ïimnpen, JHisöafan mf ngduldmi. Den Oorlog in Egypte. °z?gg™tte opgieten.... En hoe was't t'Halle? Veel Volk? Domien. Veel volk en grooten toeloop! 'tis maar, dat Ons Lieve Vrouw van Halle beroemd is, in alle werelddeelen; mijn Vader, Ons Heer wil zijn lieve ziel hebben, ToNrA. Met den bijstand, man. Domien. Vader zaliger ging er alle jaren, zonderrmankeeren, en ons kinders zullen dat ook doen, te naaste jaar gaat Toontje meê. Tonia. Dat is nog 'nen troost voor 't hert van 'nen Ouder, als ge moogt peizen dat uw kinderen uw voetstappen zullen velgen en eeren hetgeen van oudsgebeenten af geëerd werd. Maar vansegenwoordig, met al die slechte scholen en slechte sehriften. Domien. Ge zoudt zeggen dat 't bederf van onder den grond komt! Tonia. En uit de lucht valt! Domien. 'ne Menscli moet schrikken en beven als hij op de jonkheid peist.... Altijd zijn er danjés en strcnkelsteenen geweest; maar wat is de deugd van een jonkheid zonder Religie! Tonia. Een blakerken met een keersken in 't opene véld..., Dat is de deugd van een jonkheid zou der Religie. Domien. Én van elk, vrouw; he je van uw leven katastroffej»g'hoord gelijk nu! van vuige schelmerij,gelijk te Brus sel continueelijk gebeurt en van al die moorden! Tonia. 't Is wreed! fleus mogen ze de gazetten eerst in de Roode Zee dompelen, als een figuréering van de réaliteit. Domien. En 't en is niê uit arragie of drift, maar pure boosheid en bederf Ge weet wat er t'Halle gebeurd is? Tonia. De Werkman heeft het gegeven! Domien. Er stond veel volk voor dat hotel; een groothuis, vrouw; menschen die op hun honderde gemakken kosten leven, zonder op den winter of den ouden dag te moeten peizen. Tonia. En zoo miserabel worden! slechter als die geenen eens in zijn bezit heeft! Want al spreken z'hem nog vrij, Domien. Dat is te peizen! 'I cnia. 't Is een huishouden, dat past gelijk keien. Wat voor men schen waren dat, Domien? Domien. Van Brussel, vrouw, nog niet lang in Halle wonende, en den schelm en boef is ook Brisseleer en 'ne welstellende man! Hij ligt nog altijd ziek in 't hospitaal. Tonia. En zou hij nog ouder menschen oogen durven komen? Domien Als ik zeg, vrouw, dat de bazinne al achter haar buffet stond; ze willen, en dat is rselijk! ze willen de schande wegnemen van de schelmstukken]. In vroeger tijd, als zulke zaken gebeurden, 't Volk van zeven Prochiën kwam thoop en de krawatten werden beestje ge jaagd; maar nu g'hebt zelfs al Prochiën, waar er zijn, die leven geliik de beesten uit de stallen. Tonia. Voor een redelijk schepsel, foei! En dat 'ne mensch met deugdzaamheid, zoo êel en zoo se' oon 'is!... Zie 'ne keer de kinderen en d'eerste jonkheid; en dat de vervloekte Framassonnerie tegenwoor dig van de wereld een Sodoma en Gemorra zoo willen maken! Domien. Principalijk met haar scholen! Tonia. Alla, 't is infernaal 't Is om van de menschen, wilde tiegers te maken en hyënas en stekelverkesDe Werkman schrijft het genoeg en hij heeft honderdduizend keeren gezegd. Twee kappen is een wonde, dob- belesmert, maar van den anderen kant, twee keeren, tien keeren de waarheid gerepeteerd, licht in den kelder... Maar, Domien! Domien. - Wat is er, vrouw? Tonia. -— Zouden z'onzen Werkman geen kwaad kunnen doen? hij kapt toch zoo direkt en zoo geweldig op de Ministers! Domien. En ze loeren er op, vrouw; dat hij een schreefken buiten de Wet ging _e zoudt de Marchessés zien daggeren Tonia. En 't is maar, we zijn nu gewoou aan den Werkman; g'hebt daar lessen in, voor jongen oud nieuws uit alle Landen der wereld; al die wel doet, wordt geprezen, die slecht doet, krijgt zijn zaligheid. Domien. Groot en klein wilt die gazet lezen. Tonia. Eu 