I!i' Zoon v;iti den Syberiaan. Atimoes geven, verarmt Jiiet. der Borstbeeksche poorthet ijs brak onder hunne voeten en alle drij verdwenen er ond.r. Dank aan den moed van Claessen, die al zwemmende het ijs afbrak, heeft hij zich zelve alsook zijne vrienden, van eene zekere dood kunnen redden, na ongeveer 20 minuten in 't water gebleven te zijn. Er wordt te Brussel veel gesproken van de twee hotelgan;ons, beschuldigd van de moord te Neuilly. Hodister zegt dat Deqüiens de moord gepleegd heeft en Deqüiens wijt het op Hodister. Frank rijk vraagt hunne uillevering. Ze zullen er zoo genadig niet afkomen als hier; want in Frankrijk bestaat de doodstraf nog; de beul van Parijs is doodals hij benoemd werd, waren er 80 die de plaats vroegen, onder andere, twee pratijkloozc Doctoors. De MOORDENAAR van ANTWERPEN. Die rampzalige mensch begint nu te vertellen dat hij zijne vrouw den i2den augusti had mis handeld, dan van huis was gegaan, 's avonds thuis gekomen, en zijne vrouw dood vindende, van de trappen gevallen, op het gedacht gekomen was haar in stukken te snijden, omdat men hem als haar moordenaar niet zou aanzien hebben. Mestdag is reeds met vele leugens bevonden, en men houdt dees verhaal voor eene fabel, 't Is overigens een booze en goddelooze kerel; toen hij in 't Celgevang kwam en ondervraagd werd, van welke Religie hij was, antwoordde hij: Van geene En men schreel op zijne cel N° 98, V r ij denker 't Moet dus een verstokte booswicht zijn! De Religie van eiken ge vangenen wordt op zijn celleken geschreven, omdat de Geestelijke maar de gevangenen bezoekt, aande Katholieke Religiebehoorende, en d'andere, als hij er speciaal geroepen wordt. Mestdag is den eer sten die zich als Vrijdenker doet aanteekenen, '1 is ook den eersten keer in ons Land, dat iemand durven publiek beweeren heeft dat de Vrijdenkerij, dat Niets-Gelooven een eeredienst is; Bara heeft dat gedaan, in zijn zotte overdrevenheid Te Oostende hebben de Armmeesters beslist van geene hulp te verleenen dan aan ouders wier kinderen naar de gemeenteschool en naar geene andere zouden gaan.... De Armmeesters gaan hierin hun recht te builen en krenken de vrijheid der behoeftige huisgezin nen... Er mag hulp geweigerd worden, aan menschen die er mis bruik van maken, die tot openbare opspraak dienen, maardeouders 't gezag over hun kinders afnemen, dit mag niet zijn! Er loopt in de Walen een nieuwe Zwarte bende. Te Doisches drongen twee kerels met zwarte maskers over hun wezen in een huis, sloegen de bewoners, moeder en dochter, met mutsaardstokaen en vluchtten dan met 200 fr. w eg. De dochter, van 16 jaren, is dcod en de moeder, in groot gevaar. 't Stedeken Vise, in de Walen, stond in 't begin der week, gansch overeen. Een dochterken, 3 jaar oud, alleen thuis gelaten, was te dicht bij 't vuur genaderd het vuur raakte aan haar kleèren en de moeder, in huis keerende, zag dit ijselijk schouwspel.... Er is weinig hoop van 't kind te redden. Een onbekend persoon is dijnsdag avond in 't ruim van een èngelsche stoomboot gevallen en korts nadien in 't Gasthuis overle den, t'Antwerpen. Te Ginneken (Holland: is een brand uitgeborsten, met het treurig gevolg, dat eene vrouw, wier dochter in de nabijheid woonde, van schrik is gestorven Stoutmoedige DIEVEN. Wij lezen in den Patrie van Brugge: Een dezer laatste nachten zijn er vier boosdoeners gedrongen in de pastorij te Reckem. Die personen begaven zich rechtstreeks naar boven, waar de oude meid van den pastoor