sig|isiS55= Wnaggaf JAN CLERKER laatste Binders ran Vlaanderen, k °"sd" s*d"°e- n 'SliSr8 '"A ;ii ntê' tanldlr bS oiïrïlfhjïeïfcW" V^cfco reCds on*™« te werden srhpn 7«a,i. i Verschooning, mijne vrienden men- rij'.Z'S H°0rmin T'!Hii geboreUvkuhng? J,°' ge Spr"kt hiCr Va" de dorpen geli)'k 'ne tt ..XLI. -— EEN HOUTEN HESP tor rie» de fS= h8 V°°r d° tW6e hceren en vrienden Jan en Vic- drukkende. ,gelschman' met vreuSd d'hand zijner medegezellen ZekerlïkrrsUDrarv,UT,e uCCr Stiermarck' antwoordde Jan. - schen zooals ik, kouden met lang stil op dezelfde plaats: ik ben or. kenning geweest, en redelijk ver van hier moreen avond rn-t ken wi, erop las, want op u beide heb ik «rKd- WH tt schen met beters, zegden de vrienden, schier gelijktijdig Nier tegenstaande dat wti rijk geworden zijn, voegde Jan erbij ia rilk fewo^eD' n0gtanTs ons geacht niet veranderd. Schielijk ri k - Ha •tisVere0ngTJhb1' nCt verwondering, wat is er dJn geb.uïï I «uilen n geheele historie, antwoordde Victor kom we weten jT^Tf gMn: g'heeI de We"eld m0£t llet P^cies' niet j an' en-wi) trakteeren van den besten mor gend wijn die de Koornbloem heelt. Victor zegde eenige woorden tot den baas en ze begaven zich naar boven, alwaar John aan de tafei plaats nam. terwijl Jan en Victor met veel omzichtigheid 't geld in hunne kisten verborgen zonder op den Engelschman te letten die oogen van groote ver' wondering opentrok. 0 6foote ver- iiircladertUSSChe j waren de gIazen vo'geschonken: Op den goeden Ja wflk" w"°" eramg! SRrak Jan' dcn ,oomer opheffende. - Ja, welke wij nieuwsgierig zijn te hooren, voegde Victor erbij. Uch, Vilenden, t is zeer eenvoudig, aanstonds wil ik uwe nieuwsgierigheid voldoen, maar eerst zou ik toch willen wetea od seen g^eim^' dlC" SChat zi,t geraakr- wel te vc«taan, als het geen geheim is voor uwen vriend Stiermarck Jan en Victor begonnen te lachen. Indien, vroeg Victor, indien wij dit geld op geen zeer cerlnke wijze haddden verkregen, zoude he'er John if dh ten ÏÏdl Ka-T ^ekerJ'ik> tminheers. was de statige antwoord, maar ik ken u beide te wel om zoo iets van u te durven denken. <r*J~ f KumSt' heer S,t.iermarck' sPrak Jan met ernst, wat wij de^nIiL^Voaal1S 3an de" ."lens5.heniaSer h"n gevarendheden bij Han u J yT .aer' °P welke Wijze zij hun geld gekregen had. en, hoe de Notaris verschrikt was. als zij van aanhouden der 8in- ders spraken en hoe Spnetvlechter op zijne beurt in verlegenheid was gekomen. Is dat met twee vliegen met e'en lap f En zal de domme Prokureur van Gent niet haast in beschaming komen INa zien eemgen tijd met dit voorwerp te hebben verlustigd en diverscbe roomers geledigd, wendde Victor zich tot Stiermarck Nu, beste vriend, z-, gde hij, ge weet nu hoe wij rijk zijn ge- worden, t wa»ord is aan u, voor de zaak in welke gij onae me dehulp vraagt. Welke aireede is toegestaan, voegde Jan erbij, de roemers nog eens volschenkende De Engelschman bleef eenige stonden peinzende zitten, vulde statig zijne pijp en na ze te hebben aangesteken en twee a drij maal den rook naar den plafon geblazen, begon hij te vertellen Gedurende mijn kort verblijf hier t'Aalst, want gelijk gij weet ben ik meer buiten als binnen de stad tot opspeuring der Binders welnu in Aalst rondwandelende en alles wel naziende, in den schijn van niets te zien, zoo bad ik reeds verscbeide malen ecnen landskc- rel ontmoet die mijne aandacht opmerkzaam