Verschijnt alle Vrijdagen.
Reisje rond de ÏVereld.
jcjagg=B=au-i)u-)uju<rest-■"■■•-*
I De erkman
Samenspraak.
Trien.
Ja Sara, mensch, 't zijn -wreede tijden!
Sara.
Ja, 'k hoor het ook vaa alle zijden;
Dat Frankrijk, hé, daar maakt 't gespuis.
Trien.
Ja, zeg het maar, een helsch gedruis;
Sara.
De Paters uit hun huis gedreven!
Trien.
Door MarchessésU'
Sara.
En dan geschreven
Op hun kapel: Hier niemand binnen'
O Trien, is 't Volk daar van zijn zinnen?
Trien.
Alia 't is helsch. mag nu 'ne mensch
Als 't niet en gaat naar zijnen wensch.
Mag hij niet meer in de kapellen,
Zijn leed aan God komen vertellen!
Sara.
Ja Trien, weet gij wat ikke zie?
In 't kort, den tijd van DecadL
Tribn.
Het vloeken vrij!
Sara.
Ja, aangeprezen!
Trien.
God bidden zal een schelmstuk wezen
ACHTSTE J.JAAR N° 404
16 Juli 1880.
Sara-
En in ons land, mijn lieve Trien,
"Wat stukken wij hier ook niet zien
Trien.
Geen éen gazet der liberalen
Die niet verheugd daar staat te pralen.
Over den dwang in 't Fransche rijk,
Sara.
'ne Geus is overal gelijk!
Prijs ln bureel of winkels 5 centiemen
Met de post of te huls gebracht 2 50 s Jaars
Vooraf betaalbaar
Voor Frankrijk en Holland. 4.50
P. Daens-Mayart, Achterstraat, AALST.
Trien.
Ze wilden eerst door hunne scholen
De Christ'ne kinderen doen verdolen.
Sara
Maar miskadó' Van Humbeeck ziet,
Zijn scholen leêg tot zijn verdriet.
Trien.
Dan, om de kinderziel te stelen
Stelden zij 't mes op onze kelen,
Sara.
Ja, welke schande voor ons Land!
Gij Geus. o wreede dwingeland!
Trien.
Nu ziende dat hun slechte plannen
Missen hun doel,wat doen die mannen?
Ze dreigen God en den Klergè
En al de katholieken meó 1
Zij zullen kerk en klooster kwellen
En niauwe dwangmachienen stellen;
Ze zullen dwingen overal,
Sara.
Zoolang als 't God believen zal..
Want Trien, eens dat de nacht der boozen
Eens dat de trots der goddeloozen
Gestegen is ten hoogs ton trap.
Dan krijgen zij het slecht en schrap...
Dag Trien, tot ziens;
Dag Sara. kind.
Die weldoet. Trien, blijft goodgezind.
9ll° en laatste raadsel van dezen
Prijskamp; d'oplossingen mogen komen:
Op 't eerste kunt gij gaan,
Naar 't ander zie 'k u dikwijls lonken,
En mijn geheel toont u de baan,
Al waart gij ook halfdronken
Willen wij beginnen met Frankrijk?
De droefheid en 't onrecht komen u daar tegen.
Met honderde bidplaatsen zijn gesloten.
De Paters Jezuieten zijn uit hun huizen gezet.
En de beurt gaat komen voor d'ander kloosterlingen.
bedevaartplaats te komen bidden; op zekeren afstand van 'de kerk*
moeten de Pelgrims uiteengaan.
Van den anderen kant, komen de Communards binnen
Genade schenken is schoon.
Maar de Genade moet verdiend worden.
Er moet berouw bij zijn.
En bij de Communards is geen berouw; in 1878 hebben ze gemoord
en gebrand; ze zullen nog moorden en branden; in 1870 hebben ze
door schriften tot moord en brand aangehitst; ze zullen dat nog
doen; in 1870 hebben zij de goei borgers en de goel werklieden geti
ranniseerd, en oneindig veel schade toegebracht aan handel en
nijverheid; ze zullen dat nog doen; in 1870 hebben ze gelijk de Geuzen
der jaren 1600, kerken en kloosters geschonden, gestolen als raven
gevloekt als helsche dragonders; ze zuiien dat nog doen; want als
Rochefort maandag te Parijs ingehaald werd, 6000 man zong de
Marseillaise, en s anderdaags schreef een gazet: De leden van 'tSe-
naat, die tegen ons stemden, dat z'oppassen
Voor't slot van de rekening, Frankrijk ligt tusschen een koppel
aroeve iaK.ens.
De Paters Jezuieten doen hun recht voor de Tribunalen pleiten-
bijna al de Rechtgeleerden zijn langs hunnen kant, maar de von
nissen t hunnen voordeele zullen verbroken worden: Waar godde
loosheid verschijnt, wordt 't Recht niet geteld.
Laat ons nu dieper in Europa zien.
