Gemengde Nieuwskes, MOORD te Zedelghem. Vrijdag morgend werd het gerucht verspreid, dat er dien nacht een moord was gepleegd te Zedelghem, in eene herberg omtrent de Kruiskalsijde. Inderdaad, de veldwach ter dier gemeente kwam welhaast die misdaad bij de rechterlijke overheid te Brugge bevestigen. Ziehier de omstandigheden, welke wij erover vernomen hebben Vier milicianen, die deze week uitgetrokken en ingelijfd waren te Antwerpen, kwamen van het regiments-depot terug naar hun dorp, in afwachting van verdere oproeping en werden in eene herberg te Zedelghem, meer of min dronken. Daar bevond zich ook een mul dersknecht van ongeveer 3o jaren, de genaamde Lodewijk Vermault, die binnen kort zou trouwen. Deze laatste had het ongeluk door onvoorzichtigheid het glas bier van een der milicianen van de tafel te stooten. De lotelingen, door den drank verhit en eene militaire houding schijnende aan te nemen, zochten twist tegen Vermault, dien zij welhaast met geweld aanvielen. In den strijd kwamen de messen te voorschijn, en de aame muldersknecht werd het slachtoffer van zijne onvoorzichtigheidhij werd door een messteek in den hals getroffen, tot op eene diepte van 45 millimeters. De slagader werd doorgesneden. Vermault, die veel bloed verloor, was welhaast een lijk. Het parket van Brugge is ter plaatse geweest. De vier milicianen die wel soldatenkleéren gezien, doch er geen gedragen hadden, zijn aan de militaire overheid overgeleverd, welke de misdaad onder zoeken zal. MOORD te Iseghem. Ziehier nadere inlichtingen over den moord welke, twee jaren geleden, te Isegem zou gepleegd zijn en waarvan men eerst nu de daders zou ontdekt hebben. Twee personen zijn aangehouden: een bediende van den West- vlaanderenschen spoorweg en eene herbergierster, vroeger woon achtig te Iseghem. Bijna twee jaar geleden werd door de geburen van Bruno Berla- mont, herbergier te Iseghem, een pistoolschot gehoord, dat gelost moest zijn in de groote zaal der herberg, bewoond door genoemden Bruno Berlamont, op de Koornmarkt. Men kwam aanstond toege sneld en vond Berlamont liggen, badende in zijn bloed en geen teeken van leven meer gevende. Eene pistool werd bij hem gevon den en, na gedaan onderzoek, kwam het gerecht tot de overtuiging dat er een zelfmoord had plaats gehad. Nogtans hoorde men een tijd lang onder het volk te Iseghem, als een geheimzinnig gerucht, volgens hetwelk de eene, vrouw Berla mont beschuldigden haren man gedood te hebben, en de andere haar, zoo niet den moord, toch de schuld van den zelfmoord ten laste legden. Immers, er werd gezegd dat vrouw Berlamont heel dubbelzinnige betrekkingen onderhield met hooger genoemden be diende van den spoorweg, en alzoo twist en tweedracht in het huis houden deed ontstaan. Men vertelde nog dat de droefheid bij het overlijden van den man, zoo wat al te klein en ook eenigzins ge maakt had geschenen. Nogtans kon het gerecht geene aanduidingen vinden, welke dit vermoeden bevestigde. Onlangs vertelde de weduwe Berlamont aan eene gebuurvrouw, met verzoek van volstrekte geheimhouding, dat haar man zich niet, zooals men meende gezelfmoord had, maar door den spoorwegbe diende, waarvan wij zoo even spraken, werd vermoord. De buurvrouw haastte zich die vertrouwelijke meêdeeling aan het gerecht kenbaar te maken, en vrouw Berlamont en de spoorwegbediende, werden na eene gerechterlijke ondervraging te hebben ondergaan, aange houden. Het schijnt dat men ten huize van den bediende, te Wervick, een groot aantal papieren en een revolver heeft gevonden. Die bediende woonde te Iseghem ten tijde dat de moord werd gepleegd, Verleden vrijdag werd het lijk van Bruno Berlamont ontgraven. Men schrijft uit Steendorp Twee