Ik Wreedheden van den Rus.
Nut en Vermaak Verdediging der Rechten an 't Vlaamsche Volif-.
-oe
(10 Yervolg).
VIII. Vervolg der Jacht.
i J^et lan ^e.n '3eer wer" °P eene slede geworpen en verscheide
latte russische vleiers kwamen den bruidegom Polosikof geluk wen-
schen over zijne dapperheid!
Polosikof snoof de bewierrookingen op, doch verklaarde dat de
branschman zijne jacht had doen mislukken en dat hij nu, zonder
dit dier, zegde hij, met verachting zijnen verlosser beziende, nu
den tweeden beer ging aanvallen; en aanstonds gaf hij 't bevel van
voorwaarts te rijden.
Hum! hum! onderbrak de kommandant, ik zou u eens willen
aan t werk zien.
t Is allergemakkelijkst, laat mij maar betijen!
Voorzichtig toch, kameraad ik heb meer dan eens gezien dat
zelfs oude jagers door den beer het vel van hun hoofd werden gerukt;
onder andere, k was nog in de kadetteschool te St Petersburg, als
er een Engelschman, die onversaagd ter beerenjacht ging, eene
klauw in t hoofd kreeg die
se~ 0ch> Pavel, sprak zijne vrouw, ge komt wcêr met uw vertel-
Geen vertelseikes, vrouwen om de waarheid te zeggen zon-
der den Franschman, zou onze vriend hier niet zitten.
u Z~ !kneP_de luitenant: ik gelooft gij wezentlijk dat ik gevaar
heb geleden, Vera?
Ik geloof, sprak de jonge getrouwde, dat de hulp van den
rranschman u piet nutteloos is geweest
Parbleu voegde Pavel erbij, iedereen heeft dat gezien
7 n sPra^ Folosikof nijdig, ik gelooi daar zoo weinig aan
dat ïku meende te verzoekenden Franschman veertien dagen dobbe-
le keten te geven, om mijne jacht gestoord te hebben
Ja, sprak Adoftia, haren man stuur beziende, dat verdient hij!
O, als t uw begeerte is, ik wil u daarin niet storen en zal hem
zelfs bovendien 2 5 zweepslagen doen geven.
Veia, met recht verontweerdigd over die grouwzame handelwijze
ging voor den Banneling spreken, doch hare moeder riep uit dat het
zoo zijn moest en niet anders en de sleden hielden stil; men was ter
plaats gekomen, waar de tweede beer verscholen bleef.
De luitenant sprong in den sneeuw, zegde eenige woorden tot
den koetsier, die met de dames achteruit reed, ging tot den
Franschman die nevens de jagers in 't gelid stond, en sprak hem od
barschen toon F
Geef uw karabien aan 'nen anderen, ik heb u niet noodig om
een tweede maal de jacht te doen mislukken.
^etr1 vv^?' Excellencie, antwoordde Hendrik, zijn geweer aan
Cesar behandigende; en hij ging achteruit gevolgd van zijnen hond
En gij, sprak de bruidegom tot d'andere, letwel op! den eer
sten die schiet zonder permissie, zal 5o zweepslagen ontvangen
Nu, heeren, zegde hij, zich tot de rijke Bruiloftsgasten keerende nu
ga ik den beer uit zijn hol jagen.; ge zult hem haast zien verschijnen.
Menige spotlach scheen de wezens die achter dikke pelswerken
verborgen waren doch Polosikof dacht alleen op zijnen gekwetsten
hoogmoed, wierp zijn geweer op den schouder en trok vooruit ge
volgd van twee boeren, met bijlen gewapend en van Ivan die'een
langen ïjzei en priem in d hand droeg. Weldra waren zij aan eer heu
veltje, het hol van den' beer.
Rap aan 't werkkommandeerde den Rus.
De boeren kapten met hunne bijlen de dikke ijskorst open en
Ivan stak met zijnen priem in den malschen sneeuw, zonder iets teen
te komen. De luitenant werd ongeduldig, snoepte den priem "uit
d handen des jagers en stampte hem met veel geweld eenige voeten
verder in den sneeuw.
