DE H. JOSEPH
Bij het Sterfbed van een en hardnekkigen
Zondaar.
(vervolg).
Al deze vermaningen, verre van den armen Tocco
in zijn besluit te doen wankelen, versteenden er hem
nog meer in. Dan was het, dat ik al mijne pogingen,
ten zijnen voordeele aangewend, hetzij van wege
de betamelijkheid, hetzij plichtshalve, volkomen ver
ijdeld zag. Nu, het was al laat op den avond, en zijne
goede vrienden zeiven, die hem dikwijls kwamen be
zoeken, teleurgesteld aangaande de hoop die zij in
miine vermaningen gesteld hadden, besloten dat er
voor het oogenblik niets anders overbleet, dan hem
te verlaten; en, als het zijn kon, den strijd op ge-
voeglijker uur en stond andermaal te wagen; besluit,
waaraan men zich uit noodzakelijkheid moest houden.
Ik nam dan mijn afscheid van den zieke daar ik ten
zelfden tijde de meesters van den huize verwittigde
dat zij binst den nacht niet zouden afhouden tiem
dikwijls zijnen gevaarlijken toestand te herinneren,
en, vonden zij in hem eenige goede gesteltenis tot
biechten, mij op wat uur van den nacht ook, onmid-
deiijkzouden roepen.
Den ganschen nacht door werd de proef herhaald;
den ganschen nacht door wederstond hij hardnekkig.
Bij 't eerste krieken van Paaschdag, terwijl mij
mijn herdersplicht binst de eerste morgenduren in de
kerk onledig hield met de HH. Sacramenten te be
dienen aan de geloovigen, vielen mijne gepeinzen on
gestadig op den armen Tocco. Zoodra ik een vrij
oogenblik vond, snelde ik naar zijne woning.
Nauwelijks heeft hij mij gezien, of hij valt aan t
r°tPMijnheer de pastoor, geef u de moeite niet van te
komen, want ik kan niet spreken; ik heb ruste noo-
di<*- ga er maar van door en laat mij gerust!
".Maar, in Gods naam, hernam ik, gij zijteen man
die van uw woord zijt. Gisteren avond zeidefgij^mij
dat gij op de zaken der ziel op een anderen tijd zoudt
gepeinsd hebben nu dat die dag gekomen is, is het
van noode dat gij de gelegenheid waarnemet om eene
rechtzinnige biecht te spreken.
Dan begon de zieke met nog bitsiger woorden tegen
mii uit te vallen, mij toesnauwende dat het meer als
tijd was er meê gedaan te maken, dat hij nooit van
biechte gesproken had dat, indien hij later daartoe
zinnen kreeg, hij mij zou doen roepen; maar dat ik
hem voor het oogenblik moest laten slapen.
Ik gaf den moed niet op; maar overtuigd aan het
tasten van zijnen pols, dat er den ongelukkige maar
weinige uren levens overbleven, vroeg ik aan de
familie een kruisbeeld. Met net kruisbeeld in de han -
den ga ik tot hem, en spreek hem in dezer voege:
Mijn zoon, herinner u hetgeen wij deze laatste dagen
overwogen hebben hoe onze beminnelijke Zaligma
ker Jezus-Christus.tusschen hemel en aarde hangende
aan het harde kruishout, eenen booswicht, die hem
om vergiffenis bad, deze troostende woorden toe
stuurde Hodie mecum eris in Paradiso. Vandaag
nog zult gij met mij in het Paradijs zijn Woorden,
die hij bereid is te herhalen aan u, indien gij met
rechtzinnig berouwen des harten erkent gefeild te
hebben, en deze zeer heilzame stonden waarneemt,
die u nog overblijven. Moed gevat, lieve zoon, neem
deze laatste levensuren waar, biecht, en ge zult zien
hoe gij u zult getroost voelen.
