JANf Ji VAN LISR. weten hetwant gelijk het gcwonelijk gaat, bewaakt gij 'nen diet, de dief bewaakt ude geruchten loopen in St Petersburg dat Keizer Alexander in 't begin dezer maand zal vermoord worden, want de Komiteiten der Samenzweerders hem onwederroepelijk ter dood veroordeeld hebben; een verrader heeft ditkomplot ontdekt en daarvoor, zoo men zegt, van de policie ontvangen 100,000 roebels, zijnde dit 3oo,000 fr.; is dit waar, de vent zal niet lang dit geld genieten; de Policie is vermeerderd, dat is men zeker van d'aan- geworvene manschappen?Dagelijks worden er personen gevan gen; een der adjudanten van Melikoff, generaal Schuwaloff, heeft t gedacht opgeworpen, van g'heele straten en gansche wijken te doen gevangennemen;... maandag liep te Keulen 't gerucht dat de Keizer door zijnen eigen jager wasvermoord;maar dit nieuws is niet beves tigd, gelijk vele andere; want ge moet altijd indachtig zijn, dat een zaak die van verre komt, dikwijls vergroot wordt; t is heel wel mogelijk dat de Nihilisten hunne macht vergrooten, hunne plans verzwarten, om schrik aan te jagen; maar de keizerlijke Besluiten, de berichten aan de gezanten, de strenge maatregels van Rusland, bewijzen toch dat den Rus in zeer slechte lakens zit, in sobere posi tie. en 'ne gevaarlijken oorlog moet voeren tegen een deel van zijn Volk,'t welk verklaart liever te sterven als onder zulk bestuur te blijven... Job, leefde hij nog, zou daar schrikkelijke sententiën op afgeven. Ja, Vrienden en Kennissen, Volkeren van allen stand engeslacht, Jantje van Lier is hier, maar zonder veel plezier, want hij heeft slechte maren om U te veropenharen... Luistert wel en blijft staan, want de zaken gaan u allen aan; daarmeê zal ik maar be ginnen, zei de Vos tegen d'hinnen, en hij had er al zeven binnen; 't is maar om u te bedieden, hoe dat somm'ge lieden, valsch als Lucifer zijn en u dompelen in 't tonijn. Apropo, ge moogt wel weten, achtbare Leden der samenleving, dat Jantje van Lrer ziek is geweest: twee zware verkoudheden op de borst, krampen in de maag, kloppingen aan 't hert, 'ne grip in de longers, enfin, kwalen en planeten genoeg om tien Avekaten naar hunnen put te trekken; maar Jantje van Lier is er nog vandoen om de waarheid te zingen aan groot en aan klein, en achter veel kuchen en veel klagen, en veel te moeten afzien en verdragen, en veel spijt o:n de deftige Compagnie t'hebbea doen wachten, ik ga weerom met hert en ziel, uw geluk betrachten; bijgevolg, uwen ootmoedigen serviteur en dienaar; en wat hebt gij aan 't Publiek te presentéeren, zult ge vragen? en 'k zal 't genoegen hebben u teantwoorden: D lï'rente gezangen', met'lessen en spiegels, voor'ne civiele prijs... Whebben eerst en vooral dewreede moord in 'Frankrijk, 't is te wreed om beschreven te worden, van'ne zoon die zijn eigene moeder heeft vermoord! de schrik gaat uit de wereld, en wacht maar tot dat de slechte scholen iets hebben uitgebroeid ge zult er zien verdrinken in hun tranen; Apropo van slechto scholen, ze strooien weèr de valsche geruchten rond dat de slechte scholen goedgekeurd zijn door Z. H. den Paus; voorde men- schen die daar iets van gelooven, mag er gebeêvaard worden; neen! neen' 't is te kiezen gelijk vroeger, tusschen Ons Heer en Barrabas; tusschen den Hemel en d'Helle.... Een tweede gezang is overeen wroede batailje en moorderij, gepleegd in 't eiland Dolphinea,alwaar 17 menschen zijn opgesloten enwreedelijk vermoord: die ongelukkige zimht naar 't geld is d'oorzaak van veel misdaden; g'hebt daar zeven schoon compleeten van; lessen voor oud en jong om de slechte com- pa'm'e te vluchten.... Op d'ander pagina staat ten eerste,'t lieken ders der gemeenteschool wonen; en wat gebenrt er! De rampzalige wet van 1870 komt, Gobert zendt zijn kinders naar de Nonnekens- school- en omdat hij de ziel zijner kinderen niet wilt leveren, de man had een o-eitekenvan eenige maanden; Mr Pitje Van Humbeeck zegt dat dit onschuldig beestie de school verperst en Gobert met zijn huisgezin wordt in 't midden van den winter door de gendarms op straat «-ezet- "-e ziet daar op de schilderij, die brave menschen met lnin meubelkes in opene lucht, hun arme schaapkes van kinderen, die krijschen en 't Yolk dat zijn armen ten hemel verheft, vol afkeer wegens die wraakroepende daden;.. Maar 'k moet n bijzonderlijk spreken van ons derde gezang, 't Liêken over Rusland, en 'k be- p'in aanstonds met 't eerste kompleet, ge zult seffens zien wat ons Uedeken inhoudt en bediedt. 