■3 Laatste Meuws. D'ongeloovige Kluizenaars van onze Eeuw. (Treurspel). 2d° TAFEREEL. ISSPECTEUR EN STAATSMEESTER. Itispekleur. Ter zake nu, man, ge zit hier alzoo, met ürij scholieren? Meester. Ja en dan nog drij, die gedwongen zijn van 'nen heer uit de stad. Inspekteur (botweg.) Goed... we zeggen dus drij 'k zal ze maar opschrijven: beter een vlieg in de pot, als geen vet. Maar, meester 'k en versta dat niet. Ge zijt hier al lang meester, niet waar Meester. Ja tien jaar Inspekteur. G'hadt veel vrienden? veel invloed Meester. Machtig veel Inspekteur. En waar zijn nu al uw vrienden waar is uwen invloed? ge moet uw zeiven of ons bedrogen hebben? Meester. Noch 't een of 't ander, mijnheer den In spekteur. Inspekteur. Legt mij dan eens uw positie uit. Meester. Tot over eenige dagen was ik ook over die vraag radeloos; maar op een mijner eenzame wande ingen, ontmoette ik een oud boerken; we klapten te samen en 't eenvoudig boerken legde mij twee punten voor: Ten eersten, hoe onredelijk wij handelen met aan de Geestelijke Overheid de les te willen spellen. Als gij recht hebt, sprak 't Boerken, dan heb ik ook 't recht, mijn gebuur ook en duizende andere indien nu eens iedereen dat ging schikken volgens zijn ge dacht, wat zou er van de Religie geworden! ergo, er moet een hoofd zijn en naar dat hoofd moet geluisterd worden. Ten tweeden, zeide 'toud boerken,ge klaagt, meester, en ge zijt verwonderd over uw verlatend- heid; maar dat is simpel als bonjour: Judas was apostel en alsdusdanig van de christenen geëerbiedigd; hij scheidde zich af en werd een voorwerp van verachting. Moest 'nen Bisschop of 'ne Prelaat de gehoorzaamheid weigeren aan den Paus van Roomen, van stonden af, zou hij al zijnen eerbied verliezen Zoo sprak dit Bojrken, mijnheer, en wat kon ik er op Z9ggen (De Inspekteur hoest 'ne keer of twee, pakt 'ne snuif en zegt Hoort, 'k en k an daar allemaal niet tusschen komen de pijl is uit den boog; hij kan niet meer teruggeroe pen worden. Meester. Eilaas, ja! (maar had 'ne mensch dat alles geweten!) Inspekteur. Er valt nu te werken om scholieren te krijgen. Elke Staatsmeester moet van heden af 'nen diplomaat zijn. Ge moet spreken volgens de personen waarmeê gij zit. Meester. Maar, mijnheer, 'k en zie bijna niemand. Inspekteur. Dat is mis, ge moet affronten voor com plementen nemen en de menschen opzoeken, in staminés en anders. Aan de brave eenvoudige katho lieken zegt gij, dat er niets veranderd is. Meester, 'k Heb het gedaan en elk lacht met mij. Inspekteur. G'haalt de circulairs Van Humbeeck aan Meester. Zelfs mijn drij krawatten van scholieren zeggen dat die circulairs niets anders zijn dan lok- kespijs. Inspekteur. Ge zegt dat de Bisschoppen te ver zijn gegaan, dat ze te geweldig zijn; en ge zegt en ge blijft dat zeggen en op den duur, men zal er toch iets van gelooven. Daarbij ge moet u godvruchtig toouen en wel den Catechismus loeren. Meester. M. den Inspekteur, m8t oorlof, in de der tiende les, waar er spraak is van ketters en schis- matieken, als de scholieren naar mij wijzen, wat moet ik doen Inspekteur. Meester, ge slaat die les over wij be houden don Catechismus, gelijk Luther den bijbel behield; de Protestanten zeggen nog altijd: w'hebben den bijbel, doch z'hebben er ailes uitgelaten wat over d'heilige Kerk handelt; daarbij, 't is oen arme muis die maar een hol heeft, en met d'explicatie van den Catechismus op ons manier te doen, daarmeê geraakt men ver. Er is een stad. man, en de meester leert er regulior den Catechismus om d'ouders te verblinden, maar van tijd tot tijd trekt hij zijn schouders eens op, en 't effekt is er! En ge moet dat ook doen ge moet daar niet staan gelijk de