Kampen, Misdaden en Ongelukken. Gemediteerde Samenspraak. Bandeïoo-Hof, waar Keizer Karei in zijnen tijd girote klopjachten deed. De burgerij te Rinteln, in pruisisch Hessen, is s<-<! irt 1 september tegen wil en dank genoodzaakt, vleesch te derven, Kr is aldaar een slachthuis opgericht, onder bepaling dat, te beginnen op dezer, ner gens anders in de stad geslacht mag worden, dan in dat gebouw. De slachters wiilen dat niet, en hebben daarom onderling besloten, niet meer te slachten voor dat zij het weêr in hun eigen slachtplaatsen mo gen doen. Vandaar dat er sedert den genoemden datum geen vleesch meer te krijgen was. Het gemeentebestuur houdt zich aan zijne verorde ningen daar nu de slachters hoorden dat er vleesch van buiten zou ■worden ingevoerd, zijn zij met knuppels gewapend op weg gegaan, om den toevoer van vleesch af te snijden. De buitenbeenhouwers hebben het daarom geraadzaam geacht, met hun vleesch weg te blijven. Zoo zat men bij de afzending van dit bericht nog altoos zonder vleesch. Èen waggon ossen, uit Noord-Holland naar Maastricht ge stuurd, is onderwege verstikt. Te St Gilles, (Brussel) is eene bende dieven aangehouden, waarvan de oudste maar 16 jaar is; zij stolen alles waar ze aan of omtrent konden, pijpen, portemonnaies, lekkere eetwaren, enz.... Indien 't projekt voortgaat van de Christelijke Leering uit de scho len te bannen en indien d'Ouders zulke scholen niet vluchten, dan zal men later op de koppen der jonge dieven kunnen loopen.... Let er op -Door 't instorten der kornis is te Brussel, Middeleerstraat, 'ne schaliedekker van zijn ladder gevallen en korts daarna in StJans- Hospitaal overleden. Over de wreede ramp op de Theems vernemen wij nog dat het getal passagiers op 930 moet gebracht worden; maar i52 zijn gered; dander week waren reeds 623 lijken gevonden en men zocht nog altijd voort. De inschrijving voor de slachtoffers beloopt reeds tot over de 3oo,ooo fr. Er wordt verhaald dat een Onderwijzeres met 3o Ouders van hare kinderen op den stoomboot wasallen zijn verdronken, en laten meer dan 100 weeskes achter. T'Arlon goot een meissen petrool in de kachelverbrand en overleden in d'ijselijkste pijnen Die rampzalige gewoonte van pe trool op 't vuur of op de kolen te gieten. De MESSAGER DU MIDI verhaalt een schandelijk feit dat eenige dagen geleden te Cowesan, bij Narsbonne, is voorgevallen. Een huwelijk moest in de kerk voltrokken worden, toen eenige jon gelieden, deel makende van de bruiloft, hunne sigaren ontstaken aan de Godslamp, begonnen te spelen in de kerk, in dc de biecht stoelen plaats namen en zich aan de ergste onbetamelijkheden over gaven, tot zooverre dat de pastoor gedwongen werd de kerk te ver laten. Dan heeft een der bende de plechtigheden der huwelijksinze gening nageaapt. CHARLEROI, i5 sept. Een dezer laatste dagen geleide eene vrouw, de genaamde Guilbert, wonende te Jumel, haren zinneloo- zen echtgenoot naar een krankzinnigengesticht. Gekomen op de brug te Roux, geeep de krankzinnige eensklaps zijne vrouw vast en terwijl hij uitriep: Uwe plaats is hier, in het water; gij hebt mij lang genoeg ge plaagd, trachtte hij de ongelukkige over de leuning der brug in de rivier te werpen. Gelukkig hoorde een voorbijganger de nood kreten der vrouw en kon haar uit de handen van den krankzinni gen redden, die ditmaal onder goed geleide naar het krankzinnigen gesticht gebracht werd. DOORNIK, i5 sept. Een handelsreiziger, welke eergisteren ;n de statie te Blandain naar den trein wachtte, had de onvoorzich- igheid, terwijl hij naar