Deze mijne woorden mislukten, even als de voor
gaande; want de rampzalige, dieper versteend dan
ooit, hield niet op van mij te zeggen Ga henen;
laat mij gerust, laat mij gerust
Mijn zoon, hernam ik alsdan, ware het toch mo
gelijk u te verlaten, als ik zie dat uwe ziel binnen
weinige uren voor eeuwig verloren gaat Ha, dit zal
niet waar zijnik ga van hier niet weg, zoolang gij
leeft; ik ben den plicht indachtig van den herder, die
alles opofferen moet, tot het leven toe, om de zielen
zijner zorgen toevertrouwd, te redden. Uwe ziel
weegt op de mijne gelijk de zielen van mijn andere pa
rochianen; derhalve mag ik niet gedoogen dat zij ver
loren ga, zonder dat ik alle mogelijke middels inge
spannen hebbe, om ze te verlossen. Ewel, Mijnheer
Luigi, wat antwoordt gij?
Toen keerde hij zich om naar de andere zijde en
riep: Weg!
Ik nam dit dubbelzinnig woord, en mij wendende
tot de andere leden der familie, die allen rond zijn
bedde geschaard stonden Hoort gij, zeide ik, hij
wil dat gij weg gaat.
Zij vertrokken dus en ik nam het kruisbeeld in
handen, knielde voor hem neder, en smeekte hem
met tranen in de oogen toch eens te buigen onder den
wil van Onzen Lieven Heer. Dan stuurde ik een ge
bed tot den heiligen Jozef, mijn volle betrouwen stel
lende in zijne machtige bescherming. Terwijl ik al
dus stond te bidden, keerde de zieke naar mijnen kant,
greep een vat op zijne nachttafel, en gaf er drie
harde kloppen mede, om degenen, die buiten waren,
to doen binnen komen. Deze kwamen dadelijk op het
gerucht toegeloopen.
Ala hij hen zag: Weest zoo goed, riep hij hun, en
jaagt mij dien priester van hier weg
Welk hartzeer ik op dit oogenblik doorstond bij
het zien van zoo een hardnekkigen mensch, is niet
gemakkelijk om beschrijven; ik gaf evenwel den
moed toch niet op; en naar den zieke gekeerd, zeide
ik hem: - Heer Luigi, gij verwijdert mij; en ik moet
eveneens vertrekken, daar ik nog moet Misse doen.
Doch mijne afwezigheid zal kort zijn; na de Mis,kom
ik aanstonds bij u.
In het uitgaan voelde ik mijn betrouwen in de
machtige voorspraak van den H. Josefnog aangroei
en; daarom was het dat ik mij ingegeven voelde aan
degenen van den huize een beeldeken van dien Heilige
te vragen, dat ik onder zijn hoofdkussen deed leggen;
verders vroeg ik gebeden in verschillige kloosters; ik
deed de kaarsen aansteken voor het mirakuleus beeld
van denzelfden Heilige in mijne kerk, met hetbetrou-
wen dat hij mij de verlangde bekeering zou beko
men; eindelijk droeg ik de heilige Mis op, welke dien
dag voor het volk moest gedaan worden, maar die ik
op eene meer bijzondere wijze aan deze ziele toepast-
te, die het voor alsdan onder het voik meest van doen
had.
Die gebeden werden dus gedaan en, nauwelijks is
de Mis uit, of er komt mij in aller ijl iemand van de
familie zeggen, dat er in den stervende eenige goede
verandering overgekomen is. Ik loop aanstonds bij
hem. Hij heeft mij nauwelijks gezien, of: Wie
heeft u geroepen zegt hij.
Wie mij geroepen heeft? mijn plicht van pastoor;
en weet, mijn lieve heer Luigi, dat, indien ik mij an
dere keeren van u verwijderd heb, ik nu niet meer
vertrek vooraleer de dood kome
«Wat dood? zegt hij dan, wat dood? Ik ben nog
gezond.
Weet, heer Luigi, dat gij maar éen uur meer te
leven hebt; ach, om Gods wille, biecht, biecht! Luis
ter toch eindelijk naar de stemme van God, die u
zalig wil.
Ik zal u roepen als het tijd isga nu henen.
Neen, ik ga nieten ik ben hier om u aan te
wijzen dat deze Gekruiste God, die ik u aanbied, u
volstrekt bekeerd wil.
