r Een fameuse troostik zou liever een kansken zien, al ware 't nog zoo klein, om hier uit te geraken.... En Marfa! ons arme Marfa! Neem geen aandacht op mij, sprak de Polonèse, met Gods bijstand zal ik trachten mijnen man te staan. Maar Hendik hoorde die woorden bijna niet; al zijne aandacht was gevestigd op de Kozakken, die poogden over de moeras te ge raken Kijk! riep de fransche Schilder, op kluchtigen toon; al éenenziet eens wat figuren, dien Ivan daar maakt.." Hé, hé, de schelmen zijn in zulke droeve positie als wij... 'k Heb wel goeste den Rus eenen bal te zenden, terwijl jhij daarin de modder plau- tertEn ziet eens dien anderen; ze vereeren ons met een komedie. Maar, hoe kunt ge nu toch lachen? vroeg Cesar. En als ik tranen liet gelijk tuiten, zou ons positie dan beter zijn? Hoort, ik ben philosoof en neem d'omstandigheden gelijk ze komen; den Vlaamschen Uilenspiegel was blij als 't slecht 'ging, er was dan hoop van verbetering, zegde hij... Maar, parbleu dwaze rikken als wij zijn, wij zitten hier te klagen gelijk oude wijven, als er brood en kaas voor onzen neus staataan 't werk! en binnen een .kwartier zult gij meesterlijke sneeuwschoenen hebben toe gauw, geel mij van de sterkste rieten. En wat wilt gij met die rieten aanvangen U sneeuwschoenen maken, lieve vriendzijn ze niet elegant, ze zullen sterk zijn. Toe, snijden, snijden, ik ben uw schoenmaker en werk op krediet.Maar wij zullen den tijd niet hebben?, 't Is mogelijk, maar laat ons toch beginnen. Kies de dikste en de sterks e uitge zult zien hoe ik kan vlechten. De Franschman ging rap te werk, maar de Kozakken bleven ook niet met gevouwen handen staan. Al vlechtende zag Hendrik van tijd tot tijd eens schuins naar de Russen, en zijn oogen konden d'ongerustheid van zijn hert niet verbergen. De russische luitenant stond daar verbitterd in den hoogsten graad; de Polak had hem bedrogen, door het uitzicht eenei groote winst, twee Kozakken waren door hem vermoord; een eerste maal was hij van zijne menschenjacht met schade en schande terugge- Keord, en nu verklaarde hij, liever g'heel zijn escorte te zullen slacht offeren als van zijne wraak op de vluchtelingen af te zien. Op zijn bevel, na vruchteloos hunne kartouchen verschoten te hebben, waren d'ongelukkige dompelaars van soldaten, op den slijk- grond getrokken, doch ze konden geen vier stappen doen, en men moest de grootste moeite der wereld inspannen, om hen te verlossen. De luitenant vloekte en tierde als een helsche dragonder, doch ein delijk moest er toch raad geschoren worden. Ivan, die de streken kende, gelijk zijnen broekzak, bevestigde en verzekerde dat de bannelingen op hun eiland gevangen zaten, gelijk een rat in de val; ze konden er niet uit, ten eersten, uit oorzake van den slijkgrond en ten tweeden door de nabijheid van een dier vreeselijke waters, echte bedriegputten, met een pelleken gras bedekt en waarin men zinkt, otn nimmermeer te voorschijn te komen. De Russen scherpten hun verstand en eindelijk kwam men tot het besluit van daar op kivi te blijven en eenige mannen terug met den boot te zenden, om sneeuwschoenen te halen. Vier Russen trokken naar den boot, als een onverwachte hulp opdaagde: een slede, bespannen met rendieren, en bezet door twee ivoorkoopmans, die naar Tobolsk reden. De reis, in 't begin der lente, was lang enmoei- elijk geweest en de twee marchands, met lijf