De Nihilisten, en hunne Slachtoffers, )Z( 24* Vervolg. We zeiden dat twee heeren aan 't paleis der gravinne belden en aan den portier naar de gravinne Fedora vroegen. De portier antwoordde dat zij thuis, doch zeer moeielijk te spreken was; doch op hunne bemerking dat het was voor eene zeer haastige boodschap, die niet kon uitgesteld worpen, ja zells voor een gewich tige staatszaak, dan verhaastte de portier zich van zijn edele mees- teresse te gaan verwittigen. Ze was juist bezig met haar koffersin orde te brengen, om naar den buiten te vertrekken. Breng ze binnen, gebood zij. Ze kwamen binnen, gansch bedaard, maar eenigzins verlegen, salueerden bijna tot op den grond, en schenen verwonderd over de kalmte der jonge gravinne, bijzooverre dat de oudste der twee, het woord nemende, op den beleefdsten toon zegde Madam, gelief mij te verschoonen, maar ik ben gelast met een boodschap voor de gravinne Fedora, is 't wel aan haar dat ik de eer heb van te spreken? Zekerlijk, mijnheeren, ik ben de gravinne Fedora. Insgelijks gekend onderden naam van Strella. Eene wolk schoof over d'oogen der jonge dochter en haar wezen kreeg de kleur des doods. Fedora Kourdoukof, is mijn naam, stamelde zij. Lid van 't geheim komité waar zij teekent onder den naam van Strella, zoo sprak op scherpen langzamen toon, de agent der geheime policie. Mijnheeren, ik weet waarachtig niet wat ge wilt zeggen wat gebeurt er? wie komt hier aldus in mijn paleis Misschien is 't een dwaling, edele vrouw, maar in dit geval zal UEd. spoedig terug zijn. Terug zijn ik versta niet Wij hebben 't bevel u onmiddellijk bij Zijn Excellencie gene raal Gourko te brengen. Bij deze aankondiging liet de gravinne een groote schrei en viel als dood in d'armen van haar voedstermoeder Paulowna die ijlings was komen toegeloopen Haast u! laat ons spoeden, zegde d'officier van policie, want de twee heeren waren beide policie-kommissarissen, haast u, vrouw, doe uwe meestere' tot haar zelve komen, want de voituur wacht ons aan de poor ze moet mee naar de policie. Naar de policie riep de dienstmeid uit, durft haar eens aan raken, en de moedige vrouw stond daar, haar meesteres in d'armen, gelijk een leeuwinne die hare jongenen verdedigt. Geen spektakels, of wij roepen de gendarms VaniaGregorusFedor! help! help! Wat gebeurt hier? wat beteekent dit geschrei, dit geweld Deze woorden werden uitgesproken door de Syberiaansche welke op 't gerucht was bijgesneld. Ze willen, zegde Paulowna, ze willen ons arm kind naar de Policie voeren Naar de Policie!grooten God! en voor welk schelmstukvoor welk schelmstuk komt gij, mijnheeren, deze edele dochter die nau welijks uit een gevaarlijke ziekte komt, de dood aandoen, uit haar huis rnkken Voor de rede dat zij deel maakt van het geheim Komité en den aanslag heeft helpen plegen op 't leven van Zijn Majesteit Lastering, vuil uitvindsel! de gravin Fedora, het voogkind van generaal Pankratief, de vriendin der gravinne Tatiana, de zus ter van Maximus kan geen Nihiliste zijn; 't is onmogelijk Wij hebben dit ook gepeisd, sprak een der agenten, maar ons bevelen zijn stellig; ten anderen, er is hier een middel om ons te overtuigen; en naar 't portret des keizers gaande, zette hij den vin ger op een veer die open sprong en een kas vertoonde.. Is 't hier niet dat de geheime papieren berusten 't Is daar, inderdaad, dat mijne vriendinne hare nota's ver bergt, hare rekeningen, hare familie-papieren en misschien ook haar geld; wel zijt gij ingelicht, mijnheeren, maar vooraleer deze kost bare stukken meê te nemen, ik sommeer u van ze onder een envelop te verbergen, welk ik onder uw oogen zal toezegelen 't is maar, wij zien wat er nu in is, maar wij weten niet wat er zal blijven, als zij uit uw handen komen. Gij beleedigt d'agenten van 't gouvernement. 