I t Verschijnt alle Vrijdagen PARLOIR. Op dees eerste en frop de tweede bladzijde, zal de ge dachte Lezer vinde», de Vastenbulle 7 der Belgische Bisschoppen: een stuk f van 't allergrootste belang. Het is zondag op al de Preekstoelen afgele id zen, maar het dient met eigen oogen ^gelezen en gemedeteerd te worden, y om in de ziel overtuigd te zijn van (j- de helsche manier, op welke de Vrij- A metselarij, de Staatscholen wil inrich- 7 ten. Wij zouden deze week lare»dv«e- V rig moeten spreken, over de Bijeen- 4 komst, te Roomen, Oerkatholieke a gazettiers, om Paus Leo XIII, bij i den eersten verjaardagzijner Kroning, 7 geluk te wenschen. Er waren 400 f gazetschrijvers aanwezig en rond de ^800, die hunne deelnenaing aan de 7 Betooging hadden gezonden. Leo XIII, omringd vanal de Kardinalen, y heett de Deputatie ontvangen en jh krachtig en vaderlijk gesproken, van a de belangen der Kerk en der Samen- leving: 't is ongehoord, schrijft men (7 uit Roomen, met welken iever dien A grijsaard van 69 jaren, aan 't hoofd Z van 't Christene volk vooruittreedt. erkman ZEVENDE JAAR N° 332 28 Februari 1879. Prijs in bureel of winkels 5 centiemen Met de post of te hnis gebracht 2 50 's jaars Vooraf betaalbaar. Voor Frankrijk en Holland. 4,50. AALST, P. Daens-Mayart, Leopoldstraat, 77. 't Is een les en een voorbeeld aan j allen. De stem van Paus Leo klonk zoo krachtig en zoo helder dat degeen J die van achterin de zaal stonden.hemi zeer gemakkelijk konden verstaan. De Paus heeft in 't bijzonder met de Belgische afgeveerdigden gesproken. O. J. V. B. te G. Ja al die - de Werkman koopt, 't is gelijk waar of hoe, magmeêprijskampen. Th. S. te N. 't knaapje zijn oplossing is 1 niet slecht; doch onder ko* is nog 3 iets, en dat staat er voor de ganzen niet. Vriend A. te G. Proficiat!!! Vr. te N. ge ziet het, een lang relaas over feestelijkheden kunnen- wij niet geven, 't is onmogelijk!. t PRIJSRAASËL N° 7. Vijf letters maken mijnen naam, In 't Oud Verbond zeer hoog geprezen; Neem de drij eerste letters sa&m. En wéér een naam za) voor u wezen Een achtbaar man, 'k zeg 'ne FVoleet, Een Godsgezant, om 't volk te.leiden, Die zonder vrees zijn plichten kweet En voor de waarheid kloek bleef strijden Wat is de reet zal men mij vragen De laatste twee zijn aan den wagen. HERDERLIJKEN BRIEF en BEVELSCHRIFT VOOR DEN VASTEN VAN Z. EM. DEN KARDINAAL-AARTSBISSCHOP EN VAN HH. HII. DE BISSCHOPPEN VAN BELGIB. Zeer Beminde Broeders, Smartelijk ontroerd door de woorden des Konings bij het openen van den wetgevenden zittijd, en hoe langer hoe meer beangstigd door alles wat over de inzichten van het ministerie nopens de wet van 1842 aan den dag kwam, hebben'wij noch onzen angst kunnen doen zwijgen, noch u zónder leiddraad kunnen laten bij het naderen eener groote beproeving, of liever eener vervolging van den trouw- oossten en gevaarlijksten aard. De zwaarwichtigheid der omstan digheden legde ons den plicht op te spreken voor de zaligheid der zielen van de katholieke kinderen, in den naam van Gods Zoon, die hen met zijn bloed heelt vrijgekocht, en in den naam der Kerk, die hunne Moeder is. In eenen eersten herderlijken brief, hebben wij u eenige overwegingen voorgesteld op de noodzakelijkheid van aan de kinderen eene zedelijke en godsdienstige onderrichting en opvoe ding te geven in de school, en wij hebben u herinnerd dat de school, in een katholiek land, een hulpgesticht moet zijn van het huisgezin en van de Kerk. Wij hebben bewezen dat de wet van 1842, volko men overeenstemmend met de Grondwet, deze noodzakelijkheid uitdrukkelijk erkent, en, rechtmatig toegepast, aan dezelve voldoet. Sedert zes en dertig jaren is zij in werking; zij heeft de proef door staan. Onder burgerlijk opzicht, heeft zij de verwachting des wetge vers beantwoord, ja overtroffen heeft zij ten aanzien van den gods dienst niet altijd en overal hare beloften gehouden, het is de schuld dergenen welke, met de uitvoering gelast, den geest der wet hebben verwrongen. Wij hebben u vurig verzocht uwe pogingen met de onze te vereenigen om het geloof en de zeden der kindsheid, als de hoofdbelangen van huisgezien en maatschappij, van Kerk en Staat, te verdedigen en om uwe duurbaarste rechten van burgers en katho lieken, zoo ernstig, zoo ten onrechte bedreigd, te doen eerbiedigen. Eindelijk hebben wij u gevraagd met ons den Hemel te smeeken om van ons geliefde België te verwijderen de gevaarlijkste beproe ving, de toepassing aan de kindsheid van een onderwijs