BERICHTEN. ^JÊ Bemerkingen, Raadgevingen en Overwegingen. Hoort, menschen en geachte omstaandersde com- Vj plementen van Jantje de-liedjeszanger en 't is nu te tl j| koud voor hem om met zijn liêkes af te komen; en W. daarbij hij zit met een valling; de complementen dat K hij schoon liêkes gereed heeft op aangename voisen JrEpwjjt 't liêken der keizerinne Van Frankrijk, die van d'een droefheid in d'andcr valt; 't liêken van de waterramp i"ï&|fj| in Spanje; de klacht der soldaten te Doornijk het 7j||||||]j nieuw liedeken van de moordpoging op keizer Alex- /.JBafffia ander van Rusland! ge weet dat ze den convoi wilden doen springen, waar hij op zat. Dat is al sedert 3 jaren "T"" 't plan der revolutie, en daarom den Rus, als hij uitrijdt, er zijn 3 treins, en niemand weet in welke der drij hij zit ge zult dir later hooren in 't liedeken dan heeft Jantje nog 't liedeken van de Heu len der Negentiende Eeuw, die de Christene Ouders willen uithon geren, omdat zij 't recht op hun kinderen niet willen afstaan. Dat liedeken moet iedereen koopen. En in afwachting en als bewijs der echtheid zijner gezangen, Jantje doet u cadeau van een schrift, den brief en 't beklach eener brave weduwe uit Antwerpen, waarin men de wreede handelwijze der Geuzen zal zien. Leert en bewaart dien brief, menschen, en als er later iemand den dwang komt afstrijden, toont dien brief, menschen, en zegt: zie, leugenaar en volksbedrieger, hier zijn de patente bewijzen! ik begin uitte deelen; ziehier den brief: Antwerpen, 29 Nov. 1879. Mijnheer den Hoofdopsteller, Er wordt tegenwoordig onder de goede burgerij van Antwerpen veel gesproken over de wreede vervolging, waaraan de arme mensch is blootgesteld als hij zijne kinderen volgens zijne katholieke consciëntie wil opbrengen. Veel zijn er die niet kunnen geleoven dat de heeren van de Comité (1) zoo onmensehelijk kunnen zijn,ongelukkige weduwen en weezen het brood uit hunnen mond te stelen, vooral bij den ingang van den winter, en ben ook van alle hulp van doktoor en apotheker te berooven,zelfs in de ergste en gevaarlijkste ziekten. Men kan dit des te minder gelooven, dewijl de arme menschen wel onder elkander klagen, maar niet geerne luidop hunne klachten laten hooren, uit vreas v in nog erger te varen. En waarom Omdat sommige mannen van de po >1 itie ergo geuzen zijn en naar eigen zin bandelen met den armen mensch, die zich tegen hen niet verweoren kan of een advo- kaat nemen omdat veel werklieden en werkvrouwen bang zijn hun werk op geuzenwinkels of in geuzenhuizen te verliezen omdat zelfs de geringe menschen en bovenal degene die eene kleine neering hebben, vreezen aan de deur gezet te worden van hunnen geuzen huisbaas. Nu ver-daal gij, mijnheer, waarom tusschen honderden en honderden verdrukten er zoo weinig zijn, die luidop durven spraken. En laat mij toe u te zeggen dat zij niet bevreesd zijn voor een ingebeeld gevaar; me nigvuldig en dagelijks ioopen de voorbeelden hiervan onder hunne oogan. Maar ik, die mijn volle betrouwen stel op Gods barmhartigheid,en die, ofschoon arm en ellendig, weet dat ieders consciëntie vrij is in ons land, ik wil spreken. Ik ben eene behoeftige weduwe mot vier kinderen en woon in eenen gang, Beggijnenstraat, 4' wijk, n- 56, klein 7. Van mijne kinderen is de oudste, een jongen van 16 jaar, nagenoeg kindseh. Hij kan geen stiel leeren,maar helpt wat bij een tapijt wever. Voor hem gaf de Comité mij eenen onderstand van 1 ir. in de week. Hij gaat nog op de avondschool van Sint-Vincenlius in de Kammenstraat. Mijne twee andere jongens, 13 en 14 jaar oud, zijn als leerjongens op stielen wonen met iever do zondagschool bij van O. L. V. en de avond school van St Vincentius. Mijn vierde kind is een meisje. 