)e Zoos vii'i den Syberi aan.
Al is de Hope wijt, Koeragie hoopt alijdt.
(Verhaal uit onze dagen). 1
I. In 't huis van den houtkapper Taddeo.
- 't Za! weer een valsche stree.c zijn, van dien verfoaielijken Su\va-
roffvan dien liond van dien schelm! indien ik geen ChrDtene ziel had,
jk ging hem met mijn bijl den kop openklieven
Zwijg, Taddeo, zwijg man-lief, 't is d'Overheid
D'overheid, vrouw d'overheid, dien laffen wreeden Rusdien
bloedzuiger
tij is toch door den Keizer aangesteld
Ik ken geenen Keizer. De Czar heeft Polen genomen, gestolen Hij
is onzen beul, onzen d wingeland, wij betalen nit dwang zijne contribu
tion, wij laten ons afpersen en afbeulen, maar wettig gezag heeft hij
hier niet. En zoo waar, als er 'ne God is, vrouw
Taddeo, Taddeo, ge laat u weèr door de gramschap vervoeren, in
plaats..
In plaats van als lafaard 't hoofd te bukken
In plaats van geduld te hebben en de geschikte oogenblikken af te
wachten manlief-, er is 'ne God die heerscht en regeert en die on3 lijden
oneemt.
Hoort! onzen Stefen is maar 16 jaar geworden en hij zal geen
soldaat worden, hij zal voor dien bloedhond niet gaan vechten, of Jk wil
in Siberië zitten.
En wat zijd ik dan doen, met mijn arme kinderkes? Taddeo, Taddeo,
hebt gij de belofte vergeten aan onzen kasteelheer gedaan
Ja, aan den braven graaf de Tobolski die nu duizende uren ia Sibe
rië zit En zijn plaats wordt door dien Snwarolf, door dien woestaai'd
ingenomen Wij moeten hem daar, in 't kasteel zien, waar vroeger
Mijnheer en Mevrouw zich zoo minnelijk wisten te maken.'... Rika,
vrouw, waaromhebben wij den weg naar Siberië niet met hem gedaan
Luistert, ik ga, op stonden moment, naar 't kasteel
Nu niet, Taddeo, in den naam der heilige Maagd, nu niet, ge zoudt
0ns allen verderven. En denk toch wel dat gij geen recht hebt op Stefen;
't is immers óns kind niet
't ls ons kind nietdie woorden maakten meer indruk op den vergram
den Taddeo, dan al desineekingen zijner vrouw.
Taddeo, was een landsman, sterk en welgebouwd, gelijk meest al de
Polakken, en die rond de 50 jaar oud scheen, hij droeg de oude Poolsche
kleeding, een wollen hemd, een wijde broek, tot aan de kniën, vastge
bonden over de leêren getten zijn huis was, op zijn Poolsch, van éen
stagie, de woning in de diepte, en rond, rechts en links, stallingen'en
schuur. Binnen het huis zag men, bene vens een vuurroer en eene bijl,
klaarblijkende teekens van vroegorei; wolstand: opeen eikenhouten
kas, een schoon beeld van O. L. Vrouw van Tehestakove, een Heiligdom
der H. Maagd in Polen, nevens den haarl een breeden zetel; kortom, de
aandachtige toeschouwer, als hij in dees hui3 trad, moest zeggen Neer-
stigo, brave, menschen, niet arm, maar tot eene spaarzaamheid gedwon
gen die aan d'armoede grenst.
Neen! 'tis ons kind nietherhaald» Taddeo en hij sloeg met zijne
mannelijke vuist op zijn voorhoofd ik herinner't mij als of't gisteren
was voorgevallen Is 't niet morgen den verjaardag, vrouw
Ja, we zijn morgen den 16 april 1877.
Juist, 't was den 16 dier maand van dit rampzalig jaar 1863, toen
wij door den opstand in vrijheid meenden te geraken en in eene hardere
slavernij vervielen. Do graaf van Tobolski, onze beminde Meester, was
•en der eerste geweest om zich onder de vrije vlag van 't Vaderland te
scharen. Aan zijne zijde heb ik gestreden en geleden na de demping van
den opstand en de moordei ij van velen onzer broeders, bood Rusland eene
kwijtschelding aan; wij aanveerdden, en ge weet nog, Heririca, hoe
onze arme Meester, zijne Mevrouw en hun eenig kind, verraderlijk uit
hun huis werden gehaalden inden kenter opgesloten; hoe die wree
daard Snwarolf bezit nam van hnnne grafelijke woning en hoe dat onze
edele Meesters veroordeeld werden om de lange reis naar Siberië te doen.
Helaas wie kan dit vergeten vroeg Henrica ik bid er nog alle
dagen voor.
