Rampen, Misdaden en Ongelukken.
RAMP OP DEN SPOORWEG.
Een veischrikklijke ramp heeft maandag avond op den spoor
weg van Mechelcn naar Antwerpen plaats gehad. De gewone
trein, die ten 9 ure uit Brussel vertrekt, om te Antwerpen ten
half li ure aan te komen, stoomde rond 10 ure uit de statie van
Mechelen. toen de machinist, op de hoogte van Neckerspoel be
merkte, dat de goederentrein van Luik aankwam en hem van
terzijde zou verrassen.
Reeds meer dan eens heeft men gezien dat de nieuwe verbin
dingslinie van Leuven naar den weg van Antwerpen zeer gevaar-
lijk was. De machinist ziende dat hij den aansnellenden trein
moeilijk Von ontwijken, zette allen mogelijken stoom bij, om het
gevaarlijk punt voorbij te komen, doch het mocht niet gelukken.
De koopwarentrein stoomde op de achterste rijtuigen van den
reizigerstrein en in den schok die verschrikkelijk was, werden
die rijtuigen verpletterd. Het tooneel beschrijven zou onmogelijk
zijn. Het was donker en uit vergrootte nog de ijselijkheid. De rei
zigerstrein was door een talrijk publiek bezet. Uit die verschrik
kelijke verwarring steeg een gehuil en gejammer op, dat verre
moet weêrklonken hebben.
Men bracht zou spoedig mogelijk hulp aan, en men begon al
lengs te zien hoe groot de ramp was. De laatste waggons zijn let
terlijk vermorzeld en werden van boven in de diepte geworpen.
De stoker en de freinwachter zijn in stukken geslagen en hunne
lijken onkenbaar.
Er is te Zwijnaarde een wreede moord geweest, in den
nacht van donderdag tot vrijdag van d'ander week. De vleesch-
houwer Lybaert heeft den oproeper Moerman vermoord.De onge
lukkige had maar nauwelijks den tijd zijne biecht te spreken.
Lybaert heeft zich gevangen gesteld en is gebonden op een kar
naar Gent gebracht.
In den nacht van zaterdag tot zondag is zekere Arnoult, die
in het krankzinnigengesticht van Ukkel was opgesloten, in de
volgende omstandigheden ontsnapt. Arnoult heeft het lood doen
smélten, van een der staven van het venster zijner cel; daarna
heeft hij de staaf weggenomen en is op de binnenplaats gedaald
bij middel van drie deken, die hij aaneen gebonden en aan het
venster vastgemaakt had; hij is vervolgens over de afsluitingen
der drie hoven gesprongen. Wat er verder van hem geworden is,
weet men niet. De policie is aanstonds verwittigd, en heeft on
middellijk het signalement van den krankzinnige in alle richtin
gen getelegrafeerd. Hij is rond Brussel in een herberg terugge
vonden.
De policie van Seraing heeft proces-verbaal opgemaakt ten
laste van den genaamden Kmijnwerker te Marihay, die in eene
mijn, in de gaanderij van 426 meters diepte, zijne lamp die uit
gedoofd was, had aangesteken. Die onvoorzichtigheid had eene
verschrikkelijke ramp kunnen veroorzaken. Ongeveer 500 werk
lieden bevonden zich op dit oogenblik in de mijn. Het bestuur
beeft onmiddellijk den onvoorzichtigen werkman in de handen
der policie geleverd.
Sedert'eenigen tijd werden talrijk diefstallen gepleegd in de
kerk Saint-Loup'te Namen: stoutmoedige misdadigers roofden in
vollen dag den inhoud van zekere offerblokken. Ondanks alle op
zoekingen was men er niet in gelukt de misdadigers te ontdek
ken. Onlangs echter hadden twee kerkbedienden zich ineen hoek
van hethoogzaal verborgen en bleven er zoolang de kerk open
was; op een oogenblitc dal er geen volk in de kerk was, zagen
zij een kerel binnenkomen, die, na goed te hebben rondgezien,
zich naar een offerblok begaf en er den inhoud begon uit te ha
len. De twee bedienden snelden toe en hielden den dief aan, die
geen weêrstand bood. Hij werd naar het policiebureel gebracht,
alwaar hij verklaard heeft, dat hij de diefstallen pleegde met de
hulp van een medeplichtige, den zoon eener achtbare familie van
Namen.