't zou ons schrikkelijk varen, moest er iets aan miskom men!... Kijk, de kinderen komen geloopen; z'hebben u a! gezien; ik ga gereed den kaffé uitschinken. D'ander week,te Esaeux in de Walen, 't was onweêr en 'ne land bouwer ging schuilen onder den tunnel; de trein naar Luik van half een is hem daar komen vermorzelen. En i'Halle zijn wreede spektakels geweest, wederom door slechte comporteering, die tegenwoordig zoo menige huishoudens schendt en kraakt, zoo menige waar geld is in overvloed, maar voor geenen centiem vrede of geluk. Luistert nu naar de moorderij van Halle: de baas uit 't Hotel Den Kemel, op de Groote Markt, had vermoedens dat zijn vrouw haar slecht gedroeg en hare plichten van getrouwheid miskende; d'ander week zegde hij d'opening der jacht te gaan bijwonen en voor 24 uren te zullen afwezig zijn; doch hij komt schielijk terug en vindt in zijn huis, 'ne Geus en Vrijdenker, van Brussel. De hotelbaas grijpt een mes, brengt den kerel twee diepe steken toe in den rug en ganf zich in d'handca der rendarms leveren. Nu zit hij te Brussel in 't zelfste gevang als Doctor"DePaepe die ook ondervonden beeft, dat een vrouw zonder Religie zeer licht in de grofste misdaden valt. Dito mag gezegd worden van iedereen, en van 't begin der wereld af, is 't gebleken dat 't menschdom.zich van God afkeerende, in de grofste ongebondenheid en misdadig heden viel, bijzooverre dat er een algemeen bederf ontstaan was en de Zondvloed volgde. Nu kan de wereld zoo algemeen niet meer bederven; sedert de komste van Onzen Heer zijn de Sakramenten zuiveren en te versterken; maar zij, die deze hulpmid- litzamen, leven zoo ellendig en vallen zoo diep, ja ver liezen li^Hedacht van oprechte eerbaarheid en eerlijkheid,.. Mij Haar is. Voor d'Assisen gaat eerst komenT,0r ufc erhoets en daaroa^cfiaaBitting a paart vfl twee Peltzers, waarnevens, volgens recht en rede, de groote plicht tigen zouden moeten zitten, d'opstokers en geldschieters. Op den Antwerpschen Boulvard was 'ne koetsier in slaap gevallen er is hem ontnomen 12 fr. in geld, alsmede zöb horlogie en keting. Zaturdag avond, is in de Noorderstatie 'ne werkman die naar het convoi van Vilvorde liep, onder't convoi geraakt en erg gekwetst. Voordekker van Halle is losgelaten; den anderen lag woensdag op sterven. Over 37 jaar werd EHeole een beestenkoopman vermoord. Nu schrijft men dat de moordenaar aangehouden is, door't klap pen zijner vrouw.... Een dief' of moordenaar kan geene ruste vin den; g'heel zijn leven moet hij vreezen vanontdekt te worden; en in 't artikel der dood! welken schrik en angst.... Die eerlijk is van hert en van handen, mag vrij en gerust wandelen in alle landen; maar dieven, schurken, valschaards vinden nimmer ofnergens rust. Gent. Meer en meer wordt er gesproken van de civiele on derwijzeres, een juffer die vast zit, beticht van haar eigen kind vermoord te hebbenEn zulke sujekten moeten de jeugd onder wijzen!!! En ze trekken 100 fr. om den Catechismus te leeren! Welke verergernis, hun presentie alleen in de school! En den klap der kinderenOuders, UEdele begrijpt ons: Roept vuriger dan ooit: Leve 't Vrij Onderwijs! Weg d'officiéele scholen! In de Goud straat heeft een vrouw iD een beenhouwerij 'ne kalfskop gestolen; doch is de diefegge aangehouden;en ware 't niet den dwang en de Volksbeulderij, ge zoudt te Gent een verhuizing zien uit d'offi ciéele scholen. In d'Heuvelstraat, 2 schilders stonden op een ladder; men schoof de ladder weg, (is dat niet onvoorzichtig?) men schoof de ladder weg; een der schilders viel er af, brak zijn been den anderen kon zich aan de sporten vasthouden. Te Ostende om 2 uren