JAM CLERKER laatste Binders van Vlaanderen vreugd en vrolijkheid niet verliezen. Dat wisten hoe aangenaam het is, van Katholiek te zijn en zijn plichten te volbrengen, er bleet in t geuzenkamp niets dan eenige kerels; beroest in de grotste boos heid. Bij ons alleen is de gerustheid/m den vrede des herten, dien onbetaalbaren schat, die eerste betóoning, als men den goeden weg tracht te bewandelen. En dat is Voorzegd geweest van over duizende jaren,door Profeet David, imzij-hen 99en Psalm: Looft de,.naam des Heeren, want de Heer is vól zoetheid;zijn bermhertigheid fs zesdêf^ ji einde en zijne waarheid zal haar uitstrekken van geslacht tot ge- slacht. b Op woensdag 11 October, zal er ter gedachtenis vsn den weledêlen gestrengen heer henricus Hubertus Belletablc, geboren te Venlo, "Ne derland, kapitein der genip te Luik en later commandant te Hoei,'wnar hij op 5 December 1855 overleed, in zijn geboortestad Venlo door de Leden van de Aartsbroederschappen van Nederland, een Grafmonument worden opgericht, waar bij in 1844 te Luik als soldaat, den stichter van was; te dien einde zijn alle Bestuurders dier Broederschappen uitge- noodigd met nog eeu Reputatie van zes Leden van heel Nederland, om aan dees grootsch feest deel te nemen,waarvan den Hoogwaarden Heer Paradis, Bisschop van Roermond, het monument zal onthullen. Velen hebben reeds hun toestemming gegeven en ook België en voornamelijk mit Luik. of de verhalen uit den Franschen Tijd, naar het uitgebreid werk van 8. VAN DER GUCIITKunstschilder te Aalst. 69" Vervolg. LXI. - VADER EN DOCHTER. - Terugkomst in Aalst. Ja Vader wat gaan wij doen? zegde Florida. Ik heb daar ook al op gepeisd, kind. Vader, het beste dat wij kunnen doen, is aan Jan te schrijven en hem het geval van Dreas te verhalen. Dat is goed en wel, mijne dochter, maar ik weet op geen honderd uren waar onze vriend verblijft, bijgevtJg het is onmoge lijk hem te schrijven. Florida schudde spijtig het hoofd, zij dacht dat haar vader waar heid sprak, en vond geen uitkomen in deze droeve moeielijkheid. Terwijl vader en dochter zich met malkander onderhielden, wierd er op de deur der kamer zeer behoedzaam geklopt: Wat is er weer gaande vroeg de Doctor, verdrietig van nu gestoord te worden Mijnheer, was de antwoord der meid, de briefdrager heeft daar 'ncn brief gebracht. Florida sprong recht van haren stoel, opende de deur, nam den brief welken bet meissen haar aanbood en behandigde hem aan haren Vader: Het kan niet beter wezen, zegde hij, en zijn gelaat verhelderde, kind, 'tis'nen brief van Jan Clerker. Van Jan! sprak Florida driftig, ach Vader, laat ons aanstonds zien en lezen. De heer Du Bien brak den brief open en las hem voor met luider stfni, doch namate hij zijne lezing voortzette, slaakte Florida een pijnlijke zucht. De brief was zoo koel en treurig opgesteld als de vorige het was geweest. Jan schreef dat hun ontslag was gegeven en dat zij beide, slechts twee dagen daarna t'Aalst in hun oud Loge ment de KOORNBLOEM zouden afstappen; hij zegde nog in goede gezondheid te zijn, alsook zijnen vriend Victor en dat hij verhoopte dat de heer Dokteur en zijne dochter ook nog welwarend waren, alsook Roosje zijne zuster die hij verlangde van weder te zien, en hij verzocht den Docteur hem den dag aan te duiden die best'ge schikt was om zich op 't Valkensteen aan te bieden en hem te be danken voor al de goedheid welke hij aan hem en aan zijne zuster had betoond; eindigende, ontschuldigde hij zich zoolang te hebben vertoefd van te schrijven Voorts, geen woord waar liefde door stralen kon, zelfs geenen bijzonderen groet aan Florida. Als haar Vader geëindigd had,met dezen zeer beleefden maar tevens koelbe- hartigen brief te lezen, schoten aan Florida de tranen uit d'oogen; het hert van het zonderling meisje, dat r.iet licht tranen stortte, was gebroken: Ach, Vader, zegde zij treurig, wat is Jan jegens mij onverschillig geworden, ik die dacht zijne genegenheid nooit te zul len verliezen! Mr Du Bien schudde spijtig zijn hoofd Dit zijn, zegde hij, alle maal gevolgen door de ongelukkige handelwijze van Dreas veroor zaakt, maar wees echter gerust, mijne dochter, en blijf welgemoed, want ik ben schier overtuigd dat Jan in zijn hert min onverschillig is, als hij tracht te blijken; gevolgentlijk verwondertmij zijnschrijf- tant niet, mits ik de oorzaak kan raden, want voorzeker de jonge ling beschuldigt mij inwendig van met hem te hebben willen afbre- ken, omdat ik den briel, die mij niet werd besteld, onbeantwoord heb gelaten. Vader, vroeg Florida, dan zullen wij toch, zoohaast Jan t'Aalst in de KOORNBLOEM zal toegekomen zijn, hem het geval met Dreas laten weten? Dit ware misschien niet slecht,gaf Mr Du Bien ter antwoord, maar dit zou te zeer op een verschooning trekken, en personen van mijnen stand behooren dit niet zoo