Belg en Pruis. op christelijke wijze ingericht, zorgden voor vrijheid, voor de weer- digheid en voor 't deftig bestaan hunner Stielgenoten. Eene der groote steden van Amerika gaat een wereldtentoon stelling voor Nijverheid openen; 224 Belgische Nijveraars zullen er stalen van hun werk zenden, waaronder 2 uit Aalst; d'eerste expe ditie uit Antwerpen is den 17 mei, de tweede den 16 juni. RUSLAND. Men heeft bevonden dat de drukwerken der Nihi listen vervaardigd worden in de drukkerij zelf van 't Gouvernement! Met de letters van den Staat, op 't, .papier door 't Goevernement geleverd, wordt Rusland ondermijnd! Tien letterzetters zijn aangehouden. Rus land wordt nu toegevender voor Polen, uit vrees dat dit verdrukte Volk zou opstaan, voor zijn recht en voor zijne vrijheid. Dees jaar hebben de katholieke Polakkerreen bedevaart mogendoen, ter eere van H. Stanis laus, hunnen landgenoot; sinds lange jaren was hun dit verboden ge weest. ROOMEN. 20 jonge werklieden van Parijs, na lang gespaard te hebben, om Italië en Roomen te zien, hadden eindelijk't geluk in de Eeuwige Stad toe te komen; 't waren Christene jongelingen en hun eerste bezoek was naar 't praf der Apostelen, hun eerste vraag om den Paus te mogen zien Dit verzoek werd ingewilligd en Leo XIII ontving die Fransche Jongelingen, even alsof het prinsen geweest waren; Hij las voor hun de Mis, reikte allen de li. Communie toe en kwam daarna met de Jonk heden gemeenzaam en vaderlijk klappen. En als ze willen weggaan: Neen, neen, sprak de Paus, zoo niet; ik ga u eerst de kunst stukken van mijn verblijf toonen; en Hij zelf ging ermeê de zalen van 't Vatikaan rond. Waar vindt men nog zulke Vorsten, gelijk de Pauzen van Roomen? Zes dagen achtereen is Z. H. de Paus, in 't vallen van den avond, naar St Pieterskerk gegaan, om zijnen Jubilé te verdienen; de achtbare Onderling is lang in gebed gebleven voor 't graf der Apos telen en voor 't graf van zijnen zaligen voorganger Pius IX, van eeuwige gedachtenis. Te Roomen moeten de 6 hoofdkerken bezocht worden; maar de Paus, in zijn stad niet mogende gaan, heeft langs den geheimen trap door 't Vatikaan, zesmaal de St Pieterskerk bezocht. C£^t?C*z{&Csr' Men schrijft uit Frameries: De schrikkelijke keolmijnramp is verre van vergeten te zijn. Al de menschenlijken zijn er uitgehaald en nu is men begonnen met de lijken der peerden; deze moeten eerstin stukken gesneden worden; g'heel de streek is in de diepste verslagen heid; de begravingen zijn sedert eenige weken zoo talrijk geweest, dat men eraan gewend is De mannen van moed en zelfsopoffering hebben hun eerekruis ontvangen.. De werklieden die gered zijn. spreken met bewondering van eene jonge dochter Philippina Mathieu, dia ook in doodsgevaar zijnde, luidep denRoozenkrans en andere gebeden las; al de mijners kwamen zich rond haaf scharen; want, daar, in 't diepste van den grond, omringd van de dood, 't gebed was hunne eenigste redplank, hunnen eenigsten troost.... Zondag over achtdagen was erin 't kerkje van Framerieseen Mis van dankbaarheid voor de geredde koolmijners; ze zaten allen in de koor, van den eenen kant de vrouwen, van den an deren kant de mans. Na 't Evangelie beklom dan Pastoor zijnen Predik stoel en sprak in hertroerende woorden over de slachtoffers en over degene die gelukkig ontsnapt zijn; «Mijn lieve vrienden, zegde hij, wat wenschtet, wat begeerdet gij dan, als gij bedreigd waart met eene ijselijke dood? was 't niet 't bezoek van den Priester, om u bij te staan, om uwe zonden af te nemen en u tot de dood te bereiden ?Hoe vurig ver- langdet gij alsdan 't bezoek van eenen Priester!... Alsdan was het ons onmogelijk tot ute komen, maar nu hebt gij weêr do gelegenheid; profi teert ervan om u met God te verzoenen. Zoo sprak de Man Gods en