'k Zal eerst mijn viool op den toon zetten; de winter heeft er m gezeten en als ik' ze eerst probeerde over acht dagen, voor de repeti- tiën ze <Taf een geluid gelijk de deur in den ouden tempel van Ba lt'lonen 3ie maaralle vijf honderd jaren eens openging. Luistert goed, weest aandachtig en volgt van de liêkes op de schilderij, alles is er promentig op afgebeeld: Komt, Vrienden, luistert naar mijn lied, ik zal u gaan verklaren, Wat e'r in Rusland is geschied, en er maakt veel bezwaren. Hoe dat de Keizer vroom en fel, Omringd van fort en kolonel, Al in zijn schoon Paleis, door volk van eigen land, faig Ja bijna wreedelijk ter dood toe werd verbrand. Let wel op o-eaclite Omstaanders, ge ziet hem daar staan, den machtigen Alexander, sprekende met den hertog van Bulgarië, over d'intresten van dit Land; ge weet dat Bulgane nu een Russische Provincie is geworden, ten gevolge van den oorlog met den Turk; 't was rond de zevenen en ge ziet daar den lakei komen die eerbiedig tot ziin Meester zegt dat de tafel in zijn groote zaal opgediend staat en dat de gerechten op de keizerlijke forneizen gereed staan. Ik kom, zoo sproekt de Czaar. zeg aan mijn seneralen, Dat zij 'nog een kwartier, een klein kwartierken dralen, Want eene zaak van groot belang Houdt mij hier bezig, en aan gang, die Daarop, hij spreekt nog voorten treedt vol majesteit, bis. Zeer langzaam naar de zaal, waar 't graf hem was bereid. Nu ga ik voort, zonder interruptie naar de derde kompleet; De Keizer stapt daar aan, veel groote lion hem volgen, (Ge ziet daar, dien stoet van hovelingen; gelukkige menschen tegenwoordig in geen hof moeten wonen.) De Keizer stapt daaraan, veel sroote lièn hem volgen, Maar eensklaps blijft hij stil, ziet rond, met boos verbolgen Hij hooit Jen dolen wreed gerucht, Geheel 't Paleis dat kraakt en zucht; Da marmers ploffen op, met stukken wreed en groot, Al wat rond d'oetzaal is, ligt erg gewond of dood. Ge ziet, achtbare Vrienden, ge ziet op de schilderij den wreedén massakker in 't Paleis van den Czar; soldaten der wacht die met verbrijzeld lichaam, zonder armen ofbeenen omhoog vliegen en als lood terug op den grond ploffen... 't Waren schrikkelijke momenten. Ge ziet daar Keizer Alexander staan, onbewegelijk gelijk een ko- lomne; ge weet dat die keizers van Rusland ook 't Opperhoofd zijn van hun Religie, hetgeen een allerslechtste en ailerverderfelijkste zaak is voor t welzijn der volkeren; om wel te zijn,hoe hoogerdat 'ne mensch geplaatst is, hoe dieper hij zich voor God zou moeten huigen; ge weet ook welke wreede dwingelandij Rusland bedreven heeft tegen de Katholieke Vrijheid van Polen, bijzooverre dat d'Ouders er niet vrij meer waren hun kinderen te doen doopen; dat zijn allemaal zaken die later opkomen; Keizer Alexander meinde dat niemand te gen hem opkon, en ge ziet hoe zijn eigen Volk hem nu tormenteert... 't Is gelijk ten tijde als koning Pharao de ware Religie vervolgde Onder andere werd zijn Land met sprinkhanen gekastijd hij bleef nog stomen dool', en korts nadien verging hij met g'heel zijn leger.. Zoo zal Europa varen, als de Monarkenniet van politiek verande ren.... Ondertusschen, hoort naar 't vierde kompleet van ons Lied over Rusland, hoe dat de Keizer zijn beklach doet over de boosheid der Nihilisten Maar'k zie dat'er Pachterssen haastig zijn om naar huis te gaan en we zullen maar beginnen te verkoopen.... ach terna zing ik de vier ander kompleeten ën 'k zal u vertellen wat er zondag lest te Vianen is gebeurd, te Vianen, tegen Geerdsber- gen't is daar ook nu stil te Geerdsbergen en't mag! maar g'en weet zeker nog niet, wat er te Viane gebeurd is: Er is daar 'een Zondagschool, gebouwd op