ipen, iisiSi«len en Ongelukken.
sCT4*?-.' '♦O**
Men abonneert in onze mieelen, bij ai d'heeren Postmeesters en Postboden.
Samenspraak over 'l lezen der gazet.
Een der vuilste gazetten van ons Land, dat is de WER'KER,
onder voorwendsel van 't volk te verlichten en zijn lot teverbeteren,
doet die Gazet niets dan met 't Geloof spotten en de goede Zeden
bevlekken; er staan daar dikwijls dingen in, waarvan een zwijn zou
walgen... En die smeerlappen van schrijvers, om 't Volk nog beter
te bedriegen, ze geven zich uit voor werklieden... Neen, 't en zijn
geen werklieden, maar ellendige penneratten, kerels zonder positie
die op den rug van 't lichtgeloovig volk, naar de Fortuin zouden
willen klimmen en dan den Arbeider nog dieper ind'ellende stooten;
wij hebben in Frankrijk een menigte van die goudsprekende be
driegers gezien... Is er e'enen, in 't oogenblik van danjé, nevens
't Volk, op de barrikaden durven komen Neen, Rochefort.met
zijn zakken vol bankbrieven, poetste de plaat, en anderen trokken
per luchtballon, uit het belegerd Parijs... Er is een arbeiderskwestie,
ja, er is te veel ikzucht, er moet volstrekt meer 'christene broeder
liefde in de wereld komen; maar alwie zoo vuil durft schrijvengeiijk
de mannen uit den Werker, dat zijn ellendige krawatten.
T'Haaltert is Notaris benoemd M. Van Impe, Kandidaat-No
taris te Ninove.
Bij vele menschen wordt d'Haarlemsche olie als een souve-
reine remedie tegen veel kwalen aanzien; een depót van echte
Haarlemsche olie is bij M. Kroman, te Laken.
'ne Schipper van Breskens komt voor de 2de maal zijn zilve
ren Bruiloft te vieren... Dat is'raar gebeurd!
In Holland, in de gemeente Krommemie, van 4000 zielen, is
op drij maand uiet e'en sterfgeval geweest... De doodzal haar schade
wel inhalen; ze borgt, maar scheldt niet kwijt.
Er gaat een groote Bedevaart zijn naar 't Graf van den H.
Franciscus-Xaveriu»te Goa, in Portugaal; men spreekt van 3oo
Bisschoppen die aldaar zullen komen op het einde dezer maand en
van 100,000 vreemdelingen. Het lichaam van den grooten Apostel
der Indien zal aan de vereering der Volkeren tentoongesteld wor
den. Ieder maal dat dit gebeurt,ziet men hertroerende bekeeringen,
en genezingen die klaarblijkelijk aan de bovennatuurlijke macht
moeten toegeschreven worden, welke God aan zijne lieve Heiligen
verleent. Ir. Spanje, Portugaal en in d'Indiën tot aan China toe,
wordt Franciscus-Xaverius de mirakeldoener genoemd.
De gebroeders Temmermans, beschuldigd van moord te Moor
sel, zijn vrijgesproken.
Te Schaarbeek (Brussel), is een franschen onderofficier aan
gehouden die rakker was met 't geld zijner kompagnie naar Bel
gië gevlucht.
Brussel zit over zijn ooren in de schuldvoor rond de 200
millioenen franken 't schijnt dat de Burgemeester en zijn Schepe
nen over den toestand beginnen achter hun oorekes te krabben En
pro causa, zou de Latinist zeggan, niet zonder rede
Wel gedaan welgedaan, mijnheeren van den Tribunaal! O-
vertijd waste Brussel, zekeren Hendrickx, poortier van een groot
huis dat met appartementen word verhuurd. Hendrickx lag in rusie
met eenige der verhuurders,en 'nen assurante kerel willendezijn.hij
ging bij de Policie. deed verscheide agenten meêkomen, de sloten
der kamers openbreken en, degeen opwelk hij iets had, demenotten
aandoen en naar den amigo brengen. Doch de boeken werden daar
opengedaan, de kommissaire maakte zijn excuses, en dadelijk werd
een Proces-verbaal opgemaakt. D'ander week nu compareerde den
stouten portier voor de Jugen en hoorde zich veroordeelen tot i5
dagen kot, 5o fr. boet en 5o fr. schadevergoeding. iDen agent Des-
marest, die een der huurders de menotten aangedaan had, is ver
oordeeld tot 8 dagen gevang en al d'ander agenten hebben 26 fr.
boet.... Dat zal hun leeren de menschen kwellen.