hij wekte de Parochianen op, die hunne Paaschpiicht niet vervuld hadden, om het zonder uitstel te doen.... Al 't volk bleef twee uren in de kerk. JAMMERKLACHT OP 'T LOT DES VADERLANDS. De nieuwe wet op 't onderwijs gaat voortongelukkiglijk er is pardon noch genade; 3oo,ooo Huisvaders vragen dat die slechte wet zou ingetrokken worden de katholieken in de Kamers bewijzen dat het wetsontwerp een Onrecht is tegen God, die heer en meester is van de kinderen een Onrecht tegen de Vaders en Moeders van Familie een Onrecht tegen al de Burgemeesters en Schepenen, een Onrecht tegen de belangen van den Staateen On recht tegen g'heel de wereld, behalve tegen de logie der Vrijmetse larij.... Er wordt schoon en deftig gesproken in de Kamer, de Re presentanten vragen waarom toch ons Land moet vaneengescheurd worden, op 't oogenblik dat Europa, den eenen of anderen dag, dreigt in repen roerte komen. In 1870 en 71, Europa was ook in oorlog en woeling: al de kleine landekes verkeerden in groot gevaar, er was dan een katholiek ministerie;en wat deed dit ministerie? alles vermijden wat gerucht kon maken, zelfs de belangen hunner partij slachtofferen voor i welzijn des Vaderlands.... En nu, de toestand is gevaarlijker als in 1870, en 't ministerie-liberaal brengt een wet op 't tapijt, een wet van niemand gevraagd, van eikendeen ge vreesd, een wet die tegen den dank van Koning Leopold opkomt, een wet die, wordt ze gestemd, overal zal tégengewerkt worden, met geld en goed, met krachten en bloed, ja, totterdood toe. Want die wet, beminde vrienden, z'is een tweede bloedwet. Tot hiertoe waren de kinders vrij tot hun 19 jaar; dan komt de vreeselijke Loting. Nu, volgens de tweede bloedwet, den Staat legt d'handen op de kinders, van als ze 7 a 8 jaar zijn; hier, zal de Staat zeggen, hier in mijn school zonder gebed of kruisbeeld, hier bij mijnen meester, die 4 jaren onder mijn handen is geweest, hier, mijn slachtoffers, gij kinderkes van de werkende klas, jongens en meiskes Want, bemerkt dat de tweede bloedwet nog wreeder zal zijn als d eerste; zij trefr, zonder loting, aide kinders der werkende klas.... Overweegt dat wel, en ge zult dan de gewichtigheid van den toestand begrijpen. En is er iemand die twijfelt aan de boosheid der wet, is er iemand die misschien peist't wordt overdreven en verergerd dat hij hier kome; we zullen niet herhalen 't geen dat de Vrijmetsers van over 20 jaar zeggen, namentlijk dat zij het Christendom moeten vernieti gen met de kinderkes op te brengen; wij zullen niet herhalen 't geen de tegenwoordige minister van onderwijs over eenige jaren zegde: te weten dat het Christendom in den put moetwij zullen niet spre ken van de eeuwige en schromelijke godslasteringen der slechte ga zetten;.... wij zullen hem toonen, hoe over eenige dagen, in 't pu bliek der Kamer, een Representant van Brussel verklaarde dat die wet nog maar een eerste stap is, dat 't Geestelijk g'heel en gansch uit de school moeten de Minister van 't onderwijs zelf, die nog- tans honing aan zijn lippen had gedaan, wat zegde hij in zitting van 9stenMei: De schoolmeester zal, zegde hij, de godsdienstige ge voelens kunnen herinneren die gemeen zijn aan alle godsdiensten. Dat belooft hij; ge verstaat die belofte, geachte Lezers, gij hoort wat er achter zit. Al de Religiën zullen daar op denzelfdeil voet gesteld worden; en de ChristeneKinderen zullen er geen woord hooren van het Christene Geloot, waarin zij gedoopt en opgebracht zijn. Minister Van Humbeeck, al wie nog eenige Religie heeft, zal uw school verachten en vluchten, z'en deugt zelfs voor geen Joden of Protestanten die sekten willen hun eigene school, nevens de Syna goog en denTempel; wat Joden of Protestanten nietwillen, daar zou een Christene Vader zijn kinderen