Dertig dagen in den donkeren.
Ons gerustheid of ongerustheid is in ons zeiven gelegen.
(Uit het leven van eenen ouden Zeekapitein).
5" Vervolg.
Terwijl ik een oogenblik over die wondere zaak nadacht, voelde
ik iets op mijn been loopen; ik stak de handop,enogruwelvan aide
gruwelijkheden! ik raakte eene nieuwe rat die 'ne sprong deed en
tusschen de twee vaten vluchtte. In 't begin dacht ik niets of't was
dezelfde rat, maar wel wakker zijnde, begon ik te vermoeden dat het
haar medegezel was, die d'eerste rat kwam zoeken of hare dood
wreken. Van stonden af had ik geen oogenblik rust meer. Hoe ware
t mogelijk geweest te slapen nevens dien wreeden gezel? Want 't
was zeker dat de rat, die ik enkel aangeraakt had zonder haar te
kwetsen, dat zij onbevreesd zou teruggekomen zijn.
In deze overtuiging vatte ik post aan het hol, mijn kiel in d'hand
om haar aanstonds den terugtocht af te snijden.
Eenige minuten.... ik hoor't gepiep eener rat en een bijzonder
gekraak... 't Zal waarschijnlijk voortkomen door 't springen der rat
op de ledige kist, want eene rat kan zulk gerucht niet maken....
Wat is dat nu? terwijl ik dit gerucht langs daar, hoor komt de rat
op mijn beenen geloopen... ik voelhet... en nogtans! z'is daarbui
ten nogwat beteekend dat?.. Neen, z'is hier, ik hoor haar getrap
pel.... Ik had de voorzorg genomen van mijn broekpijpen toe te
binden en zonder nog langer te wachten, stopte ik het hol langs
waar de rat gekomen was... De bottien nu in d'hand en den vijand
aangevallen weldra was ik aan 't werkmaar weewee drijmaal
wee! nu bemerk ik dat er niet eene rat in mijne cel is, maar dat sr
een legioen ratten zijn; overal waar ik mijn hand neerliet, viel het
op eene ratzij krielden er langs alle kantenik voelde ze loopen
op mijn beenen, op mijn armen, op mijnen rug, overal; 't was geen
enkel gepiep meer, maar een concert van ratten,... mijn bloed ver
stolde schier;... ik bleef onbewegelijk staan, ik liet mij overbijten,
alsof ik van hout geweest wareWat was er toch te doen tegen
die groote menigte vijanden?.... Bijna zonder het te weten en door
den ingeboren drift van zelfsbehoud alle schepsels eigen, ontstopte
ik het hol langs waar de rat ingekomen was en begon te schreeuwen
en langs alle kanten te stampen en te slaan.... Ik hoorde een hevi
ger gepiep, een getrappel van honderde pootjes, een gerucht onder
de kassen..., de ratten vluchtten weg en na eanigeoogenhlikkenwas
er geen enkele vijand meer te vinden.
XIII. De Normandiesche Rat.
Indien de tegenwoordigheid van enkele rat mijne rust gestolen
had, denk dan eens wat het zijn moest, als ik mij omring dacht van
eene gansche bende dier opvreters. Er waren er nog veel meer als
degene die mijne cel gekomen waren, want ik herinnerde mij nog
gerucht gehoord te hebben als de weg gestopt was, langs waar de
talrijke bende ingekomen was. Hoe groot was hun getal wel? Ik
had vroeger hooren zeggen dat in sommige schepen, 't getal ratten
die in 't onderdek zijn, bijna ontelbaar is. Ik wist ook dat die zee-
ratten wreed van aard zijn en dat zrj niet aarzelen om mensch en
dier aan te randen, zonder vrees zelfs voor honden en katten. Ik
had dikwijls gelezen van groote schade die in de lading der schepe-
ien, door ratten was gedaan, bijzonderlijk als men de voorzorg niet
had genomen van, bij het laden, alles wel te reinigen. Die zeerat
wordt in Engeland Noorweegsche rat genoemd, omdat zij ingebracht
werd door schepen uit Noorwegen. Heden is zij verspreid op al de
zeeën der gansche wereld, in de warme streken van Amerika, zoo
wel als in de ijszee van 't Noorden; al de zeehaven zijn er van ver
geven, bijzoover dat het bevechten en vernielen dier rat eene bij
zondere studie voor de zeemans uitmaaktsedert jaren en jaren
wordt die rat vervolgd, er zijn zelfs in sommige streken premiën te
winnen voor die een zeker getal doode ratten kan aanbrengen, en
nogtans er bestaan nog ontelbare legioenen zeeratten, bijzonderlijk
in de groote zeehaven van Amerika, waar zij in de houtkaaien eene
veilige schuilplaats en voedsel vinden.
