0e Vlucht uit Siberië. (ECHT VERHAAL UIT ONZE DAGEN). 4e Vervolg. Den derden dag was aangebroken. Cesar werd nogmaals door den luitenant ondervraagd en ant- wooidde met dezelfde vastheid; maar de fijne Rus gat bevel van twee ander kozakken te geven; uit vrees dat degene, die tot heden den 1 olak bewaakt hadden, mochten omgekocht geweest zijn. Onze vriend bekommerde zich daar niet mee, en maakte zijn <*e- reedschap voor die groote reis. Marfa, van haren kant, bleef met werkeloos zij nam twee flesschen genever, deed er een zeker kruid in, haar door den Franschman gegeven, legde die flesschen bij de kruiden, rome er een pak kleêren in en, geholpen door Piotro, werd alles naar den boot gedragen Heilige Moeder Gods, bad de 1 olonese, in l binnenste harer ziel, de gevaren zijn groot; doch memand heelt U ooit te vergeefs aanroepen! Kom ons ter hulp en geen enkele dag van ons leven, of wij zullen U onze dankbaarheid betuigen. Piotro en Cesar roeiden en de boot kliefde door de watersde twee kozakken, t geweer in d hand, vestigden hunne cipiersoogen op de Bannelingen, als vreesden zij dat deze in de lucht of onder 't water gingen verdwijnen. Zij stappen afPiotro drukt d'hand zijner vrienden en keert terug naar de vloot de Kozakken volbrengen stipt hun order van de Ban nelingen te volgen overal waar zij gaan; zoo g'escorteerd, trekken Cesai en Maria de bergen op, tot dat zij aan een open veldgekomen zijn, dat uitgeeft op eenen onafzienbaren kouter van moerassen,met hoog net bedekt. Daar, in 't riet verborgen, zat een Ostiaker met pijl en 0005, en eenen hond die zorgvuldig gemuilband was, om hem t bassen te belettèn zijn oogen volgden gedurig de twee Per sonen, die door Kozakken begeleid, een uur lang over e'n weer gin gen; eindelijk, ze staan.... Cesar haalt eene flesch uit, waarin Marfa een klein handsvol russische kampernoelie heeft gedaan; dit kruid, in kleine hoeveelheid genomen, stilt de hersens en geeft slaaplust maar me er te veel van neemt, valt neer, om nimmer op te staan De Polonese kende de groote kracht van dit kruid niet, cn had er genoeg in gedaan, om twintig Kozakken van kant te helpen.... Het gedacht der bannelingen was van de Kozakken dronken te maken... Om genever te drinken,zijn de russische soldaten altijd bereid...Zoo zag de Ostiaker van uit zijne schuilplaats, dat de soldaten niet moes ten aangespoord worden, om de glazekens likeur naar hunnen mond te brengen. Als d eerste flesch geledigd was, verscheen de andere;... de mozakken begonnen hunne armen te zwaaien, te zingen en te springen;... korts nadien schenen zij op hunne beenen te waggelen en vielen ten gronde, gelijk stokken lood, zonder leven ofbeweging De Polakken bezagen malkanderen. Zulke spoedige dronkenschap hadden zij nog nooit gezien.... \Yat gedaan nu Zij waren vrij; de twee bewakers lagen daar voor verscneide uren hinderloosen denmannen der vloot zouden een ganschen dag in geruste afwachting blijven: «.Moeder Gods, u i 3 me^ Eiider stem, haren echtgenoot omhelzende; kom ons ter hulp en geef dat wij onzen medegezel spoedig vinden Hij kan niet ver van hier zijn, ik zie hier teekens van hem. - En hij is hier in persoon! antwoordde eene stem. Zij keerden zich om en zagen een man, zoo blond als de Fransch- n?.an...