en kop in vellen ver borgen, waren reeds verheugd van zoo digt aan 't einde hunner reis gekomen zijn, als eensklaps een gewapende kozak hunnen weg versperde Langs hier! riep hij, in den naam zijner Hoogheid, of "k schiet Den duivel hale de Policie! morde een der koopmans, zeg, Simon, wat doen wij Gehoorzamen, anders zijn wij onze slede kwijt en vliegen nog misschien 't kot in... Wat eischt men van ons? vroeg hij aan den Kozak. Dit gaat mij niet aan; ik weet dat niet; onze luitenant zal het u zeggen. En waar is hij, uwe luitenant Daar, rechtover 't Eiland der Rieten, en 'k raad u aan een weinig spoed te maken, als gij uw vel en uwe-n rug bemint. De kooplieden, wetende dat zulke bedreigingen gewonelijk van een uitvoering gevolgd zijn, trokken links en waren op een oogen- blikbij.de kozakken die luide vreugdekreten lieten hooren. Nu waren zij gewonnen de sleden in Rusland zijn derwijze gemaakt dat zij over den slijkgrond slibberen, getrokken door de vlugge en behendige rendieren. Op "hun eiland hoorden onze vrienden die vreugdegeroepen. Een slede riep Cesar; we zijn verloren Waarom, vroeg de Fransch man. Ge zult den tijd niet hebben uw werk af te maken en met hunne rendieren zullen zij ons toch bereiken. - Bah dat is onze ker; rieten, toe, rieten! Ik zeg u dat gij den tijd niet hebt: vriend, red u en laat ons hier starven. Hoort, ik reis niet geerne alleen; 'tis veelte tristig; binnen vijf minuten is alles geflikt Maar, binnen vijf minuten, ze zijn hier. En dan Hoe? en dan? 'ne keer op 't eiland, ze schieten ons neer. Een zot gedachtze zullen hier niet komen. Wie zal 't beletten? Ik parbleu Ja, en ziet eens, z'ontladen de slede. 't Is hun rechtMarfa, rieten! De kozakken gaan erin; een, twee, drij, vier, vijl en Polosi- kol ook! De stommerikkenze zijn te veel! de rendieren zullen niet voortgaan. Riet, toe, riet! Bar! bar! vooruit! riep de kozak die bestierde. De rendieren deden twee drij stappen en bleven stil. Bar! riep de luitenant er op slaande. De dieren deden nog eene poging en legden zich dan op den grond. Heb ik het niet gezegd riep Hendrik; ze zijn te straf geladen en protesteeren op hunne manier. Een rendier is zacht en gewillig, maar koppig, gelijk 'ne Vlaming die voor zijn recht strijdt. Eens dat een rendier, te zwaar geladen, zich neêrlegt. de vracht moet verminderd worden, of het dier blijft stil, al werd het ter plaats doodgeslagen. De bevelhebber der Rus sen schuimde van woededoch er was niets aan te doentwee Ko zakken moesten afstappen. Aanstonds stonden de rendieren recht en trokken den slijkgrond op. Ze zijn maar huns gevierensprak Cesar! en wij met tweeën. Met drijën als 't u blieft! bemerkte Marfa; geeft mij een wapen! De vluchtelingen hadden twee karabienen, een paar pistolen en hunne messen. Geen nood voor 't oogenblik, zegde Hendrik; zie, mijn schoen is gemaakt; we zullen er de riemen aan doen. Maar ze zijn al op vasten grond! En de slede Keert terug, om d'ander kozakken op te nemen Ha, ze willen huns gesterken zijn! goed! maar de wind blaast juist uit 't zuidenkapt nu eens eenige rieten rondom ons af en maakt vier hoopkes, vlak voor onsEn ziende dat zij aarzelden: Doe maar op! ge zult gaan spelen zien! gelieft van de droogste rie ten te nemen Ha, ze komen ons vangen! Terwijl Hendrik de sneeuwschoenen van riemen voorzag en dat zijn bevel van drooge rieten opeen te leggen uitgevoerd