namiddag van 1 September, toen d'estakade (die smalle lange brug welke zeer ver de zee ingaat), met eene drukke menigte was vervuld, botste er een stoomboot met hout geladen,tegen. De schok was zoo hevigdat meerdan 20 meters der brug werden vernietigd; balken met zeer dik ijzer verbonden, zijn verbrijzeld, en van de planken blijft er niets over. Het schip, alhoewel met dik plaatijzer bezet, heeft ook aan zijnen voorsteven een gapende wonde gekregen. Men schat het verlies op 10 duizend franken. Te Bergen is fabrikant Delfosse bijna vergiftigd door slechte mossels. Het tegenvergif is alsdan lauw water innemen, maar 't best is van de mossels eerst wef na te zien. Tegen Moeskroen zijn twee kerkdieven aangehouden. En de groote Kerkdieven?vraagt Nonkel Stien. Punctum. Tegen Tongeren is er zaturdag nacht gestolen bij een dame die alleen thuis was, bij de We R. op den Bilser-steenweg. Eerst hebben ze 't mensch de dood aangedaan en nadien al de weérdijen meêgepakt; maar dicht bij N.amen is een geval geweest en 't had wreed kunnen worden, luistert: Een moeder kwam met haar drij kinders langsheên de Maes; een der kinderkes nadert te dicht 't water en valt erin; de moeder, zuiver hersenloos, springt ook in 't water en sleept onwillens haar 2 kinders meê. Gelukkig had de moedige landsman Elias dit ongeval gezien en was ,rap in 'nen boot en bij de drenkelingen, welke hij alle vier redde... Als deze vent niet gedecoreerd wordt, dan mogen ze de boeken van 't Ridderschap verbranden. En van verdrinken sprekende, te genwoordig varen ze op lichte, brooze schuitjes', zelfs op zee; zoo kwam er eenen van Blankenberg naar Oostende gevaren, als zijn mosselsehetpje omsloeg, en hij de zee in; een fameuse zwemmer was 't; doch eindelijk begaven hem zijn krachten, en hij ging ver drinken zonder 'nen tapissier die daar stond te visschen, en hem een koorde toewierp. t'EüPEN, in Dciitschland, is een wreede gebeurd, in een bar- bierderij; 'nen heer die zich liet scheeren en al ingezeept zat met 't scheerdoeksken rond den hals, h peu-près van de grootte gelijk er t'Hamme is uitgehangen voor een Geuze-feest; nu, daar zittende, den heer ziet dat de barbier aardige grimassen maakt, en met zijn messen zwaait; hij springt op, dekt met zijn handen zijnen hals en ontfangt menige kerf, maar zie nu eens! plotselings valt de barbier ten grönde;hij is doodleen geraaktheid had hem getroffen! geen nieuws! ja geen nieuws, sedert de batailje van Kassasin; een brigade Schotseheis bij de Engelschman gekomen, en nu is de conventie met Turkije geteekend, zoodat de Sultan die in 't genipt met Arabi deed, be nevens Engeland tegen Arabi zal vechten. Engeland f zal moeten doen gelijk den kok, een oog naar de panne en een oog naar de kat; want den Turk zijn woord en 'ne solferstek, leu^ laarop. Men zegt dat 30,000 ruiters op weg zijn van Tripoli naarEgyp' wie komen zij ter hulpEr gaat een grooten veldslag zijn, 't kort. D'Arabiers verbergen hun bewegingen achter bergei in dalen, per noutos et vallos, maar d'Engelsche hebben nu gr luchtballen doen komen, om van in d'hoogte alles af te sr.iên D'overeenkomst met den Turk is nog niet geteekend; dei' 02 zoekt Palestienen in Amerika; d'Engelsche Troepen lij* ^35 van de Bedouwijnen, van 't Klimaat; aan de RoodeZee is de chl 9fa en overal langs die streken zijn d'Europeanen bedreigd; nr. zegt men dat Arabi wel 30 duizend man sterk is Engeland heeft het zoo gemakkelijk niet als men peisde; en er kunnen nog andere ver wikkelingen komen; een aardige zaak, dat Arabi in gemeensc nel Knnstantinonel. NonkelStinusr

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1882 | | pagina 2