De Gekruiste, hernam hij, indien er een bestaat,
is in den Hemel.
Ja, het is waar in den Hemel is de ware Ge
kruiste, waar hier maar het afbeeldsel van is; maar
weet dat gij in Hem eenen liefderijken vader zult
vinden, die u met opene armen zal ontvangen, indien
gij biecht en berouwend sterft; gij zult integendeel in
Hemeen strengen en onverbiddelijken Rechter vinden,
die u tot eene eeuwigheid van pijnen verwijzen zal,
indien gij de HH. Sacramenten weigerend, sterft in de
versteendheid.
Op deze vrijmoedige woorden peisde hij wel, doch
antwoordde niet. Middelerwijl, de gebeden die rond
zijn bedde gestort werden doer al wie hem thans tot
den doodstrijd gebracht zag, werden met nog meer
vurigheid verdubbeld toch bleef zijn harte nog ver
hard. Bespeurende dat de benauwing der borst hem
langsom meer beving en lat zijn adem langs oni kor
ter wierd, meende ik te sterven van spijt van die ziele
te verliezen. Toch w anhoopte ik niet zelfs op dien
stond.
Mijn zoon, sprak ik met bewogen stem, zie, nu is
dc dood aan uw bed; ik bid voor u, en voor u bidden
al die hier zijn.... Versteen toch uw harte niet
Daarna mij keerende naar degenen die het sterfbed
omringdenMoed, zei ik dan, zeggen wij met meer
der betrouwen nog eenen Vaderons aan den H. Jozef.»
Terwijl men dit kort gebed opzegde,bezag de zieke
mij, en zijn aanblik was zoo stuursch niet meer; het
was de aanblik van eenen zoon, die bedeesd wegens
zijne misslagen, gelijk de verloren zoon terugkeert
aan de voeten zijns vaders. Dan voelde ik in mij het
vast betrouwen ontstaan, dat de bekeering door be
middeling van den H. Jozef bekomen was.
Inderdaad, ik ondervroegHeer Luigi, wilt gij
biechten 1
- Ja, ja, antwoordde hij bewogen, ik biechte.
Op dit zeggen, verlieten allen spoedig de kamer; en
ik zag voor mijne oogen den waren verloren zoondie
mij met de tranen in de oegen de belijdenis deed der
misvallen zijns levens. Hij wilde zelf alles zeggen in
zoo verre hij zich kon herinneren,mijne hulpvragende
als hij vermoedde dat er hem het eene of het andere
niet inviel. Het schoonste oogenblik was dit der Hei
lige Absolutie. Dan was ik getuige der tranen, die
overvloedig uit zijne oogen weiden uitwerksel
van het rechtzinnig berouwen zijns harten.
De Biecht voltrokken zijnde, nam hij het Kruis in
handen, en op hetzelve warme zoenen drukkende,
herhaalde hij met zoete stem Mijn Jesus, bermher-
tigheid! Groot was de vreugd onder de Familie en
in de Gebuurte; met d'allergrootstePlechtigheid werd
aan den Zieke het Allerheiligste en de heilige Olie ge
bracht hij ontving ze met eene wonderbare gods
vrucht; zijn oogen straalden van de GoddelijkeGenade
en schenen tot al d'aanwezigen te .zeggen Och, wat
ben ik gelukkig! de Goede Zaligmaker heeft mij in
zijn armen gedrukt Ik ben niet meer verschrikt van
te sterven
i Zijn doodstrijd naderde en drij kwartiers nadien,
stierf de heer Luigi Tocco, de vurigste schietgebeden
herhalende tot Jesus, Maria en Joseph.
Gelooft mij, schrijft de Priester uit Italië, op 't einde
van zijn verhaal; wij allen zooveel wij zijn, wij bid
den niet genoeg voor de Bekeering der Zondaars; wij
hebben niet genoeg betrouwen op de Goedheid en op
de Voorspraak der Moeder Gods en van den groeten
heiligen Joseph; de zonde mogen en moeten wij ver
achten; maar de Zondaars beminnen, is onze plicht...