sliep. Zij klopten op de deur der kamer, en de dienstmeid denkende dat de pastor ongesteld was, spoedde zich de deur te openen. De dieven vielen de vrouw aan, grepen haar bij de keel, vroegen naar geld, onder bedreiging van haar te dooden, indien zij gerucht durfde maken. De meid overhandigde hen al wat zij bezat, namentlijk eene som van ongeveer 5oo tr. Toen de kwaaddoeners weer beneden gingen, sloten zij de deur toe van de slaapkamer der meid, en begaven zich naar de keuken, waar zij nog eenig geld stolen. Van daar gingen zij in den kelder, al waar zij de hand legden op al de eetwaren, zonder eenige flesschen wijn te vergeten. Weldra hoorde de meid geen gerucht meer, opende het vens'er harer slaapkamer en, door den schrik als verlamd, niet kunnende roepen, poogde zij de geburen te wekken door gerucht te maken bij middel eener groote bel. Weldra kwamen eenige personen uit de buurt toesnellen deze drongen de pastorij binnen, doch hoe groot was hunne verwonde ring toen zij den trap met bloed bevlekt vonden. d De pastoor is vermoordriepen zij nitdoch gelukkig, dit was niet alzoo men vond de pastoor in een diepen slaap gedompeld. Het bloed kwam voort van een kleinen hond, dien de dieven hadden gedood, ten einde hem te beletten gerucht te maken. Om in de pastorij te dringen waren de boosdoeners overeen niet zeer hoogen muur geklommen, vervolgens hadden zij, bij middel van een dik stuk hout, de deur uit hare hangsels gelicht. Het gerecht is ter plaatse geweest en men denkt op het spoor der dieven te zijn. Er is d'ander week in Frankrijk een ontploffing geweest op den trein, te Maconeen werkman had poeier bij zich om een ga zet te lezen, ontstak hij eene keers't poeier vatte vuurterwijl de trein reed, sprong de wagon, en men vond 't lijk van den werkman, vreeselijk verminkt. (Verhaal uit onze dagen). 7 V. Op het Oori^ogstooneel. Een Land, waar Oorlog gevoerd wordt, weinigen hebben het hier beleefd, God geve dat die rampvolle dagen nooit of nimmer voor België verschijnen, een Land door Oorlog verwoest, hoe moet het daar ijselijk wreed gaan, bijzonderlijk, op onze dagen, als, gelijk Kardinaal Dechamps in zijne laatste brochuur zegt, de oude heidensche slavernij onder den vorm der permanente legers terug verschijnt, en als de nieuwe keizerrijken, over millioenen levens be schikken, niet om 't geschonden Recht te wreken, maar om zich roem te verschaffen Een land waar oorlog gevoerd wordt, is 't bepeizen, d'ellende en den druk, die daar is; want de woeste solda terij eerbiedigt iiet, en 't is zonder rede niet dat Snieders in zijn Antwerpen in brand zegt dat God, na de tien plagen die hij over Egypte zond, er een elfde in reserf hield, en dat hij, na de slangen, na 't water in bloed, na de vorschen, muggen, vliegen, sprinkhanen, na depest, na de zweeren, duisternissen, donder, hagel en bliksem, de soldatenplaag zou gezonden hebben. Maar de tienmaal versteende Pharao liet de Joodsche Volkeren gaan, en kreeg weêr berouw, als ze weg waren, en werd inderoodezee verdronken. Zoo verblind zijn d'ongeloovigen. Onnoodig de gebeurten ssen van den Russisch-Turkschen oorlog te herinneren; hoe dat de Rassen, zonder slag ofstoct den Pruth overtrokken en zelfs den Donau, dien grooten stroom, op sommige plaatsen een uur breed, met versterkte oevers, derhalve eene ge schikte plaats voor den Turk, om de Russen tegen te houden en veel volk te doen verliezen. Maar de oppergeneraal Abdul-Kerul- pacha had" zijn plan, zoo maakte hij