8 jaar oud. Zij gaat ter school in de Gezondstraat bij de Zusters van achter St. Jorisvest. Vroeger was zij op de stadsschool in de Bogaerdstraat, bij de deftige jufvrouw De Mets, die ook in het geuzenouder wijs niet-is willen blijven, even als de fat soenlijkste en bij de arme menschen meest geachte schooljufvrouwen. Voor mij en dit kleintje genoot ik van do Comité fr. 1-iU per week. Dus te samen fr. 2-10. Die geringe, maar noodige onderstand is mij ontnomen. Verleden woensdag, 26 dezer, kreeg ik liet bezoek van M. Peeters, stedelijken onderwijzer in de schooi tegen de kerk van St.. Andries en armmeester voor de Beggijnenstraat. Hij wilde mij verplichten mijn meisje op de geuzenschool te doen. Ik antwoordde hem dat ik katholiek was opge voed en mijne kinderen katholiek wilde opbrengen dat iedereen in ons land vrij was in zijne consciëntie. Hij zegde dan Zoozoo maar dan moet ik uwen trek afnemen van de Comité. Er is niets in onze scholen veranderd wij ieeren daar ook geen kwaad. En ik ant woordde: Gij zegt dat, mijnheer, maar als er niets in de scholen ver anderd is, waarom hebben zij dan de oude wet niet gelaten gelijk zij was Hij zegde mij nog iets van 't catechismus leeren van het kruisbeeld in de geuzenschoolmaar daarmeê kon hij mij niet omklappen; want ik weet bij ondervinding dat er met asschewoensdag meer dan een meteen kruisken op zijn voorhootd loopt, die in zijn binnenste toch een vastela- vondzot blijft. Ik was overigens op hot bezoek van M. Peeters voorbereid, want eenige dagen vroeger, dit is 's zaterdags 22 dezer, was Van den Brand, knaap van de Comité, wonende, als ik,in de Beggijnenstraat, ten mijnent gekomen om mijn doktoorsbookske terug te eis'chen. «Ik moet mijne orders uitvoeren, zegde hij mij; «er zijn er die zoo dwars zijn, hun boekje met te geven; maar dat baat niet; want als de doktoor bij eonen zieke geroepen wordt, mag hij toch niet komen of zijn boeksken moet op een nieuw geteekend zijn. Hier hebt gij nu, Mijnheer, een bewijs der vervolging met naam en toenaam; wijk, straat en nummer; dag en datum. ...9.'J kunt mo' mijnen briet doen, wat u belieft. Ik wil niet jammeren. Wij, christenen, weten wat er in den catechismus staat over het achter houden van den loon der werklieden en het verdrukken van armen, we duwen en weezen. Wij weten ook wat er geschreven staat over hen die vervolging Jijden, om do rechtveerdigheid, en alles ingezien, ben ik liever bij de vervolgden dan b:i de vervolgers. Deze zien God niet; maar God ziet hen en ons. Uwe ootmoedige dienares, Weduwe DE CRAEN. (1) Zoo noemen ze t'Antwerpen 't Bureel van Weldadigheid DOMiEN. Och, vrouw, wat zijn ze gelukkig, die nu thuis mogen zitten, in een warm hoeksken! TONIA.En die hunnen nooddruft hebben; want er zal weer iets afgezien worden. Och God! heilige moeder Anna op dees dagen, 'ne mensch zou willen rijk zijn, om veel te konnen geven. Alie menschen zijn toch ons broeders en zusters en die te veel heeft, wat is er beter en zoeter aan 't hert als te geven DOMIEN. 't Wintert toch hard en wreed 'k ga nu op mijn vijftig jaar worden, vrouw; en 'k en heb nog zulken winter niet geweten, zoo vroeg en zoo stuur. TONiA. 't En is nog maar St Eloi geweest! DomiEN. 't Riskeert 'ne winter te zijn gelijk in 1812, als in Rusland drij honderd duizend fransche soldaatjes doodvrozen. Dan is er koude afgezien.... God geve aan alle werkende menschen een goed plaatsken rond een warm vuur en verders de mondbehoeften., 't Is nog wat tijd voor 't eten, de gazet, asteblieft, wie langt er mij eens de gazet? TONiA. Thereseken, ze ligt daar op den hoek van 't kasken. THRESEKEN. Zie, vader, daar is de gazet; gaat er nu hardop gelezen worden, vader? DOMiEN. Nu niet, kind, achter 't eten; ik ga ze nu maar eens overloopen om 't partikuliersts nieuws te zien... Zou-je geloo ven, vrouw, dat mijn oogen beginnen te verslappen? De WERK MAN is nogtans klaar geprent, en 'k gevoel aizoo klein schemering- skes'k riskeer nog te moeten brillen. Tonia. 