Rampen, Misdaden en Ongelukken. Speelt gij de les aan eenen zot, 't Is zeker dat hij u bespot. dwazerik, maar Nobiling heeft beter zijn zaken gedaan. Dan,'t Paleis toonende, voegde hij erbij Men moest het ondermijnen en in de lucht doen springen! Sommer is tot 4 jaar gevang veroordeeld. 40 Een andere werkman, Debus, in de kantien zittende,heeft daar gezegd: Indien hij maar dood ware18 maanden gevang zijn hem toegepast. 5° Een coiffeur Jan Jacob is tot 2 jaar en half gevang veroordeeld, om gezegd te hebben: Eindelijk heeft er toch iemand de rechte manier gevonden 6° Jan Bosier, negociant, heeft in een kantien, grove scheldwoor den tegen den keizer uitgesproken, en voorzegd dat deen moordpo ging op dander zou gevolgd hebben. 5 jaar gevang. 70 De kleermakersgast Ernest Hesse, heeft zijn vrouw geslagen, omdat 't mensch de moordpoging betreurde. Hesse is tot 5 jaar gevang veroordeeld. Andere veroordeelingen zullen volgen. jn Zwitserland wordt de aanhoudende regen eene waarachtige ramp De dood steekt nu haren onverbiddelijken vinger naar de Keizerin van Rusland't mensch ligt met de koorts en een hevige inwendige inüammatie. In Pruisen zenden veel Meesters de werklieden weg, die naar't Socialismus overhellen; er wordt gespro ken van Berlijn in staat van beleg tot stellen, 't Goevemement van Pruisen is nog te meer ongerust, daar 't leger en bijzonderlijk de landwehr (burgerwacht) verpest is door 't Socialismus. Slechte pa pieren België munt bijzonderlijk op d'Expositie van Parijs uit, door zijne tapijtwerken, spiegels en allerlei soorten van kanten. De policie van Coblentz (Duitschland) heeft aan alle personen, onder de 16 jaar, verboden van in 't publiek tabak te gebruiken. Ze zullen nu no1* meer getinteld zijn om achter hoek of kantte rooken. Meester Gortschakoff, van Rusland, is zoo goed als genezen. Niet ver van Barcelona is een trein uitgeplunderd. Fameus Rus land doet zijn troepen in 't Oosten een dreigende houding nemen tegen Rumenië. Dit landeken stelt zich voor eene protestatie aan de Mogendheden te zenden. ElnSlSfn^pronpn: TWEEHONDERD EN DERTIG ^Nauwelijks, schrijven d'Engelsche gazetten, hebben wij onze droeve oogen naar de ramp gewend, waar 35o duitsche matrozen hun leven lieten, of eene der ijselijkste koolmijnrampen komt ons te treffen' te Haydock,in de koolmijnen van d'heeren Richard Evans, alwaar verscheidt duizende werklieden hun brood verdienen. In eenen put a5o meters diep, had eene ontploffing plaats, terwijl 't volk aanzijn werk was; eenige moedige personen daalden bene den en vonden alles in de grootste verwarring, de werktuigen ver- nield en overal eene menigte lijken. Van de 25 i mijners, die zich in den put bevonden, zijn er 23o als lijk opgehaald. D'omliggende dorpen zijn in de bitterste droefheid; moeders, vrouwen kinderen, komen -al weenende toegesneld. Eilaas! velen vinden er de lijken van hunne dierbare broodwinners. Te Puy (Frankrijk) heeft een boosaardige geus, baardscheer der van stiel, aan eenen onderpastor, een bijlslag op 't hoofd toege bracht, omdat de Priesters tegen de feestviering voor Voltaire ge werkt hadden de moordenaar is aangehouden t slachtoffer is er* oewond, doch er is nog hoop van redding. 