het buffet ging, zijn reiszak, voor ongeveer 000 frank weerden inhoudende, op eene bankte laten liggen. Toen lij terugkwam, was hetzelve verdwenen. Een streng onderzoek werdTevolen en weldra bracht men naar den statieoverste, twee personen van verdacht voorkomentoen men hen onderzocht, wer den zij in het bezit gevonden van de 7000 fr., alsook van nog i25o fr. in allerhande muntstukken van alle landen. Ondertusschen had de brigadier der douanen, in het gemak eener herberg, den reiszak gevonden, waaruit de 7000 fr. genomen waren. De twee dieven welk men denkt engelsche te zijn, zijn naar de gevangenis te Door nik gebracht. Den 27 dezer zal het 4C eskadron van het ie regiment lanciers, zich naar het kamp van Beverloo begeven, en den 28 dezer, het 3e eskadron van hetzelfde regiment, naar Namen. Te Oevel, in 't Antwerpsch, is de boerinne Dympna Cras, die rapen waschte in eenen kleinen put, voorover gestuikt en verdron ken. ln een herberg der kuiperstraat t'Antwerpen zijn verscheide jongelingen erg verbrand, zondag avond, door 't springen eener pe- troollamp; waarschijnlijk al gekscheerende, de lamp omgevallen; een der verbrandde licht in 't gasthuis. Maandag avond, omstreeks 11 ure, werd de Spuistraat, te Antwerpen, in rep en roer gebracht door de kreten: dieven, dieven, policie, policie! De bewoners van het huis n. 18, beweerden dat er dieven op hunnen zolder gedrongen waren en allen kwamen ver- sehrikt op de straat gevluchteen der bewoners van dit huis verze kerde dat hij de dieven gezien had Het zijn twee groote mannen met baarden, zegde hij, en zij hebben bijlen bij zich. Men kan licht begrijpen dat heel het kwartier weldra overhoop stond. De dieven werden reeds met naam en toenaam genoemd, toen de policie ter plaatse kwam. Twee agenten trokken hunnen sabel en klommen moedig naar den zolder, opgevolgd door een aantal burgers, gewapend met stokken, rieken, enz., en die post vatten op den trap. De agenten hoorden inderdaad gerucht op den zolder, en na drie maal te vergeefs op de deur te hebben geklopt, riep een hunner tot de zoogezegde dievenOpent de deur, en er zal u geen kwaad ge schieden! Er werd echter niet geantwoord. Alle man op zijnen post! i) riepen nu de agenten tot de gewapende burgers, die den trap bezetten. Wij gaan de zolderdeur openen; opgepast, dat de dieven niet ontsnappen! Het oogenblik was plechtig; stokken en pieken waren gehevenmen hoorde geen zuchtmen hield zelfs den adem in. Dit tooneel werd enkel door eene vetkeers verlicht.... Eensklaps springt de zolderdeur opende policie-agenten roepen arrêtez arrêtez en terzelvertijd rollener twee zwarte voorwerpen,, welke men in het flauw licht van de ruitkeers niet kon onderschei den, naar beneden. De verschrikte burgers sloegen met geweld op de zwarte dieven, en deze bleven aan den voet van den trap stok- dood liggen. De policiemannen kwamen terstond toegesneld om proces-ver baal op te maken, en bestatigden met verbazing dat de dieven, die onder hunne slagen waren gevallen, twee groote katten waren. De beesten waren op den zolder gesloten en hadden veel gedruisch ge maakt, om uit hunne gevangenis verlost te worden. Er werd nu met de misgreep hartelijk gelachen, maar het ergste van al is dat een der agenten zijnen neus heeft ten bloede gestooten, tegen eenen balk op den zolder. TONIA. En wat hooren we nu, Domien wat zijn ze van zin met die scholen DOMIEN. Zwijgt! ze zullen nog deerlijke menschen zoo ma ger doen worden als spechten. Is 't van zijn leven g'hoord van te durven peizen van de Religie uit de Volksscholen te bannen?... 