Marklen, Handel en Nijverheid. EEN PASTOOR. Verhaal, door Louis Veuillot. Aalst, drukkerij met snelpers van (Daer.s-Ma: ar, 3't Stuiversmagazijn, 2 boekdeelen, aan DRIJ fr. ieder; allerbeste Geschenk als Nieuwjaar. PREMIE voor ons Lezers. Kleine oorzaken, groote gevolge:i~. Ik beschouwde het als een nieuw bewijs van 't vermogen barer voor spraak in den Hemel, dat er zooveel volk belangstellend bij hare be grafenis tegenwoordig was. Ik hhld een korte aanspraak, en meri luis terde naar miji zag zelfs tranen over die stoeve wangen glimmen, ik hoi rdo si ikkën. Ik dacht dat nu eindelijk het ijs gebroken was, dat de schapen naar den herder zouden komen. Maar God vroeg nog een ander offer van mij. en bij het brengen van dat offer was ik minder gelaten. De broer van Edmunda, Laurens, uw vriend, bad onder dienst willen gaan, om zijn klein vaderlijk erfdeel geheel te kunnen opsparen en het dari later aan zijne zuster tegeven Dapper van aard, goed onderwezen, en een eerlijk man, mocht hij zeker wel verwachten dat hij in het leger spoedig avancement zou 1 urmen maken. Het overlijden van Edmunda liet ons alle bei, geheel alleen, zonder ver dere naaste familie, op deze we reld. Onze wederzijdsche genegenheid werd sterker, doordien er nu een minder was die ons zoo na bestond, eri ieder van ons beiden droeg nu zijne genegenheid op den anderen over. Zoo kwam het, dat Laurens, zonder mij te raadplegen en alleen de inspraken van zijn liefdevol hart volgende, verlof aanvroeg er. kreegom mij eens te bezoe- en en om elkaar te troosten Zooals ik zeide, kreeg hij heiaas dadelijk verlof, om zijn uitmuntend gedrag. Hij ging op marsch naar mijn dorp, vlug en onver moeid als men in die jaren is, te voet, in zijn kapotjas, der. ransel op den rug. 't Was in 't begin van den winter hij had eene lange reis te doen. Terwijl hij mij deze verrassing voorbereidde, was mijn toestand in 't dorp alweer aan 't achteruit gaan. Niet dat die toestand weer even erg was als voor den dood van Edmunda, maar de voornaamste lui van het dorp wilden nog niet den goeden weg op, integendeel. De vriendinnen mijner overledene nicht volhardden, God zij dank, wel en begonnen ook al sommige liarer huisgenooten, wier harten verhard waren, tot andere gedachten te brengen doch juist die pogingen tot bekeeriiig 011 de goede teeketen van verandering van leefwijze brachten de oude haat en ra zernij, die ik mcendo dat voor goed verdwenen was, weer in werking. De notabelen van het dorp en do jonge boeren waren nog altoos mijn verklaarde tegenstanders, zij jouwden mij nog dikwijls op straat na, en alleen op het hooren van mijn naam geraakten zij in woede. Ik zal u ver halen tot welke verregaanuheden oie' woeste haat hen bracht. Laurens kwam, na een langen nrnrsch, laat inden avond, met vree- seli,,k t-tiumweer, in het dorp aan Hij had al uren lang door een ijskou- den regen geloopen en had zich ernstig bezeerd, doordien hij nu en dan op onze in 't geheel niet onderhouden wegen en paden gevallen was. De Voorzienigheid wilde.dat hij, bij aankomst, zich het eerst vervoegde om naar de pastorie te vragen, bij twee hoeren, die mij den meesten afkeer toedroegen. De eerste schoof zijn raam weer dicht, zonder een stom woord te antwoordeu de tweede zond hem een macht scheld wonden na. Hij had bun gezegd dat hij de neef van den pastoor was Een derde wei gerde zelts om aan de deur te komen. Toch ontmoette de arme jongen eindelijk een bedelaar, die minder onmonschelijk dan de anderen, hem de d-ur van de pastorie aanwees Hij klopte aan. Helaas! is was niet thuis en ik zou niet voor den volgenden dag terug keeren. Daar ik dien dag juist een bezoek moest brengen aan den pastoor van een ander doip, dat drie uren verder Jag, had ik besloten -maar tegen den middag van den volgenden dag terug te k<>men. Mijn oude dienstmeid, die zeer doof was en nl een weinig kindsch begon te worden, boorde het kloppen niet, of wel, (laai zij wist dat ik liet niet zijn kon, was zij bang voor