Vrijdag namiddag is de genaamde P. Hozee, molenaar te
Sijsseele, door een trein, komende uit Eecloo, overreden. Zijn li
chaam was geheel verpletterd en hel hoofd van de romp gesne
den. Het schijnt dat Hozée, toen hij over den spoorweg wilde
gaan, met den voet tusschen de riggels is blijven haperen en den
trein heeft zien aankomen, zonder zich te kunnen redden.
Bedwing van jongsaf uwe gramschap, zegt de wijze man,
want de koleriekheid heeft de beweenelijkste gevolgen;" 't is
weeral gebeurd te CureghemZekeren Tielemans, die van zijn
vrouw gescheiden was, keerde terug naar huis en begon 'tmensch
te schelden; zekeren Goossens, die er ter winkel was gekomen,
berispte Tielemans en deze sloeg hem dood roet het deksel dei-
stoof.... Hij zit nu te Brussel, in 't gevang, als moordenaar.
De slechte kerel, genaamd Sannes, die t'Antwerpen met
3400 fr. van den Drukkersbond was gaan loopen, is g'arrêteerd
te Parijs, en reeds aan de Belgische Policie overgeleverd. De
schurk had van al zijn geld maar 40 h 50 fr. meer.
De moordenaar van den poortier Pirard, te Luik, is nog niet
ontdekt, 't Slachtoffer had eenige haren in zijn handen, iets dat
wel op 't spoor van den moordenaar zou kunnen brengen.
Een Luikenaar had dezer dagen te Basse-Bodeux geen ple
zierige jacht. Verwittigd door zijnen hond ging hij naar een aard
appelveld en vond er 't lijk van 'ne jonge man. Hij liep de boeren
verwittigen,die in de nabijheid werkten en menbestatigde weldra
dat de ongelukkige zich gezelfmoord had. In 't zelfste Luik,
de messemakerszoon Rubbers was bezig aan den slijpsteende
slijpsteen sprong, en eenige stukken troffen den jongeling aan't
hoofd, zoodanig dat de dood erop volgde.
De dwingelandij gaat zoo ver dat sommige Geuzen de ge-
pensionneerde weduwen dreigen 't pensioen at te nemen, als zij
hun kinders naar de Staatsschool niet zenden;.... 't Is wreed!..
Maar pensioenen afnemen, dat kunnen zij niet't Is maar om
te toonen, hoever hun schelmerij gaat.... Moeten z'op zulke wijze
volk in hun scholen krijgen?
De stroom rukte alles meê op zijnen weg, dijken, afsluitingen,
molens, hoeven, en verscheide dorpen met honderde huizen, 70 ki
lometers telegraf, verscheide bruggen, steen- en ijzeren wegen. De
steden Murcië en Oricula werden door het water uit hunnen slaap
gewekt; het water doofde de lichten uit en drong dan onweerstaan
baar huizen, kerken en riolen binnen, uit het hospitaal werden met
moeite de zieken gered; de statie, 't gaz-gesticht, de gevangenis en
't kollegie stonden onder water.
De stad Lorca werd insgelijks denzelfden nacht door 't water in
genomen in die stad zijn al de huizen vernield te Murcië' zijn 200
slachtoffers, te Oricula 20, te Lurca 60. Men denkt dat de boeren
bij honderden omgekomen zijn.
De gouverneurs van Ameria en Malaga telegrafeeren dat er al
daar ook overstroomingen zijn. Er is veel stoffelijke schade en er
zijn veel dooden op 't veld de gaz werd door 't water uitgedoofd
en de angst was verschrikkelijk.
Men schat 't getal lieden die te Murcië zonder dak zitten op
20,000.
De Koning heeft 5o,ooo piasters gezonden, en de prinses van
Asturië 5ooo piasters.
Er zijn dooden en talrijke gekwetsten; een dame heeft acht uren
onder 'ne gebroken wagon gelegen, maar werd er ongehinderd van
uitgehaald. We verwachten nadere tijdingen over die Ramp.
lr 1 H Ti 1
Beredeneerde Samenspraak.
