lie Schelmstukken der Nihilisten,
(3de Vervolg.)
II. NIEUWE INRICHTING EN PLANS.
En ge kunt dat fabrikeeren? herhaalde de Syberiaansche; ge
kunt ons zulke brandfleschkes leveren
Zooveel als ge w:lt, zustertje, sprak de Chimist-Nihilistmaar
't kost duur! kostelijke ingrediënten, en vermits dit geen beletsel is,
we zullen u leveren om den helft van Rusland in brand te steken.
De Syberiaansche stond daar als een Godinne der Wraak, den
professor te aanstaren.
Ja, ja, zustertje, ging hij voort, de mensch met zijn weten
schap temt en overwint de machtigste en wreedste dieren waarom
zou hij... maar ik heb u nog andere dingen te toonen. Ge ziet daar
die dooskes roode pommade dop daar een mes of 'ne ponjaard in,
alleenelijk met de punt, raak er meè 't vleesch van 'nen Drenteln, 'ne
Gourko of 'nen Alexander II.
Neen.de czaar moet op een kletterende,openbare wijze sterven.
Volgens uw bliefte, madam maar de kleinste wonde toege
bracht met een mes of ponjaard in mijn pommade gedopt, ze al
doodelijk en ongeneesbaar zijn; maar nog eens, 't zijn dure stoffen!
Wat geeft dit? Als ik u zeg, dat gij naar geen onkosten moet
zien! ik zal u geld leveren, zooveel gij wilt.
Dan, zoo ging de Professor voort, dan heb ik nog t'uwer be
schikking een nieuwe soort van poedermen maakt er een kleine
bom van, die in den zak kan steken, en die bom op den grond ge
worpen,zal ontploffen, 20 man omverwerpen, een trein doen derail-
leeren, een huis springen. Er zijn nog ander stoffen.
Genoeg, riep de Syberiaansch, die in d'hoogste bewondering
was gestegen; genoeg voor 't oogenblik, allerliefste aan u gaat het
Nihilismus een nieuw tijdstip van roem te danken hebben met u
zullen wij de samenleving vernielen en op de puinen van den Niet,
het rijk der broederlijkheid stichten; 't geld zal u geworden, in
overvloed op dit oogenblik is ons volk bezig met geld te slaan.
Mag ik weten, zustertje, op welke wijze
De gazetten van t gouvernement zullen het u morgen berich
ten; vaarwel, we moeten voorzichtig zijn, ik bijzonderlijkde Poli-
cie slaapt niet; als ge mij iets te zeggen hebt of te vragen,doe het met
doctor Edward, die dagelijks ons huis bezoekt.
De Syberiaansche nam eenige fleschkes en pottekes, en sloop als
eene slang naar 't paleis der gravinne Tatiana.
Er was nog volk in de salons en de oude gravinne, bemerkende
dat 't zustertje er zoo verheugd uit zag, zegde in haar eigen Ter
wijl wij ons hier vermaken, is zij een arme zieke gaan bezoekenze
draagt op haar wezen de vreugd van een goed werk!... Zoo valsch
en bedriegelijk is dikwijls het oordeel der wereld.
's Anderdaags stond in 't Russisch Staatsblad een telegram uit
Kherson, een sterke stad waar de tweede Bank van Rusland is ge
vestigd; de telegram luidde alsvolgt Diefstal gepleegd, 700,000
roebels geroofd
De Syberiaansche toonde zich verwonderd en verontweerdigd
wat! riep zij.zou dit geld in d'handen gevallen zijn der afschuwelijke
Nihilisten?..In den voornoen kwam de docteurzijne zieke bezoeken;
hij vond ze met hare sekretarisse, jvroeg naar hare gezondheid,
schreef een recept tegen de hoofdpijn der gravinne en begon einde
lijk zijn dagelijks praatje, natuurlijk over 't nieuws van den dag,
de diefte te Kherson.
700,000 roebels! riep de Syberiaansche, aan den docteur een
teeken doende dat zij hem moest spreken.
Verschooning, mejufvrouw, tie som beloopt hooger.
Maar het Staatsblad? bemerkte de gravinne.
Genadige Edelvrouw, ik heb daar een intendent van gouver
neur Gourko ontmoet; de gestolene som beloopt tot 1,579,688 roe
bels en 73 kopeks, (een russische roebel doet 4 van ons franken).
En wie vermoedt men
Genadige Edelvrouw, niemand anders dan de Nihilisten ik
weet meer, er is zekerheid
Och, sprak de Syberiaansche, met de tranen in haar oogen;er
is zekerheid! en hoe hebben zij het aangelegd, om dit afschuwelijk
schelmstuk te bedrijven?
