En zóó gelukkig kunnen zijn i Volledig Pachtersrecht, 5,oo. (2de Vervolg). II. Schoone vooruitzichten. Een werkmansfamilie, die het zoover kan brengen, van een eigen huis te hebben, is op den weg naar welvaart en voorspoed. Die een eigen huis heeft, verhuist niet licht, en den Hollander zegt: Wees in't verhuizen niet te los, Een steen die rolt, en gaart geen mos; waarbij de Vlaming voegtDrij keeren verhuizen, is eenen keer af branden. Van een eigen huizeken komt zorg, oppassendheid en spaar zaamheid, om zijnen pand te behouden en te verbeteren. Indien er Sociteiten bestonden om op gemakkelijke wijze aan de werklieden een eigene woonst te verschaffen, welke wijze, menschlievende spe culatie zou dat niet wezen Twee jaren zijn vervlogen, sedert de blijde gebeurtenis welke wij in ons eerste hoofstuk hebben verhaaldde weduwe was nu aan het tijdstip des levens geraakt, als men begint te dalen en te verliezen, doch ze daalde den levensberg af met moed en vreugd, te vreden van steeds hare plicht gedaan te hebben en zich ziende herleven in haar twee kinderen, Bavo en Wivina, die als goedtierende boomen gedurig in levenssterkte en schoonheid opklommen. Voor Bavo was de kritieke tijd gekomen, de tijd der loting, die, bijzonderlijk voor de burgers- en de werkmansklas, een tijd van lij den, van zuchten, van weenen is. Er moeten soldaten zijn om'tland te verdedigen, maar wee toch, wee, drijmaal wee aan dengene'die éen kind meer aan zijn ouders ontrukken, als er voor de verdediging van 't land noodig isDoch, Bavo was het eenig kind eener we duwe en de Wet, rede gevende aan 't natuurlijk princiep volgens welk een kind zijn ouders moet ondersteunen, de Wet stelde hem op voorhand vrijde zoon eener weduwe moet geen soldaat worden, zoolang zijn moeder leeft; en daarom toch beefde onze weduwe, den dag dat haar kind zijn lot was gaan trekken. Kind, kind, sprak zij tot hare dochter Wivina, ge moest weten hoe mijn hert klopt Maar, moeder, 't mag gaan hoe 't wil, Bavo is toch vrij Vrij zoo lang als ik leef, kind Och, zwijg, moeder, Ons Heer zal u in't leven bewaren. Indien ik morgen moest sterven, ging de weduwe voort, uw broeder zou soldaat moeten worden; en gij, g'heel alleen op de wereld, wat zoudt gij doen? Maar, moeder toch, waar is uw betrouwen dan op de Voor zienigheid? g'hebt ons zou dikwijls gezegddie wel doet, moet niet vreezenGod leeft, die alles geeft 't Is waar, kind; maar 'ne mensch commandeert aan zijn hert nietalles gaat ons mee wij mogen God bedankenals wij Gent rondzien, hoeveel jongens, zouden wij vinden gelijk Bavo Er zijn er nog al veel, moeder; maar z'houden zich stil en worden niet opgemerkt. Kind, ging de weduwe voort, g'en weet dat niet gelijk ik: maar ons Gent is 't zelfste Gent van over twintig jaar niet meer: ga zien 's zaturdags naar d'herbergen en de danszalenze zitten opge kropt en wat zondagen volgen daarop Zondagen van twist en van slemperij. En 's maandags wordt er naar 't werk gegaan,met looden voeten, al kreffende gelijk een ongesmeerd machien; en 't werk wordteen torment, in plaats van een geluk.... Kind, kind; voor u vrees ik niet meer g'hebt een goede plooi genomenen als 't God blieft, ge zult ievers 'nen braven goeden man vinden. - Och, moeder, zwijgt daarvan; 'k blijf liever bij u. Hoort, Wivina 'k en zal u niet dwingen of weerhouden ge moet denken, kind, dat ik niet altijd bij u kan blijven en alleen op de wereld zijn, 't is toch zoo droef; wat er Ook van zij, ge zijt een goei naaister en zult altijd uw brood weerd zijnMaar, als ge later denkt om tot staat te komen, ziet toch wel uit