™ln was! hi| had eenen boog in d'hand, een rennenvel om zijn lijf en geenen baard op zijn wezen. Gij herkent mij dus niet Vrienden sprak hij. Hendrik! lieve Hendrik! vroeg'Marfa, nadat de eerste aandoe ning voorbij was; door welk mirakel zijt gij ontsnapt Och lieve zuster, wij zullen later alles wel vertellen. Eerst en vooral, een woord Cesar, ge blijft vast besloten van te vluchten Ja, vast en onherroepelijk 7 Dank dank in leven en dood, malkander ondersteundvoor Goci en voor onze Vrijheid. Leve Polen! Leve Frankrijk! hoort nu ik woon bij de Ostiaks: van heden af, ben ik Hendrik niet meer' maar Matchevitz, een bezeroviaansche jager, bloedverwant van Krasna-Gora, welken wij gaan vervoegen, om achter sabeldieren te jagen. En ik vroeg Marfa; en Cesar 7"j..9eS"r ^eet °tro en zal mijn broeder wezen; gij zijt Fedora en blijft zijne vrouw. Desnoods zullen wij van naam veranderen. Laat ons nu naar de Kozakken terugkeeren. En tot verzekerin» neem eene dezer twee pistolen en opgelet ...Pe t.weir. Russen lagen daar stokkestijf. Hendrik trapte op hun lijf, stak zijnen pijl in hun vleesch, geen teeken van leven YV'heb- ben nu den ganschen dag voor ons zegde hij. Den ganschen'dag! sprak Cesar, bleek wordende; ziet toch eens Waar -Op den stroom Hendrik en Marfa wierpen hun oogen langs dien kant en lieten een noodgeschrei hooren. In de verte zagen zij eene schuit, door zes loeiers voortgedreven; de russische vlag stak erop en 't vaartuig richtte zich naar de plaats waar de Polakken aan land gekomen waren. Was er verraad geweest? of had de luitenant vermoedens over de listen der vluchtelingen? Wat gedaan wat gedaan vroeg de Polak. Doen wat ik doe, sprak de Franschman-; de karabien der Ko zakken nemen, naar de dkke rieten vluchten en komen zij ons te na. ons verdedigd totterdood Op een oogenblik was dit gedaan; Hendrik sloeg den staak neêr om de vervolgers van den weg te helpen; hij stak Maria in d'hand al wat zij dragen kon, roepende: langs hier! langs hier! Maarnau- «SaiMUBfjaM-yraraa-HCT rg.vi.3H) wehjks waren zij vijftig stappen ver, als zij tot aan de knicn in den stijkgrond zakten: Uwe sneeuwschoenen? vroeg Hendrik Ver geten vergetenze liggen nog bij de Kozakken! Wacht mij hier! en tracht u los te trekkenik ga ze halen Naar de plaats oopen, terugkeeren, de sneewwschoenen vast aan hun voeten bin den, was 't werk van e'en oogenblik. Maar reeds hoorde men een gekraak van riet cn eene welgekende stem die nep: Langs hier! de staak moet hier gestaan hebben! Al de duivels der hel! de verraders zullen het duur betalen! Ivan vooruit en zoek de speuren op! De schelm, morde Hendrik, hij is er dan ook bij. Uwe Edelheid, sprak een Kozakhier zijn ze geweest En hier, voegde een andere erbij, hier zijn de twee bewakersDron ken! Dronken! Neen, dood! - De wapens gereed! komman- deerde Polosikof; de wapens gereed; ziet ze vluchten! een, twee en de derde is de vervloekte Frantjouse. Ze kunnen ons niet ont' snappen! Vuur! en zeven kogels vlogen boven dehoofden der vluchtelingen. Om in de dikke rieten te geraken, waar zij het voordeel hadden van sneeuwschoenen te hebben, moesten de vluchtelingen eene vlakte over, in welke zij onder d'oogen der Kozakken verschenen Vooruit! vooruit! gered! riep Hendrik als hij' 't gefluit der kogels hoorde koeragie wij zijn gered! Maar deze uitroeping werd van Cesar door een noodgeschrei beantwoord; een zijner sneeuwschoenen was gebroken Reeds zonk een zijner voeten in demoeras! Marfa kleefde zich aan haren echt genoot v«st, en riep dat zij