Ik weet nadere berichten, maar ik vermoei misschien de gena
dige gravinne.
Integendeel, doctoor, uwe bezoeken stillen mij; het verheugt
mij u lang te mogen behouden. x
Hoe is dat schelmstuk gebeurd? herhaalde Nadia.
Zeer eenvoudiglijk, men heeft een mijn gegraven tot onder de
plaats waar de geldkoffers lagen, en eergisteren nacht zijn op die
wijze drij koffers verdwenen.
Maar de policie kon toch zien waar de mijn heenliep
Het huis waar de mijn uitkwam, stond ledig
En de geburen?
Hebben niets gehoord 't schijnt dat de Nihilisten hun werk
van ondermijning binst den nacht hebben verricht. De policie heeft
verscheide signalementen, de gendarmerie is op zoek, g heel de stad
enr'T omliggende wordt van onder tot boven doorzocht; al de vreem
delingen, op wie 't minste vermoeden is, worden ondervraagd
God geve, sprak de Syberiaansche, dat die bandieten ontdekt
en gestraft worden! En Kherson ligt in de nabijheid van Polen;zou
d'hand der Polakken daar niet tusschen zijn?
Kind, zegde de gravinne, de docteur zegt dat de diefstal ge
pleegd is door Nihilisten. nil
Zeker, genadige mevrouw, doch mij is ook gezeid dat Polak
ken en Nihilisten nu te samen werken, om 't Russisch Keizerrijk ten
gruize te brengen. Daarin ligt 't gevaar, en 'k versta niet hoe 't gou.
vernement nog geen maatregels tegen die Polakken heeft genomen!
Maar, kind. Polen is stil
In schijn, ja, maar die stilte zelve verontrust mij; ons duur
baar gouvernement is veel te zacht met al die zaken.
En zoo ging de valsche Vrijdenkster voort zich verontweerdigd
te toonen en het ongelukkige Polen in verdenking te brengen.
Na nog eenigen tijd gesproken te hebben,stond de Docteur recht,
groette met alle beleefdheid de gravinne geleidde hem tot aan de
deur en verzocht hare sekretarinne.van den geneesheer tot buiten te
vergezellen. De twee samenzweerders gelieten zich alsof zij malkaar
niet kenden, gingen door de corridors meteen stijve beleefdheid,
sprekende in schijn van den toestand der gravinne en hare behande
ling; van tijd tot tijd kwam de Syberiaansche aan haar hoofd, want
er liepen domestieken rond.
Die hoofdpijnen, zegde zij, de Gravinne heeft dezen nacht
veel geleden.
Die schokkende gebeurte nissen ontstellen haar.
De kisten verzonden
Sedert drij dagen, En d'inlichtingen?
Met alle zorg gegeven?
Wanneer?
Men is er aan bezigik verwacht alle oogenblikken de tij ding.
En de mijnwerkers?
Zijn gevlucht naar de grenzen, heden al te Konstantinopel.
Maar't geld?
In veilige handen worden ze aangehouden, ze kunnen ons
niet verraden, en ons doel is bereikt.
Tot morgen,
Tracht eens te weten waar de policieagent Baranof zich be
vindt die kerel moet van kant.
Zoo sprekende, waren ze aan de deur.
Ik zal d'eer hebben, sprak de Geneesheer, beleefd, endiep
buigende.
De Sekretarinne, van haren kant, maakte een groote saiuade, en
keerde terug naar hare meesteres, de Gravinne.
Dien dag was er in Rusland van niets spraak, dan van den groo-
ten diefstal.
Opvolgentlijk kwamen de tijdingen
Dat de diefte 24 uren gepleegd was, eer zij ontdekt wetd.
Dat zij gepleegd was door zekeren Saski, met medehulp van
verscheide manskerels en vrouwspersonen;
Dat de policie reeds eene belangrijke aanhouding had begaan;
dat de fijne policierat Baranof, zich naar Kherson had begeven, om
van daar de sporen der dieven te volgen.
's Avonds kwam de volgende telegram te St-Petersburg aan:
KHERSON Baranof, den ingenieur Saskiachtervolgt hem met
zekere hoop van te gelukken.
De Syberiaansche die kennis kreeg van dien telegram, scheen
verheugd te zijn, zoolang zij in Je salons der Gravinne was, maar
eens op haar kamer, kreeg haar wezen al de trekken van angst en
van haat, en zij mompelde binnensmonds: Baranof! wij zullen u
vinden!... Morgen begint het tijdstip onzer wraak!