't Hong in mijn leen dat er met dat Ministerie gingen klodden en nesten komen. En met dees Ministerie van Onderwijs? Wat is er te verwachten van 'ne Vrijmacon, van 'ne mensch die zijn ziel aan den v duivel verkocht heeft? TONIA. Ja, of die zegt dat hij niet meer een ziel heeft als een peerd uit zijn stallen. DOMIEN. 'k Zeg, vrouw, dat ze bezig zijn met voor ons land een bitter bier te brouwen; g'en kunt toch geen ijzer leeren zwem men, en een geslacht zonder Religie, dat maar 't prison en de gen darmen vreest, brrral hadt ge maar een been, ge zoudt er van loopen, zoover als uw oogen kunnen zien. TONIA. Hoe is het toch mogelijk, man, dat er redelijke men schen gevonden worden, die zulke gedachten, zulke duivelsche ge dachten durven vooruitbrengen. Kan er eenig goed voor 't land uit spruiten? Wordt er nog niet genoeg door veel ouders geklaagd?... En wat dunkt u, Domien, zouden ze dat slecht |projekt kunnen uit voeren DOMIEN. Uirvoeren, gelijk hun gedacht is, mij dunkt van neen in de groote steden, te Brussel, Gent en Luik ja, daar zijn de kruisbeelden reeds uit de staatsscholen. TONiA. Oei, dat is schromelijk! DOMIEN. 't Is heidensch! 't is helschmaar toch, al die wilt, heeft er occasie om zijn kinders in scholen van den ouden trant, in vaderlandsche scholen te zenden. TONIA. En ware 't anders, man, 'k geloof dat er veel ouders zouden zeggen: Liever geen schelen dan naar slechte scholen; ons kinders kunnen eerlijk en zedig door de wereld, zender lezen of schrijven, maar niet zonder eerbied en kennis van hun Religie. DOMIEN. En dedie zijn er, Tonia, want 'k geloof dat in Vlaanderen de beste ouders van gansch de wereld wonen, bijzonder lijk onder de werkende klas. Maar wat doen de loeders van Vrij- massons ze zeggen dat er een wet zal komen, die d ouders zal ver plichten van hun kinderen naar de school te zenden. TONIA. Wel, heilige Dorotea! maar, Domien! dat is gelijk in Rusland waar de cipiers van 't Goevernement de kinders uit hun wieg komen halen, om hun een schismatiek doopsel te geven. DOMIEN. 't Gaat ernaartoe, Tonia! TONIA. Waar zijn wij toch versukkeld, en wat is er aan te doen? DOMIEN. Aan den grooten Meester roepen: Heer, red ons, of wij vergaan, manhaftig blijven, en zorgen dat er overal goede gemeentebesturen zijn... Zie, vrouw, 'k heb mij vroeger niet veel de kiezingen aangetrokken, maar mij dunkt dat de kiezer die nu niet zorgt vsor goede katholieke besturen in zijn gemeente, om de vrij- maconnerie als zij afkomt tegen te werken, mij dunkt dat dien mensch tot op zijn sterfbed, en dan principalijk een stemme als nen donder zal hooren, die hem zal zeggen Verrader van uw Geloof! Verdrukker van't Volk! TONIA. Arme wereld! arme wereld! En de menschen die zoo gerust zouden kunnen leven, en zoo gelukkig, indiende Vrijmassons hun truweel en hun schoetsvel wilden inleveren. DOMIEN. Ja, inleverengedurig razender worden en versche mannen bijwerven en 't werkvolk misleiden en bedriegen, en ons 'ne wereld bereiden van den helschen blikslager Tonia. En altijd en eeuwig tegen die Religie DOMIEN. Die nogtans en zij alleen d'huishoudens en de we reld treffelijk t'hoop houdt... Zie, er zijn er veel die kritkeeren dat de Werkman voor 't volksgeluk weinig doet, omdat hij van die ronkende hoogdravende artikels niet geeft, waarvan de menschen weinig verstar.n en niets meedragen... Maar, och Heere, hij tracht de menschen een goei aangename lezing te geven en t Princiep der

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1878 | | pagina 2