werd, de kozakken namen ook hunne voorzorgen de slede kon niet verder 't eiland op, maar ze werd met twee gewapende kozakken erin, naar den anderen kant van t eiland gevoerd, om de vluchtelingen den weg af te snijden. - Én nu, zegde de luitenant tot de soldaten, opgelet, de wapens onderzocht en vooruit; langzaam en in stilte.... Een zilveren roe bel voor die een der vluchtelingen kan dooden, en 20 roebels voor die den Polak levend aanbrengt. (Wordt voortgezet). ERNSTIGE ALLEENSPRAAK. •Parbleu! waarzoo dikwijls van gespro ken en geschreven is, daar komen wij in, in Tijden van Vervolging... Er leven er nog eenigen die zulke tijden beleefd heb ben, in de Jaren Negentig als de Fransche Jacobijnen ons Land innamen; ze zegden gekomen te zijn, om ons te verlossen; en wat deden ze Stelen en rooven,'t Gees telijk gevangen nemen, de kruisen van de kerken en kapellen zagen en van Gods Huis peerdenstallen maken.. Ons voor ouders schrikten als ze van die Tijden spraken en van al de wreedheden der Fransche liberalen van dien tijd De ker ken bleven lange jaren gesloten.... God mocht :n 't openbaar niet gediend worden en zelfs als die Geuzen in een huis een kruisbeeld op de schouw vonden, ze kap ten het in stukken.... Achterna is Napo leon gekomen, als een straffe Gods; hij bekende het zelfs: ik ben een bijl, zegde hij, in d'handen van God.... Dertien jaren lang was 't oorlog in Europa... De dood domineerdeEn nu, nu zijn t geen vreemde Geuzen, maar in* landsche Geuzen, die hier de zielen willen verdrukken en den vrijen Dienst van God verbannen. Dén duivel wordt dagelijks slimmer; eer- tijds viel hij als 'nen tieger op'tChristene Bloed; nugebruikthij venij niger middels; hij wilt de kinderen van t volk bederven... In 1842 was er eenüakkoord gemaakt voor tOnderwijs, een akkoord tusschen Staat en Kerk, om't onderwijs te doen bloeien... 371 millioenen franken zijn'aan 't Onderwijs besteed en nu, met éenen slag, willen de Geuzen dit onderwijs duivels maken... Al dit geld, die 371 milli- loenen gaan den Katholiek ontroofd worden, en in de toekomst nog grooter schatten voor een duivels onderwijs besteedAls de katho lieken nog akkoord maken, zullen ze beter uit hun oogen zien Ja, geen associatie aangegaan, met valschaards, die de vrucht van den gesamentlijken arbeid inslökken Die met ratten jaagt, wordt op 't einde nog afgeknaagdArm Belgenland! in welke handen zijt gij gevallen?.. Wie 'is, er nog die nu niet zien zal, dat al die zot tigheden van liberalismus «en helsch getrek zijn, om t Vaderland naar zijnen ondergang te sleuren... Lucifer leert met oud te worden en legt zijn fijnste"knepen in 't werk.... Ruwe dwingelandij, dat pakt niet; hij komt nu af, als meester van t Volksonderwijs, om t venijn zijner dolingen van jongsaf in de herten te gieten en zijnen stek te midden van Belgenland te slaanAux armes! brave men- schen! rechte zielen! aux armes! te wapen! malkaar gesproken, malkaar d'hand gegeven, en de Luciferisten bevochten't Moet zijn, 't zal zijn, anders wordt ons schoon Belgenland, achter eenige jaren een spelonk vanroovers en een renne van onreine dieren T® koop in onze bureelen De Maand Meert, toegewijd aan don H. Josef. overwegingen on gebeden; oen schoon hoa'c i reltjo, op vorm van kerkboek. prijs centiemen. Te koop in onze bureelen De Ark van Noë 2,00

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 3