den Sultan wijs, men moest de Russen over den Donau, door de vier sterkten Rutschuk, Silistrie, Varna en Schumla laten komen, tot aan de Balkans, en hem dan verpletterenhoe dat dit plan slecht uitvielAbdul werd afgezet, vervangen door Mehemet-Ali; hoe dat de Russen, van alle kanten overvallen, bij duizenden neervielen en slechts aan de bovenhand geraakten door de macht van bijgestroomde troepen en het gebrek van samenwerking der Turksche generaals. Althans, in de maand Juni stonden de zaken van Rusland zoo deerlijk slecht, dat iedereen Reende: Er keertgeeaenkele Rus terug den Donau over, en dat Czar Alexander II in de diepste neerslach tigheid verviel. Hij had, zonder rede, Turkije aangerand, duizende en duizende zijner onderdanen geslachtofferd in de meening dat de krijgstocht slechts een triomfantelijke optocht naar Konstantinopel zou geweest zijn, had de Czar met zijne Groothertogen 't leger ge volgd; en nu ondervond hij niet alleen een geduchte weerstand; maar de Turken begonnen't offensief te nemen en eene schandige vlucht of een nadeelige vrede schemerden voor zijn trotsche oogen. Op zekeren avond dei- maand Juni, als de zon prachtig neêrging op de heerlijke velden van Bulgarië, door den Scheppfer zoo rijk be giftigd en door de menscheh|ke wreedheid zoo deerlijk verhavend, thans vinden wij, tusschen Rutschuk en Nicopolis, onzen Polak, Stefen, in de kleeding van Russischen infanterist, met verscheide andere krijgslieden vergaderd. De jongen droeg op zijn gelaat de sporen eener edele treurmoedigheid; aan 't ernstig wezen zijnermeer bejaarde gezellen was te zien dat men van buitengewone zaken han delde. De gelegenheid is schoon, riep een der aanwezigen, een luite nant die daarom met gezag aanhoord werd. De Russische legers zitten tusschen de Balkans en den Donau geplet. Gourko zit in de Chipka verslagen. Verslagen verslagen het dagorde spreekt heel anders Alexis, sprak de luitenant tot den onderbreker; de dagorders zijn gelijk al de redevoeringen der grooten, met politieke leugens bezaaid. Hoort wel, Poolsche broeders; Gourko is verslagen, gansch verslagenOsman pacha is zegevierend naar Plevna opgerukt en boven Tirnova ligt de grond met twaalfduizend Russische lijken be dekt 12,000 Russen, klonk het uit verscheide monden. Ja, twaalf duizend en ontelbaar is 't getal der gekwetsten on der de gedoodden is de Russische generaal Zozovaioff Twaalf duizend en, hoeveel Polen daar onder Eilaas, jawij worden steeds op de gevaarlijkste posten als kanonnenvleesch opgeofferd; maar de tijd der verlossing nadert, Broeders; de 60,000 Turken van Chipka gaan zich bij 't leger van Osman voegen en dan is de krijgstocht voor Rusland reddeloos ver loren. Maar luitenant, bedriegt gij u niet? Neen, bij ons duurbaar Vaderland, neen! dezen morgend bij den grooten Oorlogsraad van wacht zijnde, heb ik in de oogen van den Czar de diepste wanhoop te gelezen de telegrams volgen mal kaar op; er is gekeven en gevloekt in den Raad; en waarom zouden wij nu wachten? waarom het oogenblik der redding laten verloren gaan? Maar, is er redding mogelijk? Het wanhopigste moet gepoogd worden onze dood is toch zeker; liever sterven onder den standaard van den opstand, als ne vens onze bloedvijanden, door de Turken, als honden neergeschoten. En uw gedacht is? Hoort, ik mag mij op u allen betrouwen; er is hier niemand of hij bemint Polen, niemand of hij verfoeit de Russen totterdood

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 2