Hampen,iïlisöaöcn en©ngelukken.
Heule; 2 gendarms op't dorp;»-aan
houding yan den E. HOnderpastoor
en yan ML Lagaë, zonder eenige
Toorafgaande Terwittiging; - Ter haal
Tan een ooggetuige
Groote Brandramp te Wichelen.
Heule, 27 Mei.
Heden morgend, ten 4 ure, bood een gendarm, in burger ver
kleed en begeleid door M. den burgemeester en notaris Lagae, zich
in het huis aan van Mev. wed. Lagae, tante van dezen laatste. M.
de burgemeester, onzichtbaar den 1 October,was ditmaal aanwezig.
Hij was daarenboven den vsrigen dag verwittigd geweest door M.
den luitenant der gendarmerie Dubois, die gezamentlijk met hem
al de strategische schikkingen had genomen, om het welgelukken
te verzekeren van de roemrijke aanhouding, waarmee de nationale
gendarmerie gelast was. Om zijne afwezigheid in eene andere ge-
denkweerdige omstandigheid te vergoeden, waakte de burgemeester
reeds voor het uur, op het gemeentehuis. De slachtoffers alleen
wisten niet wattegen hen gesmeed werd.
£ooals ik hooger gezegd heb, belde de gendarm, door den burge
meester geleid, ten 4 ure 's morgends aan de deur der tante van
dezen laatste. De dienstmeid kwam op 't balkon, en die beminne
lijke personnagies ziende, ging zij Mev. Lagae verwittigen. Deze
kwam voor en vroeg aan den burgemeester wat hij op zulk uurdoen
kwam.
August zoeken, was het antwoord van den buitengewoonen
vroegen bezoeker.
Ondertusschen worden al de uitgangen bezet; de gendarm, voor
wien men de deur had open gedaan, houdt de wacht aan den voet
van den trap en laat zelfs aan M. August Lagae niet toe eene tas
koffie te nemen. Hij beveelt hem zonder uitstel in iiet rijtuig ts stap
pen dat hem wacht.
Ik vergat te zeggen dat er voor die roemrijke expeditie niet min
der dan acht gendarmen te peerd waren, met gansch hunne uitrus
ting, revolver inbegrepen, en daarenboven vier ander gendarmen,
in «pekins» verkleed.
Het rijtuig rolt naar het gevangenhuis van Kortrijk, terwijl de
inwoners van 't dorp wakker worden.
De beurt van M. den onderpastoor is gekomen.
Omtrent 4 1/2 ure bellen de gendarmen bij hem aan. De dienst
meid dacht dat hij reeds in de kerk was, terwijl hij onderweg bij M.
J. Verstraete was gebleven.
Zonder twijfel vergetende dat, verre van laf te zijn, zooals zeker
ander personnagies, M. den onderpastoor den 1 october, om de
menigte te bedaren, niet achteruitgegaan was voor eene karabijn
met drie kogels geladen, doet eeivder gendarmen opzoekingen in
gansch her huis tot zelfs onder de matras van 't bed van den onder
pastoor. In zijne opzoekingen vindt hij eene soutaan: Pouah
schreeuwt hij, ik dacht niet dat ik die vuiligheid had aan te raken!»
Ik weet niet ot die taal in gebruik is in de kazerne van Kortrijk zij
is het misschien in zekere huizen van omtrek. In alle geval ik wensch
den gendarm waarvan er spraak is, toe, nooit geen andere «vuilig
heden» tegen te komen en te moeten aanraken.
Woedend over den tegenslag, begeven de vertegenwoordigers der
openbare macht zich naar de kerk. Zij sparen geen lawijd en door
snuffelen alle hoeken. Zij doorzoeken de biechtstoelen, beklimmen
den preekstoel, snuffelen in desakristij, klimmen tot aan de beruch
te klok, die de onderpastoor, hij hebbe het gedaan of niet, heeft
moeten doen luiden.» Dezen keer komen zij nog eens onverrichter
zake terug.
Intusschentijd keert M. de onderpastoor gerust naar huis weer.
Hij ontmoet er de gendarmen in gezelschap van M_ den burge
meester Lagae. Men verklaart hem vast te grijpen.
Gij behandelt mij als een moordenaar, zegt de onderpastoor
tot den burgemeester, en van de twee rollen, verkies ik gevangene
te zijn,dan mij te beladen met de verantwoordelijkheden, die gij be-
loopt; wrekend woord, dat goed doet aan 't hart van allen wier
toegenegenheid en eerbied voor M. den onderpastoor Yserbyt ge
paard is met de oprechtste bewondering voor zijnen edelen en
kalmen moed.
