopgekweekte jongens; zou den-
gene dien ik verwachtte, de uitgestrektheid begrijpen van den dienst
wel en de Baron hem ging bewij en, zou hij zich jegens hem herkente-
lijk toonen en jegens mij een goed gezel Tut hiertoe hadden onze edele
w eldoeners zich de oprechte bewonderaars getoond en de verkleefde
vrienden der fransche soldaten zou de vreemdeling zich steeds derwijze
gedragen om de verkleefdheid van Mijnheer en Mevrouw niet te doen
in misprijzen veranderen
Terwijl ik aan al die zaï-.en dacht, zag ik 'tarm soldaatje verschijnen
Hij was schier naakt, zijne voeten waren bebloed en hij zoodanig verar-
moed, vermagerd en verellendigd, dat ik hem ziende in tranen losborst.
Beter dan iemand begreep ik zijn lijden.
Ik had niet noodig 't verhaal te hooren van zijn lang martelaarschap,
om te raden hetgeen hij geleden had. Ik ook was eens in 't zelfde geval
geweestik 00 had d'hand uitgesteken om een aalmoes t'ontvangen;
ik ook had meer dan eens gezegd Binnen eenige uren zal de dood een
einue aan mijn lijden gesteld hebben.
De nieuwgekomene kwam slijpende aangesukkeld, leunende op den
arm van den Baron, die allerlei troostwoorden toesprak. Ik liep hem te
genioet en zijnen anderen ai m nemende, zegde ik hem datde Voorzienig
heid hern in dees kasteel gebracht had, we;kers inwoners, ware engelen
van liefdadigheid, hem weldra hoop en gezondheid zouden teruggegeven
hebben;
Moge Ons Heer hun al 't goed vergelden dat zij doen, antwoordde
't arm soldaatje met flauwe stem.
Wij zijn zoo gelukkig van u te kunnen helpen, zeide de Baron, dat
wij geen ander belooning vragen.... Wij zijn nu aan 't zomerhuisje. Ik
verlaat u. Uw vriend zal u alles geven om uwen honger te verzadigen
en binnen eenige minuten zal men 11 kleederen en lijn waad nrengen.
Mijn nieuwe vriend zette zich aan tafel en verslonddrij gr ma te sneden
brood die gulzigheid van den armen jongen deed mij opnieuw tranen
storten 't geheugen mijner eigene hongerlij iingen deed mij zoowel het
lijden der andere verstaan
Na wei geeëten te hebben, kon de jongen zijne lappen en vodden
afleggen en nieuwe versche, warme kleederen aantrekken Hij onder
vond de voldoening welke ik genoten had, als ik daar van Meeding
veranderde en hij weende van vreugd.
Nooit, zegdè en herhaa.de hij mij, nooit zal ik het u kunnen vergel
den.
Maar, gij zijt mij niets verschuldigd.
Ei, dan zonder u zou ik den moed niet gehad hebben van d'aalmoes
te vragen aan de bewoners van dees kasteel.
Nogtans weigeren de Polen nooit en d'eêlmans bijzonder, van d'ar-
me krijgsgevangenen bij te staan
tvliebt er misschien een te goed gedacht van In alle geval, twee
sojdaten, die met mij verscheide weken gereisd hebben, gingen om
hulp in een kasteel, niet ver van hier 'k heb ze nimmer teruggezien.
Gij denkt dat men er den droeven moed zal gehad hebben, ze aan
de Russen over te leveren
Daar weet ik niets van 'k heb hunne wanhoopskreten gehoord
maar, nets voor hun kunnende doen, heb ik de vlucht genomen.
Wees verzekerd, zeide ik, dat dit kasteel door geene Poolsche
was bewoond. Gij weet toch zeker wal dat de Russen, eenige uren van
hier, talrijke posten van lichte ruiterij hebben? Twijfelt er niet aan
't Zijn Kozakken en geene Polen die uwe vrienden mishandeld hebben.
Maar. ge moet erg vermoeid zijn?...
Inderdaad
Dit verwondert mij niet; g'hebt daar een goed bed; tracht een
weinig te slapen ;de rust zal u deugd doen Morgen zullen wij klappen,
gij zult mij uwe geschiedenis vertellen en ik de mijne wij zullen samen
werden en aldus, zonder ons te nijg te vervelen, de eenige weken of
maanden doorbrengen, welke wij hier nog moeten blijven, vooraleer
naar 't Vaderland te vertrekken Hoe is uw uaam
Anselmus D...
En ik ben Karei C.. morgen zulien wij nadere kennis maken
In alle geval, ik hoop dat wij een goed koppel vrienden zulien uitmaken
Dat beloof ik u.
Vijt minuten later sliep de jongen met gesloteno vuisten. Hij had
waarschynlijk een fameuse achterstel in te halen.
Mij was't niet ontvlogen dat Anselm een kruis had gemaakt, voor
zich ie slapen te leggen
't ls christene mensch, dacht ik in mijn eigen er zal middel zij»
um malkaar te verstaan.
Ik keerdenaar den hof terug, waar nog eenige kleine werken te ver
richten waren dan, nadat de Baron volgens zijn dagelijksche gewoonte
met mij eenigen tijd was komen klappen, ^ing ik naar mijn zomerhuisje.