Jippenessen op 't Stadhuis van Aalst; ge wordt va» 't geuzendom betaald en ge moet doen gelijk 't geuzendomgebiedt. Zijt ge daartoe bereid Mcester. Ja, M. den Inspekteur. Inspekteur. G'hebt hier toch eenige dweeze boeren of eenig krotvolk; daarbij moet gij u stellen do liberale gazetten moet gij hier verspreiden, 'kheb er u een meegebracht; en 'k mag u doen opschrijven als abonnement? en ge zult 100 franken meer trekken om den Catechismus te leeren. De Meester mompelt: honderd maledikses meer op mijn hoofd Inspekteur. Nu, 'k mag niet langer verwijlen 'k moet nog vier a vijf scholen bezoeken. Meester, houdt u sterk en kioek, volg mijn voorschriften, en zie, op de naaste inspektiè, dat ik een groot getal scholieren vinde. Wacht, 'k moet nog opteekenen hij schrijft al mompelende gemeente X., ie vorige meester, leerlingen 30, orde goed, leerzaamheid idem, de school goed gezien bij 't puik der bevolking. Meester, wat voor een katholieke school is 't hier Meester. Een gebouw, mijnheer, gelijk een paleis, 6 meters hoog en op de gezondste plaats van 't dorp. Inspekteur. C'est ga,(hij schrijft) katholieke school, eng, bekrom pen, ongezond, vervuld met gedwongene scholieren. Mejster,f$&t 'k wensch u den goeden dag. Meester. Dag, m.den Inspekteur (Alleen zijnde), wee wee wee een schotelvodde worden der broeders magonsden valschen Judas meeten spelen! zou 'ne mensch niet honderdmaal lie* ver den grond in kruipen De geuzen en framagonsgazetten roepen triomf omdat de geuzescholen in eenige uitgelezen gemeenten zooals Exaarde, Zeveneecken, Overmeire en andere, eenige leerlingen tellen doch zij hebben daartoe geene reden. Neemt bij voorbeeld Exaarde, die van oudsbrave bevolking; daar telt de geuzescliool 28 leerlingen; omtrent allen gedwongen; brave moeders zijn daar te zien geweest die maar op de derde en dringende vermaning al weenende zich overgegeven hebben omniet van honger te sterven. Moest iedereen daar vrij z(jn, voorzeker zou de geuzemeester daar geen vijf kinderen tellen. Van den anderen kant, het vrije en katholiek onderwijs is aldaar in vollen bloei, daar men in de christene scholen niet min als drij honderd en vijftig scholieren telt. ds heer Louis Van Mieghem, Voorzitter van het Katholiek Schoolkomi* teit, wacht met ongeduld het einde van den winter af, ten einde nog nieuwe schoollokalen aan te bouwen, het ware immers pijnelijk scholieren te moeten verzenden, bij gebrek aan plaats. Ondertussohen bemerken wij hier welke oneer het is, welke schande, welk brandmerk geprent op hunnen naam van Christene, voor meester en zekere ouders, van geprezen en verheven te worden door geuzen en framagons. Terwijl hunne moeder de H. Kerk zucht en weent over hunnen afval, roepende goddeloozen: Bravo, geuzenmeester, bravo, onge trouwe ouders, gij zijt met ons, gij strijdt voor ons Welke bittere verwijting welk bloedig affront welke schrikkelijke verantwoordelijkheid voor God en voor de menschen! bidden wij voor de bekeering van die ellendigen. MARKTPRIJZEN. AALST, 's zaturdags. Tarwe fr. 23 00 a 31 Rogge Masteluin Haver Hoppe (1879) Aardappelen,r. w. Boter per 3 k. Eieren "25 Vlas per 3 kilo 75 21 00 a 23 oü 23 - a 23 50 20 a 22 00 10) il 0 7 3 4 27 alOö - a 16 5') a a 9 54 a 3 19 a 5 25 GEERAARDSBERGEN, 's Tarwe per 100 kilo fr. 26 - Masteluin Rogge Boonen Aardappels Boter per kilo Eieren per 25 Vlas per kilo 22 18 - 22 - 14 - 2 89 *2 99 1 29 NINOVE, 's dijnsdags. Tarwe per 100 kil. 28 32 Rogge, 22 23 Aardappelen, 12 13 00 Boter, per 1/2 kilo 1 40 1 50 LOKEREN, 's woensdags. Tarwe n p.105 1. 25 00 27 00 Rogge 105 1. 15 25 16 30 Garstn. 1051. 15 50 16 50 Haver 1591. 