dagen den 51SSlf.Tn.rjdken phn)groot,! 3 gereejvoofae'lacht35 semaakt' «">P ga„» "n "ad hS£ Ons gerustheid of ongerustheid is in ons zeiven gelegen. (Uit het leven van eenen ouden Zeekapitein) 7° Vervolg. Daaruit volgde dat ik schrikkelijk veel tijd noodig had om die ""I!™?61" engte0p2eni''2 dikte> door te zagen Nogtans. de aanhouder wint; doch toen ik die plank door was arbeid6tTherb^inrieh! d^Ifden Verbeeldt u nu mijne wanhoop, als ik na vijf zes uren gewerkt te Ultkwam °P eene kist lijnwaad, opeengeprest zoo hard als steen en waar ik met al de moeite der wereld niet doorkon. Al mijne verwachtingen langs dien kant waren bedrogenik was afgemat en het mes viel uit mijne hand, ik geraakte van mijn zinnen, in eenen staat van gevoelloosheid. Hoelang dit duurde, weet ik nietdoch eensklaps werk ik wakker door eene scherpe pijn, gelijk.aan die van een rood ijzer dat tegen t vleesch komt Ik sprong recht, meenende dat ik mijn mes nog in mp W? ^3t -6 lemmer mi) gekwetst had,doch wakkerzijnde be merkte ik dat de pijn mij veroorzaakt was door de beet eener rat... wg!°gen dus yo°rt met mij aan te randen, zc zochten mij op om !!]!g voedsel, welk ik op mij droeg te stelengruwelo af schrik liever van honger sterven dan van de ratten opgeëeten te worden...Ja, k zal mij wreken over die monsters! ik laat hun totterdoodT"' hooger en ze volgen mijvan nu af, oorlog En waarom, peisde ik, waarom, de ratten willen mij opeten waarom zou ik de ratten met opeten? De katten leven daar wel bij waarom de uitgehongerde menschen niet!... En 't een gedacht volgde t ander op. Ja, ik zou de ratten vangenhoe ik had lijn waad, een mes, koordekens; mets was dus eenvoudiger, dan eenen zak te maken, in dien zak eemge brokkelingen beschuit te leggen om er de ratten in te krijgen;.... vroeger was ik verveerd van 't groot getal rattendoch nu begon ik achterdenken te krijgen dat er te weinig zouden geweest zijn.... Foei, rattenvleesch zal men zeg gen doch ik had reeds zooveel afgezien, dat niets mij afschuwelijk wernn't tr.achtte naa!" de rattenvanSsV bijna gelijk de landbou wer naar t slachten van zijn zwijn,... Daarmee zou ik gevoed wezen- Hn^heSt mi' n'et meer haasten en kon op mijn gemak de kassen doorbooren met meer om eten te zoeken maar om hooger op te klimmen, gedurig hooger naar de opening... Zouden er zelfs tien Hnn i?SS6»n °Pee"SfstaPe|d Kggen, waarom zou ik daar niet doorgeraken?... Nood leert slim zijn! hadde ik van in 't begin af in reed^nann 1Va^ 1?-^ bh'Ven Iigge°' dlt Sedacht opgevat, ik zou nooit P matroozen zitten... Doch beter laat dan V XVII. Eene Klopjacht. "Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik stelde mij aan 't werk hpha1vpaLterUf m miln cellcken en begon alle openingen te stoppa, behalve eene, langs welke ik de ratten verwachtte. Ik legde het vierde van mijn beschuit in den zak, hield hem vor d opening, met d eene hand den zak en met d'andere de koorde an t strop. Zouden zij komen Ik twijfelde ermet aan de ratten waren uitgehongerd en ikiad n de nieuwe rattevalle spijs gelegd. Maar zouden er genoeg komen! Een rat is slim; ze laat ach gen twee Keeren vangen. Indien er eens maar eene rat kwam, en met de spijs weaep? dcch om dit te voorkomen had ik 't beschuit in kleine brijzelinskes 11Ik zat daar nog geen vijf minuten, als er eene r? bin nensprong, gevolgd van eene tweede, eene derde, eene vierde eene vijde enzoovoorts. k moest al mijne kracht inspannen om den zak vast te huden spij!'te^rakenW° enn' liePen over malkaar om in dé zak geraakte bijna vol; ik trok de koorde toeallen zien ge- vangm. Zonder een oogenblik te verliezen, sleurde ik den sk die per n t celleken, legde er de stukken planken der kist o, zette «amtean°Pneeren S°nerUitalmi,'n macht °P te d"we en te Wejkvreeselijkgerucht .'Deratten, verpletterd