1° T'Antwerpen, in de Nachtegaalstraat, is een meisje van 4 jaar onder de wielen van een zwaargeladen wagen verpletterd. Het ver minkte lijkje werd door de terdoodbedroefde moeder opgenomen. Een bureelschrijver, 24 jaar oud, Gustaaf Lurens.die op trouwen stond was gaan visschen, alhoewel hij aan de vallende ziekte on derhevig was. De jongeling kreeg zijne kwaal en viel in t water EenRe aanschouwers liepen aanstonds bij eeenen schildwacht, dicht daarbij en vroegen de reddingsboei; maar de soldaat, ne Waal zhnde, verstond die menschen niet; toen men eindelijk met t red- dingsgerief kwam, was Lurens verdronken. Uit LAKEN wordt een schrikkelijk ongeluk gemeld, aldaar voorgevallen den 6den dezer 's avonds achter het koninklijk Paleis werd een groot gebouw gezet, welk plotselings inviel; zes werk lieden werden door den val meegesleeptmen hoorde hunne nood kreten doch'twas 10 ure vooraleer men den eersten kon vinden: 't was zekeren J Vosor, erg gekwetst. Twee uren later, rond mid dernacht werden de lijken van vier arbeiders ontdekt, en s ander daags rond den noen, vond men "t lijk van t zesde slachtoffer De Procureur-du-Roi is ter plaats geweest. De ramp wordt toegescho ven aan de slechte hoedanigheid der bouwmaterialen. Op denzelfden dag en omtrent hetzelfde uur dat die verschrik kelijke mstorting te Laeken plaats had, is in dezelfde gemeente een dertienjarige knaap in de Willebroeksche vaart gevallen, terwijl hij op eene plank wilde spelevaren. Men heeft slechts een lijk uit de vaart opgehaald. Men meldt uit Welkenraedt dat een knaap, van 10 tot i2jaren CTpcrnrven is ten gevolge van slagen en stampen, hem door een zijner speelmakkers toegebracht. De lijkschouwing heeft bewezen, dat de dood het gevolg is geweest dier mishandelingen »pe Leuven zijn vier verwers van hunne stelling gevallen. een hunner Clet genaamd, was dood op den slag. Op 't grondgebied van Burght is de garde-chasse, Fredenk Vergauwen, aan de boorden der Schelde vermoord gevonden, door menschen die zich naar hun werk begaven. Zij zagen aanstonds dat hier eene misdaad was gepleegd en verhaastten zich den Burgemees ter en den Veldwachter të gaan verwittigen, 't Slachtoffer had ver- scheide Wonden in den hals. De moord moet gepleegd zijn op eenen graanakker, 3oo meters vandaar en 't lijk op den boord der Schelde gebracht, in de hoop dat de hooge tij het zou meegetrokken heb ben. Holleblokken, waarschijnlijk die van den moordenaar, zijn op de plaats der misdaad gevonden. ITALIË. Ellende Do korrespondent, te Rome, van het liberaal dag, de Kolnische Zeitumj, dien men niet van vijandschap kan verdenken tegen het tegenwoordig italiaansch gouvernement, schrijft, aan dit blad een brief', die de bedroevendste bijzonderheden bevat, betreffende den stoffeiijken toestane van het céne Italië. Wij laten er een uittreksel van volgen Het gebrek aan werk en dagloonneemt op onrustwekkende wijze toe te Rome, zoowel als in gansch Italië. De grootste prachtmagazijnen van het Corso en der omliggende straten brengen nauwelijks aan de eigenaars genoeg op, om met vrouw en kinderen in een der armoedigste wijken der stad een ellendig leven te leiden. De kleine winkeliers zijn gedwon gen hunne winkels te sluiten en duizende personen bevinden zich zonder werk. Er gaat geen dag voorbij, zonder dat men op straat ongelukkigen opneemt, die half dood van honger krachteloos neervallen en wanneer men eenige reizen gedaan heeft in de provinciën, is men niet meer ver wonderd te vernemen dat in eene kleine stad van Calabrië vijftien per sonen van honger gestorven zijn. Het aanbod van werk door de partikulieren is zoo gering, dat het gouvernement genoodzaakt is zelf werk aan te bieden. De stad Rome zal weldra zijn budjet. reeds zoo zwaar belast, nog met millioenen moe ten verzwaren, ten einde verscheidene werken ten uitvoer te brengen, zooals verbreediug van straten en opbouw van nieuwe woningen, die tengevolge van den stilstand in den handel, verschoven waren, en wsiaraan men thans de hand zou leggen, om werk aan de noodlijdende arbeiders te verschaffen. Een kostbare hoed. Zaterdag namiddag bevond zich eene tal rijke menigte op de Pont d'Iéna te Parijs. Aller eogen waren gevestigd op een schipper, die in zijne boot eenen hoed volgde, welke rustig