De Schelmstukken der Nihilisten. (II"' Vervclg.) XI. STUDENTEN IN 'T NET. 't Werd twaalf uren, zeggen wij, de kapitein veteran sloeg oogen rond als kogels en ging tegen de studenten en ander Nihilisten uit vallen, als een jonge vreemdeling binnentrad. Pamphilof meende zeker dat het den ingenieur Saski was,doch nogmaals zag hij iemand die geene de minste gelijkenis had met den vermaarden samen zweerder welken hl) zocht. De vreemdeling ging zich recht voor den kapitein plaatsen en zegde op spottenden toon Mijnheeren! ik kondig u aan het einde der komedie; want 't is een ware komedie welke wij ons veroorloofd hebben te spelen, op de kosten van den... van den... tot nu toe zijnde hoogedelen heer kapitein Pamphilof Sckarawitsch riep de kapitein, zijn vuist op tafel slaande pe- kins! 't zal u berouwen! wat komedie spelen Ja, en zijt gij de eersteflg urant niet! Zeg, wie is hier begon nen met komedie en maskarade te spelen Wie durft? bij mijne knevels als ik u allen Och, kapitein, zweert op uwe valsche knevels niet. Valsche Ja, valsche; mijnheeren en vrienden, ge meent daar voor u te zien een ouden kapitein der veterans, die Die, brulde de kapitein, die.... vermetele Die niemand anders is, dan de policieagent Baranof, de ver maarde agent der derde sektie, en welke in eene onschuldige socië teit studenten, samenzweerders komt zoeken. Heer Baranof, indien ge mij toelaat, ik zal u bewijzen Maar de kapitein had reeds zijn knevels afgetrokken en sprak op vastberaden toon Nutteloos, mijnheer, u nog verdere moeite te doen; ja, ik ben Baranof, en wat is ervan Op deze woorden volgde eene doodsche stilte, dan zag men op al die wezens een hevige bleeke gramschap verschijnen, wraakkre- ten weerklonken, veertig handen werden bedreigend naar den be spieder gericht en er ging een verward geroep op, van Spie de spie door de venster, den schelm ter dood Maar hij, zoo kalm alsof hi] alleen in zijnen bureau geweest ware, ging naar de venster en uit zijnen binnenzak een koppel gela- dene revolvers halende, loste hij een scheut door de venster. Bij 't gerammel van 't gebroken glas, voegden zich de woorden door de razende studenten uitgesproken De verrader ter dood En van uit den hoek der zaal, kwam een flesch nevens den kop van Baranof gevlogen. Ha, riep Baranof, t is zoo dat gijlieden het meentik dacht onze zaken minzamelijk te verhandelen; ge peist toch zeker toch niet dat ik mij gansch alleen in uw handen ben komen leveren... Hoort gij de muzikanten afkomen? 't gaat hier bal zijn, dezen avond en nu. geen woord meer, geen mouvement, of ik doe u allen koorden en binden en naar 't gevang brengen. Deze woorden waren nog niet uitgesproken, als men een geram mel van wapens hoorde, een .damp van fakellicht zag en dat ver schelde brigaden gendarms de bajonnet vooruit, zich aan den ingang der zaal vertoonden... Verscheide studenten wilden stillekens weg- slibberen, maar: Halt, riep Baranof, niemand buiten of niemand Dinnen! gendarms, houdt goede wacht langs deuren en vensters En gij, mijnheers, sprak hij, tot de studenten, en ging zich achter een tafel plaatsen, altijd zijn twee revolvers in d hand ge ziet wel dat braaf zijn, hier deugd is; gij hebt mij gevangen, ik houdt u op mijne beurt en 't zal van u afhangen, spoedig verlost te zijn. Maar, edele heer, sprak een der studenten op beleefden toon, w'hebben u een poets willen spelen dat is alles. Ge peist toch niet, dat ik van St Petersburg naar Odessa ben gekomen, zonder van toeten of blazen te weten, zonder inlichtingen genomen te hebben!.. Allo, zet u neêr en laat ons beginnen. De Nihilisten lieten den kop hangen en bleven in afwachting. Luistert, sprak Baranof, wat ik u voorstel, opdat wij als goede