De Graafhad de Russische verraderij voorzien en ons zijnen zoon,
dan 2 jaar oud, behandigd De Russische wetten zijn wreed en helsch
de veroordeelden voor Sibericn zyn eene staatszaak hun kinderen,
hier of daar peberen, zijn eigendom, slaven van den Russischen Staat,
en de Czar kan ze, als 't hem belieft, doen wegnemen, in de kaserns
«pbrengon of in Russische gestichten, waar zij hun Vaderland en hun
Geloof leeren verachten. De Graaf vreesde dit meer als de dood en 't
was daarom, dat hy mij zijn kind als de grootste schat toevertrouwde
en mij bijna op de kniën smeekte van het toch als Pool en als katholiek
•p te hrengen.
En dat hebben wij gedaan, Taddeo! meer gewaakt over Stefen,
also! 't ons eigen bloed, ons eigen kind geweest ware; konden de heeren
terugkomen, ze zouden ons voorzeker geen verwijt kunnen doen.
Terugkomen! Mijnheer de Graaf zit in dit Siberie, waarvan nie
mand terugkeert, 'tis als de dooi en zijn arme mevrouw, die Engelin
van liefdadigheid.
Och Heere, ja ze zou haar bloed gegeven hebben om de menschen
uit den nood te helpen
Laat mij voortgaan in mijn gedachten, vrouwde arme gravin,
ze kan niet meer terugkeeren ;z'is bezweken op die iange, schrikkelijke
reis. Een vrouw kan dit niet afzien ;en zij vooral, die teêre, zachte dame,
wat moet zij geleden hebben tusschen die ruwe, vuige Kozakken! Mijn
bloed Kookt, als ik daarop peis! Wat moet ze geleden hebben: Wij
hebben 't gehoord van den Jood Nathan die de bende galeislaven is op
gevolgd tot over Moscou dat de gravin Tobolski daar bezweek
Taddeo herinnerde met bitterheid deze treurige gebeurtenissen en
schudde bijwijlen wanhopig het hoofd, onder den indruk der pijnlijke ge-
dachton die zijne mannelijke ziel folterden. Zijn vrouw Ilenrica, een
mensch op wiens gelaat de goedaardigheid en de lijdzaamheid te lezen
stond, zag met bedrukte oogen naar den beminden echtgenoot, wiens
lijden zij te wel besefte om er geen deel aan te nemen.
Behalve Stefen, die doorging, als hun oudste zoon, hadden zij nog drie
kinderen, de ldjarige Emilia, Bobola die twaalf jaren en Mathei' die 7
jaren had bereikt; een gelukkig huishouden, waar vrede en geluk
heerschtten.
Ilenrica die haar tranen inhield om de droefheid van haren man niet
te vermeerderen, zag bijwijlen angstig naar d'oude kashorlogie.
1 addeo, zegde zij eindelijk, de hand van haren man inde hare
nemende, laat ons niet, vergeten wat ons gezegd wordt, zoo dikwijls wij
t geluk hebben d'IIeilige Diensten bij te wonen De weg van 't kruis is
de reehtste weg naar den hemelwij moeten langs de strijdende Kerk,
in de Triomfeerende geraken.
t Is waar, vrouwmaar dien goeden jongen ver van ons zien gaan,
naar die wreede slachting De Czar wil Kenstantinopelen hebben die
oorlog an lang duren, niet alleen de Turk staat daar, maar Engeland
en Oostenrijk.
Gods wegen zijn onnaspeurbaar, man alles dient om zijne inzich
ten te doen volgen.
Stefen zien vertrekken 1 die goede brave ziel, waarvan wijniets
dan troost gehad hebben
Zeker, niets dan troost, Taddeo, zulke kinderen zijn er niet meer
't Is ons plicht hem te beschermen
Zijn heilige Moeder zal van in den hemel over hem waken
-- Neen, hij vertrekt niet, 'k wil liever dood zijn 1
Man Man
Da Wet roept de jongens maar op 't 18de jaar onder de wapens 1
Stefen is pas 16 jaar 'k wil weten wat daaronder schuilt en dezen
avond nog Suwaroff gaan spreken W. V.
Zijt ge van uwen vriend verwijderd en zoudt ge geerne met hem
een praatje doen Koopt u beiden een telephone of verrespreker. Niets is
eenvoudiger^ dan dit toestel hetwelk gij kunt gaan bezichtigen in St.
