Be Schelmstukken der Milisleu.
De Kiezing van Antwerpen
(11"' Yervclg.)
XII. ACHTER DE VLUCHTELINGEN.
Halte! vrouw, riep den policieman Baranof; stilte, en ant-
woorden op mijn vragen.
Ik zal antwoorden, sprak de Russische vrouw.
Hoeveel zijn er hier geweest? Twee.
Sedert wanneer? Sedert vier dagen.
Waren zij bekend aan u of aan uwen man? Neen.
Waarom hieldt gij ze dan in huis?
Omdat ze rijkelijk betaalden.
Wie heeft ze hier gebracht?
De pope Arsenief.
Wie? zijt ge daar zeker van?
Zoo zeker als ge daar staat; ik zweer het op' mijn doopsel.
Waren 't bejaarde lieden?
Neen, alle twee jong.
Geleken ze daaraan? vroeg Baranof, een portret van Saski
toonende.
't Is den eenen, juist en gelijk! riep de vrouw.
God! God! riep Baranof. weenende van wanhoop; de samen
zweerders in handen hebben en laten ontvluchten... Vrouw, waar
zijn die twee mannen?
Weggegaan, Mijnheer. Waar? O dat weet ik niet; ik
sliep aan 't vuur, mijn man ook, hij was half bedronken, mijn man.
Eensklaps zijn de twee binnengekomen, ik meinde dat zij ons gin
gen vermoorden.
En dan? haastig! haastig, vrouw!
Dan heeft de jongste een mes op mijn borst gezet en gezegd:
Niet schreeuwen of ge zijt dood! uw man moet met ons mee!
Maar 't is nacht,heb ik u gezegd! Nacht of dag, de Policie zoekt
ons, en zijn wij niet gered, ge zult allen sterven. Dan hebben ze
mijnen man geslagen, mij vastgebonden, de schurken, en ze zijn
met hun vieren weggereden; de pope Arsenief waseraokbij; ze
moesten zich haasten, zegden ze, om den bootniet telaat te komen.
Op dit oogenblik kwamen twee gendarmen zeggen dat er sporen
van een slede te zien waren op den sneeuw, zeewaarts toe. Voor
Baranof was er geen twijfel; de samenzweerders hadden daarover
eenige uren geweest.
Gauw! gauw! riep hij; 't gaat er op ons eer en ons leven! twee
sleden gezocht in de gebuurte; drij mannen in elk! fakkels ontsteken
en dat d'ander te voet gaan voorop ->m de sporen in den sneeuw
op te volgen
Gendarms en agenten liepen naar d'omliggende hnize»... Doch,
eer zij sleden gevonden hadden, en eer er ingespannen was, verliep
er wel een kwartier; Baranof stond daar te dansen van ongeduld en
van gramschap; elke oogenblik die verliep, was een jaar van zijn
leven, een druppel van zijn hertebloed, een stuk uitzijn ziel.
Eindelijk was alles gereed... En de twee sleden sjoefden op den
sneeuw vooruit, in de richting door de mannen tevcet aangewezen.
Ongelukkiglijk hadden deze nog niet veel wegs afgelegd en na eenige
minuten,moesten de sleden op goedvallens uit zoeken.
Baranof zelf bestuurde d'eerste, met een kalme driftigheid. Zijn
ervaren oog bemerkte in de lucht eenige klaarte; 't moest een plaats
van inscheping zijn; zoo dacht de man, en na eenige oogenblikken
van rijpen overleg, nam hij een korten goed besluit: defakkels wer
den uitgedoofd, de lanteernen bedekt, de belletjes der peerden afge
daan; en onder't geroep van bar! bar! voorwaarts!» vlogen desleden
bijna met de snelheid van den wind, in de stilte en in de dnisternis,
het sneeuwveld over.
Zoover de oogen konden dragen, zag men niets dan sneeuw; in
de verte,voorwaarts, eene wemeling van licht; achterwaarts, hier en
daar lichtpunten van de gendarms en soldaten die achteruit gebleven
waren.
Bar! bar! riep Baranof gedurig tot de peerden, terwijl hij de
zweep in hun lenden legde, bar! bar! de oogenblikken zijn kostelijk!
ja, ja.ze zijn daar.de lichten gaan om en weer; jze zoeken een
goede plaats om in te schepen! de lichten gaan langzaam, de Nihilis
ten vermoeden dus niet dat zij achtervolgd worden; welke vangst
kon ik het opperhoofd der Samenzweerders binnenbrengen! Saski
zou klappen, zijn opstokers uitbrengen; mijn eer ware hersteld!
bar! bar! voorwaarts! mannen, de wapens gereed! wij hebben ze!
