'1 0eu)m~£lmbadjt taaist. Ja, ze zijn hier maandag teruggekomen, menschen, om 't Proces op te maken tegen't Vrij Onderwijs. Nu was er 'ne Luitenant der gendarms bij, met twee marechal-logisen talrijke hairen-mutsen. Ze zien wel, dat hun werk hier weiaom is, gelijk den hond in den hutsepot. Ten 8 ure 45 minuten begon 't spektakel. Eerst moest compareeren M. DE OLIPPELE, arrondissements-kom- missaris der stad. M zegde de President hem, g'hebt veel werk met de Schoolwet? Inderdaad, veel gemeenten toonan zich wederspannig. Bemerkt gij nergens dwang tegen 't Staatsonderwijs 't Is moeielijk om zeggen, er zijn te veel gevallen. Geen Armbesturen die dwingen Ken geen enkel dusdanig feit in mijn Arrondissement. (En dat is heilige waarheid; terwijl'in de groote liberale steden.de Armbesturen 't Volk afbeulen door uithongeren, de Katholieke Armbesturen laten elk zijn volle vrijheid). De Commissaris, die tevens lid is geweest der Hospiciën, wordt ook ondervraagd over de Weezen-jongens die naar da Vrije Scholen zijn ge zonden; hij antwoordt dat dit gebeurd is, en dat hij, de verantwoorde lijkheid van dezen akt niet kunnende deelen, als zijnde functionnaris van 't Gouvernement, zijn ontslag heeft gegeven van Bestuurder der Gods huizen. De tweede getuige is REYNIERS JAN, hoofdonderwijzer te Aalst, een bedaarde mensch, waarlijk goud weerd tegen veel zijner Overhe den steen, maar die nu onder den invloed staat van 't Staatsonderwijs en der wet van 1879. Ach, indien 't Vrjj Onderwijs hier van in 1842 uitge roepen geweest ware, M. Reyniers zou nu een onafhankelijke en weer- dige plaats als onderwijzer bekleeden. M. Reyniers wordt ondervraagd over de scholen te Aalst en eerst en vooral over de bewaarscholon: in 1879 waren er 2 éene, op Mijlbeke bestuurd door Religieusen, is afgeschaft, niet vervangen on 't lokaal verhuurd aan M. Pyck-Sanders; de soep is in d'andere niet meer gege ven; het Schoolkomitoit doel geene bezoeken. De Sacramenten zijn hem geweigerd. Vroeger-had hij 500 leerlingen, nu nog 325 (l);hij weet van geen drukking te spreken, nogtans in September 1879, zijn eenige moe ders hem komen zeggen, dat een gerucht verspreid was in de stad, vol gens hetwelk allen onderstand van 't Armbestuur zou geweigerd worden aan al wie zijn kinders naar de Gemeenteschool zondt. (Er wordt opschreven: Er liep een ALGEMEEN gerucht). En 't was uit oorzake van dit gerucht, zegt M. Reyniers, dat wel 300 kinders op straat liepen en dat hun Ouders ze naar de Staatsschool niet durfden zenden (Die rede is valsch! Al d'Aalstenaars kunnen het getuigen. D'Ou- ders waren verveerd, omdat de geruchten liepen dat de liberale Fa brikanten gingen dwingen, hetgeen inderdaad is gebeurd, tot groot hertpij n der Ouders,die al schreiende hun leed en hun nen druk verhaalden. Het Armbestuur heeft van 't begin af, de men schen vrij gelaten; het Armbestuur kon de werklieden der' liberale fabrieken tusschen2vuren zetten, maar dat is niet gedaan g'heel Aalst zal dit getuigemgelijk heel Aalst met verontweerdigingspreekt van de Dwingelandij der liberale Fabrieken...'t Is wreed en schande geweest van de werkende klas aldus onder de voeten te brengen en de arbeider kan niet verder; rusten zijn handen, dan vasten zijn tan den! "t was honger lijden, van honger sterven of 't hoofd bukken- maar die volksbeulderij zal niet vergeten worden ze staat aange- teekend in de ziel van 't volk en op het boek van den eeuwigen Reenter. Weet het wel, o bazen! gozijt rijk en machtig maar de dood wacht u; voor u gelijk voor allen, komt er een ander leven- en -welke vermaledijding verwacht u niet, als gij voortgaat, met d:Ou- ders tot iets te dwingen, dat tegen hun geweten, tegen hunne chris- tene plicht strijdtVoor al't goud der wereld, wie zou in uw plaats willen zijn?) M. Reyniers zagt dat er eigentlijk geen dwang tegen zijn school is geweestondervraagd over 't getal scholen t'Aalst, zegt hij dat er 4 lagere gemeentescholen zijn, 1 Bewaarschool en 1 die gaat komen On dervraagd over de Vrije Scholen, zegt hij dat er 2 lagere Jongens- en 2 lagere Meisjesseholenzijn, 3 bewaarscholen, verscheide scholen van Broeders en Nonnen. Meester Lippens doet hem vragen of er niets veranderd is Hij ant woordt NEEN. Mme Verhagen (geb. S. Waterschoot) komt bijzonderlijk spreken over de soep dio haar geweigerd is en die ze van haar geld heeft doen geven, zijnde voor een jaar 1400 fr.. en over de Bewaarschool die afge schaft is; heeft haren Paschen niet kunnen houdend'Onderpastoors zijn van huis tot huis geweest, om de menschen te bedreigen met de kerke lijke straffen, die in da bulle stonden. Ze verklaart met bewaarschool en ai, nog 600 kinders te hebben. 