Op dit oogenblik hoorde men uit de diepte een dof gebrul de
sneeuw spatte omhoog, ging open gelijk de aarde waar 'ne mol uit
komt, en eensklaps verscheen uit den witten sneeuw, eene zwarte
beerin, met vlammende cogen, welke nu eens gericht waren naar de
stoorders harer rust en dan naar twee jonge beerkes die voor haar
langhairige pooten lagen te krollen en hun beerengekwetter lieten
hooren.
De twee boeren sprongen verschrikt achteruit; Ivan, met den koe
len moed der russische jagers, stelde zijn knie op de sneeuw zijn biil
in d eene hand, en zijn breed mes in d'andere; de Bruidegom bleek
als de dood, had zijnen priem laten vallen, en zocht nu ook zich van
zijn karabien te ontmaken.
Zijn toestand was vreeselijk; elk oogenblik kon de beerin haar
klauw opheffen en hij lag dood; maar de beerin bleef bladsl'F haar
jongskes lagen daar; met den luitenant te treffen, stelde zii' haar
jongskes bloot; zij twijfelde tusschen de moederliefde en de wraak-haar
gebijt kletterde opeen, haar oogen gloeiden en met haar klauwen
dreef zij den sneeuw in d'hoogtc. Honderd passen van daar hadden
de jachtdnjvers zich in troepkes van drij man gevormd en de janers
stonden schouder tegen schouder, de karabien gereed, 't Volk in de
sleden leed doodschrik en de Franschman, d'armen gekruist bekeek
de beerin en zijn vijand, die daar in openbare schaamte en in nakend
doodsgevaar stond.
De beerin bougeerde niet van haar plaats, en hield dWen ster
lings op den Rus gevestigd; Ivan, met bijl en mes gewapend en het
wreede dier geen oogenblik uit 't gezicht verliezende, sprak met
zachte stem tot den bevreesden luitenant Excellencie, gaat stille
kèns achteruit; keert u niet om, of ge zijt dood; schiet niet; u niet
bukken ook; en als de beerin luider grolt, blijven staan!
Hij ging drij stappen achterwaarts; de beerin grolde; de luitenant
bleet staan.
Een der jachtdrijvers wierp een stuk scherp ijs voor de voeten der
beerin, het monster draaide haar om, en Polosikof deek nog eenige
stappen. Een tweede gegrol verwittigde hem, op doodstraf, van te
blijven staan.
Dan werden van drij, vier kanten scherpe stukken ijs geworpen,
de beerin kreeg er eenige op haar huiden] een beerejonk werd gekwetst
en schreide geweldig; terwijl de moer de jongskes met haar poo
ten bijeen vaagde en ze met haar lijf beschermde, dsed de luitenant
nog eenige stappen.
Ivan stond nog altijd schuins nevens denbeer: Ivan, riepen ijn
vrienden; redt u redt u
Ivan rechtte zich,altijdde wapens ind'hand, hij deed een sprong
achterwaarts. Ongelukkiglijk, hij verloor het evenwicht en viel; en
vooraleer dat hij kon opstaan, gelijk 'ne ressort dieopenrekt, de bee
rin was op hem, met een geweld dat de beenderen kraakten; zij over-
trapte den jager, keerde hem om, trok met haren klauw 't vel van
zijn hoofd, en sleurde hem op den sneeuw bij haar jongskes, om deze
tegen de ijsstukken te bewaren.
Op het noodgeschrei der drijvers, had Polosikof zich omgekeerd;
hij was al 5o stappen verwijderd var. de beerindie, den rugnaar hem
gekeerd, hevig liep bij haar jongskes. Het oogenblik scheen hem ge
schikt, om zonder gevaar, een bewijs van dapperheid te geven; zonder
zelfs te peinzen dat hij den armen Ivan kon treffen, legde hij aan en
schoot zijn karabien af.
De beerin liet den jager vallen, lekte met haar muil de plaats waar
de kogel haar getroffen had, en alles vergetende op 't zicht van den
lafaard die haar getergd en gekwetst had en nu bij zijn volk vluchtte,
ze vloog naar hem, schuimende van woede.
Links! Links! riepen de jagers tot den Rus, links! wij kunnen
niet schieten
De verschrikte Bruidegom wierp zijn wapen weg en liep plotselings
op zij door de drijvers, naar de slede der kommandante, alwaar hij
toekwam blootshoofd en verwilderde oogen. Maar de beerin had
haren vijand niet uit d'oogen verloren; en vooraleer een der jagers
kon vuren, was zij vooruit en in de nabijheid van den luitenant.
