■v Dierbaar is voor 't aanschijn des Heeren de dood zijner Heiligen. (Ps. u5, 15). tEr is weêr een brave, dappere ziel naar den Hemel ge trokken Pater Weyn, den vriend van al -wie hem kenae maar bijzonderlijk den grooten vriend d9r werklieden de Man die zijn rust, zijn gezondheid, zijn leven slachtofferde, om zielen tot de deugd en tot den Hemel te trekken. O, wat een verdienstrijk leven heeft dien eerw. Heer overgebrachteerst als onderpastoor, te Buggenhout, Drongen en St Nikolaas, daarna, als Lid der Sociëteit, die zooveel Christene helden levert en daarom aan de vervolging blootgesteld is van al degenen die 't Rijk Gods op de wereld willen vernietigen. Pater Weyn is Jesuiet geweest van't jaar 1851 tot den dag zijner zalige dood, zondag 16 Junide kloekstejaren van zijn leven bracht hij over te Kort- rijk, te Namen, te Turnhout, alwaar hij zijn Priesterlijk Ambt verrichtte en als in een arsenaal, zijne wapens bereidde om, door eene reeks van onafgebrokene Missiën, in al de Vlaamsche streken met zijn machtig woord, de herten te gaan ontroeren. De zielen, door hem op den Preekstoel geraakt en in den Biechstoel geleid, getroost en versterkt,mogen bij honderden van duizenden genoemd worden. Meteen kloeke borst en een heldere stem begaafd, maje stueus van gestalte, rijk in taal en in kennis van t menschelyk hert, spande hij al de krachten van zijnen vernuften geest in, om tot zijn aanhoorders een klaar, een helder, een indrukwekkend woord te sturenhij was machtig in woord en werk voor God en voor al het volk toen, over misschien 20 jaren, Lede zijnen groo ten Jubilé vierde, toen was Pater Weyn in den bloei van zijn leven en werd hü geroepen, om op 't uitgestrekt plein, buiten de kerk, in tegenwoordigheid van M'r den Bisschop, het woord te voeren. Prediken, zielen winnen, goeden raad geven, de geknakte herten opbeuren, haat en nijd vernietigen, dit was zijn geluk, zijn leven wij hebben het t'Aalst gezien, alwaar hij, niet meer kioek genoeg voor het zware Missionnaris-leven de dertien laatste jaren van zijn leven kwam overbrengen 1 Welk levenwelk le ven van 's morgens ten 4 ure tot 's avonds laat, gedurig bekom merd met de werkende klasarbeidende in biecht- en preekstoel, in Congregatiën en Genootschappen, zelfs in de Fabrieken gaande om 't werkvolk den troost, den vrede des herten en de zekerheid van hun eouwig göluk tö verschaffen. En als die sterke Man uit- geput was, dan gloeide nog immer het heilig Missionnaris-vuur in zijn hertzijne ziel gebood aan zijn lichaam, tot da.t hij machte loos neêrviel, te midden der bittere droefheid van al degeen wien hij als geestelijken vader en zielbestuurder goed had gedaan. Hij alleen bleef kalm en helder zonder vrees zag hij de Dood naderen; ach, sprak de Pater nog zooveel hij kon 't is zoet m den dienst van God te leven, maar 't is nog zoeter in den dienst van God te sterven1» Het oogenblik der dood, zoo gevreesd, zoo bitter, zoo pijnlijk voorden laf hertigen Christen of voor den Goddeioozen, was voor hem vol vreugd en zoetheidals een getrouwe Dienaar als een enversaagde Kamper op het veld, waar men zalft en troost in plaats van te kwetsen en te pijnigen, beladen met een rijken buit van verdiensten, mocht hij het ander leven intreden meer maals hadden, in zijn Missionnaris-leven, de tranen zijner aanhoor ders, zijne glorie uitgemaakt ;nu, op zijn ziek-en sterfbed, vloeiden overal tranen en zuchten voor hem, - tranen van dankbaarheid, van spijt over 't verlies van den Man die allen zooveel goed deed - tranen, die getuigenis geven van zijnen iever en van zijne zelfs- opoffering en die in peerlen zijnereeuwige kroon zullenveranderen. Pater Weyn was te Waasmunster geboren en had den ouder- dom van 62 iaren bereikt. Woensdag had in de kapel der EL. PP. Jesuieten, de indrukwekkende plechtigheid zijner Begraving en Uitvaart plaats. Ziehier de Lijkrede aan den boord van t graf, m den naam des Genootschaps van den H. Franciscus Xaverius uit gesproken-. Vrienden, Op dezen droeven