3de Getuige, M- Edward Van den Bossche, fabrikaat in lijnwaad te Aalst. Is Voorzitter van 't Schoolkomiteit genoemdis niet werkzaam ge weest, omdat er geen instructiën gekomen zijn, noch van meesters, noch van scholieren wij willen eerst weten, zegt hij, met wie wij té doen hebben 't is op mijn opzicht, zegt hij, dat er tot heden toe niéts is Ge daan. De President vraagt hem of hij 's Ministers besluit niet kant van 5 December 1879. (M. Lippens maakt zich gereed om te spreken). Neen, M., ik heb dit misschien in de gazetten gelezen, maar weet er geen juistheid van. Dat is nogtans geen kleine zaak, M., 't is 15 artikels lang. 't Kan zijn, M., maar wij kennen dat niet. M. Lippens spreektIs tat stuk niet gezonten aan elk lit? Tat fer- wontert mij geweitig Ik pen ook foorzitter van een schoolkomiteit en ik hep tie Instruktionen ontfangen, alsmete een examplaar voor al te Leten M., ik petwist u tat nietge kunt gij dat ontfangen hebben maar wij hebben niets ontfangen. President. M., ik ga u die artikels eens voorlezen. Volgens arti kel 1 moet gij alle maanden eens bijeenkomen. Dat is een kleintje, M., dat zal gedaan worden, als wij ons stukken ontfangen hebben. De President leest voort en komt aan artikel 8 dat zegt: Daloden moeten zich de Stad verdeelen en de kinders opzoeken van 6 tot 14 jaar- hij meint voort te lezen, maar M. Van den Bossche onderbreekt en ze°-t- Zoo dit artikel spreekt 7an de kinders achterna te loopen voor de Staats scholen Ja, dat is de rol der Komiteiten (1) Iu de kerk waren 21Ö kinderen!'! en Is reen r°1 mi-> niet zou Saan- (B'Inkwisiteurs kijken ver- f}a®?d °P-) Ja' ml) nlet gaanIk ben lieber en vrij als fabrikant laat i, i? ers meester van hun kinders; in den Armen, waarvan ik d'eer heb Bestuurlid te zijn, hebben wij van 't begin af besloten te zien wie arm was en het noodig had, maar niet waar de kinders op school zijn. Ik zeg nog dat ik als fabrikant al mijn werklieden lieber laat, maar als Scholen I™18"80 lieber Z'"'n' Z6 zerulon hun kinders naar de Vrije ,i;Kkwifeurs'lby bet kooren van" dit oprecht, manhaftig woord, Rrhiïni'non rfoh zetels vastgespijkerd; de pen van den Sekretaris schijnt nen scheepsmast te wezen in zijn handhij schrijft o-een en- vraag?;0) j komen de Gouzün °P 'mn effen en Devi|ne Ge zijt dus maar eens vereenigd geweest ,Voorz.itt6r e" Sekretaris te kiezen, natuurlijk G hebt niets ontfangen Niets. En ga zijtniet nieuwsgierig geweest? Och neen 't Was een kleintje voor u die instruktiën te vragen, t Vas natuurlijk, nog een minder kleintje van%.e te zenden: ze mogen dat wel op mijnen stoel brengen die funktie is ingrat genoeg. t Zij zoo maar ge moest ze toch gevraagd hebben M' En wij hebben ze nu niet gevraagd M.l Indien gij ze ontfangen hadt, zoudet gij ze ten uitvoer brengen? _k moet dat eerst zien en zal dan handelen volgens mijn inzichten, als t mij niet aanstaat, ik ga aan. Maar art. 8? De kinders achterna loopen?!! dat doen wij nooit! neen nooit! in den Armen laten wij' ook elk vrij, en wij luisteren zelf niet naar menschen die weggejaagd zijn voor de scholen't is al erg genoeg voor de menschen dat zij werklieden of arm zijn, zonder dat wij er slaven van maken. Maar is er geen spraak van dwang? Wervers der scholen neen dat nietze moeten dan maar ander nemen dan gaan wij aan. Maar de visieton der scholen? M. wij zullen, natuurlijk! die visieten doen, als wij ons rechten kennen, en als er iets is tegenstrijdig aan ons geweten of consciëntie, dan zullen wij ons retireeren. Getuige teekent zijn declaratie. M. De Coen verklaart in 'tFransch te willen spreken,zegt