De aanhouding, plaats hebbende zonder eenige voorafgaandelijke
verwittiging, vraagt M. de onderpastoor M. den pastoor te mogen
zien, om hem papieren, betreffende de parochie, te overhandigen.
De gendarmerie had in de tegenwoordige omstandigheid zooveel
heldenmoed aan den dag gelegd, dat zij er natuurlijk moest aan
houden hare prooi te bewaren. Men stelt dus aan M. den onder
pastoor voor, dat hij zijne diensmeid zou zenden om den eerw. h.
Van Dorpe te halen en men moet in 't vervolg nota nemen van
de minste koncessiede samenkomst heeft plaats, zonder opposi
tie.
Verwittigd door dit ongewoon vertoon van wapens, begonnen de
inwoners in kleine groepen paarde plaats te komen. Men zal ge
makkelijk de ontroering der bravemenschen begrijpen. Wij spreken
van de andere niet. Men moet de gendarmen bedanken om hunne
voorkomenheid. Zi) verwittigen op voorhand, dat het minste woord
zal beschouwd worden als eene uitdaging. Langs welken kant is de
uitdaging,als 't u belieft?
Zich tot het laatste toe met zijne parochianen bezig houdende,
vraagt M.de onderp.dat het rijtuig en het geleidezich naar Kortrijk
zouden begeven langs hetgehucht van Heule-Watermolen, teneinde
de gemeenteplaats te vermijden. Na de feiten van den 1™ october,
wie'weet wat ongelukken en zouden gebeurd zijn!
Van zijnen kant doorloopt de eerw. h. pastoorVandorpe,kalmte
aanbevelende, de groepen personen die stonden te weenen en
moeite hadden eene maar al te billijke verontweerdigingtebedwin
gen. M. de burgemeester van zijnen kant, wandelt eenzaam rond
op het gaanpad voor het gemeentehuis, ongetwijfeld fier over zijn
rootmoedig heldenfeit.
In elk der rijtuigen waarin de gevangen weggebracht werden,
hadden twee gendarmen in burger verkleed, plaats genomen. De
anderen maakten het geleide uit. Er zijn in den omtrek een aantal
slechte kerels, die men geruster laat dan de twee gevangenen.
De rouw is algemeen. Bijna aan al de huizen zijn de luiken ge
sloten; en de spionnen overal rond gezonden zullen, indien zij op-
recht zijn, slechts woordeu aanbrengen van de grootste, doch ik
herhaal het van de billijksle verontweerdiging. R.
P. S. Ziehier eene bijzonderheid die u zal toelaten de kieschheid
van M. den burgemeester Lagae naar weerde te schatten.
M. Auguste Lagae, de eerste veroordeelde, is de volle neef van
M. den burgemeester.
Wat M. den onderpastoor betreft, eenige weken geleden bevond
hij zich aan het sterfbed van Mev. de wed. Lagae, de moeder van
den burgemeester.
Men schrijft ons uit Wichelen, maandag 3o Mei
Ik kan niet nalaten u dit droevig nieuws te melden Zondag
avond, rond 10 ure werd hier alarm geklept, waardoor aanstonds
g'heel de Parochie in opschudding was, en de menigte zag met
schrik en schroom de wijk, de Nieuwstraat, die gansch in vlam en
vuur stond; zonder verwijlen werd er naar de plaats der ramp ge-
loopen, maar 't blusschen was daar onmogelijk. De vlammen had
den reeds de gebouwen overweldigd van Charles Pollaert, Joseph
Fits en van M. Wisse, waarmede het maar drij kwartiers duurde
aanstonds sloegen de vlammen door het dak der hofstede van Bels
Van Mossevelde, onmogelijk daar iets te blusschen; alle huisgerief,
benevens een vei zwijn en een kalf zijn er de prooi der vlammen
geworden. Daarna stonden welhaast de huizen in brand van Jaco
bus Van Wesemael, Serafien Coppieters, Frederik Vlaminck, Jan
Batist Van den Ende en van Jan Batist Leys, en men moest zich
haasten, wilde er iets uitgekregen zijn; en de brandramp was daar
mee niet ten einde; de Vlammen sloegen gedurig verder en bereik
ten d'hofstêe van Joannes Verstraeten, weldra in eenen vuurpoel
veranderd, bijzooverre dat men zich haasten moest om vrouw en
kinderen te redden; alle akkerhalm en ander gerief, 4 kalveren, 4
zwijnen, 2 schapen en omtrent 60,000 kilos kolen zijn er in de
vlammen omgekomen. En nu stond pok d'hofstede in brand van
Frederick Boogaert, welke men gelukkiglijk heeft kunnen redden.
