De Schelmstukken dec Nihilisten. (16 Vervólg). XVI. SCHURK TOT HET UITERSTE. Hoe zoudr gij het aan boord leggen? vroeg de cipier der ge vangenis te Berlijn, aan den Doctor-Nihilist. Hoe ik het zou aan boord leggen? Wel, goede man, heel eenvoudig. Ten 12 ure hebt gij de ronde Ja, te middernacht. Welnu, ik grijp u vast, wij worstelen, ik verscheur uw klee deren; ik bind u vast en steek u een prop in den mond, en.... Gij ontsnapt met mijn sleutels Zooals gij zegt maar eerst en vooral tel ik u 20,000 marken af, in bankbrielkes welke gij gemakkelijk kunt verbergen... Is de koop toegeslagen? zult gij doen wat ik u vraag Men hoorde in de cel een handgeplak; 't was de cipier die het akkoord bevestigde. Nog iets, zegde de Doctor, vooraleer gij henengaat: een klei nigheid; van hier weggaande, met den nacht zal ik al mijn krach ten noodig hebben; wil uzoo goed zijn bij een apotheker de vol gende flesch te halen? 't is een versterkingssap, dat mij zeer wel zal komen. Waarom niet Dus, tot dezen nacht, en onthoudt het wel: wilt ge mij later in Frankrijk of Engeland vervoegen, ik maak u rijk voor uw leven. Te middernacht kwam de bewaker zijn ronde doen hij stelde een flesch op tafel; de Nihilist telde hem bankbriefjes tot de weerde van 20.000 marken; de cipier raapte ze op, en verborg dien schat in zijn botten; dan liet hij zich over aan den doctor, die hem de kleederen verscheurde, een prop in den mond stak,vast aan zijn bed bond, de sleutels nam en.... vertrok, zult gi) peizen,geachte Lezer. Neen, hij wilde schelm ziin tot het einde in plaats van weg te gaan, nam hij de flesch, ontstopte ze, en bracht het sterke vocht onder de neusgaten van den cipier, die vastgebonden zijnde, geen wederstand kon doen. Op min tijds dan een minuut had de chlo roform zijn uitwerksel gedaan en de cipier lag daar, 't hoofd op de borst, in eenen vasten slaap Ha, dacht de Nihilist, gij, Pruis, zult met mijn geld niet zwieren; hier de bankbrieven terug; ik heb er waarachtig niet te veel; hij trok hem de botten uit, nam er de bankbriefkes uit, sloot de deur met dobbel slot, ging stout en on versaagd, zijn sleutels doende rammelen, de schildwachten voorbi| en geraakte buiten 't gevang, zonder door iemand aangesproken te worden. Een halve uur nadien was hij buiten Berlijn en om zeker te ontsnappen, besloot hij naar een naburige statie te gaan, daar een kaartje te nemen voor Frankrijk, en een ander te doen vragen voor Beieren, langs waar hij gemakkelijk Italië hoopte te bereiken. In Italië zou hij wel bescherming vinden onder de Carbonari's,tegen welke 't Gouvernement van koning Humbert geen strenge maatre gels durft nemen. Een meesterlijk plan, gelijk ge ziet. Honderd kansen tegen éene, van te ontsnappen. Maar de gierigheid bedriegt dikwijls de wijsheid. En hier was dit weeral 't geval. De schandige diefstal van den Nihilist op zijnen medeplichtige moest het verraad eenige uren vroeger doen ontdekken. Toen de cipier rond 3 ure 's morgends wakker werd, bemerkte hij aanstonds dat hij bedrogen en bestolen was; zijn botten waren opengesneden en al de bankbrielkes ver dwenen. De Pruis schoot in een ijselijke gramschap; zijn oogen puilden bijna uit zijnen kop; maar spreken of roepen kon hij niet de mondprop was als een stalen poort voor zijn keel. Niet konnende roepen, begon hij uit al zijn kracht en macht aan het bed te schud den, totdat eindelijk de nachtwakers zijn gerucht hoorden, dat zij malkander verwittigden en dat verscheide oversten des gevangs kwamen toegesneld. Niemand dacht iets anders of de Rus-Nihilist, wanhopig over zijne uitlevering, maakte daar dit leven van al d'helsche duivels. Maar de deur der cel was vast; de sleutels vond men n:et 't was een zwaar eikene deur, die met bijlslagen moest opengekapt worden. Wacht, Rusriep de onder-directeur van 't gevang; men zal u gaan betalen voor uw nachtlawijt. En de bewakers hielden reeds de revolvers gereed, want zij zeker waren dat daar een bloedig wanhopig gevecht ging plaats grijpen. Verbeeldt u hunne verbazing, als ze daar niemand vonden als hun on'gelukkige