vrienden zouden vaneen scheiden. Ge weet wat er te Moscou is ge beurd, dat men den keizerlijken trein heeft willen doen in de lucht springen. De booswichten zijn niet opgehangen, maar ze zitten ver borgen te Odessa. Daar weten wij toch niets van, sprak een der studenten. Als ik u zeg dat Saski in deze stad verborgen is! waar is hij ik weet het niet; maar gij zult het mij aanduiden verscheide onder u weten het, en ik ben te zeer overtuigd van uwe vaderlandsliefde oméen oogenblik te twijfelen dat gij zijne verblijfplaats met zult bekend maken. Er ging nu een gemor van verontweerdiging op, en de studenten verklaarden dat zij niets wisten en in alle geval geen verklikkers vyaren. Nooitnooit! riepen er. Liever naar Syberiè', verklaarden er andere. Mijnheers, sprak Baranof, grimlachende, ik verwachtte mij aan die edele antwoord; maar desalniettemin ben ik zeker dar gij zult spreken. Nooitnooit Och, mijn brave gezellen, ik weet het wel; in uwe taal en in dees geval'wil nooit zeggen, binnen een uur; welnu, binnen éen uur zal ik alles weten; en we gaan de middels gebruiken om uwe eer lijke en loyale gevoelens niet te kwetsen. Officier der gendarms Présent, hoogedele heer Ge ziet daar die manschappen, ze moeten mi] eenen dienst be wijzen- doe in de kamer hiernevens een tafel zetten, en daaropstuk- jes papier met een potlood; éen voor éen zullen deze personen in die kamer gaan, iets opeen stuksken papier schrijven, en het u behandigen; als allen geschreven hebben, zult gij de papierkes naar 't policiebureel zenden en verdere bevelen afwachten. En gij, mijnheeren, g'hebt g'hoord wat er van de kwestie is. Ge kunt hier blijven i uur, 2 uren, 1 dag, 2, 3, 4, 5, 6, 8 dagen, a volgens uw beliefte; maar ik zeg u 't volgende Niemand zal weten, wie op een voldoende wi|ze op mijn vraag heeft geantwoord, maar ook niemand geen levende ziel zal hier uitgaan, niemand zal hier eten of drinken krijgen, voordat ik wete waar Saski verborgen zit... En nu, mijnheeren, heb ikd'eer u den goeden avond te wenschen. De studenten waren als van den bliksem geslagen; en als zij wilden antwoorden, Baranof was weg. en voor hun stond een luitenant der gendarms, die niets dan zijnen dienst verstond, die stilte gebood, volkomene stilte en dat elk zich tegen den muur zou alligneren, om order in d'exercitie te hebben. N° 1 werd geroepen, ging in de kamer, kwam er met een brief- ken uit en behandigde het aan den luitenant, en ging den laatsten van al plnats nemen; nu volgde n- 2, ne 3, 4, 5 euzoovoorts tot n- 37 die de laatste was. Een gendarm ging de 3y briefkes naar 't policiebureel bij Baranof dragen. Van de briefkes waren er véél witte, twee waren volschre ven met beleedigingen regen den Keizer en zijne Policie, doch vier behielden de gevraagde inlichtingen en waren geteekend door de Nihilisten, die de premie hunner lafheid verhoopten. Baranof kende dat volk, en twijfelde geen oogenblik of de inlich tingen waren juist. Hij gaf bevel aan de gendarmen van wacht te blijven houden, en aan 't hoofd eener bende soldaten, begaf hij zich naar de aangeduidde plaats. Er lag veel sneeuw buiten; al de bewoners van Odessa waren slapen; zelfs de laatste herbergzitters waren huiswaarts gekeerd; al les sloeg dus meê, de soldaten konden zonder gerucht het huis be reiken, en Baranof meende vast en zeker dat hij er den samenzweer der Saski op zijnen nest zou vangen. Men kwam ter plaats. Soldaten werden rond het huis als schildwacht gezet. Baranof had expres een slotmaker meêgenomen. Hij gebood hem van zoo zacht mogelijk het slot af te doen. Men hoort een gesnar gelijk van een voet die in den stijven sneeuw trapt; de deur gaat open; een gereuk als van een lamp die komt uitgedoofd