uw oogen, dat ge geenen dronkaard neemt of geenen vloeker of geenen seigneur die alles aan zijn kleêragie hangt. Maar, moeder toch, ge weet toch wel dat ik niet verkeer, of niet uitloop. Zekerlijk, kind, en daarin prijs ik u: verfrommeld goed wordt niet gezocht en de beste koeien worden op stal verkocht. Maar 't is goed alles op voorhand te weten. Als ik met uw vader-zaliger (Ons Heer wil zijn lieve ziel hebben) als ik met hem op trouwen stond, vooraleer er iets afgesproken was, sprak ik er uw grootmoeder van, een wijze vrouw, al zeg 't ik zelf (bij den Heer mag ze rusten), ik was dan 'ne sprong ouder als gijen 't mensch legde xriij twee arti kels voor, op welke, zegde zij, ik bijzonder wel moest letten: en dat was ten eersten van een partikulier gebed te storten, om ver lichting van den Heer t'ontvangen want een mensch mispakt zich al licht, Wivinaen den tweeden artikel van moeder-zaliger was van te zien opwelke manier den vent, die d'oog op mij had, met zijn ouders handelde en op welke manier hij opgebracht was... 'ne Jon gen, die thuis van zijn pree achterhoudt, zal, als man, zijn vrouw bestelen; die gewoon is boven zijnen staat gekleed te gaan, zal nada- tum zijn huishouden te kort doen, om den Gloria-patri te kunnen vertoonen... Trouwen is gelijk reizen zendt 'nen ezel naar Parijs, hij komt terug al even wijs; en trouwt 'ne vloeker, 'nen uitzitter, 'nen dronkaard, hij zal eenigen tijd simuleeren, maar al zijn planeten behouden 't Zijn al gewichtige zaken, kind!.... Maar, moeder, onderbrak Wivina, waarschijnlijk, om van dit lastig kapittel af te zijn, de loters beginnen af te komen Ja, ge zult weêr droefheid en blijdschap zien.... Indien er'ne koning eens die plaag kon verzachten, in plaats van altijd te ver meerderen, de volkeren zouden hem door een vuur dragen.... Wij moeten zeggen dat de loting een jaarlijks torment is voor veel Fami- liën Zie, moeder, Lieven uit 't winkelken is erzekeruithij springt en danst en slaat zijn armen omhoogzie, zijn moeder komt geloo- Pen- 't Arm schaap! z'is nu verheugd maar Godweet of 't niet be ter ware dat haren zoon soldaat wierdhij heeft de roei en de com- mande vandoen. 'k Meende nogtans, moeder, dat Lieven Ja. kind, hij is spraakzaam en kluchtig, ne schuwe jongen, op zi) geintsch; maar 't is niê om achterklap te spreken, 'k zou 't anders willen, doch't is zoo; Lieven begint een fameus kruis voor zijn ouders te worden; niet langer als eergisteren vond ik Lievens moe der achter haren toog al krijschendedie menschen zouden gefortu neerde lieden worden, indien alles meeging; maar Lieven, die den oudsten is, begint met 't slecht om te gaan. Drinken, moeder! Ja, drinken, en nog ander slechte dingen, die 't leven en de welvaart doen te niet gaan. Lieven was al vier zondagen op een reke, ten twee ure thuis gekomen en als zijn vader hem s mor- gends een reprimande gaf, dan had hij opgespeeld gelijk nèn brie- schenden leeuw, en zonder toedoen van de vrouw, zou er daar een spektakel geweest zijn, dat misschien in t Paleis van Justicie voor de pinne zou gekomen hebben. Wel 'k meende dat die menschen toch zoo gelukkig waren Ja, kind, indien 't op elks voorhoofd geschreven stond wat er in 't hert omgaat, ge zoudt u tegen de kruisen dood loopen, bij arm en bij rij'k, en nog meest bij rijkwant de weelde is een kwaa beeste, die sterker trekt als twintig peerdenen om verder van Lie ven te spreken, na dien schisma met zijn vader, is hij den ganschen dag van huis geblevenGodweet waar de prij gezeten heeft... en 'tis daar, sedertdien, 't huizeken van Twistika; Lievens moeder, 't