Zeer groot is die rat door den band niet, alhoewel er soms, bij
uitzondering, dikke grove kerels gevonden worden. Maar, hoe
kleiner zij is, des te stoutmoediger vertoont zij zich zij verslindt
alles waar zij aan of omtrent komt en wordt door hare groots ver
menigvuldiging eenen oprechten geesel; eenige dagen nadat de
Normandische rat op een schip verschijnt, zal men er geene andere
meer vindenze vluchten of worden vermoord en opgeeëtende
'Normandische rat vreest noch de flawijnen noch de wezels; verliest
zij in sterkte, van den anderen kant z'is honderd tegen eende kat
ten zijn er zelf verveerd af en d'honden moeten op een bijzondere
wijze gedresseerd zijn om de Normandische ratte durvenaanranden.
En 't schijnt dat die rat een bijzondere kennis harer belangen
heeft; ze komt slechtste voorschijn, als ze zeker is van niet over
wonnen te worden ziet hij zich weinig in getal, dan wordt die on
beschaamde roover bevreesd en verlegen is er eenig gevaar, dan
trekt de rat in haar hol en zal er dagen en dagen onbewegelijk blij
ven. Dit gebeurt in onze streken, maar in de nieuwe wereld, waar
de rat hare stamgenoten met duizenden telt, komt zij onversaagd te
voorschijn en verbergt hare rooverijen voor niemand. In de heldere
klaarte der maan ziet men daar in de warme streken van Amerika,
die Normandische ratten met duizenden op roof gaan, zonder schrik
voor de passanten; zij wijken wel een weinig uiteen, als zij menschen
naderen, doch sluiten korts nadien hunne kolommen wederom digt,
zoo gerust alsof zij een eerlijke nijverheid uitoefenden.
Op het oogenblik van mijnen strijd op den Inka tegen die ge
vaarlijke dieren, wist ik al die bijzonderheden niet, maar ik wist er
genoeg van, om tot in de ziel verschrikt te zijn; en als ik die ver
vloekte beesten uit mijne cel gejaagd had, was ik ver van gerust te
zijn. Ze gaan terugkeeren, zeide ik, misschien meerder in getal;
en als t malheur wilt dat zij honger hebben, ze zijn wreed genoeg
om mij aan te vallendaareven heb ik gezien dat zij, verre van afge
schrikt te zijn, mijn lijf opliepenHeere God! ga ik misschien door
die wreede monsters verscheurd worden Bewaar, help mijvan
honger sterven, van dorst verkwijnen is wreed maar door die rat
ten afgeknaagd worden. Brrr!... En terwijl die liefelijke gedach
ten mijn hoofd bestormden en mijn hart benauwden, hoorde ik
t rattegoed rond mijne cel trotteeren en een wraakgeschei uitlaten.
Men zou gezegd hebben, ze waren daar bezig met exerceeren, om
zich tot den aanval te bereiden! 't Was geen spel mijner inbeelding.
De ratten wisten dat ik alleen, moederziel alleen, ongewapend was.
Waarom zouden zij dan geschrikt hebben?
Ik zat daar nog altijd op de kniën, in de positie welke ik genomen
had, om de ratten te verjagen en wist waarlijk niet wat te doen!
mijn allereerste plicht was van den vaak te overwinnen! Slapen,
nevens die vijanden, neen, 't mocht niet zijn. En nogtans, mijn
oogen vielen toe, ik was t' einde gestredenik voelde eenen looden
slaap in mijne lidmaten dringen; ik moest mij overgeven In Gods
naam! maar eerst en vooral ging ik mijnen kiel inde opening ste
ken, langs waar de ratten gekomen waren. Er was geen kwestie
meer van den vijand te bevechten, maar van hem af te zonderen en
eene belegering te onderstaan Ik stopte dus de opening en al d'an-
dere tusschen kisten en vaten, met er mijn wolle stof in te stampen
en legde mij dan neer in de hoop van gerust te konnen slapen.
