binnenlandsch nieuws.
Een eenzaam en rechtzinnig
Parlement.
Stant. Visn, jonge», 't is
bliksems koud
Viin. Da.t winterkea zal
tallen.
Stant. 't Vriezen herbegint
Kom, laat er ons wel indoeffelen en
een beetjen onder die lanteern
staan... Arme sukkelaars en suk-
kelaressen, die nu zonder voedsel of
kleeren zitten.
Vien. Och, er zijn er zooveel
die meeten leven gelijl; de muschkes
op den sneeuw, al armoê lijdende
den winter deor
Stant. Vien, die nu in over
vloed is en niet en geeft, hij zal zich
later wel werremen
Vien. Ongetwijfeld Er staat
'ne wee voor zulke menschen ge
reed
Stant Maar, och heere er
zijn er tegenwoordig die leeren en
schrijven dat er geen ander leven
is... En wat volgt daaruitDaar
uit volgt, gelijk de pijn op den slag,
dat die soort onbermhertig wreed
moet zijn wie kan dat loochenen
Vien. En indien 't zoover moest komen, dat die slechte leeringen
in de Bevolkingen dringt, wat zouden wij hebben en zien
Stant. De wereld zou een spelonk en een tiegershol worden, van
don eenen kant rijken zonder hert, en van den anderen kant, werkvolk,
dat als tiegers zou opspringen.
Vien. 't Is waar... Brrr... God beware ons daaraf!
Stant. Vien, wij lozen in De Werkman dat de Sociëteit van Vin»
contius op éen jaar, énorme sommen, millioenen en millioenen heeft uit
gedeeld, vrij gratis uitgedeeld.
Vien. - Dat is loffelijk Dat zegt meer als al den praat der Geuzen
en der Socialisten En wat zullen we daaruit besluiten, kameraad?
Stand. Het volgende Dat de katholieke princiepen met meer
foroe tot de Liefdadigheid trekken, als al de lokomotieven der wereld.
Vien. Indien men 't katholiek liet 'doen, ai d'ellende ware ver
zacht-, er zouden weezenhuizen genoeg zijn voor al d'ouderloeze kinde
ren en woonplaatsen voor al de dolende schapen... Maar wat is 't
Stant, Ja, wat is 't? met een stommigheid zonder weêrga, hoe is
't mogelijk, wordt in alle Landen de Religie tegenwerkt en bevochte».
Vien. Zie 'ne keer in Frankrijk, Stant
Stant. Hoe prijachtig toch Z'hebben nog den smaak in hun zie-
lement, van de ratten die z'onder de Commune moesten eten, en ze kie
zen, venterdpje dezelfste kaffers
Vien. Maar zou't daar juist gaan in die kiezingen? Ge moogt
'ne Geus maar betrouwen zeover als g'hem ziet.
Stant. En nog zoover nietal de trokken en al de finessen zijn
de zijn En die algemeene kiezing, dat is dikwijls de grootste schrok-
kerié die kan uitgepeisd worden.
Vien. Maar, alia, naar al wat de Franschmans gezien en geleden
hebben, zouden ze toch, ten minste al die voor een vierendeel treffelijke
gevoelens hebben, ze zouden moeten met hun armen omhoog staan, om
kerels gelijk Gambetta, Rochefort en consoorten van 't Bestuur te hou
den..Wat is uw gedacht daarvan, Stand
Stant Als er 't kwaad 'ne keer in is, krijgt het eruit. Hooveel
dieven beteren zich niet ïiiet in 't gevang te zitten 't Zijn de slechte
•scholen, die Frankrijk tot in 't merg bedorven hebben en nog bederven..
Dat is mijn propoost
Vien. Ja, die slechte scholen Zelfs als een kind goei scholen
gehad heeft, 't valt nog dikwijls in slechte manieren,wat moat er komen
van slechte scholen
Stant. 'ne Landbouwer die goed zaad werpt, heeft nog dikwijls
onkruid, en dengenen die onkruid zaait, wat zal hij vinden?
Vien. 'nen Akker van distels en van dorens, een verwoesting en
uitputting van den grond.
Stant. Arm Belgenland, is dat uw lot
Vien. De Oeuzeu zouden dat willen.