Een der peerden scheen van vermoeienis te zullen vallen; maar
Baranof gaf zulke krachtige en scherpe linken met de zweep, dat het
dier, heviger dan ooit, zijn geweldige vlucht voortzette.
De sleden gleden op den sneeuw als bliksems in de lucht;.... de
lichten verklaarden, men zag zelfs twee drij schaduwen; de schadu
wen kwamen samen; ze gingen nu niet meer schuins, maar rechts...
Een pistoolscheut sist in de lucht... Baranof had in 't gedacht dat
de Nihilisten naar hem schieten.. Geeft uover! roepthij, wij houden
u gevangen.
Wat hoort hij? een geklots in 't water en eene spottende stem die
roept: Te laat, Baranof! veel te laat! Vaarwel!
Op "tzelfste oogenblik gaan de lichten uit; Baranof en zijn Volk
zien niets voor zich, dan een dikke duisternis.
De sleden vliegen nogtans voorwaarts; ze zijn aan d'oevers van
't water; men hoort een gekerm, een grof gebrul; men komt dichter
bij; en wat vindt Baranof? wat zien zijn gezellen? den ongelukkigen
Rus van Odessa die daar staat te kermen over zijn peerd dat de Ni
hilisten hebben dood geschoten.
Waar, waar zijn d'ander? vraagt Baranof, hem schokkende
en schuddende.
Vertrokken! de brigands! de zee in, zijn ze! schiet op de schur
ken! daar, langs daar zijn ze de zee in.
Twintig geweeren werdenlangsd'aangewezene richtingafgevuurd.
Onbehendige schutters! roept men van uit de zee; ziedaar hoe
men schieten moet; een kogel floot en een der Russen, die de lan-
teern droeg, rolde in den sneeuw, alwaar hij kronkelde en kermde
van de pijn.
Baranof, riep men nog van uit dedonkerezee.onsgroetenissen
aan uw meesters, vaarwel!
Terzelverstonde hoorde men de stoombootwielen in de waters
kappen, en zich verwijderen.
j XII. - GEEFT REKENING.
Odes6" denken in welken toestand Baranof terugkeerde naar
Al zijn moeite, voor den keizer van Prruisen!
Saski en zijn gezellen ontsnapt
Met schande, terug van de jacht, uit welke hij zijn eerherstelling
en verheffing meinde te halen.
Hij zag zich reeds te St Petersburg hij hoorde den militairen
gouverneur Gourko hem donderend toeroepen Geelt rekening
heid?°U me" m n'et teschulcl'#ei1 van verraad, van medeplichtig-
Door zulke gedachten gefolterd, reed de polic'ieagent Baranof
naar Odessa; t was laat in den nacht; al zijn volk ging stilzwijgend
slapen en hij ook nam eenige rust op 'ne stoel in 't policiebureel
t Werd s anderdaags.
Er moest toch iets beslist worden.
Was 't geraadzaam van 'r nieuws zijner mislukking te laten voor-
uitloopen naar Moscou en St Petersburg
Neen, neen! dacht Baranof, ik zelve zal gaan. anders mochten
mijn vijanden de zaak nog erger verdraaien.. De eerste trein zal de
mime zijn.
En inderdaad, van 6 ure stond hij reisveerdig en begaf zich naar
de statie. Ensklaps blijft hij staan Domkop! spreekt hij tot zijn
eigen, hoe kan 'ne mensch zoo verkeerd handelen Mijn 37 Ni
hilisten. die nog in arrest zitten! Laat ik die gelegenheid ontsnap
pen? Neen, neen ik loop. ik vlieg.
Inderdaad, de 37 Nihilisten zaten nog altijd te wachten in de
groote kamer der herberg; Baranof had gezegd: Niemand uitlaten
geen eten ofdnnken geven, voordat ik terugkeer!». En de Russen
houden aan t ordewoord gelijk aan hun leven; 'ne Rus, zegde Na-
poleon-den-Eersten, t is niet genoeg hem dood te schieten, ge
moet hem dan nog omverwerpen!