Rombouts-Koliegie te Mechelen. Verbeeld u eene ronde snuifdoos van 7
centimeters middellijn en 3 centimeters hoogte; in 't midden van het
deksel is een openingsken van een centiem groot, en haren bodem rust
op eene buis of handvatsel ongeveer 12 centimeters lang op 3 dik. In die
buis bevindt zich een staafje van barn krachtig ijzer, wiens uiteinde komt
tot bij het deksel der doos, en voorzien is van een bobijntje met zeer
fijnen in zijde gedraaiden koperdraad. Rond aan dit de sei is gevestigd
eene zeer dunne ijzeren plaat wier middenpunt door de minste triiiin0-
nadert of verwijderd wordt van het uiteinde van den zeilsteen. Beide
toestellen zijn dezelfde, men houdt ze bij middel van de buis vast De
persoon die spreekt brengt de opening in het deksel aan den mondterwijl
de persoon die luistert hot zijne aa i het oor brengt.
Zieluer wat er gebeurt. De bew ging der stem doet de plaat van het
eerste toestel trillen deze doet, door zich min of meer van het magneet
ijzer te verwijderen, in den draad der bobijn elektrieke stroomen ontstaan,
die alheewel zeer zwak, t„ch voldoende zijn om in het ander toestel
dezelfde trillingen te weeg te brengen.
De uitvinder van den telephone is zekere Schot,Graham Bull, pre lessor
te Boston in Amerika.
Eenigen tijd geleden bemerkte een koopman der hoofdstad dat zijn
kasboek verdwenen was en ondanks alle opzoekingen bleef het onmo
gelijk dit boek nog op te sporen. Vervolgens bestatigde de men herhaalde
malen dat aanzienlijke sommen in zijne kas ontbraken, en nogtans had
hij slechts één jongeling in dienst, welke van goede familie was en
omtrent 22 jaren oud. Alhoewel met tegenzin, besloot de koopman zijnen
bediende te bespieden en betrapte hem welhaast op heeterdaad van
diefstal. Hij opende de las. bij middel van een valsehen sleutel. De dief
bekende weldra de ontstolen sommen op de schandelijkste wijze verbrast
te hebben; hij is aangehouden en ter beschikking van den prokureur des
konings gesteld.
DOOR EENE KOE GERED.
De volgende gebeurtenis bewijst dat niet alleen de honden hunne
meesters dankbaarheid betuigen, maar ook andere dieren voor dit gevoel
schijnen vatbaar te zijn. Onlangs weidde vrouw G...., hare koeion in
eene weide, in de nabijheid van Luik, en werd door eene koe, aan eenen
landbouwer derzelfde gemeente toebehoorende, aangevallen en op den
grond geworpen. Het noodgeschrei der vrouw hoorende, hief een barer
koeien, die op meer dan 50 meters van daar weidde, het hoofd op, en
gevaar ziende waarin hare meesteres verkeerde, liep zij woedend op' het
■wreede dier toe en redde de vrouw van een gewissen dood.
Eenige personen hadden, in een naburig boschje, de kreten der vrouw
gehoord en kwamen insgelijks toegesneld. Zij bemerkten de zelfopoffe-
r!P&.^er J011^0 koejdoch wanneer zijbij de vrouw kwamen, verschrikten
zij bij het zien harer wonden, die haar met bloed bedekten en haar on
kennelijk maakten Die personen haastten zich haar te verzorgen, en
dank aan die hulp verkeert zij thans in voldoend en toestand.
Door een zonderling toeval verongelukte haar man bijna, op den zelf
den dag en schier op het zelfde uur. Hij bevond zich op eenen afstand
van lui mijlen zijner woning, langs de baan van Luik naar Hoei, wan
neerbij de brandklok boorde kleppen en naar de plaats der ramp ijlde.
Hij bevond zich juist voor een huis dat men poogde te bevrijden, en
gaf gedurig eemers water aan de personen van het huis over. Ten tien
ure 's avonds, was het huis buiten gevaar, en nu schoot hetden eigenaar
te binnen, dat op den zolder 15 kilos dynamiet lagen, meer dan noodig
was om het huis en al degenen die er zich in en omtrent bevonden, in de
lucht te do'3n springen.
WEENEN, 3 december.Telegrams uit Pesth melden dat de run
derpest eeneo nrustwekkende uitbreiding neemt in Transylvanië en in
het Bonet. De hongaarsche minister van koophandel, heeft eene kom
missie gezonden naar Pancsova, de grootste veestapel van Transleitha-
nie, om er een zorgvuldig onderzoek te doen.
Krom en itecht. Een uind kind, krom ineen gewassen, werd
door zijn vader mede naar Leuven genomen om door eenen professor der
Universiteit onderzocht te worden
Bij den beer professor gekomenJaa'sken, mijn brave jongen,
zei de vader, sta nu eens goed recü^ om aan mijnheer den doktoer te
aten zien hoe krom dat gó zijt.