mensch, heur hert was vol, en ze krees gelijk een Maddelena, als ze mij die droeve spektakels verteldege. Wel, wel, moedere, dat mensch moet verdriet hebben Verdriet, meer als een lokomotief verslijpen kan, genoeg om levendig in zijn graf te kruipen. En g'hebt haar toch iets gezegd om haar te troosten, moedere Och, kind, mijn grootmoeder zegde dikwijls: die bedroefd zijn, moet men niet droever maken 'khcb haar eerst eenige troost woorden g«zegd en dan mee veel zachtigheid eenige leskes gegeven; Want, Wivina, er moet gesmeed worden, terwijl 't ijzer heet is: Gebuurvrouw, heb ik haar gezegd, herinnert gij u als ik u vroeger opwekte om uwen Lieven met onzen Bavo naar de Patronagie te zenden, hoe dat ge mij uitlachtege en mij uitmaaktege voor een ver- kwezeld mensch": bij een ander, gebuurvrawe, zou dat op geenen kouwen steene gevallen zijn; maar, 'k ging gerust voort, wetende dat boomen malkaar niet tegenkomen, maar menschen wel.... En wat zei ze daarop, moedere? Altijd krijschen en met heur hoofd knikken. En 'k ging voort met haar te zeggen, altijd in de zachtigheid W. V. LATERE TIJDINGEN. Te Parijs staan drij Geuzen voor d'Assisen, die een vrouw vermoord en in stukken gesneden hebben, om aan haar fortuintje, 12 a i3,ooo fr. te geraken. De voornaamste moordenaar is 'ne kerel die zijn groote studiën gedaan heeft, daarbij een goddeloos menschhij kon geen priester zien, of hij moest hem beleedigen. Dijnsdag omtrent 4 ure, is boven Antwerpen een vreeselijk onweer losgeborsten donder, bliksem en stortregende straten vol water, veel kelders ondermen zegt dat er nooit zooveel water gevallen is op éen uur, als dijnsdag van 4 tot 5 ure; in eenige oude huizen zijn er zelfs dakpennen en stukken steen afgeregend; op den buiten is insgelijks veel schade; de lage gronden en weiden in de polders staan onder water. Nieuws over de Duitsche Kie zingen; Er zijn dijnsdag gekozen: 126 liberale-nationalen96 katholieken40 imperialisten; 35 progressisten35 draaiers; 14 Poolsche12 Socialisten 6 Elzassers 4 van een ander soort Socia listen en 1 Schleswiger. De partij der Katholieken, tegen de ver volging, heeft sterk aangewonnen; maar Bismarck geneert zich niet te veel aan zijn Kamerde Pruis laat kiezen en doet dan dikwijls nog zijn goeste. Er zijn te Freylange (Luxemburg) 12 boeren huizen afgebrandde schade wordt gerekend op 40 a 45,000 freen koei en vier verkens zijn verbrand. Er zijn, in korte dagen, op de linie-Luxemburg, twee ongelukken gebeurd; slechts stoffelijke schade is te betreuren.Iemand,die in 't Gasthuis van Antwerpen langen tijd gediend heeft, schrijft nu hoedat men toch zoo dwaas kan zijn van de Nonnen weg te zenden zelfs in gewone tijden, schrijft hii, is er zelfsopoffering noodig en eene hoogere roeping; doch in tijden van besmettende ziekten, wanneer cholera en typhus heerschen, en de adem, de geur alleen der zieken voldoende is om de plaag voort te zetten, wie zal dan voor een dagloon in het gasthuis gaan, en aldaar een verzuiveringswerk verrichten, waarbij men, om zoo te zeggen, den dood inademt Nogtans, als de Geu zen iets op hebben, 't gaat erdoor, al moest de werkende man nog zooveel lijden Ongelukkig land, ongelukkige gemeente, alwaar die mannekes aan 't hoofd zijn Deze week is alhier overleden Dame Clothilde, een ieverige Dienares des Heeren, die op d'acht jaren dat zij t'Aalst Overste was, veel gedaan heeft voor de goede en christelijke Opvoeding, het allernuttigste Werk dat kan bestaan. D'achtbare Overledene was gebortig van Melle en 55 jaren oud.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 3