I t t SSoto^SS"-van voortaan Z1,n kinders naar de Gcmeen- L^S,^T/^Srhoppen i! kl""n I échtste Jaar H/° 358. 29 Auyusti 1879. De wetten der Religie. erkman eiken Chrlste^r^156" hgbben .uitdrukkeliïk verboden, aan geen üemeentescliokn meer; want door de wet van v Wnf?Ient volkomen meester van die scholen „n^LdlC ged°°pt 'S. e,n illde Roomsch-Katholieke Religie wil leven derwerpen'. m°et Z' 330 d£CS geb°d der Geestdijke Overheid on- Dit gebod duurt, zoolang de rede van 't gebod duurt. En inzake van Religie, 'ne Koning, 'ne Minister, hij staat luist nevens den simpelsten ambachtsman, om de bevelen te hooren en gestraft of behoord te worden. nooren en eeuwigheMgeh,kheid °P 33rde' afvvachtin8 van de gelijkheid der h^Y°0rbeeIm: Gezietdaar 'ne man in den biechtstoel, op 't banksken van Troost en Genadehi) heeft onrechtveerdig goed en weigert het weer te geven; hij heeft de eer des evenmenschfn gestolen en wilt den laster met herstellen hij is plichtig van een volksver drukking en wilt zijn feit met herstellen hij leeft in vuilheid en wil de naaste occasie niet schuwen; hij heeft zijn kinders op de slechte SSt Cn e™Ult,trekken ge ziet dien menschdaarop't banksken de Biechtvader kan of mag hem geen absolutie geven en zoo sterk is de wet der Religie, dat, al stonden al de keizers en koningen van Europa daar, met al hun generaals en soldaten al stonden daar al de ministers der gansche wereld, met hun procu reurs, rechters garmssairs, deurwaarders, gendarms, cipiers, cham petters portecles, enz., al stond die menigte van machten rond dien Biechtstoel, ze zouden onkababel zijn, aan dien éenen persoon de absolutie te doen geven. y De goddelijkeTTiacht is ongenaakbaar voor al 't geweld derwereld. De Geestelijke mag d absolutie niet uitspreken, en deed hij het God zou stondehngs zijn macht opschorsen.en in plaats van absolu- tie een mallediktie zenden. 't Is maar otn te zeggen, hoe onnoozel de school-minister is met de wetten der Religie te beknibbelen, en al die 't doen, met hun. EN WIE IS DEN SCHOOLMINISTER? Er wordt zooveel van gesproken, Iaat ons eens kennis maken met dien kalanr. 't Is ten eersten, 'nen advokaat. Ten tweeden, 'ne komel der garde-civik. Ten derden, 'nen Brusselaar, gekozen door de clubs dier stad. len vierden en pnncipalijk, 'ne Vrijmetser, sedert langen tiid dus zonder eemge Religie, openbaren vijand der Religie Zijn naam is Van Hurrtbeek. Vroeger was hij weinig gekend Zijn geleerdheid is niet uitnemend; vrome daden heeft hij niet uitgesteken; en hij is maar beginnen vermaard te worden sedert den 26 November 1864. Dien dag hield de Vrijmaconnerie te Antwerpen een Algemeene Vergadering en Kor nel Framasson Van Humbeeck, schreeuwde er luider en afschuwelijker tegen 't Katholiek Geloof, als er tot heden iemand had gedaan. Ge ziet hem hier staan. Er is, zegde hij, een kadaver; 'tis 't Katholiek Geloof; in de jaren ne- gentig hebben ze 'ne put gegraven voor dit kada- ver; wij het dieper bij den put gegraven en 't moet erin. Van dien dag af, de Lo- gie heeft gezegd: Dat is onzen man! Van Hum beeck is beginnen te klim men en verheven te worden en na de Kiezing van 1878, hij werd minister gemaakt en aan 't hoofd