t Den 7slen Februari is voor deChristene Wereld een plechtig tijdstip; over twee jaar, opdien dag, ten 6 ure 'savonds overleed te Roomen, in zijn kamerten van 't Vatikaan, PIUS IX, den groo- ten Paus, die 52 jaren lang zoo heldhaftig 'tChristene Volk had be stuurd en daarom van't boos geslacht, zoo valsch belasterd, zoo wreed vervolgd was geweest.... Al de katholieken van dezen tijd, zoo eendrachtig rond Paus Leo geschaard, zullen toch de gedachte nis van den roemweerdigen Pius IX vast in hun geheugen houden," en er kracht en sterkte in putten tegen de helsche en vernijnige be vechtingen welke wij heden onderstaan. BRUSSEL. Ineen huis der Mfhiemestraat ging't vijfjarig meisje Maria Regnierden kaffépotop destoefzetten; ze nam 't scheel af- de vlam sloeg uit, vatte hare kleêren en verbranddezoovreeselijk 't arme schaapje dat de dood erop volgde. Zaturdag was er feest aan 't Hof; de Koningin, dieeen weinig ziekelijk is, had een ivooren stokje in d'hand, om erin kas van nood opte leunen.... Och Heere! als 'ne mensch ziek of zuchtig is, de rust valt 't zoetste en 't zachtste en 't beste; maar de koninklijke personen mogen niet rusten als zij willen; hoe hooger gezeten hoe meer wind! daarom zegt 't spreek woord:'t geluk'is bij klein en rein. In een mansardeken der Middeïeerstraat is 't lijk gevonden der negerin Samba, die in de cafés zong. De rede der dood wordt onderzocht. Maandag avond ging de roep dat de Schouwburg der Munt brandde. Aanstonds was de Policie daar, de Pompierderij en een ontelbare menigte volks. Er was geen glinsterken vuur te zien, geen wolksken rook. De Brusselaar mag nu nevens den Mechelaaralsmaanblusscher staan te schilderen. 't Is zondag Vastenavond en 't zal er weer gaan te Brussel en in veelander steden: Schandalen en verergernissen genoeg! velen die den eersten steen van hun ongeluk leggen! velen die 't fondament van hun armoede leggen, die hun eer, hun gezondheid, hun ouders, hun familie te kort doen! De vastenavond-feesten wor den in de groote steden meer en meer heidensch ende walgelijk.... Wat zullen wij zeggen? Men vindt ezels die nooit zakken droegen! die iets vermaak noemen wat niets als slemperij is.... Vergeten wij niet dat er geen ware vreugd is, waar slemperij en overdaad bestaat; vergeten wij niet, dat door de slemperij, door de losbandigheid die zulke bittere 's anderdaags brengt, dat 'ne mensch zich beneden de dieren stelt! Zulke zaken zijn goed, voor Geuzen, voor Vrijdenkers en Solidairs, maar 'ne christene mensch weet dat de vastenavondda- gen dagen zijn, van vreugd en herschepping, omzichdoor een treffe lijk en gezond vermaak tot den Veertigdaagschen Vasten te bereiden; vermits de Vasten aanstaande is, als 'ne mensch iets aanzijn lichaam onttiekt, hij ontvangt het honderdvoudig terug, door zoetigheden van den geest en van de ziel; ten anderen: op de poort van het trappistenklooster staat geschreven: Indien gij geene Boetveerdigheid doet, gij zult allen vergaan!.... Die Godswoorden zijn gericht, niet alleen aan de Trappisten, maar aan iedereen, zonder uitzondering. ANTWERPEN. Er is op Schelde, vóór de stad, niet veel ijs te zien, maar beneden de rivier blijft het ijs dik en sterk. Een gezworen Meter en Wegersnatie heeft Jubilé gevierd van 5o jaar Deken dier gilde. Twee landloopers, die zich uitgaven voor vreemde barons, zijn in een hotel derKeizerslei aangehouden; z had den gestolen te Nizza. Zeven straatkapoenen zijn aan de dokken g'arrêteerd, beschuldigd van diefte en voor t Korrektionneel is ver schenen de dievenbende, gekend onder naam van den STEENEN MOLEN; er waren mans bij, vrouwen, jongelingen en meisjes; allen zijn veroordeeld tot min of meer zware boet-enkotstraffen; 't waren meest oudveroordeelden, ondeugende kapoenenen slimme filous. Te Brasschaat is een nieuw schietspel ingericht ende kogels vliegen tot op