te worden een gendarm gaat binnen, heft zijn lamp in d'hoogte, terwijl Baranof en eenige soldaten, den revolver in d'hand gereed staan, den vijand aan te vallen. Men ziet niets dan een ijHele kamer. Volk was er geweest, nog onlangs; want de kachel brandt nog en op den vloer zijn stukken verbrand papier te bemerken. Ontsnapt! ontsnapt! brulde Baranof; doch misschien zijn ze nog in huis verborgen; men doorsnuffele alles; spoedig en opgepast! En aanstonds 4 mannen naar de stadspoorten, opdat er niemand uitga Het huisje was niet groot, enkel 2 kamers, waarboven een zolder ken, en daarnevens een aftreksken, gelijk in al de russische volks huisjes, om peerd en slede te herbergen. In de twee kamers was er geen levende ziel, dan Baranof en zijn gewapende bende; op 't zolderken zat nieriiand verborgen in den stal was peerd en slede weg en men vond er een arme vrouw aan 'ne stijl gebonden en wanhopige pogingen doende om van hare mondprop los te geraken. Haar verlossen, haar voor Baranof bren gen, was 't werk van éen oogenblik; ondervragen worden, moest zij niet', want ze begon te spreken en schrikkelijke yerwenschingen uit te braken tegen degcen die haar bestolen en gepijnigd hadden. Ba ranof, haastig zijnde en niets verstaande uitdien vloed van scheld woorden. gebood hij haar op de volgende vragen te antwoorden Wordt voortgezet. MM In 't boeksken: Hoe voordeelig het is dagelijks Mis te hoo" ren, een kostelijk boeksken dat van alle kanten gevraagd wordt, en dat wij te koop stellen aan 0,15 c. met merkelijken afslag voor «rootere getallen, want zekerlijk, veel Personen zullen dat boekske willen verspreiden, we lezen daarin op bladzijde 14 het volgende: Onder de regeèring van Elisabeth werden in Engeland degewel- dadigste wetten uitgevaardigd fegen de geloovigen die de mis bij woonden. Een rijke katholiek werd eens om deze reden veroordeeld tot het betalen van vijfhonderd stukken gouds. Deze man van geloof haastte zich terstond de schoonste portugeesche goudstukken op te zoeken, op welke het kruis was geslagen, en toen hij ze verzameld had, bracht hij ze bij den rijkskassier. Hoe! riep de protestant met verwondeiing uit, hoe! zoo schoone stukken om eene boete te beta len? Ja, antwoordde de katholiek, want de gunst die ik heb genoten van de mis bij te wonen, kan ik niet te goed betalen. Weet dat er tusschen dat kruis welke gij op die goudstukken ziet, en de heilige mis, eene geheimzinnige verwantschap bestaat, want hij die zich voor ons heeft geslachtofferd op het kruis, offert zich nog dage lijks voor ons in het verheven mysterie des altaars. Het kruis en de mis zijn twee allerzoetste gedenkenissen van de liefde mijns Zalig makers. Ontploffing van Mijngaz. (40 Slachtoffers.) Eere ernstige mijngazondploffing heeft dijnsdag omstreeks drie 'j ure in den morgend bij Whitfield, North Stoffordshire, plaats ge- h£lHet ongeval werd veroorzaakt door een knaap, die met vuur op een verboden plaats kwam. Spoedig ontstond er brand, dien men te vergeefs beproefde te bedwingen en toen de mannen, het mislukken hunner pogingen inziende, zich haastten omin de machi ne plaats te nemen, die hun naar boven kon brengen, hoorde men onverwachts een donderend gedruisch. De machine werd met kracht omhoog geworpen en een eind in de lucht geslingerd, zoo dat de personen die er in zaten, ernstig gewond werden, terwijl de werklieden die nog beneden waren, geen Kans zagen tot redding. Men schat hun getal op dertig of veertig, die allen omgekomen zim. De mijn brandt op dit oogenblik nog. PARIJS 8 febr.In de fransche Kamer is een wetsontwerp neergelegd' tot afschaffing der lijfstraf op de schepen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1881 | | pagina 3