en plechtigen oogenblik, vergaderd voor den kuil die onzen teerbeminden Vader gaat verzwelgen, moeten wy eenige stonden onzen weemoed bedwingen om op zijne grafstede eene laatste kroon van dankbaarheid te vlechten Ach lang nog zouden wij deze pijnelijke plicht hebben willen ontgaan, lang nog zouden wij begeerd hebbeA hem, onzen herder en onzen weldoener in ons midden temogen bezitten! Maar God schikte het anders Zijn dienaar was rijp veor den hemel en Hij nep hem tot zich. Welke tranen vloeiden niet toen die noodlottige tijding onze stad doorliep. Aalst verloor dan toch den Man dien zij zoo lang had ge kend en bemind, den Priester wiens iever zij zoo lang had onder vonden en bewonderd, den Trooster die de woonsten der armen en der zieken doorliep en al de smarten der ellende mot zijn vaderlijk woord kwam lenigen. De werklieden zouden de vrucht zijner zelfsopoffering niet meer genieten! in hunne werkplaatsen zou dan zijne stem niet meer weerklinken Neen, nu was hij hun ontno men en ontnomen voor altijd! Maar wie, meer dan wij, gevoelde de slag die ons trof, wij leden van het Genootschap dat hij zoo va derlijk bestuurde met eene heilige vreugde klom hij des zondags den stoel der waarheid op om ons het woord Gods te doen hooren. alles bloeide, alles groeide aan; gij hebt het gezien, gij, kinderen van Xaverius, en nooit zult gij het vergeten: toen reeds de ziekte hem overvallen had, toen reeds de dood, op zijn gelaat te lezen, o-ereed was hem te treffen, wilde hij nog eens voor u zijne uitge putte krachten verzamelen om u eenige woorden (eilaas zijne laat ste! toe te sturen. Dag en nacht, in de lange ziekte die hem tot zijn o-raf heeft gebracht, kwam de naam zijner kinderen op zijne lip pen voor hen was zijn laatste gedacht en zijne laatste bede. Ja met'recht beschreien wij hem, wij Aalstenaren, die dertien jaren lan" getuigen van zijne deugden zijn geweest, wij, Werklieden, die hij zoo dikwijls getroost en versterkt heeft, wij bovenal, Le den van het Genootschap, wij, Xaverianen, die hij met eene meer dan vaderlijke zorg leidde en endemchtte. Ah beminde Vader, het is ons niet meer gegeven uwe stem te hooren maar nog klinkt zij in ons gemoednooit zal uw geheu gen ons ontvallen"de deugd en het geloof hebt gij ons gedurig doen beminnen aan deze zullen wij getrouw blijven tot de dood, wif zullen ze aan onze kinderen leeren schatten en bewaren. Neen, ki den geweldigen strijd die men den werkman aandoet om hem, •Hf zijne zeden en zijn geloof te ontnemen, zullen wij, getrouw aan uwe lessen, voor Goden de waarheid leven en strijden. En gij, goede Vader, gij, die de Xaverianen van Aalst, als uwe kinderen bemindet.gij die nu in den Hemel,de vergelding uwer wer ken ontvangt, gij ook zult ons niet vergetengij zult bidden voor de werklieden aan wie gij geheel uw priesterleven gaaft, gij zult bidden voor onze stad die hier is toegeloopen om u te zeggen hoe zeer zij u beminde. Vaarwel, Vader, vaarwel, of liever tot wederziens. MISDADEN RAMPEN EN ONGELUKKEN. Er is te Acoz, tegen Charleroi, een huis ingestort, 's nachtsdrij menschen die in de kamer sliepen, zijn op den slag dood gebleven. Er was een balk rot geworden. Ge vindt toch ondeugende herten; te Brussel was een jonge knaap door zijne grootmoeder opgenomen en zijn eerste werk was aan de goede vrouw 200 fr. en twee stadsobligatien ontstelen. Met een zijner speelkameraden verteerde hij eerst 't geld en gelukte erin de obligatiën bij eenen onvoorzichtigen wisselagent te verkoopen. Er is proces-verbaal opgemaakt. Er is te Brussel een groote bankroetier uit Nancy, (Frankrijk) aangehouden... Hij zal franco naar zijn land gestuurd worden. Drinken en met 't kanon schieten, dat past opeen gelijk keien. Zondag avond was t' Antwerpen geuzenambras en op St. Jansplaats, schutterij met 't kanoneensklaps sprong een kanon in stukken en een der bedienden van 't Stadhuis, werd den knie verbrijzeld enis in ellendigen toestand, naar 't gasthuis gedragen worden... Er is te vreezen voor