sekreta ris te zijn van t Komiteit, bevestigt 't gezegde zijns Voorzitters en zegt 00 v dat hij achter de kinders niet zal loepen Ik zou die menschen lie ber uiten, zegt hij, ze kunnen hun kinders doen waar ze wilen. ioéü Praet Gustaav, onderwijzer t'Aalst, verklaart dat in Februari 1880 oene vrouw hem hulp kwam vragen van de Sociëteit der Oude Kleeren de Armmoester had haar in de bedeeling overgeslagen, zonder te zeggen waarom. Praet geeft jaarlijks 3 fr. in die Sociëteithij is op 1 aschen geweigerd. Niets is veranderd, maar d'H. Geschiedenis wordt met meer geleerd, en de Catechismus, maar woordelijk zonder eenigen uitleg. (Ge ziet dus menschen, er is niets veranderd). Fr. Verhagen, Professor t'Aalst, bevestigt de zaak der soep die sinds 15 jaar werd uitgedeeld en eensklaps ophield, zonder dat zij er iets van wisten. M. Verhagen zegt dat d'Onderpastoors van huis tot huis zijn gegaan, om de menschen op te maken. Ji Pisanders verklaart dat hij, de oude Bewaarschool iang ziende leegstaan, gevraagd heeft om ze te huren. De Stad vroeg 500 fr.- doch eindelijk is men overeengekomen voor 300fr.,de lasten op hem en van 3, 6, 9 t'elks keur. Désiré Hofman waet niets van de Scholen hij geloofd dat de Rechters zich getrompeerd hebben en moesten hebben zijn onkel Josef, den brier van zijnen Pére die dood is. De Rechters gelasten hem met d ontbieding van zijn onkel. Adolf De Mol, geboren Pelagie Van Malderen, herbergier ster t Aalst, zegt dat zij uit Schoonaarde is moeten gaan door den dwang der Priesters; de Onderpastoor heeft verseheide malen haar kinders aangesproken, gezegd: Gi sloebers! gi deugenieten! waar ge wilt naar school gaan Gaat gij nog altijd naar dia Geuzeschool Een ander maal verbood hij aan ander kinders van met d'hare te spelen,zeggende: dat dien Geus De Mol. Daarbij heeft hij gezegd haar te zullen renewe- rsn; De Pastoor heeft gezeid dat al degeen die de schoolwetten gemaakt hadden, een massa slecht volk was en die erin meêwerkten, ook. W« De Mol wijt het aan de Geestelijken dat haar zoons die 't kuipen deden, geen werk meer kregen en dat hare herberg gansch verviel en maar bezocht werd door reizende passanten. Z'is een menseh met 0 kinders. Voorzitter. Vrouw, we zullen woensdag den Pastoor en Onder pastoor ontbieden; zijt hier dan ook. Zitting van den namiddag, ten 3 ure. Do eerste getuige is Hofman, die zegt dat zijn vaderzeer oud was, dat hij een plaats vroeg in 't Oudmannekeshuis, en dat M D'Hondt zegde Dit kan niet zijn, zoolaDg uw kinders in de Staatsschool gaani Korts nadien is de Vader gestorven. De tweede getuige is Camille Van de Maele, van Baardegem, die begint met zijnen Burgemeester te beschuldigen van op d'ïnhaling des Pastoors een redevoering afgelezen te hebben, waarin stond dat hij den Pastoor in alles, voor geestelijk en tijdelijk zou bijgestaan hebben, nu vooral dat een slecht Ministerie, door een goddeloos en zedeloos onder wijs, zielen aan d'H. Kerk wilt ontrukken. Du overleden Pastoor heeft het Staatsonderwijs tegengewerkt, is bij al d'Ouders geweest. De Sacramenten geweigerd Ja M. aan allen die mijn school aankleefden. Gij hebt d'absolutie gekregen Getuige zegt al grimlachende O neen M. President. Getuige zegt dat er vroeger in zijn school 160 kinders waren nu nog 23; hij weet niet of er drukking bestaat, of er eigenaars tegengewerkt hebben; hij aarzelt, spreekt met haken en oogenOnze vriend M. Lip pens dit ziende, schiet in zijn fetten en roept uitHoe is hot mochelijk dat gij van 160 leerlingen getaaltzijtop 23? Zijt gij slechte onterwijzer ot wat is er Spreek zonter faar of frees te waarheid en al te waarheid! Zeg hetzeg hetIk zie dat ge wilt spreken, maar niet turftSpreekt zonter faar of frees. Nu zegt Meester Van de Maele dat de zaken alzoo gekomen zijn als de Pastoor iets wil op Baardegem, aanstonds zijn de 5 a 6 notabelen hem bij en de kleinere volgen met den hoop. Drukking weet hij niet, maar in dien er onder de Pachters hun kinders naar zijn school gezonden hadden, zeker zou er drukking zijn geweestSchepen DeSmet is een zijner

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1880 | | pagina 3