't Zijt gij die ons beleedigt, met zulke aanhouding te durven doen. De Syberiaansche sprak op zulken toon van verontweerdiging, zoo luid en zoo sterk, dat al 't volk van den huizé kwam toegeloo pen en dat een der agenten naar de venster ging en een teeken aan de gendarms deed. Deze bereidden zich nu met blanke zweerd den trap op te loopen. De Syberiaansche wierp gloeiende oogen op de bedienaars der openbare macht en sprak met groote koelbloedigheid: Heeren, ik maak u verantwoordelijk, voor al d'affronten, dees edel huis, voor al den doodangst, deze zieke dochter aangedaan. Gendarms, om eene dochter die in onmacht ligt, weg te voeren Mejuffer, sprak de oudste kommissaris, wees zeker dat deze boodschap ons pijnlijk valt. Geen zottigheid, nep de Syberiaansche tot de dienstboden, alle weêrstand is vruchteloos en ge zoudt uwe meesteres in het on gelijk brengen. Laat ons bedaard blijven, en zelve de ongelukkige in het rijtuig brengen, Paulowna zal meegaan. Ik, vanmijnen kant, spoede mij bij de gravin Tatiana, dan bij generaal Pankratief; de Keizer moet weten, onmiddellijk, wat zijn schoone policie, in zijn naam durft uitrechten. Bij het hooren dier manhaftige taal schenen de agenten verlegen en om zich te verschoonen, haalden zij een papier te voorschijn maar de fijne gouvernante speelde hare rol voort en vroeg met ver achting Is 't misschien ook een bevel om MIJ aan te houden O neen, maar.... Welnu, doe uw plicht en laat mij gerust Men droeg de gravinne in het rijtuig en al die in 't edel huis was, snikte en weende. Men zocht overal generaal Pankratiefeindelijk werd hij gevonden en een uur na d'aanhouding van Fedora, trap pelde zijn houten been met drift en gramschap op den marmeren vloer van 't paleis, waar de commandant-eeneraal van St Petersburg zetelde. Excellencie, mijn waarde Gourko, zegde hij, er is een afgrijse lijk misverstand, in d'aanhouding van gravinne Fedora, ik verant woord voor haar, gelijk voor mijn eigen zei ven Wees zoo haastig niet, generaal Ik ben haar voogd, z'is de zuster van Maximus, die edele jon geling, gestorven als slachtoffer zijner vaderlandsliefde, z'is de vriendin van Mijn welbeminde kollega, sprak Gourko op droeven toon en d'hand des generaals schuddende, 't spijt mij geweldig, ik zou u willen in deze gedachten laten, maar Men zal u bedrogen hebben, onderbrak de grijze krijgsman. De preuvenzijn in mijn handen; uwe Fedora is niemand an ders dan de vermaarde Strella van 't geheim komité, ziehier den register, gevonden tnsschen de muren des kabinets van den rechter Tarakanof, de vuige verrader, die ook deel maakte van't Komité; we doen droeve ontdekkingen, maar ons plicht moet volbracht zijn.. dij zult mij zeggen dat zij uitlichtzinnigheid gehandeld heeft, uit ijdelheid, dat zij tegen haar gedacht meêgesleept is, ik begrijp dit alles; maar weet gij tot welke misdaden die ijdelheid en die licht zinnigheid haar gedreven hebben lees dit stuk, en hij nam een pa pier van zijnen lessenaar, ziehier den eed der Nihilisten door haar onderteekend, de vonnissen die Artamoff ter dood veroordeelden, en Maximus haar eigen broeder; is dit het geschrift van uwe edele nichte niet? Ziehier't bevel dat Keizer Alexander ter dood veroordeelde; zij heeft er ook haar aandeel in hehad, en haar handteeken ouder geplaatst. Onmogelijkonmogelijkriep de krijgsoverste, verstomd en verslagen door al die