Och, welken troostop ons sterfbed, welke verzekering
voor een genadig oordeel, als er nevens ons eenige
Zielen zullen staan, welke wij tot hunne bekeeringen
zaligheid hebben gebracht.
a 31 -
a 23 5o
a 27 -
a 23
aooo
a IS 5o
lo 72 a 12 18
1 9o a 2 o9
4 25 a 5 75
0
65
75
25
7o
MARKTPRIJZEN.
AALST, 'a zaturdags.
Tarwe fr. 28
Rogge 22
Masteluin 25
Haver 21
Hoppe (1879) o
Aardappelen,r.13
w.
Boter per 3 k.
Eieren 25
Vlas per 3 kilo
GEERAARDS BERGEN
Tarwe per 100 kilo fr. 29
Masteluin 22
Rogge 19
Bconen 22
Aardappels 13
Boter per kilo 3
Eieren per 25 «1
Vlas per kilo 1
NINCWE, 's dijnsdags.
Tarwe per loo kil. 29 31
Rogge, 22 23
Aardappelen, 14 15
Boter, per 1/2 kilo 1 5o 1
LCKEREN, 's woensdags.
Tar ve n.p.105 1. 23 25
Ro ge 105 1. 18 .25 19
Ga stn. 1051. 15 00 1(1 00
H ver 1591. 15 25 16 75
ZELE, 's dijnsdags.
Tarwe p. 106 liet. 24 5o 25 75
Haver» 159 15 00 16 00
Boter per kilo 3 62 4 18
Kemp per 11 kilos o9 o5 o9 52
EECLOO, 's donderdags.
Witte tarwe 29,5o
Rogge 15,93
Haver 09,24
Boter 2, 80 a3,5o
Eieren 1,80 a 2
MECHELEN.
Veemarkt op Neckerspoei
67 stuks inlandsch ras.
Van 2oo tot o42o.
5)3 hollandsch ras.
Van 23o tot o73o.
Binnen de stad.
15 stuks inlandsch ras,
van 19o tot 3io.
o5S stuks hollandsch ras,
van 215 tot 45o.
ST. NIKOLAAS.
Tarwe per 106 liters fr. 24 5o
Poldertarwe 21
Rogge 18 5o
Boekweit 2o
Haver 15
Duivenboonen, 20
Erwten 2,5
Vlas, 5
Aardappelen, 12
Boter, 3
Hoei, 100 bussels, 49
Eieren per 26, 2
KORTRIJK, 's maandags.
Aardappels, gele, fr. 12,-alt
ronde 13,—al4
Boter per 1*2 kilo l,76a02,12
Koolzaadolie, 103 k,> 66,'—
Lijnolie, 105 k. 63
DENDERMONDE s
Witte tarw
Rogge
Boekweit
5o
2o
81
o9
00
7o
98
9o
28 00 a 3o
22oo a 23
22 - a
Vlas per kilo 1 66 a 1
Kemp 0 97 a o
Boter per kilo 3 4o a 4
Eieren per 25 1 80 a 2 25
Aardappels 13 50 a 14
ROESELAERE, 's dijnsdags,
Witte tarwe per 100 kil. 33
Roede dito, 31 5o
R°gg0. 22 5o
Haver, 22 5o
Paardeboonen, 25 50
Aardappelen per 100 kilo, 12 5o
Boter per kilo, 4 25
Eieren per 25, 2 00
ANTWERPEN.
Middelprijzen per loo kilogr.
Tarwe bloem, ini. lkwal 42 5o
«2
Rogge bloem
fransche
duitsche
Maandag werden ter veemarkt
verkocht per kilogram op voet:
o!5 stieren, 0,75 c.
117 ossen, 0,95 tot l,o2
181 koeien, 0,7o tot 0,8o
—7 kalveren, 1,35 tot 1,45
4o 75
37 5o
36 50
36
Te Moorsel, Rijger, is woens
dag nacht, d'hofstede afgebrand
van M. Meersman, en t'Appel-
over de kerk, in asch gelegd.