XIV. Droom en Wezenteijkheid.
Nauwelijks had ik mijn hoofd neergelegd, als mij een diepe slaap
overviel en ik mij weldra in het rijk der droomen bevond. Gelijk
den eersten keer lag ik weer in het diepste der zee, en nu waren 't
geene krabben of kreeften, maar afgrijselijke ratten die mij ten lijve
zatenik had niets dan mijnen kiel om mij te verdedigen en sloeg er
geweldig meê langs alle kanten, zonder eene enkele rat te kunnen
treffen; de ratten, dit bemerkende, werden gedurig stouter en sche
nen vast van zin mij te bestormen, onder 't bevel van eene zeer
dikke rat, in welke ik degene herkende, door mij vermoord en die
gedurig tot zijne kameraden riep: Wraak! wraak!
Een zeker tijdje lang (altijd in mijnen droom) gelukte ik erin mijne
vijanden tegen te houden; maar'k voelde mijn krachten bezwijken
en zonder geholpen te worden, ging ik overwonnen zijn. De ratten
zagen dit, werden stoutmoediger, begonnen onder mijn deksel en
langs alle kanten op mijn lijf te kruipen ik zag ratten langs alle kan
ten', rechts, links, schuinsch, op mijn beenen, op mijn armen,'" tot
in mijnen hals, zelfs op mijn hoofd, ik droeg een gewicht van ratten
zoo zwaar dat ik, willende opspringen, eensklaps' neerviel; tenge
volge van dien val vluchtten mijne vijanden en ik schoot eensklaps
wakker. Wordt voortgezet
iisr--
PRIJSRAADSEL.
Ik was van Adamstijd onmisbaar door de menschen
Mijn eerste letter weg, 'k mag het aan niemand wenschen,
Neem nog een letter af, en als een oude knecht
'k Sta dagelijks ten dienst voor 't mensehelijk gerecht
De oplossingen binnen de 14 dagen in te zenden ten onzen buraele
Prijs Avond en morgen, door A. Snieders, (nieuwe uitgave).
Adegem 28 April 1878. Uitslag van het Prijsraadsel.
Zucht naar hoogen rang
Bron van ondergang.
L. i)e Bruicker, kollegie te Eocloo.
Den prijs is toegekend aan De Bruicker, en onzen hartelijken dank
aan allen. Uwe ootmoedige Dienaars,
H. Bultynck on J. Stul.
LATER NIEUWS. Er komen allertreurigste tijdingen over
den toestand der Russische Legers in den Oosten; bijzonderlijk in
Asië, langs Erzerum en Kars, worden de soldaten met honderden
weggerukt door eenen nieuwen typhus, den vlektyphus genoemd
Rusland heeft een nieuwe Gezant naar Londen gestuurd en
de onderhandelingen voor 't samenkomen van een Kongres in hone
van vrede, worden voortgezet. Zullen wij oorlog krijgen ófte niet?
vroegen dezer dagen eenige Afgeveerdigden aan den Minister van
Oostenrijk.... De Minister zegde; Wat gij vraagt weet God alleen'
HOP. Uit Londen telegrafeerde men, op 7 mei- Het
voorkomen onzer planterijen is gunstig.
Er gaat '11e schrik van volk naar d'Expositie van Parijs Engeland
prijkt er met zijne mekanieken, Italië met marmer en schilderingen
Venetië met glaswerk. Bohemen met kristal, Rusland met pelseriiónen
België heeft eene voorname plaats in alles wat kunst en nijverheid be
treftde weefselnijverheid heeft eene gansche zaal en de lakermijver
heid bekleedt er twee, Men ziet daar te Parijs, de voortbrengsels v-in
't genie der werklieden want't is aan de werkende klas dat alle *e
danken is wat men in djExpositie bewondert.
ONTVANGEN voor IndiënIemand van Pamel 1 oo- M™
Steeman, Waasmunster, 20,00 fr.De Jongens-Zondagschool van
Steendorp, 2,60.
Ontvangen voor den Prijs-Werkman in den Tombola t'Aalst' uit
Ninove i,5o; uit Lede, 0,60; T. S. Moorsel. o,5o.
De Testimoniums van Roomen, welke wij met occasie niet kon
den opzenden, zullen deze week franco aan onze geëerde Uitverkoo"
pers geworden. Indien er iemand vergeten WAre, hij gelieve ons ^e
verwittigen. Allen minzaam gegroet.