Ten eersten, wij hoorendat de Keizers van Pruisen en Oostenrijk
te Gastein gaan bijeenkomen en dat de Czar van Rusland er ook Zim
Majesteit zal laten zien... Elke Lezer in bijzonder, zal daar zijn
bemerkingen op maken. En ze zeggen, maar 't is misschien commé-
ragie, dat de Czar al peist om t'hertrouwen, en er is nog geen enkel
grazeken op t graf zijner keizerinne; hij is van 't jaar 18; ze zeggen
ook, en daar geef ik meer geloof aan, dat hij de pijp aan Merten gaat
geven, om van zijnen troon stappende, toch in zijn leste dagen eenige
rust te genieten; want rust, plezier en troon zijn tegenwoordig
■wolf en lam, water en vuur, kat en hond, boer en advokaat, geus en
eerlij k.
In Bulgarië ziet men oorlogstoebereidsels; tegen wie? Tegen den
Turk, tegen Hongarië? Ons is 't onbekend, maar de geruchten loopen
dat Rusland de Bulgaren aanstookt.... Heeft de Bus nog niet genoeg
met zijnen oorlog tegen de Chineezen en tegen zijn Nihilisten? Onge
ruste herten zoeken troebel water.
In Klein-Azië is de prijs van't brood dertig keeren vermeerderd;
peizen hoe het daar gaat: dagelijks sterven in elke stad 90 k
100 personen van honger; rond Moscou is er een inval geweest van
sprinkhanen, de locht was er zwart van; een storm doodde er milli-
oenen en millioenen, die de banen en wegen bedekten en onbruik
baar maakten.
In Spanje is het zoo heet, jongens tochzoo heet, dat er menschen
op straat doodvallen; in verscheide steden isergeenwaterte krijgen-
om aan een kruik water te geraken moeten de menschen een gansché
dag opschuiven.
Onder de werklieden van den Gothardtunnel is nu een huidziekte
uitgeborsten; op Sicilië zijn er aardbevingen geweest; te Roomen zijn
er geweldig veel gevallen van razernij; en terwijl wij te Roomen
zijn,kunnen wij niet mankeeren onzen eerbied te gaan bewijzen aan
onzen Heiligen Vader Leo XIII; metgroote droefheid ziet Hij hoe in
Frankrijk en in Belgenland de Christene Kerk wordt geschokt en
vervolgzin weêrwil van al zijne pogingen, is het akkoord in Duitsch-
land nog niet gesloten; Paus Leo ziet alle landen, alle troonen van
Europa ondermijnd door de Vrijmetselarij, maar Hij werkt kloek
moedig en gerust voort, wetende dat de Christene Samenleving
door den strijd en door de beproeving moet gezuiverd worden gelijk
gtmrt.dnor hét vuur
In Holland, te Breda, is een Priester, de geleerde Doctor
Schaapman, lid gekozen der Kamer, en ons Vaderland viurt zijn
Jubeljaar, gelijk ge somtemets lappen en'vellen vindt, die hunnen
zondag beginnen met eens ferm te vloeken, den dweezerik te spelen
en aan de genevertlesch te zitten; en wat volgt erop? Dikwijls nog
voor den noen, krakeel, gevecht en 't kot overhoop.... Ja menschen,
w'hebhen een slecht, een allerslechtst Ministerie; van de zeven'
Godweet is fr—a- 1--
onder zulke i
land.
er éenen die nog eenig teeken van Religie geeft... En
mannen staan, 't is schande, 'tis wee voor een beschaafd
Nu een ander zaak; zaturdag
liep het ijselijk gerucht rond, dat
500 soldatenin 't kamp van Bever-
loo vergiftigd waren, door vreemd
vleesch te eten. Schrik en angst
vlogen van stad tot stad; maar ge-
lukkiglijk dit nieuws was valsch;
en de Minister van Oorlog heeft
aanstonds naar al de gazetten doen
teiegrafféren... Ze zoeken den ge-
meinen kerel op, die zulk wreed
nieuws uitgestrooi d heeft.En van
soldaten sprekende, veel Vlaam-
sche jongens gaan den Koning
moeten dienen en onder de kom-
mande komen van de militaire
Overheid. Een oud-gediende van 't
Belgisch Leger, kapitein Malkus,
uit genegenheid voor de werkmansklas, zal ons verscheide brieven
zenden over de rechten en plichten van den Soldaat.
GEMENGD NIEUWS.
't Is nu stil in RUSLANE, maar die stilte zelve maakt 't gou
vernement benauwd en verlegen: stille waters hebben diepe gron
den en in Rusland is er sedert eenigen tijd gezien dat telkens op
een groote stilte, een schrikkelijke katastrof volgde.
Een Hongaar had gewed van, in 2i dagen, op 'ne vdocipède
te rijden van Oostende naar Pesth, een stad 3o uren verder als
Weenen; hij heeit de wedding gewonnen, maar was io engelsche
ponden van zijn gewicht kwijt.
De Minister Ferry, heeft te Lyons, uit de Wereldlijke Col-
legiën, de Christusbeelden doen wegnemen..., Dat geuzen volk heeft
immers Ons Heer niet meer van doenWacht maar
Wij spreken hier van regen, maar laat de Duitschmans over
dit kapittel klappente Dresden is een wolkbreuk geweest, zoo ge
weldig dat 70 personen van den regen doodgeslagen zijn, 70
Een droef geval te Maeseyck; M. Huysmans was'er met zijn
vrouw en hun twee kinderen op de Maas gaan varenthalven in de
rivier, 't bootje kantelt omvader, moeder, kinders vallen in 't wa
ter, en ALLEN dood... G'heel Limburg spreekt met droeiheid van