Dien avond bedankte ik de Voorzienigheid met meer geestdrift dan
ooit. De aankomst van den armen gezel die eenige stappen van mij sliep,
had mij de lange en lange reis door het ongastvrije Rusland herinnerd.
Ja, 'k was er nu van overtuigd, Onzen Lieven Heer wilde mij niet la
ten sterven, ver van 't Vaderland.
ik sliep het hert vol hoop er. droomende van geluk en van een vrolijk
wederzien tusschen al do welbeminden.
XIV. Mijn 11, edegezel.
's Anderdaags was ik lang voor de zon op. Ik peisde op al hetgeen die
arme soldaat mij ging vertellen Misschien wist hij nieuws van 't leger!
Misschien ook had bij mijn lozijn gezien, of eenigen mijner vrienden!
Verre van 't Vaderland is men zoo gelukkig an met iemand te kunnen
spreken, welken men bemint, van eene vriendenhand in de zijne te voe
len, van aan een rampgenoot zijne gedachten, zijne vrees en zijne hoop te
ko»nen meèdeelen.
Anselm sliep nog altijd, maar al slapende, verroerde hij zich gedurig,
en sprak luidop. Het bed, waarop hij sliep, waste zacht voor zijn lichaam
gewend van op vochtigen of vervrozen grond te liggen, la hoorde hem
murmeren Mishandelt mij zoolang nietmaakt mij liever kapot.
Dan keerde en di aaide hij zich, alsof een onbekende vijand hein bedreigd
had. I had die tormenten doorgestaan en mijn hart smolt van medelijden
voor dien vriend.
Ik ging uit 't zomerhuisje.
De eerste zonnestralen wierpen hun gulden glans op de toppan der
hoornen en op de torentjes van 't oud kasteel. Weldra werd de opkomst
der dagsterre begroet door een vrolij* vogelengezang. Ik hoorde, op
den groeten eik, het gekir der tortelduifjes Waren zij vertroost of rie
pen zij de kleinen, die ik daags te voren bad geroofd
Waarom liad ik dien nest gestolen Was 't geene wreedheid van mij
nen kant? Aan de vogelen, even als aan den mensch, heeft God een ge
voel gegeven, dat niet kan uitgedrukt worden De vogel bemint zijne
jongskens en treurt over hun verliesvoor hen lijdt hij honger en koude,
en trotseert voor hunne verdediging de dreigemlste gevaren. Het kla
gend ge oer dezer tortelduifjes maakte mij beschaamd. W. V.
OPLOSSING DES RAADSELS.
Osman.
Die Turksche generaal is volgens d Amerikaansche gazetten een
landbouwer; 't schijnt dat hij in 18^L tij lens dm opstand in Amerika als
overste kommandeerde en daarna in Egypte en T. urkije als vrijwilliger
kwam dienen. Zijn echte naam zou J. Clay Crawford zijn. In St-
Petershurg gelooft men, dat Osman maarschalk Bazaina is.
Opgelost daor MM. Ch. Celie, Dastelduick, V. De Clercq-Buyle,
Exaarde, J. C. Brussel, Kastelein, St-L.-Essche en P. De Moor, die
antwoordde alsvolgt
Wel Sarnepiet
Is 't Osman niet
Dien 't g'hier beJiedt P
Als ik uw raadsel las
Dacht i al seffens, ras,
Dat 't Osman pacha was
Osman, fameuse Turksche generaal,
Dient aan den Rus tot groote hinderpaal
Oostakkor. Een vriend van d« Werkman.
F. J.
Wel gezegd 1 Tr
M. Celie vraagtWat verschil dat er is tusschen den Keizer va»
Rusland en een vrouw die moetgaan wasschen En hij antwoordt: Geen
ze gaan alle twee om zeepe.
KLUCHTRAADSELS.
TTTTTTttTil. Wat is dat P
Welke bergen worden meest bezocht?
M ie is geerne broodloos?
latere Tijdingen. De Kiezingen van Frankrijk zijn
een duister raadsel. Gambetta heeft gezworen dat zijne partij met
400 man in de Kamer zal komen. Maar de eed dier mannen houdt
gelijk sneeuw bij 't vuur. Maar een gazet van Parijs, nog al geloof
baar, beweert dat, na een nauwkeurig overzicht van al de Departe
menten, er groote hoop is dat er eene goede meerderheid za uit
de kiesbus komen. Wij hopen en wenschen hett gaat nu al slecht,
hoe zou 't gaan indien er woelgeesten en champagnekoppen aan
t hoofd kwamen. Wij hopen tenaasteweek goed nieuws aan onze
geëerde Lezers te konnen bezorgen in alle geval, die weldoet en
God vreest, moet niemand anders vreezen; we weten soms "ietwat
er 't best is voor Frankrijk; de Napoleomsten zouden ock kunnen
meLter geraken en dien Stam is voor den Ooriog en voor de Vn,-
maconnerij. De Paus zegt het alle dagen: Er moet gebeden wor
den en voor 't goed gewerkt.- Er zijn te Parijs.strenge maatregels
genomen om d Orde te handhaven.