dien mensch Te Charleroi gingen de Geuzen in kortege juist voorbij de kerk der eerw. Paters Jesuieten, als 'tlof aan was; aanstonds hieven zij 't geroep aanA bas la Calotteen zelfs eenige Geuzen drongen in de kapel.... Zijn ze toch niet beschaamd! BRUSSEL. Een wonder geval van subiete dood heeft vrijdag te Brussel plaats gehad, op de Koolmarkteen koopvrouw van 60 jaar, kwam een valsch stuk van vijf frank t'ontfangen en liep in allerhaast den schurk achterna, die de valsche munt uitgegeven had; na eene straat ver geloopen te zijn, viel 't mensch op de straat neer, werd in een huis gedragen en overleed daar plotselings. Zondag, op een groote feest in de stad van Zwitserland, werd aan 600 zangers eenen diné voorgesteld, waarop kalfvleesch kwam, 't welk voorkwam van een ziek dier. Al de personen zijn reeds ziek en verscheidene, gestorven. De hotelmeester en de beenhouwer zijn aangehouden. Eenige dagen geleden was de genaamde Weidner, bediende bij den wisselagent Monheim, te Brussel, gevlucht met eene som van omtrent 75,000 fr., die hij aan dezen laatsten ontstolen had. Wij vernemen dat Weidner te Londen aangehouden is, ten gevolge van eene vraag van uitlevering, tegen hem door het belgisch gouverne ment ingediend. Een pijnlijk ongeval is te Waterloo gebeurd, nabij de statie Het was kermisdag en ter dier gelegenheid stak men springpotten af. Ongelukkiglijk is een van die potten, geladen tot aan den muil, gesprongen en heeft den afsteker gedood, 't Is de genaamde Depp, die een uur later te midden der afgrijselijkste pijnen overleden is. Een afgrijselijk monster heeft te Meysse, een dorp bij Laken, zijnen eigen vader vermoord, in de tegenwoordigheid zijner zuster die alles liet gebeuren... Wat wreedheid! wat wreedheid!... En te Schaarbeek, Brussel, heeft de Justicie in d'estaminé Coppens-Lam mens, den man doodgevonden op zijn kamerop zijn lijk zijn bloed- blaazen en blauwachtige plekken ontdektmen vermoedt eene mis daad en daar d'antwoorden en de houding der vrouw vermoedens gaven dat zij niet wel bij haar verstand was, is zij op bevel der Justicie in een krankzinnigenhuis vervoerd. Den morgend van 18 Juni, omtrent 5 ure, heeft er eene uit- bersting van grauwvuur plaats gehad in den put ir 6 der koolmijnen van Marcinelle-Nord, ten gevolge eener mijnontploffing. Omtrent i5o werklieden waren beneden, en als een wonder zijn er slechts ne gen personen verbrand, waarvan vier zeer erg. De ploegbaas diehet vuur aan de mijn gesteken had, is ongedeerd gsbleven. Op het oo genblik der ontploffing, waren de gekwetste werklieden verspreid over een ruimte van omtrent 40 meters. Ontploffing. Eenige dagen geleden is te Florencië, in Italië, eene fabriek van vuurwerkstukken ontploft. De eigenaar Francisco Borgognini on twee werklieden, Basilio en Agostino Tossi de Colenzano, hadden zich 's morgends aan het werk begeven. Omtrent negen ure verlieten Borgognini en Agostini het werkhuis, alwaar de ongelukkige Basilio poeier bleef malen Nauwelijks waren Borgognini en Agostini op straat of eene verschrik kelijke ontploffing deed zich hooren. De geburen kwamen aanstonds toegesneld en vonden Borgognini op den grond liggende, zwaar gewond door de materialen, die door de ontploffing tot op verre afstanden gewor pen waren. Agostini was insgelijks gewond, doch niet zoo erg. Gansch de fabriek was ingestort, en toen men hoorde dat de ongeluk kige Basilio onder de puinen begraven was, begon men aanstonds alles weg te ruimen. Doch men vernam weldra dat waarschijnlijk onder de puinen zich nog verscheidene blekken doozen met bnskruit gevuld bevonden en men was genoodzaakt de ontruimingswerken te staken' tot alle gevaar van ontploffing geweken was. Eerst wanneer geen rook meer uit de puinen opsteeg, werden de opzoekingen voortgezet naar het lijk van den ongelukkigen Basilio. Het Proces over de zaak 't Kint-Fortamps zal nu maar beginnen in October... Straks komen ze nogop 't banksken na hun dood

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 2