T'Oosterbeek is d'ander week brand ontstaan door een kat die
eene brandende petroollamp omverloopende, in brand geraakte en
't vuur aan eenen hoop stroo meedeelde. Weldra': stond gansch de
woning in vuur en vlam, en op min dan een uur was 't pachthof in
rook vergaan.
Wat onstuimig weêr, zaturdag en zondag hoe moet het nu
op zee zijn peisden er velen; en inderdaad, er is op den onmeetba-
ren waterplas hevige storm geweest; te Vlissingen, Oostende en aan
de Fransche en Engelsehe kusten was er groot tempeest; verschei
de zeeschepen zijn geschalotterdt'Oostende is een visschersloep op
de kust geworpen de manschappen werden door de reddingsboot
aan land gezet; een andere visscherssloep Liberté. n° 88, is met man
en muis vergaan, langs de kanten van Engeland; t'Antvverpcn ge
leek de Schelde aan eene woedende zee.
Vrijdag bood een parsoon van verdacht uiterlijk, op de bees
tenmarkt te Gent, twee koeien te koop, ver beneden de weerde. Hij
verkocht ze voor 85o fr., en was op het punt den prijs te ontvangen,
toen de policie er tusschen kwam en den man naar het bureel bracht.
Daar verklaarde de verkooper, die te Eecloo woont, dat een ander
persoon, een oud-veroordeelde, hem in den nacht was komen wek
ken en hem verzocht had meê te gaan naar de markt, om er de twee
beesten te verkoopen; volgens hij zegde hoorden zij toe aan een hol-
landschen landbouwer, en mocht hij ze verkoopen voor 800 fr, Ter
wijl de boer met de koeien naar de merkt ging. wachtte hem de oud
veroordeelde in eene herberg om het geld te ontvangen. Toen men
echter dezen gingopzoeken, had hij reeds de vlucht genomen. Heden
werden de koeien door haren eigenaar teruggeëischt; zij waren ge
stolen in eene weide te Eede, op hollandsch grondgebied,gedurende
den nacht van donderdag tot vrijdag, en hooren toe aan M. Ranc,
landbouwer te Moerkerke.
- Te Nieuw-Veen, in Holland, is een brandramp geweest,
waarbij 4 kinders 't leven verloren. De moeder had d'onvoorzichtig-
heid gehad 's avonds haar huis te verlaten, na de 4 kinders te slapen
gelegd te hebben in eene kamer waar een groot vuur brandde. De
moeder, half zinneloos, wilde zich in 't vuur werpen.
Den keizer van Rusland zijnen zoon is d'ander week bijna in
de Zwarte Zee verdronken te scheep gegaan, storm gekomen, 't
schip omgeslagen en den Groothertog met zijn gevolg bijna in 't
Pierland
In Rusland is'ne gazetschrijver tot 2 maand gevang veroor
deeld, om geschreven te hebben dat de Russische Religie, een ga
reel is voor't volk.... Moest de wet hier zoo streng zijn, er zaten
zoo eeuwig veel schrijvers vast.
TON IA. Maar, Domien, als ge toch de gazet eens wel door
grondt, bemerkt ge niet dat de schelmstukken zoo schromelijk aan
groeien in 'ons land?
DOMIEN. - 'k Heb al lang die reflekse gemaakt, vrouw.
TONIA. 't Is stelen, branden, moorden, 't is schandalen geven;
er moet een soort zijn die g'heel en gansch wild wordt.
DOMIEN. Ja en 't is precies gelijk in den oorlog, ze kunnen
den lesten man niet optellen en alzoo moeten de gazettiers nog veel
schelmstukken overslaan. Dat ze daar 'ne keer een onderzoek op
doen, mijnjakkerie dat onzen Leopol enzijn Ministers eens hunnen
bril opzetten, dat ze de wijsste en oudste mannen van 't land bijeen
roepen want gaat die vermeerdering van misdaden voort, ons lan-
deken is kapot en verloren,
TONiA. Zou de koning daar niet op peizen? in zijn plaats,
man, 'k zou de gazetten doorsnuffelen, de volksgazetten, gelijk DF.