De kommandantsvrouw zag t gevaaren haren schoonzoon in brand
latende, riep zij tot de koetsiers van in galop weg re rijden. Een dei-
kozakken volgde 't gerij, terwijl den anderen zijn lancie vooruitstak
en den vijand afwachtte. Doch plotselings lagen peerd en ruiter op
den sneeuw; deze den arm gebroken door den val, gene de borst
open gelegd door eenen slag der beerinne. De Russische Bruidegom
hoorde den kozak vallen en de beerin brullen; hij zag de dood voor
zijn oogen, wist geene redding meer, en liet zich in wanhoop neêr-
vllen. W. V.
LOOPENDE NIEUWS. - Er zijn te Roomcn 140 processen
tegen Socialisten; Tc Hamburg, in Pruisen, zijn twee kassen
dijnamiet ontdekt; heden moet de Keizer zijn intrede doen; men
vreesde voor onlusten; er zijn te Berlijn Orsinibommen. Lolo zit
nu te Parijs, en laat 't Kindt in d'ellende; dat is straatmedaillenma-
nier. D'Engelschmans moeten in Afghanista versterkte legerkam
pen maken om er stil te blijven tot in Januari. DeE. H.Pastoor
van S' Denys zit gevangen, omdat hij den laatsten wil van eenen
stervenden heeft bekend gemaakt; uit 't gevang heeft hij eenen hert
roerenden brief aan zijne Parochianen geschreven; hij zegt erin dat
hij in de grootste gerustheid en den zoetsten zielsvrede zij11e straf uit
doet. Te Maldegem was onlangs een koei gestolen; den dief is
aangehouden; hij was maar den 20 November uit de gevangenis van
Middelburg losgelaten. Te Couckelare, in 't Brugsch, is de ge
naamde De Wulf, 21 jaar oud, van eenen boom dood gevallen; hij
was onderhevig aan de vallende ziekte. KORTRIJK. Witte
tarwe, 21 a 22 tr; Aardappelen, gele, 9 a u,5ofr; Roode 10 a
12,5o fr; Boter per halve kilo, i,32 a 1,69 fr; Eieren 3,48 a
4,68 fr.
St-GILL1S-WAAS. Mijnhaeren lozers van de Workman Ik kan niet
nalaten u eenig nieuws te melden dat op zondag 1 December 1878
te St-Gillis-Waas in do herberg Waterloo plaats groep. Gust. Somer
linck, Jan Van Hoey, Camiel Jacquet en Jos Van Bogaert, waren tc
samen aan het spelen met de t aart. Van Hoey kroeg :i derdens van een
aas en een vierden van taroef aas Van Hoey met al zijn spel, ging al
leen, met het inzicht al de slagen te halen en eindelijk had hij vier sla
gen! Ziehier hoe Somerlinck speelt herten welke VanBogaert kocht
Van Bogaert speelt koeken welke Jacquet kocht, en Jacquet speelt kla
veren welke Somerlinck kocht, en zoo voort totdat Van Hoey, eindelijk
de vier laatste hooge taroeven overlegde waarmede hij vier slagen
behield. Ziedaar het nieuws welk weerdie is aan de geëerde lezers van
de werkman bekend gemaakt te worden. Het wierd gespeeld in het
bijwezen van Louis De Caluwé en Aug. Van Hoey, door dewelke het
aanstonds inde herberg werd bekend gemaakt.
SPREUKEN. 't Geluk heeft weinig plaats ven doen. Een" "dag-
is er wel dry voor hem die elke zaak op zijnen tijd doet. Die 't goed
van 't kwaad niet onderscheidt, stelt zich bij de dieren. Laat ons niet
oprekenen wat wij voor de anderen doen, dat verkoudt de ziel. Die
met werken zijn brood wint, mag nevens keizers en koningen 't hoofd
verheffen. Handelen in grampschap, is te scheep gaan gedurende een
onweder. Heden uw Doorluchtigheid, morgen op het strooi geleid
zoo gaat het in de wereld. Die zijn medemensch ziet lijden en onver
schillig blijft, heeft geen menscholijk hert meer.