's Morgens op de schelen van d'oogen nuchter spik- sel wrijven, dat verkloekt d'oogen, man; en ook van tijd tot tijd d'oogen wasschen met regenwater. D'oogen kunnen niet genoeg bewaard worden; d'oogen, dat is van 't kostelijkste dat 'ne mensch heeft. DOMiEN. Ja zeker van 't kostelijkste.... Laat nu 'ne keer zien. wat geeft de gazet? Op d'eerste pagina, de feestdag van 8 decem ber. 'nen artikel van aanmoediging. TONiA. Daar haalt De Werkman eere van; want die feesten in de kerken zijn ware volksfeesten; iedereen, arm zoowel als rijk geniet ervan en 't is in de kerken en alleen in de kerken, dat wij gewaar worden en zien dat wi] allen kinderen zijn van denzelfsten en eigensten God. DOMiEN. 't Is waar, vrouw; en't zijn ongelukkige, verstomde menschen. die de plechtigheden der kerk vergeten; ze missen den besten troost van hun leven; en wat staat er geschreven? Die in zijn leven, zich schaamt, of die te lui is om God te dienen, in't ander eeuwig leven, God zal den rug keeren aan zulke menschen. TONiA. En't zal zijn: kropsalade geëeten in dees leven, kropsalade voor altijd in 't ander levenEn 't is M. Collin, die preekt in de St Martenskerkdaar zullen w'allemaal naartoe gaan zulle wanneer zijn de diensten DOMiEN. Eiken avond, behalve 's zaturdags als 't biechtdag is, ten 8 ure, sermoen, en zondag 16 December, Solemneele Slui ting, onder d'Hoogmis sermoen door 'ne Pater Jesuiet en onder't Lot, laatste Aanspraak en opwekking door onzen eerweerden heer Collin... Ja, we zullen erbij zijn... Ge moogt zoo arm, zoo onge lukkig zijn als ge wilt, die kerkelijke diensten, dit schoon muziek, die ri|ke versiering, die treffende predikatiën, dat soulageert, dat vertroost buitenmate. TONiA. Wat geeft De Werkman nog? DOMiENNieuws uit alle landen der wereld. ..Ze moeten in dit bureel alle talen kennen, en ze zeggen dat de koeriers consekutiel over en weêr naar't bureel rijden... Ja, nieuws uit alle landstreken; we zullen dit later overpeuzelen op 't gemak 't Schijnt dat Frankrijk in slechte positie komt, vrouw; die Franschmans moeten onder een naachtig hoofd staan, of ze loopen verdoold gelijk toomlooze peerden.... En de koning van Spanje is hertrouwd... In Italië loopt d'armoede over straatze zitten daar aan 'ncn bitteren roggenkant. TONiA. Onrechtveerdig goed gedijt niet, man. DOMiEN. Pruisen procedeert nog altijd om te weten oi aan de katholieken de vrijheid zai gegeven worden. TONiA. De Pruis zit ook leelijk in zijnen licht; 't zal er nog moeten gaan gelijk in Egypte, bij koning Pharaöd'een straf op d'ander, altijd zwaarder, totdat den kop gebroken wordt... 't Eten zal gaan gereed zijn, man. DOMiF.N Goed, 'k ben aan de vierde pagina, waar den .In- spekteur zijn ronde doet cn zijn zaligheid krijgt... Maar wat zie ik? sapperdeboeren wat zie ik?... Z'hebben den keizer van Rusland wsêral willen vermoorden. TONiA. Doen ze? DOMiEN -Ja. den ijzerenweg ondermijnd en't convoi doen springen.Gelukkiglijk voor hem, dat ze zich van trein mispakt hebben of hij sprong met al zijn volk in de lucht. TONiA. Jeememsmarintika 't Is op een jaar twee keeren dat z hem willen vermoorden!'t Verwondert mij dat er nog iemand keizer of koning wilt zijn. DOMiEN, de gazet wegleggende. Inderdaad, g'hebt gelijk, vrouw ze gaan op hun leven uit, alle dagenze zouden wel gedu rig,als'ne koning of keizer uitgaat, met d'PIeilig Olie nevens hem mogen staan Job zegt; 't Leven van 'ne mensch is een keers in 't opene veld; maar wat is 't leven van 'ne keizer dan?... Zullen ze nu gaan d oogen openen? Hoe komen al die moordpogingen? D'Ouders die tegen God opstaan, God laat toe dat zij door hun eigen kinders op 't hert worden getrapt... En als de Keizers of Koningen 't hoog ste en t wettigste gezag miskennen, is't wonder dat zij onder 't voetvolk geraken en maar hun leven behouden door 't geweld der bajonnetten en der kanons?.. Kom, laat ons beginnen eten; we mogen geruster zijn als de keizers en de keizerinnen, en niet vree zen van vergif in ons eten te vinden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1879 | | pagina 2