schippers onzer parochie heb ben dezer dagen, door eene vrome daad, met lof van hun doen spreken. Het was op den 2den Sinxendag, dat Constant Van Steen en zijn knecht Josef Westerlinck op de Schelde tegen Krankenloon, niet ver van Calloo, met hunne visscherssloep op vangst lagen. Rond vier ure breekt een onweer los, en zoo ongestuimig zijn de baren dat zij te vreezen hebben er door overweldigd te worden. Toen bemerken zij, kort bij den overkant der rivier, een klein bootje waarvan de bemanning hevig tegen de baren worstelt. Van Steen heeft maar zoohaast den nood dier menschen gezien of hij roeit er met zijnen knecht naartoe. Zoohaast zij naderden, konden zij beter zien en aan het angstgeroep hooren, hoe dreigend het ge vaar moest zijn. 't Bootje staat al half vol waternog eene baar daarop en 't gaat de diepte in; haast u, moedige visschers, of t is te laat; helaas! op nauwelijks 25 passen afstand zien zij 't bootje met zijn volk, onder eene zware golf verdwijnen, wanneer de vijf onge- lukkigen onder het hevigste noodgeschreeuw alreeds de armen tot hunne redders gingen uitsteken. Maar, God dank. Van Steen en Westerlinck zijn daar en zitten gereed. Zij hebben eene koord uit geworpen en drij man gelukken er in ze vast te grijpen, en een vierde halen zij ook al gauw in hunne sloep binnen. Maar zij ge- missen er nog eenen. Ja, er is geen tijd te verliezen om in tijds den vijfden te kunnen redden die in 't overstroomde bootje zich vastge klampt houdt. Het was hier niet genoeg dezen laatsten vastte grijpen, en in de sloep op te halen zijn voet was achter eene koord in 't bootje vast geraakt; en "t was maar na lang zoeken in het water dat zij er in gelukken die koord los te snijden, en dien man. die het nauwelijks maar eenige minuten meer kon volhouden, te redden. De vijf geredde personen sleepten samen met onze visschers h un bootje aan kant om het ledig te scheppen. Zij vaarden terug naar Antwerpen van waar zij kwamen, na hunne redders hartelijk be dankt te hebben. Eere zij aan onze twee moedige visschers! Zonderlinge Werkstaking In Italië, zooals in Frankrijk, is het de staat zelf, die fabrikant is van tabak en sigaren. Het schijnt thans dat de italiaansche sigaren zoo slecht zijn, dat men eene ware werkstaking te vreezen heeft van de sigarenrookers. Te Milaan reeds heeft men eenen oproep gedaan aan al de wel denkende burgers, ten einde eene protestatie tegen de sigaren van den staat, alsook de volgende verklaring te teekenen: De onder- geteekenden verklaren dat, te beginnen met i juli 1878, zij zich geheel en al zullen onthouden van sigaren te rooken uit de fabrieken van den staat, tot dat hunne kwaliteit verbetert is. De republikeinschgezinde generaal Charenton,lid van de linker? zijde van den Senaat, in Frankrijk, is als een goed christen gestor ven. Na de H. Sacramenten der stervenden te hebben ontvangen, ontving hij twee collega's uit genoemde likerzijde en zeide hun Doet als ik, gij kunt niet begrijpen, welke zoetheid men smaakt, als men gebiecht heeft. Voorts verhaalde hij hun, dat hij sedert lange jaren eenen scapulier droeg, en dat hij daaraan zijn behoud in den vreeselijken Krimoorlog toeschreef. Hij eindigde met te zeggen, dat hij hoopte, zijnen vriend, generaal Ve'ronipue, in den hemel terug te vinden. De eerw. heer Lagarde, bestuurder van het college Stanislas heeft hem gedurende zijne ziekte bijgestaan. Een Bliksemslag. Verleden dinsdag hoedde eene zestigjarige vrouw, in eene weide nabij Thiers, eene kudde koeien, toen zij een on weer zag opkomen. Het begon hevig te regenen en de onvoorzichtige vrouw zocht eene schuilplaats onder een boom. Een donderslag weergalmde en de onge lukkige viel op den