een van die straatschenderijen, waarvoor men de pastorij gewoonlijk uitkoos. Laurens klopte vergeefs er kwam geen gew ag binnensbuis Hu begon te gelooven dat mt n hem eeri verkeeid deur aangewezen bad en dat hij \oor een onbewoond buis stond. Door konen lionger endorst gekweld en er haast onder bezwijkende, sleepte hij zich door het dorp om naar de herberg te zoeken. Dat was juist het hoof kwartier mijner vijanden. Daar ondervond hij opnieuw brutale weigering om liem open te doen scheldwoorden en dreigementen, nog w ilder en woester dan straks, was al wat tij ontving. Gij verwondert u daarover 'k Heb u vergeten to zeggen dat de ongelukkige op een keer, dat hij builen gestruikeld en ko men te valien was, zijn ransel en zijn geld had verloren, die hij inden donker nergens kon weervinden. De doodskleur lag reeds op zijn gelaat; men werd er niet door getroffen een hond zow men in dat weer niet naar buiten gejaagd hebben, den neef van den pastoor wel Mijn God, wees hun genadig Niet op aten ai men jongen wilden zij Iiuh haat koeien, maar op mij Zij zagen hem uitgeput op straat neer vallen, en niemand die i em ging opbeuren en naar binnen dragen. Erst na verloop van een uur verzeit'en zij er zich niet langer tegen, dat eene der dienstmeiden, wier naastenliefde door beu op de onbeschofste manier bespot was, den armen lijder een weinig wijn bracht. Terwijl zij, in den modder neer geknif lei, den versterkenden drank, die helaasniet meer redden kon, aan de lippen van Laurens hield, lieten de barbaren in de herberg nog niet na met overliet lot van den ongeiukkigen te grinneken. Te midden dier flauwe en ruwe grappen riep de dienstmeid hun eensklaps met ver schrikte stem tue, dat de ongelukkige op sterven lag. Zij begrepen uit den toon barer stem, dat zij de waarheid zei, en toen, over hun eigen snoodheid ontsteld, vluchtten zij weg. Ja, zij liepen weg zonder hem de minste hulp te bieden, alsof zij, door van het slachtoffer weg te vlueh- ten, ook de gruweldaad ontvluchten konden De dienstmeid riep te vergeefs de buren om hulp; de herbergier, dron ken on half in slaap, antwoordde niet anders dan met vloeken op haar hulpgeroep Zij moest toen alleen Laurens, die reeds op een iijk geleek, naar den stal, beteenige onderkomen dat er te vinden was, brengen en hem dnar op wat stroo neerleggen. Zij dekte vervolgens baar schouder mantel om hem heen, en bleef en engel der weldadigheid, aan zijne zijde w aken en bidden, w achtende totdat de dag zou aanbreken en de oem van den ongelukkige, de pastoor zou terug komen. I11 deze groote ramp verleende God, die altijd als een liefderijke Vader straft, mij eene weldaad, waarvoor ik Hem zai blijven danken, zoolang dezewreede herinneringen mij bij blijven, llij zond mij een angel des Hemels toe, om mij spoediger m de nabijheid van Laurens te voeien. W.V. Men leest in een Amerikaansch blad - Eenige knapen speelden met knikkers op straat. Een van hen wierp zijn knikkers te ver, zoodat oen heer, die voorbij ging, daarop zijn voet zette. De lieer struikelde en valt tegen eene dame aan, welke hij in zijn val medesleeptbeide tuimelen over ekander op een groot varken, dat bezig was belangrijke ontdek kingen in een vuilnishoop te doen. Het verschrikte dier loopt zoo hard als het kan, en terwartzich in debeenenvan een anderen voorbijganger, die vo ïover vallende het touw doet losschieten, waaraan een jongen een bok vastliielu. De bok maakt Kromme sprongen, en verschrikt twee paarden voor een kar; de paarden schichtig geworden, hollen een dwars- straat in. Daar was in een timmermanswinkel ol werkplaats een man bezig een vuurtje vat krullen te bouwen, en had juist zijn lucifers doosje in de hand. Opliet, o .genblik dat hij den zwavelstok heeft aange stoken, hoort bij de hollende paarden, sprinet op om te zien wat er gaande is, en laat zijn brandenden zwavelstok" en het doosje in de krul len en spaanders op den vloer vallen. Hieruit ontstaat brand; de werk plaats wordt in asch gelegd 0111 