Wij lezen in 't leven van den grooten Pater Redemptorist Clemens-
Marie Hofbauer, dat hij cp zekeren dag geroepen werd bij het ziekbed
van een adelijk heer, die sinds twintig jaar niet had gebiecht en alle
priesters hardnekkig van zich afweerde. Toenlag hij op zijn uiterste. De
Pater komt binnen en de zieke braakt tegen hem alle mogelijke belee-
digingen en gemeens verwensehmgen uit: Loop naar den duivel! ga u
ophangen Zonder in het minst te vorschrikken, nadert de Pater hem
en spreekt bedaard en vol zachtmoedigheid:
Ben ieder die zich op reis begeeft, voorziet zich eerst van het noo-
dige; en gij, mijnheer, die eene zoo verschrikkelijke reis gaat afleggen,
gij weigert de onontbeerlijke reisspijs van den Godsdienst! O, ik bid u,
zij toch voorzichtig
Te vergeefs, de zieke scheen zelfs den prikkel der wroeging niet te
kunnen gevoelen. Nu veinst de Pater te willen vertrekken en gaat ee
nige schreden achteruit; doch aan de deur der kamer gekomen, staat hij
stil en beschouwt strak den zieke in het gelaat. Deze spreekt hem nu
aldus toe
i: Wat wilt ge toch van mij? Ga heen en laat mij met vrede.
Geenszins, antwoordt de man Gods. «Uw einde is nabij, en ik wil
met eigene oogen zien. hoe een verdoemde sterft, n
Dat iaatste woord trof als een bliksemslag den zieke; verschrikt en
door de genade geraakt, smeekt hij den DienaarGods om nader te komen
en zegt:
O, Eerwaarde Pater! kunt ge mij mijne beleedigingen vergeven.
Stel u gerust, alles is vergeten, n
Maar zal ook God mij mijne zonden vergeven?
O, God alleen is goeii; heb berouw, biecht uwe zonden, en God zal u
weer in genade ontvangen, r
De stervende biechtte daarop met groot berouw en ontving de kwijt
schelding. Kort daarna gaf hij den geest in den vrede des Heeren, terwijl
hij dé hand des goeden Paters, welke een kruisbeeld omklemde, tegen
zijn hart drukte. Aan don godvruchtigen ijver en de liefderijke vinding
rijkheid van Clemens-Maria was hij zijne redding verschuldigd. Doch de
nederige kloosterling verhaalde zelf dit voorval alseen zichtbaar bewijs
van Gods onbegrijpelijke barmhartigheid.
De gemeente Wambeeck betaald jaarlijks voor 't Geueenondcrmjs
deisom van 6129,50 fr. eene kleinigheid, (betaalt maar boerkens); geen
enkel kind gaat tot nu toe naar de officieels school. Ds plaats van hoofd
onderwijzer komt open, het gouvernement verzoekt den gemeenteraad
eenen onderwijzer te noemen voor den 10 Oct. 6 Kandidaten bieden zich
aan en den 4, Öct. wordt M. Yan Lierde, een der kandidaten, hulponder
wijzer te St Martinus-Lennick door den Burgemeester, 2 Schepenen en
3 Raadsleden, dus 6 stemmen en 3 onthoudingen, tot hoofdonderwijzer
o-enoemd.Deze benoeming dwarsboomde de plannen van 't gouvernement;
men kende heel wei den kandidaat welke het hier zoude noemen, ook
verwachte men hier algemeen dat de benoeming zou afgekeurd worden.
Er was ge weldig tegen die benoeming gewerkt, en reeds lang was in
andere dorpen luidop gezegd wie te Wambeek zoo genoemd worden door
Van Humbeeck. Den 28 Nov. wierd de Gemeenteraad verwittigd dat
den 1 december er eenen ad interium (men zegt van 10jaren oud) kwam,
en men hem plechtig moest instellen (waarschijnlijk tot zijnen kandidaat
gereed is). Gij ziet dus, Werkman, dat wij hier ook al mogen roepen:
Leve de Gemeentevrijheden. Op vele plaatsen vraagt de geuzentribunaal
aan de Burgemeesters, waarom zij geane onderwijzers noemen; ik zoude
eens willen hooren wat ze hier aan den gemeenteraad zullen vragen (heel
zeker zal de geuzentribunaal vragen: Waarom hebt gij eenen onderwijzer
benoemd? Een boerken van Wambeek.
1