openbaringen. Mijn vriend, ik zou hetzelfde willen zeggen, maar 't is ongeluk kiglijk al te waar; 't geschrift is van haar hand, en wat meer is, ik kom daar uit 't gevang en z'heeft alles bekend, ze kon niet anders.de preuven zijn te tastbaar! Och, de ongelukkige! maar ze was dan zinneloos; z'en heeft niet geweten wat ze deed Zinneloos, ja, zinneloos, gelijk al de groote booswichten; want men moet inderdaad zinneloos zijn om op zulke schelmstukken te durven peizen... Zinneloos! neen, neen, generaal, maar weet ge wat zij was? Hooveerdig! z'heeft boven d'andere willen schitterenz'is vrijdenkster geworden; z'heeft alle goddelijke en menschelijke wet ten willen afschudden en is door haren hooamoed gevallen in de wolvenijzers welke men geheime genootschappen noemt0, 'k weet het wel zij is de grooteplichtige nietz'is meegesleept door listige hoofdmans der sekte. Och ja, zoo zal't geweest zijn, zuchtte de oude generaal, mei- nende dat Gourko zich tot medelijden liet bewegen. (Wordt voortgezet). HET EVENBEELD van den Vrijdenker. "Wel, sprak Joko, De martiko. Als ik mij zie En goed bespie, 'k Ben ook een geus. Van fijnen keus. Ik ben ook vr»j Van paper ij. Ik loochen bot. De ziel en God, De Policie van BRUSSEL heeft aangehouden, zekeren Leroy, van Metz, filou van d'eerste klas; hij maakte handteekens van com- mercanten na, en ging daarmee geld ontvangen in d'huizen aan welke deze commercanten leverden. Te Brussel, aan de poorten der Expositie, staat te lezen Voorzichtig voor de dievenEen mensch van Oostende, dit ziende, haastte zich haren portomonnai uit den zak te halen en in haar ka basken te leggen dat zij aan den arm droeg. Alles ging wel en goad, de gansche dag wa's wel voorbij en rond den avond, de madam zocht een omnibus om naar de statie te rijden. Boor 't veel volk ontstond er verwarring, men moest zich haasten om plaats te vinden en een zeer wel gekleedde en allerliefste heer had de dienstwilligheid om madam te helpen en een oogtnblik haar kabasken te dragen; madam is te vrede, ze zit op den omnibus en bereidt zich om den comple- santen heer te bedanken en haar kabasken weer te nemen; maar beide waren weg en verdwenen, op den loop en loopen misschien nog. 't Is op te letten in die groote steden Eene maand geleden kwam een jong huishouden, man, vrouw en twee kinderen, zich te Luik vestigen. Over eenige weken wilde de jonge vrouw het vuur aansteken bij middel van petroolonge lukkig ontplofte de petroolkan, de kleeren der vrouw vatten vuur en in weinige oogenblikken was zij gansch door de vlammen om ringd. Men gelukte erin, het vuur uit te dooven, doch de ongeluk kige moeder had reeds, over gansch het lichaam, afgrijselijke brand wonden bekomen. Na twaalf dagen van een verschrikkelijk lijden, is de arme vrouw aan de gevolgen harer wonden overleden. Een soldaatje van Naninnes, Jacquet genaamd, was zonder verlof naar zijn kermis gegaan's avonds ten 7 ure in de statie zijnde en op 't convoi van Brussel willende loopen, werd hij verrast door 'nen anderen trein, aan 't hoofd gekwetst, naar huis gedragen en is er overledenEen droeve kermis voor de Familie. Men schrijft uit Dusseldorf, dat er brand is uitgebersten in de restauratie van de expositie van Schoone Kunsten, waar de studenten een banket hielden. Eene vrouw is met moeite gered. De zaai is totaal afgebrand. Voor Christen plicht, lk nimmer zwicht En is mijn lijd Hier afgeleid, Ik zucht en gaap. Ik sterf als aap, Ea mijn karkas, 't Vrijdenkersras, Delft z'in den grond, Is dat niet pront

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1880 | | pagina 3