den grond der Parochie, maar met 't geld dér Parochianende Burgemeester is daar 'ne Geus; sedert ëenigen tijd werkte hij om den Pastoor met zijn zondagschool buiten te krijgen; 't en ging niet; en zondag was de Marchessé daar; al de kinders waren present in hun Zondagschool; de geus-Burge meester stampte op de deur; men i iet hem stampen; hij roeptAu nom de la li, ge moet opendoen! Niemand bougeerthij doelt bal ken halen om de deur in te loopen 't stond daar rommendom,zwart en dik van 't volk; maar niemand wilde in zulk goddeloos werk hel pen; eindelijk krijgt men eenige slaafkes, en de deur wordt door drij geweldige slagen' ingestampt; dan nemen de Marchessès par la torce de Zondagschool in; de kinders loopen vol schrik weg,maar 't geestelijk en eenige meesters blijven, en op bevel van den geus- Burgemeester, hebben de Marchessès den Pastoor bij den arm ge- pakten uit zijn Zondagschool gedaan., 't Volk van Viane stond daar in d'allergrootste verohtweerdiging; en zonder Mrden Pastoor, zou het zoo gemakkelijk niet afgeloopen zijn.... zoo gaat het, Vrienden en Omstaanders; ze vragen den Priester,om hem te behandelen "ge lijk de Joden Ons Heer behandelden, en terzelvertijd zetten ze den Pastoor uit zijn Zondagschool't Geweld gaat ver, doch laat ons niet vreezendat degeen vreezen die 't Goed haten en vervol gen.... Nu, er wordt verkocht; 5 centiemen; alle gelijk niet! d'een achter d'ander Wreede ramp in de statie te Aalst. Maandag avond is de genaamde Van Driessche Joannes, een der braafste en oppassendste bedienden der Statie, aldaar verongelukt. Van Driessche was gelast met het aan- en afhechten der waggons op de manoeu- vreerende treins en het blazen van den hoorn om te verwittigen dat de lokomolief mag voortrijden. Maandag avond ten 11 ure, was hij bezig met waggons vast te hechten en gaf't signaal; maar zich wil lende wegtrekken, hij slibberde uit of bleet hangen,viel op de rails, de wielen reden over zijn lijt en verpletterden het, bijzonderlijk op de borst; toen de machinist korts nadien achter den hoornblazer ging zien, vond hij hem dood; het overlijden is oogenblikkelijk ge weest... Van Driessche was een getrouwd man en laat twee kinde ren achter... Die wreede ramp heeft in statie en in stad veel schrik en veel medelijden verwekt. ZATURDAG stond een soldaat van't korrektiekorps, J.-Ver- schueren genaamd, hij stond t'Antwerpen voor den krijgsraad; hij was beschuldigd van naar den Docteur van 't regiment zijnen schoen geworpen te hebben en hem gekwetst op hoofden in den hals. Toen 'de kapitein-Prokureur voor hem vijf jaren korrektie eischte, bukte Verschueren zich, trok zijnen schoen uit en wierp hem met veel ge weld in 't wezen van den magistraat.... Aanstonds waren degen- darmen aan zijn lijf, en de rechtbank veroordeelde hem niet alleen tot 5 jaren korrektiestraf, maar nog tot 3 jaren daarbij en 1000 fr. boet, van zijn geweldadigheden op den tribunaal. Zaterdag namiddag heeftop den hoekder Bodenbroeksche-en Regenciestraten, te Brussel, eeu hevige worsteling plaats gehad tusschen lotelingen, soldaten, vrouwen en werklieden, die allen in min of meer dronken toestand verkeerden: de vechters hebben el kander beleedigd, gestampt, gestooten en op cien grond geworpen, gedurende ongeveer eene halve uur, zonder dat een policie-agent te zien was: op twee stappen op den Grooten Zavel is er nogtans een policiebureel. Meer dan twee honderd nienwsgierigen waren rond de vechters in de regenciestraat samengeschoold, en de dienst van den tramway kon slechts met de uiterste moeite gedaan worden. Toen de walgelijke vechtpartij bijna een halfuur geduurd had, ver schenen eindelijk eenige policie-agenten die in eenige oogenblikken de-rust herstellen: twee der hevigste ruststoorders werden naar het bureel gebracht, terwijl de anderen in allerijl de vlucht namen. Ze spreken te Brussel van wanorders op den dag der Jubile'- feesten.... Gaat die plaag ook op ons Land vallen? Zeker is't dat er te Brussel een slecht geuzengespuis nestelt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1880 | | pagina 2