naartoe zendenha, meent gij dat het Christene Bloed uitgeroeid is? Als gij bijeen zijt, met uw kudde ken stoutmoedige vrijdenkers, u dunkt dat g'heel Belgenland daar is; maar Belgenland is, Godlof, nog altijd een Christene Land; men heeft het gezien, bij de ramp van Frameries, in de Walen, dat al de koolmijners, in hun doodsgevaar de handen naar hunnen Heer en God verhieven Gaal in Vlaanderen, van huis tot huis, en ge zult zien in al d'huizekes der werkende klas, zelfs bij degeen die nog so ber leven, dat ze verre zijn van Vrijdenkers te wezen. Allen, op den oogenblik van 't gevaar, zullen een woord spreken en nooit of nier hun kinders naar scholen zenden, die volgens uw woord zelf, eenen dwazen Toren van Babel zullen zijn. Dries. Kozijn. Dries. Kozijn. Kozijn, wij gaan weêr een potteken bier drinken? - Ja, met feul plezier. En een pijpke rooken. Nog peter, dat smaakt pij "t pierAber, ten an- dren keer. als wij spraken fan tie ezels fan ministers die nu Pelgen- land pesturen, ik habe u ein fraag getaan. DRIES. Te weten, Kozijn? KOZIJN. Te weten, hoe tat in uw Pelgië, een christene Land, onter 'ne Koning van uw Geloof, hoe tat de Frijtenkerij taar de povenhand kan hebben, en wetten foorstellen, tie regelrecht liet christene volk befechten Tat fraag ik nog. DRiES. Kozijn jongen, we gaan dat samen eens uitpluizen, en als ik mis ben, ge moet maar spreken. Dixit, "k spreek Ten eersten,'t goed volk is dikwijls te gerust en te lui, terwijl de Fra- maconnerie altijd werkt gelijk 'nen boer in't midden van augusti. jt| Veel brave menschen zijn te ge- rust, t'onverschillig; veel men- g schen zijn te lichtgeloovig als de slechte iets rondbrieven en te hardoorig.als er van hun plichten wordt gehandeld; veel menschen peizen verstandig te handelen,als z'op hun honderd gemakken de zaken staan af te zien. KOZIJN.-Juist, Tries, juist gelijk in ons Duitschjland over eenige jaren; de katholieken waren lammeren van sachtheid; z'hat- ten oogen en se sagen niet, maar nu is de kaart gekeerdse sien den put van ontergang voor hun foeten, en zelts te Keizer siddert ende peelt. DRIES. Och Heere, Kozijn, zien wij het in ons land niet, tegenwoordig? Er komt een wet van onderwijs; als 't opvoeden der kinderen de Religie niet raakt, dan is de sneeuw zwart_; welnu, de Opperhoofden der Religie, kalme en geleerde menschen, die niets dan den vrede zoeken, ze verklaren opentlijk dat die wet een vervolging en verdrukking zal zijn van 't Oud Christene Geloof. En wat zien wij? Er zijn menschen die liever, geloof geven aan schrif ten van menschen die zoo dom als 'nen olmtronk zijn in zake van Religie. KOZIJN. Ja en tikwijls te slecht om van een swijn pezien te worden, motterslecht. DriES. Welnu, dedie worden gelooft, van sommige, in za ken waarvan zij d'eerste leuter niet kennen. Gaat bij al de slechte ga zetschrijvers die beter willen weten wat een Christene kind noodig heeft, als de Bisschoppen zelf, als de Paus zelf, en ondervraagt die Vrijgeesten over d'eerste beginsels der Religie, ze zullen zoo bot staan als 'ne walvisch; is dat waar ofte niet Ik vraag het aan u en aan de gansche wereld? Spreek ik waarheid? KOZIJN. Ja, 't is soo waar, als tat pier voor ons staat DriES. Och, indien al de menschen van't goed gedacht, hier en elders hun plicht deden, de wereld zou zoo miserabel niet zijn; ...ten tweeden, dixit, de Framaconnerie is sterk,omdat ze vooraleer met haar slechte streken af te komen, haar mannen in partijen ran geert; en daar, verblind uit intrest, hoogmoed of partijzucht, z'en zien maar uit een oog.... maar vooraleer tot ons tweede punt over te gaan-, -we zullen ons potteken bier nog eens aanspreken. KOZIN. Ja, Tries, niet te triftig: langsaam fortert pest.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 2