zonder God, en de gevoeligste onteering welke een christen volk kan overkomen, de geloofsverzaking in zijnen naam en tegen zijnen dank door de wet van het land. Onze oproep heeft op uwe gemoederen en op uwe herten, Z. B. B., den indruk gemaakt, dien wij te verwachten hadden van uwe aangekleefdheid aan den godsdienst uwer vaderen en van de voor ouderlijke standvastigheid der Belgen op alle tijdstippen dat hun katholiek geloof door het wereldlijk gezag verdrukt werd. Gij hebt ons de medewerking beloofd van uwe pogingen en van uwe gebe den. Wij loven onzen God en Zaligmaker Jezus Christus over de wonderlijke zelfopoffering en edelmoedige inzichten welke Hij u inboezemt. Reeds komt de wettelijke tegenstreving overal tot stand; reeds uit iedere katholieke haardstede, zoowel als van aan den voet des autaars, stijgen hemelwaarts vurige smeekingen. Zet uwe po gingen voort, verdubbelt ze met de krachtdadigheid maar ook met de gerustheid, welke voortspruiten uit de kennis van een grooten plicht, die te kwijten is, en van een geheiligd recht, dat men moet terugeischen en bekomen. Zet uwe gebeden voort, verdubbelt ze met de overtuiging der zwaarwichtigheid van de aanbrekende be proeving, maar ook met de vaste hoop van de hemelsche hulp, de zegepraal uwer rechten, den vrede en het heil des lands te bekomen en zelfs te verhaasten. Met nog meer redens dan over eenige weken, herhalen wij u, Z. B. B.: WERKT EN BIDT! want hetgevaart nadert, het bereikt ons, het is gekomen. Het ontwerp van het landbestuur heeft het licht geziende Ka mer der Volksvertegenwoordigers heeft het in handen. Gij kent de schikkingen van dit wetsontwerp. Wat den godsdienst betreft, de ontworpene wet sluit denzellden uit het programma van het onderwijs dai ten koste van den Staat gegeven wordt. Het godsdienstig onderwijs, wordt gezegd bij Arti- 4, het godsdienstig onderwijs is aan de zorg van de familiën en van de bedienaars der verscheidene eerediensten overgelaten. Al de gevolgen, welke deze schikking van artikel 4, zelts onder het bijzonder opzicht van de leering des meesters en het onderricht der kinderen, na zich sleept, kunnen wij hier niet uitleggen. Hiertoe zouden wij aan dezen herderlijken brief, die tegelijk eene Vastenbul is, eene in deze omstandigheid te groote uitbreiding moeten geven. Doch er is een gevolg dat wij u moeten aantoonen, omdat het door zich zelve klaar genoeg doet zien hoe verderfelijk, hoe dwaas de schikking van artikel 4 is, daar de toestand van den katholieken gemeente-onderwijzer onmogelijk wordt en de invloed van het ont worpene stelsel op de ziel van het schoolkind zeer rampzalig is. K et bestaan van God, één in zijne natuur, schepper van altes wat bestaat, bewaarder en opperste bestuurder van het heelal en van de menschelijke samenleving, looner van het goed en straffer van het kwaad, dit bestaan is, wel is waar, eene waarheid door de rede zelf bewezen, doch het is ook het voorwerp, het onderwijs van het geloof, eene godsdienstige leering, een geloofspunt, niet alleen voor de kinderen, maar nog voor alle menschen. Noch de rede, noch de wijsbegeerte, maar de christelijke godsdienst heeft aan de volkeren eene klare en volkomene kennis van deze waarheid weder gegeven. Welnu, deze geloofsleer, dit wil zeggen, de kennis der waarheden die daarin besloten zijn, zal gelijk al de godsdienstige leering, ja, noodzakelijk verbannen wordeh. De lagere gemeente school zal dus, krachtens de ontworpene wet, EENE SCHOOL zijn ZONDER GOD. Het wetsontwerp stelt nogtans DEZEDELEER aan het heofd cF leerstoffen van de lagere Staatsscholen. Maar gij zult u door d' tT list niet laten bedriegen. Wat is inderdaad DE ZEDELEER ZON -ien GOD Het is eene zedeleer die van God NIET AFHANGT, d' DER zeggen, eene gedragslijn welke iedereen voor zijn eigen maa' it wil grondregel zoo veranderlijk als de menschelijke wil. Zulke .At, een in plaats van de persoonlijke belangen te overheerschen, o' zedeleer. zij aan dezelve en, verre van de driften te bedwingen nderschikt maar al te dikwijls de afdwalingen van. Het is de zede!' wettigt er geene hebben. Zat het misschien uit dezoogezegd' eer van die er ZEDELEER zijn dat het Staatsonderwijs de plichtker 4 ALGEMEENE Maar het wetsontwerp sluit vooreerst uit de s' ,nig zal putten! ren en het kwijten der plichten van den mensch jf _hool het aanlee- de kennis van God! Welk uitwerksel zal op d eens God, en zelfs .en geest en op het

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 1