de Seine afdreef. Op den eersten rang der toeschouwers stond een vreemdeling bloots hoofd zijn hoed was door den wind afgevlogen en de omstaanders lach ten natuurlijk met het ongeval, en vooral met den angst van den onge lukkige, die met stem en gebaren den schipper aanmoedigde. Eensklaps verdween het hoofddeksel een kreet van angst ontsnapte aan den vreemdeling, die in het water wilde springen, doch gelukkig werd tegengehouden, en met tranen aan de omstaanders zijn ongeluk vertelde. Hij had. uit vrees van de pick-pockets, in zijnen hoed 750Ü frank verborgen Wij weten nog niet of er opzoekingen in de Seine naar dien kostbaren hoed zullen gedaan worden. Eene slimme vrouw. Men schrijft uit Créez-sur-Roe aan den Echo de l'Huisne: Een marskramer, zooals men er maar te veel aan treft op onze wegen, trad eene herberg binnen, waar hij de waardin alleen te huis vond. Dit huis, aan den weg gelegen, staat ver van elke andere woning verwijderd. Hij zette zich bij het vuur en vroeg iets te drinken. Terwijl de vrouw in een naburig vertrek ging om het gevraagde te halen, opende de kra mer snel den pot die over het vuur hing en zag dat daarin een groot stuk spek te koken hing. Dit er uithalen en in zijnen reiszak bergen was het werk van een oogenblik. De vrouw die den man niet vertrouwde, kreeg kwade vermoeder^ doch wat te doen? Zij was alleen en had alles van den dief te vreezen indien zij hem zijne ontrouw verweet. Ik zie u voor een braaf man aan, zeide zij tot den kramer. Mijn toe stand laat mij niet toe, naar den zolder te klimmen, maar als gij mij het genoegen wilt doen er een takkebos af te werpen, zal ik u hiervoor zeer dankbaar zijn en ofschoon ik niet rijk ben, tot belooning voor die dienst u de helft van het betaalde geld voor het genoten verteer weer geven. De kramer nam dit voorstel aan. De waardin haalde intusschen het stuk spek uit den zak en verving dit door een giooijenden kool, die zij goed tusschen linnen lappen in den zak verborg. Na wederkeerige bedankjes, haastte zich de marskramer zijnen zak op den rug te hangen en te vertrekken. Weldra was deze aan het rooken en ofschoon de reizigers die hem ontmoeten, zonder ophouden zeiden,dat zijn zak brandde, vergenoegde hij zich met kort af te zeggenLaat hem maar rooken, want hij hield zich stellig overtuigd, dat die rook moest voortkomen van het vette stuk spek dat hij uit den ketel s napto. Maar eindelijk ging de rook in vlam over en de vlam tastte de kleeren van den dief aan, zoodat hij op verschillende plaatsen erge brandwonden bekwam, eer hij geheel van die onverwachte plaag verlost was. De vrouw was den marskramer te slim geweest. Een bankier in een onzer hoofdsteden, die in de laatrte drie jaren door twee kassiers bestolen was geworden, vond eindelijk iets uit om zich tegen deze verliezen te waarborgen. Hij liet een groote ijzeren kooi maken, en zeide tegen de kassiers, die zich bij hem kwamen aanmelden, dat de uitverkorene des morgens daarin zon moeten worden opgesloten, en er niet eer zou worden uitgelaten voor den middag als de kas nage zien en in orde bevonden was. Niemand echter wilde die wantrouwende en beleedigende voorwaarde aannemen, tot er eindelijk oen kwam, die haar zeer aannemelijk vond. Gij moet zeide de bankier tot, des morgens ten 9 ure in de kooi gaan en zult er des middags ten 4 ure uit veriost worden, als de kas in orde is bevonden. Uitmuntend antwoordde de aspirant-kassier. Gij moogt er voor dien tijd onder geen enkel voorwendsel uitgaan. Ik steek den sleutel in den zak. Voortreffelijk Ik ben er aan gewoon om opgesloten te worden. Waar zijt gij dan geweest De laatste vijftien jaren heb ik.... in het rasphuis doorgebracht.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 2