Domien. Ja, vrouw, ja kinderen, stillekes aan den winter, die ons
in 1880 gaat brengen.... Weeral 10 jaren voorbij, ze noemen dat'ne
luster.
Toontje. Zoodat vader vier lusters heeft.... ai. ai, vier lusters
Tonia. Hoe dat den tijd toch vliegt.... Ziet dat g'hem altijd wel
gebruikt, kinders want éen enkel minuutje, dat is weinig, hé
Thkeseken. Weinig, 't vervliegt, terwijl g'er op peist.
Tonia. En nogtans, al de miliionnairs der-gansche wereld te sa
men, kunnen geenen minuut die vervlogen is, doen terugkeeren.
Domien. Alia, Dog twee maandekes en we zijn uit de jaren zeventig
geraakt, 't Zou wel schijnen, vrouw, dat de jaren 80 beter parêtteeren
als de jaren 70 zich vertoonden. Wetje 't nog? ze vochten in Frankrijk
gelijk tiegers en als de Pruis zijnen rugge gekeerd had, dan begon 't ge
spuis zijnen boer te spelen. Den Aartsbisschop
Tonia Och armen, de goede ziel 1
Domieh. Den Aartsbisschop wierd vermoord met een groot getal
Paters en Priesters....
Toontje. Vermoord, vader, en waarom
Domien. Och, kind. omdat hij 'ne Priester was, omdat hg de Lee
ring van Christus verkondigtOns Heer heeft het voorzegd met deze
woorden Daaraan zult ge mijne Discipelen kennen, dat ze vervolgd en
gepijnigd worden.... En waarom gebeurt dat Omdat de wereld ons Va
derland niet is,- wij varen naar een beter land, en onderwege, om te
zien of wij geen baatzoekers of geen laffe dienaars zijn, Ons Heer laat
toe dat de Christenen beproefd ende vervolgd worden'ne christenen
mensch, kinders, dat mag geen baatzoeker zijn, geenen slaaf, maar een
vrije gewillige dienaar..
Tonia. Maar, er was toch geen rede om den Aartsbisschop en zijn
gezellen te vermoorden
Domien. - Geen enkel, ze waren braaf en onschuldig en dag en
nacht ten dienste van 't volk dat proveert 't geen ik zeg 't Is d'helle
en d'helle alleen, die den haat tegen 't Geestelijk inblaast....
Tonia, En wat zeggen ze nu, in ons Jand, man, wat zegt Van
Humbeeck, die 't Christene Geloof wilde begraven Wie ligt er nu in
den put
Domien. Den Minister met zijn Staatsonderwijs.
Toontje. Pitjen Faro met zijnen lichter.
Threseken. Hij zit er nu zelf in, dat 't sjoepkea van zijnen langen
neus er maar uitkomt.
Tonia. G'heel de wereld moet nu met hem lachen hij meende dat
hij Beigenland aan de goddeloosheid kon verkoopen en leveren Wat
zegt hij nu
Domien. Hij is van d'hand Gods geslagen, vrouw.
Tonia. En zijn volk, man
Domien. Zijn volk ze spertelen gelijk den duivel in een wijwater
vat, en ze liggen te sjouwelen en te reclameeren, omdat d'Absolutie gaat
geweigerd worden aan d'Ouders die ongedwongen hun kinders naar de
Geuzenscholen zenden en aan de Meesters en Meesterssen die anders
kunnen, en in de Staatsscholen blijven.
Tonia. Nog al schooner ze zouden in dat punt de les willen geven
aan de wettige OverheidWel, bij dat volk moet er iets mankeeren in
de bovenkamer!
Domien. Wat zegt de gezonde rede en de natuur Dat een lid van
een Sociëteit, die de Reglementen niet volgt, zijn eigen zeiven buiten
sluit, 'k Ben Belg 'k weiger obstinaat van mijn contributiën te beta
len: wat zal men doen Mij dwingen en van alle voordeelen berooven.
'k Ben Christene mensch mijn Religie vraagt dat de kinderen christe
lijk worden opgebracht'k weiger in dat voornaam punt d'onderdanig-
heid:de Christene Religie zal mij niet dwingen,maar door 't feit zelve, 'k