te hiusschen worden spuiten aange bracht, maar met zulk een overhaasting, dat zij een spuitgast omver rijden die zijn arm breekt en daarmede liep deze reeks van rampen ten einde. Nu is de. vraag, of de jongen die de knikkers geworpen heeft, aan ieder beschadigd persoon voor al deze ongelukken schadevergoeding is verschuldigd. Zeker iemand, bekend als een zeer groot smokkelaar, kon, niettegen staande alle moeite, niet gevat worden. Wel beloofde men de ambtena- ren eene goede belooning, doch alle moeite was te vergeefs. Zelf ging de controleur op hetzelfde dorp wonen, waar dezeheer zijn verblijf hfeld. Hij werd lid der sociëteit, waarde smokkelaar el Ken avond verscheen. Op zekeren avond hadden beiden een kaartje gelegd, en zaten in een amicaal gesprea. Ach, zeide de controleur, ge moest dat smokkelen toch laten Neen hernam do ander, verdubbel uwe posten, want ge zult knap moeten zijn 0111 mij te snappen. Hij nam zelfs aan, den controleur binnen drie maanden het gesmokkelde zelf het stadje te doen inbrengen. De weddingschap werd aangegaan. Eenigen tijd later gingen beiden ter jacht op Belgisch grondgebied. E en over de grenzen stond eene herberg Daar gebruikten zij een afzakkertje men hing de weitascn aan den sfoe], liep eens te samen buiten naar de honden, die juist aan liet, vechten waren, en de atgoi igte herbergierster stak 3 met tijne Uaut en andere kostbaarheden gevulde hazen in de weitasch van den controleur, terwijl zij de echte hazen behield Men marcheerde op, trad het stadje binnen, bezocht nog eerst de sociëteit, en daar moest de controleur tot zijn verdriet vernemen, dat hij de weddingschap Joiiaal verloren had. Vurig verlangen naar zakdo ïen. Toen Vorst Leopold van Bessau te Berubui g over de Saalbrug g g, zag by een straatjongen meteen 7,U1 enu neus staan- Jongen, vo og u neus af," riep hi, hem toe -- Ik heb geen zakdoek," hernam deze. Lecpold tastte in den zak en gaf hem een gulden met de woorden«Daar, koop er nu een.len vol. £enu#en dag, toen de Vorst weer over do brug ging, stond er eene groote menigte stiaatjongens, die op hunne vuile neuzen wezen, allen in de i hoop van een gulden te krijgen; maar de Vorst ging glimlachend voorbij. LEUVEN Tarwe, 30 fr. Rogge 19,30 Voederhaver, 20 50- Tarwebloem41tarwe zemelen 12,30 fr.; Aardappels 00 fr; Boter per kilo 2,60. *AonS1 Tarwe' 29 fr Mastelui». '26,00, Vlas per 3 kilo 4 60 a 5,ou; Aardappels 13,U0; Hop 47 tr; Boier, 3 kilos 6,31 h,9,27. DENDERMONDE: Lijnolie, 63 fr; Kempalie, 68 fr.: Raanoiie 90 fr.; Koolzaadkoeken. 24,30; Raapkoeken, 16 fr. Boter, per kilo, 2,H it 2,83; eieren, per 23, 2.70 It 3,09. <»iGnnliRn'VRDSBEoRaG(EA', Tarwe' 29 f,'-; M;,sl(;luili- 27,00; Haver, 21,00; Boonen, 22 fr. boter per kilo. 2,47; Vlas per kilo 1 42- aardappels, 12,00; lijnzaad, 35 fr. koolzaad, 40 fr. NINOVE. Tarwe, 3i fr.; Rogge, 20 fr.; Boontjes 24 fr Aard appels, 11 a 12 lr.; Boter, per halve kilo, 1,38; eieren 2,75. ASSCHE. Tarwe 3o; Haver, 21,5o; hop 5o; boter 1,35 LOKEREN. Tarwe, 31 fr.; Rogge, 16 fr.; Haver, 14,00. f|ZE Uo^e, 16,00; Haver, 14 fr.; boter, per kilo, 2,33 k 2,45; eieren, per 2'!, 2,09 2,49. St NiKOLAas Tarwe, per 106 beters 27,75; Boekweit 17 5o- SnHp'ivJ h00; 1 5'7°; .Aardappels, 11,00; boter, 2,27; Hoeg per honderd bussels, 4r,oo; eieren per 26, 2,90. BRUSSEL, Veemarkt: Waren te koop gesteld, 4 stieren, 60 os sen, 114 koeien, 32 kalveren; de besteedde prijzen per kilogram op voet zijn stieren, 40 c ossen 95 a ,,00; konen 60 a 75; kalven^ 95 a 1,20.— Tarwe kalm en zwakinlandsche Rogge, 25centiemen daling; Garsi zwak; Haver stand houdend. Algemeene klacht over de Commercie, stilstand van af de waren die naar Turkije en Asia geleverd worden. ras1 v?tufLR5 toTR" MARI^;t°P N®c.ker®P0.el- - 60 stuks inlandsch ras, van lr. Z^o tot o2o stius holiandsch ras, van fr 330 tot 750 BINNEN DE STAD. 35 stuks inlandsch ras van fr. 210 tot :jt>5 95 stuks hodandsch ras van fr 290 tot 540.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 4