grond neer. Toem men haar wilde ter hulp komen, vond men nog slechts een lijk. De bliksem had eenige haren en de wenk brauwen verzengd, en een druppel bloed was uit het rechteroor gevloeid. Op 't einde van 1872 kwam in eene stad van Duitse-hland een jonge man bij den Pastoor - ik ben portier in een groot hotel, zeide hij, pro testant en zou geerne katholiek worden. Hij zag er zeer rechtzinnig uitdoch de pastoor wilde hem beproeven en stuurde hem weg, met den raad van dit eens rijpelijk te overwegen. Veertien dagen nadien keerde de man terug, en werd nog eens uitgesteld. Den derden keer dat hij in de Pastorij kwam en zijne vraag vernieuwde, vroeg de Pastoor hem voor welke rede hij de Protestanten wilde verlaten. «Mijnheer, zegde hij, sedert vele jaren, lees ik dagelijks in mijn Nieuw Testament; en"ikzie er in dat Ghristus-Onzen-Heer aan zijne Kerk en aan zijne Discipelen, hevige en aanhoudende vervolgingen heeft voorzegd. Ik dacht in mijn eigen Goed daaraan kan men de ware Kerk kennen.... Wie wordt er nu, om Christuswille, vervolgd.... De Joden? Neen!.... De Vrijdenkers neenDe Protestanten neen, neen Niemand anders, in al de deelen der wereld, dan de Katholieke Priesters, de Katholieke Religieusen, de Bisschoppen, den Paus. Deze zijn dus de ware Discipe len, daar is de waarachtige Kerk. De Pastoor aarzelde nu niet meer, maar aanveerdde den Portier in 't Katholiek Geloof, waarvan hij een ieverig lid werd en bleef. Te Moerbeke-Koewacht vergezelde de dienstdoende koster dees jaar, voor den 52sten keer, de H. Sacramentsprocessie, en dat nog altijd in den vollen fleur zijner gezondheid... Dat is raar! dat ver dient een gulhartige Proficiat! D'Officiers van ons leger gaan nu bij hunne gewone wapening nog een pistool-revolver moeten voegen... Laat den Pruis nu maar komen De zeven Ministers van België zijn alle zeven vrijmacons; wat dient er meer gezeid? Ze zullen bijzonderlijk werken door 't On derwijs, om 't katholiek Geloof te verdrukken; de vrijmacons zijn bijeen geweest te Brussel, en hebben besloten van zich tot in de maand october zeer koeskes te houden; omdewille van de gemeente- kiezingen, die alsdan geschieden... De Russische soldaten zien veel af, in de warme streken, rond den Donauer zijn reeds 53,000 zieken; en generaal Totleben heeft aan den Czar geschreven dat er toch haast zou vrede gemaakt wordenwant anders bezwijkt g'heel 't russisch leger aan de ziekte de Turken weten ditze tellen hun soldaten en ze zouden van den Rus d'affronten niet meer uitstaan, welke hij hun vroeger deed Een droeve positie voor de russische jongens De Docteurs vreezen nu een kwalstering voor den ouden Pruisischen Keizer; zijn wonden genezen, maar de krachten komen niet weer: als men eens boven de 80 jaren is, en zulke renconters heeft, dan is er geen ander salvo dan een goei biecht, restitutie, als 't nood,g is, en een zalige dood. De moordenaar Nobiling ligt nog altijd buiten kennis en 't zal er spannen in Pruisen met de Kie zingen; de Socialisten bewegen hemel en aarde.... Aan slecht volk is moeiehjk handen te steken De Koningin van Spanje, een mensch nog bitter jong, ligt gevaarlijk ziekhaarvader, de Hertog van Montpensier, is per depêche uit Parijs geroepen, om aanstonds te komen, wilt hij zijn dochter nog eens zien.... De Dood spaart niemand! In Japonië is een Minister vermoord, met koetsieren peerden; demoordenaars, ten getalle van 6 hebben zich daarvan gevangen gegeven, zeggende dat zij den Minister vermoord hebben, omdat hij een dwingeland was en de staatskas plunderde.... 't Schijnt, ter contrarie, dat de Minister bij al het treffelijk volk, zeer goed gezien was.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 2