wordende, direeuw- arht A £°elden een Ieven van d'helsche duivels; doch i'gaf geen acht op die betoogingen en ging voort met pressen en diven, tot dat detaemgte vijanden ondernnj indestilte der dood was wzonken. Alsdan opende ik den zak. De jacht was goed geweest Ik telde twintig goede, malsche, vette ratten. r'ep lk Ult> nu heb ik u, leelijke afgrijselijke beesn! nu zijt fan T°°r l hetgeen ik door u heb afgezien; 't zijrde wetten ef tref?n!j0r 8; haddet..S>] 1mij gerust gelaten, ge zoudnog frisch en ge ond m uwe galerijen loopen; maar g'hebt mij gergd, g'hebt mijn beschuit gestolen, g hebt mij willen opeten; nu s 't mijne beurt ik ga u opeten, En zonder te wachten nam ikiene rat want k scheurde open van honger,—trok er't vel en na vijf minuten was de rat binnengespeeld met krot en mot zonder den minsten afkeer, t Was de smakelijkste maaltijd die iksedert bijna te wetenf hoe daTgoedsmaak" wdniT'k h^, 'VeUWS?ierig zi''n om M!i"n fnscto a EEN ANDERE RICHTING. -Mijn toestand was nu vsranHprH it- - en war Un *-• j anuera had vivers voor tien dagen- ï'k belooHe aan^Dm lkIkgbeÏoÏtdusn nTenS hetdagHcht aanschouwen.Z1,n' lndien daar een sroot faf'Lin"8,5 66060 anderen kant te eenden en voelde Lef a -J eene ton, eene tweede ton zoet wateralhoewel duwen, doch t was te laat; stroomen genever gingen mil over 'tliif 3fe°e'„rmond- <*>™- (Wordt voortgezet). - OPLOSSING VAN 'T PRIJSRAADSEL .- KLEED, LEED, EED. H BXnT llegeT Jduf°rAM^' Cfin £alst L' DuP°"t Meerbeke; Wetteren P. De Moor id. D. De Pril Dendérhautem f R MTtör Strypen E Van Haver St Nikolaas ThDe^Smet Ledebert'B 7e of bergen; 'Ch. FIamaipr; ITVI^We^keren emaillen beenhouwer Ninnve- .1 «„„„i nt feejenhouwer Ninove; J.' Baert Wiezef L. felstMeerdonek; Remi Borm Stekene; V. At (Zeeland); HennJoos Hamme; (M. dit >ut; ik zende u een ander voor dien prijs). der Oplossingen in verzen voorkomen. volgen, waarin buw, JFken pronken Jiauw keten derhautem; LdVornai Eyebtoan St C^esf. A; D. Blieek mofrnaar boekje M. Wbesfte 1 Ed. Specht S^kene Wij laten jj&ier merkweerdij Drommels 't 'k Vond het ra« Want 'k zag 1 Fier en trotsG' Om den hals En een allerrföfflffiy Droeg het, d^'^ik'g.ij wat weten, 't Heerken lief darUfSd veel LEED, t^Moesi den EED ja, af gaan leggen Voor 't betalen zijner jas En weldra zou ieder zeggen Dat de man niet eerlijk was. Immers, 't was een van die kalen Zonder centen in den zak 't Heerken sprak nooit van betalen Maar droeg alles op den plak... Em D'haenens, hulponderwijzer, Noxere. Na d'eersten smaad Kwam 't eerste KLEED, Na 't eerste kwaad Het eerste LEED, Nu kwaad of smaad Vergt licht een eed Emile Steyaert, Meerendré. Met heel zijn nageslacht, had Adam 't kleed t» (.verloren uer kostbre onnoozelheid. De Zoon Gods -w-, [werd geboren, .an door zijn wraede dood herstelde ruim ens Tj [leed, Hetgeen de V ader zelf bevestigd had met eed J. B. Schauwvliege, Strijpen, Nog opgelost door MM. J. De BruyneSt Nikolaas- Pfltn,,. n J. Everaert, Dgstódonek; F. Walgraef Opdorn- jffvr rL, jeire Trompe, M ter en vrfen'd ^1^'boek AvonVeu M gen is u heden verzonden. fla ,l Mor Al draagt men ook een kleed Van zijde of van katoen, Nooit is men vrij voor leed. Daar durf ik e e d op doen. Pierre Euerard, letterzetter Eekloo. W ee hem die ooit zijn zielenk leed. n k?stt,aar pand, besmeurt met leed 1 plegeo van een valschen o e d P. I. te Oostakker, k Wenseh aaD den armen een schoon kleed Aan den zondaar, een waar leed Aan den getuige, eeu echten eed' Theophile De Smet.Le deberg. K 1 e e d de eerste letter weg is het 1 e e hm dan nog eene Ietter af is het eed Ed. Specht. Stekene. Ja, Geus Uw leus weg met 't priester k 1 e e .1 Maar sapermuis Uw blekke buis Is tegen Juni gereed Karolus Celie, slachter, Destcidonk PrijsraadseL* maand' Ute week-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 3