kameraad, d'handen vol blood, de kleêeen ver scheurd,'t wezen getrokken van de pijn, een dof geratel uitbra kende en zich wringende, gelijk 'ne paling op de panne. Al de Pruismans stonden daar, als levende vraagteekens Wat is hier gebeurd En nadat de prop uit zijnen mond was, begon hij mat woede en razernij te vertellen, dat eenige uren te voren, toen hij in de cel kwam, de gevangene zich op hem had geworpen, hem op zijn bed geworpen, daar verstikt had, met een sterk vocht, hoe dat hij in bewijming was gevallen en sedert niets meer wist van het gebeurde, als hetgeen iedereen kon bestatigen: de Nihilist had zijn sleutels genomen, zijn revolver, had hem beroofd van zijn weinige geld, en was daarmee op de vlucht gegaan. Niemand twijfelde aan 't verhaal van den bewaker; ten anderen, de bewijzen waren er, tastbare bewijzen voor al degenen die niet weten wat wij komen te verhalen. Er was een sterke reuk in de cel; de bewaker was gebonden, mishandeld, bestolen; hij werd losge maakt en aanstonds trokken er eenigen naar den directeur der policie Of hij vergramd was! of hij in een valsche positie ging komen bij den gezant van Rusland! zonder twijfel zou deze hem beschuldigen, ten alderminste van groote nalatigheid in het doen-bewake» der gevangenen. Aanstonds warden gendarms en agenten ta been ge bracht; er werd in de Policiebureelen geschreven en gewreven de koerrièrs vliegen naar de statiën en telegrafbureelen: naar al d'om- liggende plaatsen werd 't signalement van den Doctor-Nihilist ge zonden, met de strengste bevelen van de zorgvuldigste jacht te be ginnen. Ten 7 ure kwam er een bericht te Berlijn dat de Nihilist |eziep was te Stettin; korts nadien, dat hij aangehouden was en vertransporteerd werd naar Berlijn. Er ging een hoera op onder de policieagenten; en inderdaad, rond den middag, als t convoi te Berlijn stond, stapte er tusschen 4 gendarms een ongelukkige uit en werd naar't Policiebureel gebracht: Ezels, schweinen,bromde de chef der Policie, als hij den man ondervraagd had; in plaats van den Nihilist, hebt gij aangehouden, Hoe! is het den Nihilist niet Neen, honterttauzent kartoffels! 't is een eerlijke peerdenkoo- per die van Bromberg kwam, alwaar hij peerden geleverd had voor den staf van Moltke Ge kunt denken hoe de vreugd verkoelde. G'heel dien dag vond men niets meer; doch 's anderdaags telegrafeerde men uit Frank fort de aanwezigheid van den Nihilistjbijna terzelvertijde arriveerde een depêche, dat de Nihilist gezien was geweest te Dresden. Rusland liet weten dat Baranof in persoon onmiddelijk ging ko men, om den samenzweerder op te zoeken. De Doctor-Nihilist was noch te Dresden noch te Frankfort geweest; langs honderde omwegen, nu rechts, dan links; nu han delsreiziger, dan negociant ol dienstknecht, nu Rus, dan Pruis, nu arm dan rijk; listen gebruikende, gelijk een haas door de jagers ver volgd, op zulke wijze was hij in den Oostenrijkschen Tyrol ge raakten op hetoogenblik dat wij hem vinden, zit hij verkleed als Engclsche dame, in een gesloten rijtuig,op weg om de gebergten door te trekken die Oostenrijk van Italië scheiden. Te Inspruck had hij een Socialistinne gevonden, lid der Geheime Genootschappen, die zich verbonden had, uit louteren haat tegen de bestaande Orde, om den Doctor-Nihilist als dienstmeid te volgen en als taalman te dienen, want de Engelsche dame kende geen woord Duitsch of Italiaansch. Zoo ging er een dag voorbij; het rijtuig reed langzaam tusschen de Zuid-Oostenrijksche velden, zoo wellustiglijk door de Natuur versierd en begunstigd, alwaar men reeds het voorgeborgte heeft van den Italiaanschen hemel; geen ongeval had plaais gehad; noch gendarms noch policieagent, noch Rosten Pruis waren bemerkt; bijwijlen had de dienstmeid die tevens koetsier was, het rijtuig stilgehouden om eenige verversching te gaan halen, en ro'nd den avond besloot men van te blijven vernachten in het eenzaam gele gen dorpje Miterwols. Men nam het avondmaal, men ging gerust slapen; de Doctor- Nihilist, in Engelsche Mevrouw veranderd, sliep zacht en gerust, naai de'vermoeienissen en