de boerenhoven. In't kort gaan uit Antwerpen nog ver- scheide Oud-Pauzelijke Zouaven, naar d'Afrikaansche Missiën trek ken en geven aldus 't voorbeeld der edelste opoffering onzer eeuw. In d'oude Manestraat is feest gevierd voor d'echtgenoten Brees- Bogaert, die Jubilé vierden van 5o jaar huwelijk en 48 jaren in't zelfde huis woonden. G'heel de gebuurte wasbevlagd en 's avonds verlicht, en 't Muziek kwam voor de woonst der Jubilarissen, vro lijke deuntjes afgeven. LUIK. Zondag zijn aldaar, langs de statie der Guillemins, twee Keizerinnen gepasseerd: de zieke Keizerin van Rusland die uit de fransche stad Cannes naar St Petersburg trekt, en de Keizerinne van Oostenrijk, die naar Ierland gaat, om er aan een groote jacht partij deel te nemen. Den nacht van 1 februari reed een expres- trein naar Parijs; tegen de statie Ergis, braken twee wielen van den postwagen en de trein zou zeker van zijn rails geloopen hebben, indien een der bedienden van den post-wagen, met gevaar van zijn leven, het rijtuig niet verlaten had, om tot bij den machinist te gera ken en hem te verwittigen dat hij den trein moest stil houden. - Zekere Van Camp, wonende te Rijsel, is te Luik aangehouden, beschuldigd van moord op den portier Pirard. Volgens een gazet van Rijssel. zouden erop Van Camp zulkezware vermoedens wezen dat hij in 't kort voor d'Assiscn zal verschijnen. De koetsier van 't gevangenkoetsken is beschuldigd van 27 kilos vleesch gestolen te hebben; hij bekent de diefte, doch zegt dat hij bedronken was... Als de bedienden der Justicie zelf nu gaan stelen! Een groot ongeluk, toe té wijten aan de onvoorzichtigheid der slachtoffers, is vrijdag te Gent voorgevallen. Toen de kinderen Demasure terugkeerden uit de school, hadden zij het ongelukkig gedacht op het ijs te gaan der verbindingsvaart, rechtover de fabriek van MM. Parmentier en Van Hoegaarde; nauwelijks waren zij te midden van het kanaal, of het ijs brak onder hunne voeten en de kinderen verdwenen onder de ijsschollen. Twee moedige burgers, de genaamden Van derZwalm, koetsier en Magerman, stoker, snel den de drehkelingen ter hulp en gelukten erin, met gevaar van hun leven, een der kinderen ongehinderd uit het water te halen. Wat het ander kind betreft, kort daarna werd zijn lijk opgevischt. Valsche goudstukken van 20. frank met de beeldtenis van Victor-Emmanuël, zijn in omloop. Deze stukken zijn verguld doch van wit metaal gemaakt. Zij zijn heel moeilijk te herkennen. Keizer Wilhem en zijnen Kanselier BismarckT (Openbaringen en bemerkingen.) W i lhemJa, Kanselier Bismarck, ik lierhale mijn fraagheeft België een goudmijn gefonden, of diamanten ontdekt zoo groot als molensteenen, om tustanig zijn penningen te ferkwisten Bismarck. Een Goudmijn Wilhem. Zijn de Pelchen allemaal Kapitalisten, mensclien t die leven van hun landen en zanden, die den hoed op zij, en d'handen in hun twee broekzakken, op zondagen en werkendagen mogen gaan wandelen om hun eten te doen teêren Bismarck. Sire, Zijn Majesteit Wilhem. Ondervinden de Peljen niet wat armoede is passeert de lange winter daar, zonder dat er honger, koudeen ellende wordt geleden?.... Is elk huisje daar een paradijsje van wellusten Bismarck Sire, Sire, ;t is ver van lachen, zei de bruid, en ze krees, en om U hier in korte woorden de waarheid te bedieden, hadden dezen winter in Pelcheland, de rijke en goedhertige men- schen niet gegeven, altijd en aanhoudend, feul, zeer feul Volk zou van armoede gestorven zijn. Wilhem. Honterdtauzend teufels! Bismarck. Sire, er zijn steden in Belgenland, waar't derde van de bevolking op den armboek staat. Williem. Maar daarisditgeldverkwisten een ongehoord sjelm- stuk! Bismarck. Sire, inde steden liep 'tarm volk dezen winter rondbi ddende en smee kende voor een aalmoes; om hun arme schaapkes van kin deren een stuksken brood te kunnen geven en niet van el lende te stervenin Brussel zijn over eenige maanden, troepen Volk rond de stad ge loopen,roepende en huilende: Brood of werk! Wilhem. Hoort, Kanselier, den eersten keer als ge minister Van Humbeeck ziet, doet hem mijn complementen dat hij achter zijn gilé 'ne kei zitten heeft, in plaats' van een hert. Bismarck. 