daar met hem wilde sterven. Neenneenbrulde Hendrik, den Polak opnemende en voortsleurendeal te samen gered of al te samen sterven! Te mid- den van 't riet is de grond harder, daar moeten wij ons verschuilen! V. Belegering. ,,.77 En wat nu gedaan? vroeg de Polak, als zij in hnnne oogen- bhkkelijke schuilplaats wafen. Er was wel rede om met verwondering uit te roepen: Wat nu gedaan? Verbeeldt u, geachte Lezer, eene soort van eiland mis schien honderd voet lang en breed, bezet van rieten, en gansc'h om ringd van moerassen, waarop niemand den voet durft zetten dan jagers, die daarvoor expres eene soort van lange platte breede schoenen hebben, die over den slijkgrond slibberen. Van deneenen kant zagen onze Vrienden, de Kozakken die een middel zochten om aan de neten te geraken; van den anderen kant, langs waar zij bij de Ostiaks moesjen, daar was het eene zee van slijk. gedaan? herhaalde Cesar; hadden wij maar vleugels gelijk de rotganzen die daar labberen. 0 (Wordt voortgezet). EEN SCHOON COMPLIMENT. Een rijke koopman uit de stad ging met zijn zoon, ne kadé van rond da 10 jaar, naar buiten wandelen Ze kwamen ne pachter van hun kennis tegen. Mijnheer Pachter - Goed weer ?- Gewenscht - Veel wild - Schoon velden enzoo- voorts En dat is uwen zoon - Ja 't, Pachter - Hoe groot en hoe struisch; zie, mijnheer, zonder u te flatteeren, wat zou dat 'no schoenen koeiwachter zijn EN WAAR ZIJN In een stad van Engeland zijn er vrouwmen- schen, die een kaffesocieteit geformeerd hrbben en z'ich verbonden van hun gebuurvrouwen nooit kwaad te zeggen, maar altoos goed Achter eemge dagen waren al hun negen tongen beroest van stille te li-ven Watnu gedaan? DE FESTIN RUSLAND. Van den eenen kant schrüft den Rus dat de Pest met voortgaat, maar van den anderen kant komen er tijdin gen dat integendeel die wreede ziekte voortgaat en veel slachtoffers maakt, en dat de besmette streek zeer slecht bewaakt wordt Zao is oen persoon die de pest had, tot in een dorp geraakt togen Moskou en heeft er de ziekte voortgezet. De Donninen waar de Pést zijn droeve rol speelt, liggen m t Noorden van Rusland, op den weg naar Siberië- in dees jaargetijde is heter zeer koud en alles ligt bevrozen; vele zieken die gevlucht zijn, liggen buiten bezweken en men vreest voor de lente als de warmte komt, dat de damp dier lijken ijselijke gevolgen kan heb ben. Tot heden is de ziekte in geen naburige landen voortgezet, maar de Goevernomenten nemen toch strenge middelen van voorzor" PRIJSRAADSELS. Nu is't'ne keer'ne rebus; ('t eerste figuur kent eenieder; dan komt b, a, ba en iets van een zeeschip, dat aan den grooten mast han»t en waarvan nog al dikwijls matrooskesin de zee vallen en verdrinio.n als z'er niet uit komen of niot, uitgehaald worden; dan... maar 't ander' zal men gelieven te zoeken). SPREUKEN. O hoe goed en hoe vrederijk is het van anderen te zwijgen, niet alios zonder onderscheid te a-elooven of niet lichtvoordig iets voort te zeggen. Heb een goed geweten en ge zult immer blijde zijn. De boezen genieten nooit ware vreugd, want zij voelen den inwondigen vrede niet. Is uwen vijand zeer gestoord, verzoent hem met een minzaam woord! En weest geen pauw in uw gewaad, geen papegaai in uwen praat' geen oievaar, wanneer gij eet, geen gans als gij daar henen treedt. Te koop in onze bureelen De Ark van Noë 2,00

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 3