hoofdbrekingen en angstendezer dagen, en de zon scheen reeds door de vensterruiten, als hij wakker werd. Hij klopte om de dienstmeid te hebben. Niemand kwam; hij klopte met meerder geweld; eindelijk, de deur ging open, maar in plaats van de Socialistinne, in plaats van deGeuzinne, twas een Tyrolsche dienstmeid die binnentrad. ('t Vervolgt.) KERKELIJK NIEUWS. Binst de Vaste, als er gemediteerd wordt opal hetgeen de God-Mensch geleden heeft voor d'uitboeting der zonden, die bijzonderlijk willen deelachtig worden aan dit Goddelijk Lijden, moeten bidden voor de bekeering der zondaars, opdat de aanstaande Paschen, vruchtbaar weze voor de H. Kerk. Vergeten wij ook Duitschlaud niet, alwaar zoo menige Parochie zonder Geestelijke Zielenzorg is. De 11Vader Paus Leo, is zeer bedroefd, omdat de Godsdienst-Vrede zoo lang wacht van daal uitgeroepen te worden; doch Hij hoopt toch weldra de slavernij daar te zien eindigen. De Pauzelijke Stoel is ookinvriendelijke onderhandeling met het Russisch Gouvernement.Gelijk de Zaligmaker voorde zondaars, altijd een goede Herder, zoo is zijn Plaatsvervanger voor de Keikver- volgende Mogendheden. St Alphonsius de Liguori, van groote rijke afkomst, een der voornaamste advokaten van Napels, Priester, Religieus, Stichter van een Orde geworpen, bereikte eenen hoogeu ouderdom; op zijn S.h 1 jaar zijnde, deed hij nog alle dagen den kruisweg en was dikwijls in geest verrukking, als hij't Bitter Lijden overwoog. De gelukzalige Ole- mens-Maria Hofbauer zegde en schreef het volgende: In ons aardsch ballingschap moet onze eenige troost zijn te rusten aan den voet van het Kruis. De Bittere Passie is de geschiedenis der H. Kerk; in de Christene wereld hooren wij ook d'Hel en haar knechten brullen: Oliris- tus ter dood en Barrabas in vrijheid!... Wij zien opentlijk 111 ons Bel- cenland, een menigte Judassen die Ons Heer en hun Geloof leveren en verkoonen, die zeggen tot de Phariseers, tot de Vrijmetsers en Vrij- denkers'en Geuzen van dezen tijd: Geef mij den vetten trok, geel mij uw gunst en uw geld en ik zal hem leveren... Ach, hoeveel othcieele Mees ters zijn er niet, die de weldaden dor Geestelijkheid met de grofste ondankbaarheid beloonen! Welen zij iets kwaad te zeggen van de Reli gie? E11 nogtaus w'hebben het gezien: Ze waren verheugd, als de Clergé voor de Vierschaar der Vrijmetsers was gedaagd; ze kwamen daar ook om den Paus, de Bisschoppen, de Geestelijken te beschuldigen en te belasten. Eu op meer dan eene Vierschaar heeft men, op zedelijke wiize d'hand van den Caiphns-kuecht 't wezen der Bedienaars van den Godsdienst zien treifen... Ach, dat de tegenwoordige Jud,ssen toehden eersten Judas in zijn verstoktheid, in zijn wanhoop met volgen... YVij schrijven het niet om iemand te bedroeven of te verbitteren, maar de gelijkenis van dezen tijd met den tijd der Passie is tretlend en onloo chenbaar... En wat is't geld op de wereld? Dengene, dien ^verlaten hebben, is h doen vallen? hebben, kunnen iwuj|uncü cu uo ucow uu. aan Petrus, die volle vergiffenis kreeg voor zijn verraad en zijn ver loochening; we zien 't aan den goeden Moordenaar,die op t laatste van den Kruisweg, nog in genade werd ontvangen. Er is overal grooteu toeloep voor de Meditatiën op 't Bitter Lijden Onzes Ileeren. in Frankrijk zijn de Paters eindelijk tet de Preekstoelen toegelaten, hunne kerken blijven gesloten; doch ze mogen hier of daar, dienst doen in do Meer dhu veertig Kardinalen, omstreeks 250 Bisschoppen en een bijna onberekenbaar getal geloovigen hebben tijdens het Vatikaansc Concilie een smeekschrift aan de voeten van den grooten 1 nus ïus A neergelegd, ten einde t-e verkrijgen, dat de H. Vaderzich verwaardigen zoude een nieuwen gloriekrans om het hoofd van den H. Patnaro Joseph te vlechten, ten aanzien van de gelieele Christen-wereld, door hem plechtig tot Beschermer der Katholieke Kerk te vernetten. De Opperherder, diep getroffen door zoo een machtigen aandrang van herders en schapen, voldeed met graagte aan hunne wenscheu en

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1881 | | pagina 3