'k Zal 't doen, Sire; maar wie dat er in Pelchiê bijzonder veel afziet, dat is den kleinen pachter, den treffelijken burger, den eerlijken werkman, die nood heeft en die niet durft kla gen.... Ge moogt zeker zijn, dat de contributiën,waarmeè al die zotte onkosten gedaan worden, ze afgeperst moeten worden, door dwang en geweld, door bedreiging van de meubelkesaan te slaan en te ver- koopen Wilhem. Maar, 'ken versta niethoe 't Belgisch volk dit ver draagt,hoe allen, zonder uitzondering, zulke dwaze Ministers niet uit de baan keeren. Bismarck. Och, Sire, niets dat meer verblindt als de par tijschap Daarbij, de Ministers hebben in veel kantons, 't vierde der builenkiezerstgeschaft en t'Antwerpen bij voorbeeld, misschien 600 kiezers laten opbrengen, diezooveel recht hebben, als mijn slaap muts.... W. Foeifoei voor zulke handelwijze; dat is zeuren, man! B. Ja, hebben is hebben, zeggen de liberalen en geuzen. IV. En als de zak vol is, dan knoopt men hem toeals 't onrecht boven zijn hout gaat, dan worden alle boomen stokken'tBen waarlijverwonderd over al 't geen gij uit ons naburig landeken overbrengt. B. Och Sire, ge weet nog alles niet; vele Armbesturen, met 't katholiek geld, want de geuzen geven niet: met 't katholiek geld, ze dwingen voorde Staatsscholen. W. Sjande! drijmaal sjande B. In 't zelfde L aarne, Sire, zijn onder de 20 kinders, 2 doch- terkes, waaronder éen van den meester; en heeft de Schoolminister nu de vrouw van den meester niet aangesteld als onderwijzeres, met 600 ff. traktement IV. Bismarck, 't zijn zeker fabels! B. Neen. 't is de bloote waarheidVoor die 20 scholierkes be talen ze nu te Laarne over de 4000 fr. W. Maar, 't is een diefte van alzoo 't Belgen-geld te besteden! B. Sire, zijn Majesteit, de Schoolminister heeft nog ander zotte kuren uitgezet,'bijna'van Gemeente tot Gemeente. In d'herberg waar mijn koerier een pint bier dronk, was'ne Landsman vanSchelle- belle die naar een uitvaart kwam. Schellebelle is een dorp aau de schelde, met 2000 inwoners. W. En wal is er van Sjelbel B. De verkeerde wereld, Sire; als al de kinders naar de Ge meenteschool gingen, was er maar éenen meester voor die 100 kna pen en nu hebben al de kinders de Gemeineschool verlaten; er zijn er nog 15 en raadt wat de Minister doet W. Zijnen meester wegtrekken als een affaire niet pakt, op kimmen is de boodschap. B. Ja, 't is een g'heel ander kommerschap de Minister heeft voor die 15 scholierkes 'nen tweeden meester gezonden En er is daar een ofïicieële manmesel, die 5 kinders in haar school heeft! W. Kanselier, indien u het niet van ooggetuigen wist, ik zou pelzen ge verhaalt mij een Arabische vertelling aber, maar 't is sjandaleus maar, blijft dit eenige jaren duren,Belgenland zal maar 't vel over de beenen hebben maar kanselier', 'k heb vroeger nog eenoog op tat landeken gehad, maar tertauzendkartoffels nu zou ik het niet meer willen ofte begeerenMaarwe zullen daar later over spreken'k hoor mijn dokteurs komenEn de Kei zerin van Rusland trekt op naar St-Petersburg B. Ja, Sire. W. Als ze maar in hun handen niet blijft B. Ge weet dat het Jubilé is in 't Russisch Hof. W. Ja en ze zullen mij perijkeleus vragen, maar gebaart van den krommen haze, 'k en ben niet zot, om onder die ijsbeeren mijn dood te gaan zoekenzegt dat mijn rhumatismus mij belet uit te gaat en schrijft 'neschoonen'brief van complimentatie.... Nu, kan selier, tot later. B. Sire, zijn Majesteit, uws ootmoedige dienaars

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1880 | | pagina 2