Baranof begaf zieh dan naar d'herberg en vond alles in de groot
ste stilte; de gendarms wakende rond en in het huis; de 3j Nihilis
ten uitgestrekt op den grond. Dc Policieagent installeerde zich in
t nevenkamerken, deed de mannen éen voor e'en compareeren. en
liet zc allen weggaan, behalve twee. welke hij aan de strenge bewa
king der Policie overliet... Ten g ure was hij terug aan de statie,en
ditmaal met een trotsch en verheugd gelaat... Wat was er gebeurd?
Wordt voortgezet.
Ziehier hoe M. Be Bettcker in de konservatieve Grondwettige Verga-
deiing heeft gesproken.... Ons 3 rienden hebben veel hoop van te zege
pralen en aldus een heen te breken aan 't Geuzen-Ministerie;
Wij moeten, zegde de voortreffelijke heer Be Beuck^r, onder andere
Wij moeten, ook door onze stemming een bewijs van afkeuring geven
tegen de vermeerdering der militaire lasten en de verzwaring van den
krijgsdienst. Dit jaar moeten er weer 700 jongelingen meer onder den
dienst geroepen worden, tot groot nadeel van den burger en den land
bouw.
Wij zouden goed doen hier in ons klein landeken bet voorbeeld te
volgen van de Vereenigde-Staten van Noord-Amerika. De president en
de opper-generaal hadden eene vermeerdering gevraagd van 5000 sol
daten. De wetgeving heeftdie vermeerdering geweigerd en het besten
dig leger moet op het getal van 25.000 man blijven. (Toejuichingen.)
Doch ons land is slechts een verloren hoek tegen het groote land der
Vereenigde-Staten. Laat ons 'België vergelijken met eene naburige pro
vincie, het Groot Hertogdom Luxemburg, dat ook volgens de traktaten
met de europeesche mogendheden gesloten, zijne vrijheid en onafhan
kelijkheid moet vrijwaren. Luxemburg had 50Ó mannen onder de wa
pens welnu, men heeft die mannen naar huis, naar hunne ouders
naar hun werk gezonden, en in de plaals 160 gendarmen genomen'
(Gelach).
Ons klein land moest zulke voorbeelden volgen, en zich niet in ver
gelijking stellen met een land zooals Frankrijk.
Wij moeteu door onze stemming aan die 12,700 jongelingen, waaruit
dit jaar het kontingent samengesteld worden, aan al (lie ouders welke
welke geen duizenden kunnen besteden om plaatsvervangers te koopen.
wij moeten hun bewijzen dat wij die krijgslasten afkeuren wij moeten
doen zien dat wij willen, wanneer de katholieken nog eens de meerder
heid zullen hebben, dat het ministerie den moed hebbe eens anndie
vaders en moeders te deuken. (Goedkeukixg).
Het is ook tijd dat wij eens denkeu aan de inrichting van een vrij
willigersleger. (Toejuichingen).
Wij besteden veel geld voor de militairen welnu, dat men goedbe
taalde vrijwilligers neme niemand zal er tegen zijn, dat die mannen
goed betaald worden. (Toejuichingen).
In plaats van thans zooveel millioeuen aan het leger te besteden zou
men beter doen rechtveerdiger te handelen voor wat de vergoeding be
treft, toegestaan den landbouwer, wiens beesten, door eene ziekte, wel
ke men denkt besmettelijk of aanstekend te zijn, om zoo te zeggen, ont
eigend worden.
In 1878 ik heb de staten van 1879 en 1880 nog niet ontvangen
zijn er 72 beesten afgemaakt, zoowel peerdeu als hoornvee. Die '72 die
ren werden door de experten van den Staat en der landbouwers'geschat
op 32,436 fr. en men heeft daarvoor slechts 7211 fr. betaald, liet is te
zeggen naüwelijks een vijfde, eu dat voor geen stellig maar alleen voor
een waarschijnlijk verlies. Het schijnt mij toe dat de Staat,zooals wij
iu de provincialen raad gevraagd hebben, ten minste do helft zou moe
ten betalen van de weerde der afgemaakte dieren, vooral in een tijd
wanneer de landbouw, zooals ju de iaatste jaren, zooveel heeft te lijden
gehad. Het ware beter daarvoor ons geld te besteden, dan aan den gehn«
ten soldatendienst. (Toejuichingen).
ANTWERPEN, 16 feb. De Geuzen zoeken alle middelen uit om de
Kiezers te bedriegen, zenden zelfs vervalschte kies brie ven. De Meeting
hoopt met een groote meerderheid de Geuzerij te bestraffen voor alhet-
gene zij tegen Religie, Recht en Vrijheid heeft gepleegd.