maakte. Aaa dien persoon was eigenthjk niets bijzonders te zien gekleed als een welstellende boer. bruine frak, zwarte knrte broek en schoenen met breede gespen;op 't bosfd een drijkantige hoed,op de schouders een blauw linnen geperkte bozas, en in d'hand 'ae mispelaren stok. Zestig jaar kon de kerel zijn. Maar wat naij verdacht voorkwam was zijn schijnheilig wezen. Ja, bemerkte Jan, 't wezen dat is de spiegel der ziel, en 'k versta niet hoe Vosselaer zoo lang den schurk heeft kunnen spelen. Als ge die physionemie ziet Zijn schijnheilig wezen, ging d« Engelschman voort. Nooit had ik 'ne mensen gezien met zulk valsch gezicht. Den eersten keer dat ik hem in d oog kreeg, was het zijn zonderling wezen alleen die mijn aandacst opwekte. Acht dagen later, 't was 'ne zaturdag en ik zag hem voorde tweede maal, t'cinde der lange Zoutstraat,dicht aan de Merkt. Hij kon mijn oogslag niet verdragen, maar vervoor* derde rapper zijnen weg. Ik weet niet wat of wie mij ineaf, dat die mensch niet eerlijk was en opwekte om hem na te speuren. Ik volgde hem dan. Gelijk den anderen keer had de vent een gevulde fcozas op den rug, en ik zag wcldr» aan de plooien, dat er een groote hesp moest insteken. Hij trok de Maikt over en ging in de Molenstraat, i hal vent dt straat trad hij in 'ne goudsmidswinkcl. Bij M. Kerrebro^ck, zegde Jan. Denzellaten, het stond in vergulde letters boven de deur Lodewijk Kerrebroeck, goud- en zilversmid. Ik bleet aan de ven ster staan, kwansuis om de juweelen te bewonderen, maar wel ter dege om te zien wat de boer in dezen winkel kwam verrichten Ik zag dat hij eenige «ogenblikken sprak tot 'nen heer die achter den toog was gezeten, deze stond recht en leidde hem in een zi,ka merken gelijk er gewonolijk zijn bij de goudsmeden, naardien daar veel menschen komen die met geerne opgemerkt worden. De voor deur was gesloten, maar dezelve openen,zonder eenig gerucht was voor mij een kinderspel en ik stond reeds in den winkel vooraleer smidTeggen"- toegevalleo en hoor,le bescheidelijk den goud werk >:rj0ngen' g hebt 0pgepast met uw hesP; is er veel zilver- Hola, onderbrak Jan, look in den mensch. hnT;;.!ct aIIeen zih'cr< antwoordde de boer, maar ook vijf gouden orlogien en zeven sloten. En wanneer komt uwen bult met oud-ijzer? Dit zal wel over.... Hier kon ik niets meer ver staan,nademaa] een oude jufvrouw, die mij door 't klein vensterken had zien binnen komen, schielijk in den winkel trad en mij zeer beleefd vroeg, wat ik begeerde... Ik vroeg haar in 't Erigd ch ne gouden bril, wijl ik wist dat men dit bij |ecn goudsmid verkocht De jufvrouw verstond geen Engelsch; ik herhaalde twee a drijmaal mijne vraag doch vruchteloos; zij schudde spijtig het hoofd en de deur van t zi,kamerken openende, ho.rde ik hiar zeLen Lowie kom eens in den winkel; er is hier nen heer dien ik niet ican v£ fn,;nftaUW ,!j J Z!,de deUr nopend of ik was aan hare zijde In k uan? g WOrdt' 0Mdat men hem niet Wilt ver. n ™1|n? vra"g cn wierp tevens een vluchtige oogslae in de kamer. De Goudsmid zat met den boer aan een tafel waarof CrWu beneven?ecn geopende dooze, welke de v CenCu-keSp' goudsmid sprong recht, sloeg de deur to en kwam bij mu in den winkel. Ik ernieuwde mijne' vraat; en gebruikte alle middelen om mij te doen verstaan.Eindelijk verslond hi, mi, en zegde m 't transch er, 't vlaam.ch.mij niet te kunnen Ce winkel. verschooninSen en