gesteld van al de Scholen des Lands. Glijk hij kommandeert, moetenzijn Schoolmeesters doen nu heeft hij bevolen oa?dc,n aap in de moUkv te houden, maar als hij morgen schrijft Schoolmeesters, gc moet de wet van ,879 uitvoeren' de School' mDusdranm0eten geh°ürzamen' ofze z'i" hun plaats kwijt. Dusdamg ,s ae pos,tie t en ,s dus geen wonder dat de Paus en deeïl hCKkPPen,Z0° Strengeliik de scholen der nieuwe wet veroor- dfh1ndeen 5enV3lS geV3afli,-kzi,'nde Van natuilr'en «n werktuig Tn d handen der Vrijmetselarij, om 't Christene Geloof hier ten onde ren te brengen. Dat de meesters der slechte scholen den Cathechis- dat dlThnsrTf' T WliZC vcrerSeren fnog hun misdrijf, om dat de Christelijke Leering in t openbaar niet mae of kan onder- t0CZiCht Cn d£ tOÊlati"g der De Vrijmaconnerie heeft bekend dat hare schoolwet vijf jaar te ^oeg is gekomen; daarom verbergt ze nu de goddeloosheden van gezegde w et. om eemge Ouders te kunnen verblinden... Maar 'ten zal met pakken nergens of nievers. t Is nu vakantie en er ivordt een groot kruis gemaakt op de scholen van 't Governement. i Iü,deJur0eTe jaren. 9°' als de calgetien langs de straten reed en deeSkJb0nden',Sell")k Robespeer en Marat regeerden, 'r Slecht eed alsdan mis lezen door eemge afgevallene Priesters. Maar 't Volk verliet zijn kerken en ging 7 jaar lang de Goddelijke Diensten hooren, op zolders, in schuren en kelders... Nu ook, wil de Vrij metselarij in ons Land den Catechismus doen onderwijzen in de veroordeelde scholen... Gelijk in de jaren po, 't volk verlaat die k<£ Onderwijs nedenge gcbouwen aan, van't Katholiek ne BEKLACH van een arbeidersvrouw aan Geus, die haar wilt overhalen voor de Slechte Scholen. Air: Als Grootmoeder. Neea. neen, o mijnheerken, We zijn toch niet zot, Wij kweeken ons kinders *>18, Niet op tegen God. I. Wat wilt ge mij spreken van scholen, waarin Geen meester kan zijn dan 'ne geus en geuzin f 't Staat klaar en formeelijk in uwe schoolwet Dat God en zijn Kerk er zijn buiten gezet. Neen, neen, o mijnheerken, We zijn toch niet zot; Wij kweeken ons kinders bls* Niet op tegen God. II. 'ne Zak vol van kolen, wat geeft hij als zwert, Uw zeven ministers, Vrijmetsers in 't hert, Bestuurd door de logie, wat kunnen ze doen, Als spelen den treètor, den Geus en kapoen Neen. neen, o mijnheerken, We zijn toch niet zot; Wij kweeken ons kinders Niet op tegen God. III. Ik weet het, mijnheerken, ge zult nu in schijn Religie vertoonen;... hoe lang zal het zijn? Tot als gij de zielen der kleintjes hebt vast Dan wordt uwe wet overal toegepast. Neen, neen, 0 mijnheerken, We zijn toch niet'zot Wij kweeken ons kinders bis* Niet op tegen God. IV. Ge spreekt mij van intrest, van werk en kalant Maar als in ons Kind eens het Slecht is geplant En als 't ons verarmt en ons 't horte afknaagt,' Zult gij het dan zijn, die ons zielesmart draagt'? Neen, neen, o mijnheerken, bis. bis. We zijn toch niet zot, Wij kweeken ons kinders, Niet op tegen God. V. Als eens, o mijnheerken, het oogenblik daagt Dat God ons inroept en ons rekening vraagt, Als ziele vcor ziele van ons wordt geeischt Op ons dan te redden, hebt gij al gepeisd

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 1