14 75 16 25 ZELE, 's dijnsdags. Tarwe p. 106 liet. 25 26 50 Haver 159 14 50 15 50 Boter per kilo 2 81 2 91 Kemp per kilos 09 25 09 80 KORTRIJK, s maandags. Aardappels, gele. a IO'JÜj Boter 1 '2 uilo Koolzaadolie,103 a Lijnolie, 105 k. 12,—al4, a 0 - !..5oa01,ti6 7-2,50 7o,ü0 'k Zat op 't convoi 'k hoor vriend Adrianus hier zeggen: Is dat, verdekke, leste nieuws moet de koer- rier daarom te peerd alko men? Asteblieft, laat mij uitzeggen, en spreekt tons. Ergo; 'k zat op 't convoi ne vens drij Staatsmeesters de menschen zagen er mottig en vergramd uitze waren gelijk een bundelken hooi, gereed om op te schietenmaai er werd gewerkt om kalmte te krijgen d heeren be daarden en ze moesten met ons bekennen dat de geuzen en de geuzen alleen de schuld zijn van hun Ongeluk; d'hoogeerweerde Bisschoppen konden niet anders handelen, als zij gehandeld hebben; 't en is voor hun plezier niet dat zij al dien last op hunnen hals nemenAl klappende, wij hoorden dat de meesters nen dag van hoop in d'oog hadden en dien dag was dijnsdag; 't was immers in de slechte gazet ten geschreven dat Roomen, dat de Paus 't gedrag der Bisschoppen afkeurt, en dat zulks vrijdag zou gebleken zijnzoo vallen de geuzen van deen contradiktie in d anderze gelooven in den Paus niet meer, en nogtans ze beroepen zich op den Paus! Welnu, 't is dijnsdag geworden; Frère heeft in de Kamer gesproken, hij heeft zijn brieven gelezen van aanklacht tegen de Bisschoppen, naar Roomen ge zonden en d'antwoord van den Kardinaal-Minister. Bemerkt wel, dat d antwoord alleenlijk gericht was tot de Belgische Ministers, die de tusschenkomst van den H. Vader tegen de Bisschoppen vroegen; Paus Leo spreekt in zijn antwoord gelijk 'ne Vader aan een ongelukkig kind met zachtheid en toegevendheid, om t verdoold schaap niet erger te verbitteren; 't zijn droeve zaken, schrijft de Paus, k zal zekerlijk aan de Bisschoppen de voorzichtigheid en de gematigheid aanbevelen; maar in hunne bevelen rakende de scholen, zijn zij in de palen van hun strikt recht geble- ven de grondstelsels waarop zij zich steunen, kan ik noch afkeuren,^ noch verloo- chenen. Zoo klinkt de Pauzelijke taal in de diplomatieke stukken, t is te zeggen in de taal der Afgezanten Z. H. Paus Leo zou zekerlijk met spijt het afgezantschap zien eindigen; de Paus wil toegevend zijn zooveel mogelijk; maar toch daar, gelijk elders, het Opperhoofd der Christene Wereld verklaart dat de Belgische Bisschoppen gedaan hebben wat ze moesten doen, en dat hunne voorschriften moeten gevolgd worden. Dusdanig werd door Frère zelve, zijn eigen Vonnis voorgelezen. Mochten z eruit profitéren. T'Antwerpen is de schooldwang der Geuzen zoo wreed, dat de Katholieken, om niet te moeten zien, dat er menschen van honger sterven, een In schrijving hebben geopend voor d'Ouders, die vervolging lijden wegens de Recht- veerdigheid. Visscher Vermeire, van Antwerpen is in de Noorder-zee overboord geslagen en verdronken; hij laat een weef achter met 6 kleine kinderen. In den nacht van i2Sten tot i3den Mei brandde t Aalst-Schaarbeeck, d hofstede af van pach ter Claus; 's zondags nadien kwam zich bij de Gendarmerie als brandstichter ingeven zekere Vincent Ringoir, oud 21 jaren, schoenmaker, reeds 4 maal veroordeeld voor landlooperij en diefstallen; dijnsdag is Ringoir veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid. D'Hop is gelijk de wind op Bamistijd: veranderlijk; op sommige markten, weinig kooplust, op andere, zeer gevraagd; t'Assche is ze geweest van g5 tot 100. In 1878 won Europa 15269,000 centenaren hop, dees jaar zijn er slechts 611.000 centenaren. Spreuk van Salomon: Een leugenachtige getuige zal vergaan. Testis mendax peribit.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 4