saluades, verliet ik den Maar ge wist toch de knepen, sprak Jan. r;,c7 ^3t deed, ?e verc'erf vr°eg Victor; de zaak wordt belang rijk. een nieuwe afdeeling van Binders. ,,„T Ik ?a u fIle® vertegen, sprak Jzhn, er is toch nog ecn half mïnni" V °j.den er. Ik spoedde mij naar mijn logement cn tien minuten nadien stond ik in de Molenstraat, gekleed als ketell inDer vuil en smeng gehjk zulke gasten zijn. Dat de boer nog b'ifdcn goudsmid zat. daar was geen twijfel aan; immers de eestolene voorwerpen, u,t d'hesp komende, moesten afgedongen worlen En mijn beslui stond vast, den kerel re volgen, zoo kon ik noa weren wat die zaak van toud ijzer bediedde. Eenige stonden bleef ik in de Molenstraat rondkijken; voor'na ketellapper is dat n.et zonde ahiH Tlt ïgJ boeruit den goudsmids komen, nog ,ijd de besas op den rug, met d'hesp erin, maa; ik besprurde dat rijnstraat, het de Groote Kerk aan zijn linke hand. en scheen lanps de Pontstraat dc Stadtewillen verlaten. Ik volgdeop verren afstand doch zonder hem u,t d'oog te verhezen. Aan 't einde der straat slo.g hij rechts een vcldb^antje in, dat naar de gemeente Erembo degem leidt. Hi, stapte kloek aan en 'k vlg^gTdPrig tot in d°e Parochie; m.jn gedacht was dat hij daar toch in een K J zou gegaan zijn, maar neen! hij trok schuins der iJorpkerk 't kerkhof veldnS'kerr T/inC menschenHSer, 'ne gent raai die zijn slacht- eld met kent, is nen ennen; waarvoor dienen de landkaarten dan? zetl'ikermiin2ml Rnkhesp dus naar Teralferen. Goed, zegde ik, mijn man is Brabanter, laat ons oplettende zijn Er nas hfiltt j "I ronü uren van den voornoen zijn en bijzonder warm; den boer zweette, hij trok al gaande zijnen neus- oek uit, en er ontviel hem een blinkende voorwerp. Ik kon niet zien wat het was; maar ter plaatse gekomen, rag ik dat het een knipmes was en raapte het zorgvuldig op. Aan 't gehucht Ten Bosch •p t „ras. Hij bleef er redelijk lang, siadelijk kwam hn tc voor schijn en vervoorde zijnen weg. Ik ook stond op, ging in d'herbere en vroeg nen druppel; er was daar niemand dan ee- bfjwde vrou w zetde Tlr en£Cn'8ng «eisje, dattuiten afhaspelde: Mensch verloren? Pachter daar die uitgaat, niets Jp zijn baan Ja, antwoordde zij, zijn mes heeft bij verloren; hiiheefrdir bemerkt met zijnen toebak te willen kerven en had er'groot spijtin- alhoewel niet kostelijk, 't was toch zijn gerief. zijn? BaZInne' ee/?deik- het mes toononde, zou dit zijn mes niet PF7rJRa,MV?T ,ia,duat iS 'C TS Va° Vien Roel,eIs' d«=n baas uit den I ELGRIM tc 1 eralphene; och, spiing dat gij hier geen 5 minuten roeger geweest zijt, hij zou u wel getrakteerd hebben. Ik zaï uem achterna gaan, bazior.e, doch weet ge niet waar hij levers woont te Teralferen? g ar °uk,fiat n'et weten .zou? Maar 't is een onzer oudstekalanten- op den Halleweg woont hij, dicht aan den bosch. Nu genoeg wctcade, betaalde ik mijnen drank, nam miin eerief van ketellapper op de schouders cn vertrok. ('t Vervolet LOOPENDE NIEUWS. - Sleur Lipn.n», onse goete frient fe li fhepper van te fatten, sinds trij jaar hij sweech m te Kamer- sw iecu en schreef prtevon aan sgn pachters; maar nou heeft hii chesproken voorden Landpouw ou tot ploei van ten lantpouw foor. gestelt een vermeertering fan schoolonkostenl!!.... is t niiam sink kendood te vallen? Zoo moedwillig houden ze den zot met de men-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1882 | | pagina 3