Stant. Naai die lessen in vreemde landen, nadat wij zien hoe den
ouden keizer van Pruisen zijn verstijfde armen omhoog steekt en overal
roeptLaat ons aan 't Volk een christelijk onderwijs geven
yIEN. Wat baten keers en bril als de uiLniet zien en wil
Stant. Zou dat helsch spelleken hier lukken
Vien. Neen 't? In de Vlaanderen toch niet; al do Christens Moe
ders zullen zich toonen, om de ziel hunner kinderkas te beschermen en
te verdedigen
Stant. Kom, kameraad, laat ons nu voorts ons ronde doen. En
die pest in Rusland, dat schijnt een vreeselijke kwaal te werden.
yIEN. Op oorlog volgt gemeenelijk pest en hongersnood.
Stant. Straffen, man, straffen!
Vien. In don ouden tijd, als er straffen kwamen, de Koningen ver
nederden en bukten zich tot op den grond, gelijk Koning David.
Stant. Maar nu, temidden van al dio eeuwige straffen, ze blijven
stokkestijf. De koppigaards, d'kooveerdigaards Stokkestijf tegenover
den Schepper van hemel en aarde; Vien, slaat uw oogen omhoog en ziet
daar al die eeuwige sterren Dat is't werk van God En wij, nietige
anrdwempjes, wij durven ons tegen Hem verzetten
Groote Ramp op den IJzeren Weg.
Zaturdag is de exprestrein, uit Brussel ten 5 ure 20 minuten naar
DöfRtiijk-vertrekkende. te Bassilj, bovtm Ath, van de rails ge,joope«.
eM»aff-éèft1ft8ï gttSBRén;' 3ë It&örffttjerkóttk'iri dèri
volgende rijtuigen werden rechts en links van de baan geworpen,
terwijl de andere met een verschrikkelijk geweld op de lokomotiel
liepen; 2 rijtuigen van ie klas werden gansch verbrijzeld en 2 an
dere der 3C klas zijn het eene in het andere gedrongen.
De gevolgen zijn schrikkelijk geweest2 reizigers gedood, den
machinist insgelijks steendood, de stoker, door eene stoomontsnap-
ping getroffen, dat men voor zijn leven vreest: twee reizigers, de
beenen gebroken en verscheidene andere min gevaarlijk gekwetst.
De reizigers der derde klas, die dood bl»ven, zijn M. Severin
Fourreau, wonende te Brussel, in de Liefdadigheidstraat en M. A.
Pisart van RuckelingenFourreau ging binnen eenige dagen trou
wen met een dochter uit Ath en had zijn papieren in den zak. 't Is
te wreed om te bepeizenfrisch en gezond, vol vreugde en moed op
't convoi stappen en er zijn dood vinden! Op den achtersten wagon
zat een toezichter der IJzeren-Wegen, M. Barré, met zijn twee zo-
nen, ze zijn ongehinderd gebleven.
Aanstonds zijn de Geneesheeren uit Ath de gekwetsten komen
verzorgnn en zijn werklieden ontboden om de baan te ontruimen
nog-denzelfden avond was de spoorbaan hersteld doch ongelukkig!
het verlies van dooden en gekwetsten kan niet hersteld worden. De
gebrokene rail is onder zegel geplaatst en er geschiedt een streng
onderzoek.
De twee personen, die met gebroken beeneri werden opgenomen,
zijn de barons d'Ogimont en du Sart. De stoker is in 't hospitaal te
Doornijk en men peist hem in 't leven te kunnen behouden.Onder
de gekwetste is-Mme Dewerte, de vrouw van 'ne kapitein van het
3de chasseurs; in 't compartiment der barons zaten nog twee
personen, die aanstonds gevlucht zijn 't is'ne Priester en M. De
Coninck, van Laeken, die de gekwetsten uit de verbrijzelde rijtui
gen haalden. Wondergeval! M. du Sart had zijne plaats ver
laten om iets te gaan lezenzonder dat ware hij vermorzeld ge
weest. Een ingenieur werd langs boven de lokomotief geworpen
en kwam ongedeerd ten gronde. 't Is de elfste ontriggeling se
dert 14 dagen; men wilt hebben dat er veel versletene en gekaste
rails zijn. Vroeger trok de bediende die eene fout aan de rails ont
dekte, eene premie van 5 fr. Dat is afgeschaft. In de ramp nabij
Ath, zijn nog ander gekwetste die gevlucht zijn. Aan 't Bestuur
der ijzerenwegen gaat een proces aangedaan worden, voor schade
loosstelling wegens pijn en smerte. Er waren 60 reizigers op
den trein. Mr den Inspekteur Barré was in derde klas gegaan om
gemakkelijker met zijn zoons te kunnen klappen en alzoo is zijn
leven gered.