WERKMAN want'ne Koning moet zijn volk kennen, gelijk'nen
boer zijn land. Wat zagen wij vroeger? Wat deed Keizer Karei
'k Heb het zoo msnigen keer hooren zeggen van 'ne man die dicht
bij d'honderd jaar was en die het wist van zijn vader, die 't g'hoord
had uit den mond zijner oude grootmoeder, en deze wist het van de
tante van haar meter: Keizer Karei verkleedde zich, nu als heer,
dan als boer, dan als werkman of als soldaat en hij ging overal, in
steden en dorpen, op merkten en pleinen en fooren, om aan de
waarheid te geraken.
DOMIEN. Ja, te geraken; want iemand die zoo hoog zit als
'ne koning en omringd is van vleiers, geraakt zoo moeielijk aan de
waarheid als iemand die in nood is, aan geld.
TONIA. Ge zult zeggen: onze koning is niet wel te been om
alzoo over't Land te reizen wel, dat hij zich wekelijks de gazet
doet halen z'is te Brussel ook te koop op den Vlaamschen Steen
weg dat hij ander goei rechtzinnige schriften vraagt en hij zal beter
ingelicht zijn als nu.
DoMIEN. Tonia, ge moest Governante in 't Hof zijn en alzoo
spreken.
TONIA. 'k Zou riskeerenin mijn veertien dagen tegaan; maar
algelijk, 'kzou 't doen de ware vrienden zeggen de waarheid, en
en fladeijers zijn erger als vijanden.... En dit geval daar, te Meche-
len, Domien, hoe wreedvan eenen die doodviel korts nadat hij't
Geestelijk had bespot.
DOMIEN. Daaraan zien ze dat Ons Heer bijtijd nog eens zie-
nelijk zijne macht toont Och armen toch er zijn tegenwoordig
van die ezelskoppenomdat hun hert bedorven is en omdat hun
hoofd 'nen donkeren kelder is, meenen ze dat Ons Heer zijn macht
kwijt is. Maar, meenen doet missen en vroeg of laat vallen ze toch
in zijn handen.... Tonia, 't is tegenwoordig 'ne vieze wereld!
TONIA. 't Slecht staat opzijn teenen
DOMiEN. Jamaar, de goede soort is ook wakker.
TONIA. En den hevigsten strijd komt nu maar aan.
DOMIEN. Ja met dit Ministerie der Vrijmetselarij, 't welk niet
anders zoekt als 't Goed in den grond te booren. 't Is ter oogen uit
te zien dat al hun doening niets anders is dan eenschandige slavernij.
Tot den dag van heden was 'nen Ouder nog vrij over zijn zoons tot
hun 2oc jaar: dan moet 't lot beslissen wie ze heeft den Ouder of
dc Kasern. Maar nu, vrouw, komende Vrijmetsers, en ze zouden
willen dat de kinders van hun 8 jaar, meiskens zoowel als jon
gens, in d'handen van den Staat vallen.
TONIA. Wat een infernaal gedacht!
DOMIEN. Ja, 't is een helsch, een tiranniek gedacht; de Vrijmet
selarij zou al de steêkes en de prochiën willen maken gelijk de groo
te steden: goddeloos en bedorven; en wat zouden d'eerlijke menschen
dan moeten doen? Gedurig met betraande oogen zitten, of klikken
en klakken en marchandisen en g'heel den pottekarrie opnemen en
ievers een vrije plakske grond in Amerika gaan zoeken.
TONIA. 't Is waar, 't is waar; doch er zullen nog ander ban
den springen, eer dat 't Goed volk zich zal verloren geven.... Enfin
't is toch droef van een christene land alzoo te sehalotteren.
DOMIEN. Overtijd nog, onder 't oud Ministerie, was 't ne
lust om ons Belgenland te zien: iedereen was er vrij, en wij bekloe-
gen d'ander landen.
TONIA. Jamaar, nu,'t riskeert dat d'anden over ons hun be
klag moeten maken.
Domien. 't Riskeert, ja; Lucifer staat al achter den toog om
hier den baas te spelen, maar w'en willen van dien baas niet gediend
zijn den grooten helft van 't Land zegt dat!
Tonia. Ja, den dikken grooten helft.