De Parochianen en Geburen hebben moedig en heldhaftig gewerkt;
de schade is onberekenbaar, doch veel is er verzekerd.
Te Vlierzele, (Papegem), is zondag avond ook een huis afge
brand. De brand van Wichelen werd uren wijd gezien maandag
morgend was de tijding reeds t'Aalst.
Op den avond of in den nacht van O. H. Hemelvaart, zijn
kwaaddoeners in de katholieke jongensschool der Kapellestraat, te
Zele, dorp, gebroken. Diefstal van geld kan enkel hunne drijfveer
geweest zijn, want zij hebben niets anders uitgezet dan het open
breken en doorsnuffelen van de lessenaars der Onderwijzers en van
de Bus van den Katholieken Schoolpenning, welke precies daags te
voren was geledigd, en, gelijk zij geene roode duit vonden, zijn zij,
na 6 sloten geforceerd te hebben, vertrokken zooals ze gekomen
waren.
Zondag nacht, omtrent een uur, keerde de knecht van een
doktor uit Antwerpen naar huis, toen hij op de Brouwersvliet een
oud bekende ontmoette, die hem een pijp tabak vroeg. Terwijl hij
zijne pijp stopte, kloeg de kerel over zijnen ellendigen toestand; hij
zegde dat hij geen werk had en eindigde met zes centen te vragen
om twee borrels te drinken. De goedhartige knecht gaf hem het
geld. De andere vroeg daarop wat uur het was. Zonder iets kwaads
te vermoeden, trok de knecht zijne horlogie uit den zak. De kerel
greep ze hem aanstonds uil de handen en nam de vlucht. Op de
Kaasbrug werd hij echter aangehouden door twee personen, die op
het geroep van den bestolene toegesneld waren. De dief was niet
meer in het bezit van de horlogie, die hij waarschijnlijk onder het
loopen weggeworpen had.
In den nacht van vrijdag tot zaterdag laatstleden, hebben zich
dieven laten sluiten in de kerk van Oppuurs en hebben er den in
houd gerooid van vier offerblokken. Zij braken insgelijks de deur
der sakristijn open, doch konden hier geen ander kwaad doen, dan
eene flesch wijn ledig drinken. De dieven zijn langs de grootekerk
deur, waarvan zij het slot hadden afgeschroefd, weer op straat ge
komen. Nog denzelfden nacht drongen dieven in drie kapellekens
der zelfde gemeente en namen er den inhoud mee van verscheidene
offerblokken.
i5,ooo DUIVEN uit Charleroi werden zondag te Laferté en
Creil opgelaten; een hevig onweder borst los en van de i5,ooo
duiven kwam er zondag niet éene thuis; en maandag arriveerden er
drij, in den erbarmelijksten toestand. G'heel de duivenmelkerswe
reld van Charleroi en omliggende leopt overeen.
In Limburg is eenhevige boschbrand geweest; onder Heerlen
en Brunssum zijn niet min dan 5oo hectaren bosch en heide afge
brand... Als die sparrenbosschen eens aan 't branden zijn, 't wordt
schrikkelijk!
In de stad Diiren, aandenRhyn, zijn gestolen een aantal ju-
weelen in goud en zilver met diamanten, te lang om te melden,
ketingen, ooringen, armringen, enzoovoorts. Er zijn 5oo marken
beloofd aan die 't gestolene kan terugbrengen.
SCHIPBREUK. 238 Slachtoffers. In Canada,op de rivier
Outario, bracht een stoomboot, als pleziertreiningericht,eengroote
menigte personen over; er waren 600 passagiers; men ging op 't
schip dansen, en op 't oogenblik dat de nietdansende zich langs den
eenen kant verwijderden, 't schip kantelde om en zonk in een diepte
van 4 meters. De bewoners der streek hoorden het afgrijselijk nood
geschrei; alle middelen werden te werk gesteld, doch toen men in
de duisternis 't was 10 ure, toen men 't volk telde, ontbraken