De schurkerij, tegenwoordig, ge zoudt zeggen, ze wordt in
boeken gestudeerd Zoo waren er te Brussel vier kerels, die in de
Lakenstraat een groot huis openden, met groote blinkende plakken
en berichten, alsof z'affairens deden met de gansche wereld; er
werden rijke plaatsen beloofd aan degeen die een borgstelling van
5oo of 1000 fr. wilden geven. Vele jonkheden vielen in 't net en zoo
palmden de schurken rond de 5o,coo fr. in. Twee der lappers zijn
met de kas gevlucht; de twee andere zitten vast; den eenen voor 5
jaar, den anderen voor i3 maand.
Er is te Brussel weeral eene dievenbende aangehouden, die
langs de waaivensters in de magazijns drongen en tot nu toe aan de
policie waren ontsnapt. Aan 't hoofd dier bende zijn de echtgenoten
Sickeschmidt. Er zitten er al 12 van de bende vast. 't Is een vrouw
van St Joost ten Noode, die de Policie op het spoor heeft gebracht.
Zondag, ondanks 't verbod der Policie, waren te Brugge 10
jongens op de vaart gegaan, nabij de Gentsche Poort. Eensklaps
brak het ijs en al de knapen zonken in't water; drij jongens van
11 tot 12 jaren zijn verdronken. T'Ardoye is 't huis van Ivo
Verhamme afgebrand, door 't omstorten eener petrollamp, die op de
kas stond. Te Pervyse, nabij Dixmude, is dander week een lo
komotiel op cer.en reizigerstrein geloopen; 'ne waggon verbrijzeld
en drij reizigers gekwetst.
Op den VERKOREN MAANDAG van West-Vlaanderen is Joseph
De Jonckheere, te Meenen. rampzalig aan zijn dood geraakt. Hij
reed over den ijzeren weg te wege, als de vierduivel aankwam,
en peerd, en man, en wagenomverre wierp. Joseph was zoo deerlijk
gehavend, dat hij na twee uren een lijk was; hij heeft nogtans't
geluk gehad van met volle kennis de Sakramenten der stervenden
te ontvangen. J. De Jonckheere was weduwenaar en laat tien kin
deren achter.
Velen sterven schielijk en onvoorziens, zegt Th. a Kempis....
de dag van morgen is onzeker; en wat weet gij of het voor u zal
MORGEN worden?.... wees dan altoos bereid en leef zoo, dat de
dood u nooit in ongereedh°:d vinde.
NAMEN, 20 jan. Een werkman, in dienst bij het bestuur
van den ijzeren weg van Namen naar Givet, bevond zich woensdag
avond opeen trein die in de statie te Hastières manoeuvreerde. Op
het oogenblik dat hij van zijn rijtuig op de baan sprong, vertrok een-
reizigerstrein uit de statie; de ongelukkige werd door de lokomotief
verrast en onder de wielen van den trein verpletterd.
N1JVEL, 2ojan. Verleden vrijdag hield de trein van 3 ure,
van BrusselnaarCharleroi, opeen tamelijk grooten alstand van onze
statie stil. De reizigers, die in het eerste oogenblik eene spoorweg
ramp vreesden, waren niet weinig verwonderd, toen zij een aantal
gendarmen en policie-agenten den trein zagen omringen. Een aantal
personen, de eenen in pachters, de anderen in eenvoudige burgers-
kleeien, werden uit den trein gehaald en onder goed geleide naar da
gevangenis van Nijvel gebracht. De aangehoudenen maken alleen deel
van eene bende zakkenrollers, waarop de policie reeds sedert langen
tijd een waakzaam oog hield; eene depeche, waarin hunne aanhou-
jding werd bevolen, had Nijvel bereikt voorde aankomst van den
jtrein, met welken de bende vertrokken was.