lichtveerdig te doen. Hoort, ik ben goed bevreesd met den waard uit d'Afspanning dat is 'ne man waarop men zich mag betrouwen; ik zal hem verzoeken de levens wijze die Jan in Frankrijk heeft gevolgd, trachten te achterhalen, en mij die vervolgens over te brieven; dit zal, geloof ik, niet moeie- lijk zijn, vermits de twee vrienden den waard en de waardin zeer toegenegen zijn, dusvolgens zeer gemakkelijk kunnen uitgehoord worden. Is nu. gelijk ik niet twijfel, Jan Clerker ons waardig ge bleven, dan zullen wij niet dralen hem in persoon te gaan vinden, om het klein misverstand dat tusschen ons is opgerezen, weg te nemen en onze vriendschap vaster als voorheen te vestigen.... Flo rida bedankte haren Vader wel duizend malen, met de teêrheiligste blijken van genegenheid en liefde, en heur Vader begon den brief voor Aalst te schrijven.... Ondertusscben waren Jan Clerker en Victor Leelmans terug in Y^derland, in hun duurbaar Vlaanderen, en ook weldra ter „;/.van Aalf- b«n Afspanning de -KOORNBLOEM, waar zij als "Tnden en bloedverwanten werden ontfangen en behandeld, baas nas iiorsch van persor en in ziin huis te ontfangen, die JOO deftig waren en zich zoo verdienstvol hadden onderscheiden; hij-deed voor hun meer dan voor anderen, en zag ook met genoe gen, dat menige van de trcffdijkste Aalstenaars zijn Afspanning bezoch en, uit respekt voor de twee Opspeurders en ook om juiste nieuwstijdingen te vernemen. Als dc vrienden terugkeerden, dan was t ae beurt van de heden uit d'Alspanning om nieuws te vertel en; want al es was in Oost-Vlaanderen veranderd en wel bijzonder lijk in t omliggende van de Stad; ganscb het Departement krielde van gendarms, zoo dat het aan de Binders, moesten er nog ver- scbuild zitten, met meer mogelijk zou geweest zijn hunne aansla gen nog te doen gelukken. De wreede Moordenaars-bende was ver strooid en verdwenen; hunne bijzondere aanleiders waren in den anderen wereld Vosselaer, gestorven als 'nen hond, door het schot van Pieter La MarcheAlbert Disschers, korte uren nadat Jan Clerker cm verlaten nad, in de gevangenis gestorven; Hendrik Sprietvlecbter en La Marche waren tc Gent gehalsrecht, 't proces der Benae ging voort.meer dan een geheime booswicht werd uit zijn huis gehaald,en een maand nadien gebeurde te Gent de groote strafuitvoering van drij en veertig Binders, schuldig gevonden van moord, en die te samen gehalsrecht werden. Het waren mee.en- aeeis verstokte schelmen en booswichten allen wisten dat het vroeg ol aat op zulke vvljze moest eindigen, allen hadden meer can eens t bloed van hunnen evenmcnsch vergoten, en zij hoorden bijna onverschillig hun doodsvonnis uitspreken; 48 uren werden hun ge geven als bereiding tot de dood; eenige hadden zich gebiecht an dere niet, doch allen vroegen als laatste gunst ven,vooraleer te ster ven een laatste trokje te mogen smooren, hetgenc hun toegestaan werd Toen zij aan den voet der guiljotien gerangschikt waren, stond dengene die eerst de doodstraf moest ondergaan, met het pijpje in den mond te rooken. Als de beulsknecht hem kwam halen nam hij zeer koelbloedig zijn baardbranderken van tusschen dé lippen en reikte het aan zijnen gezel over, die hel dadelijk aan- veerdde en rookte, totdat zijne beurt was gekomen: het grootste getal sidderden, want de schrik der Dood kan de booswicht bijzon derlijk met overwinnen, doch ze vreesden de spotternij der mak- Kersen wilden als Roovers sterven. Twee en veertig keeren was t pijpken van hand tot hand overgegaan, twee en veertig keeren was het scbumsch zwaar mes der guiljotien gevallen, toen de beurt van den drij en veertigsten kwam, een oprechte wildeman, die het pupje tegen den grond m stukken smijtende en een drei ende blik op de menigte werpende, zijn gezellen in d'Ecuwigheid voigde. Van alle de handlangers der Binders was er maar e'enen, die zich behoedzaam zonder straf uit d'banden van 't Gerecht wist te trek ken, en de aandachtige Lezer zal hem reeds genoemd hebben - het was den arglistigen advokaat Treem, den man, die ook bij velen een valsche reputatie had, alhoewel een der zwartste zielen van de btad zijnde. Echter verviel hij later tot zulke armoede, dat hij veracht van alle eerlijke lieden, in een vreemd land ellendie is ee- storven. s 6 De twee Vrienden vernameo al deze tijdingen uit den mond van de waard en de waardin, den avond zelve hunne aankomst en luis terden met veel gretigheid. Dadelijk ook werden zij in't bezit ge steld der geldsommen, tijdens hunne afwezigheid aan de zorg dier brave lieden toevertrouwd. De baas voornamentlijk scheen bijzonder in zijnen schrik over hunne gelukkige tarugkomst. Hi, vroeg hun veel over hunne reis bleef zelfs s avonds zeer laat bij zijne twee gasten zitten praten' trakteerde met een goede flesch uit den besten bak, zeggende uit vreugd en genoegen van de Vrienden zoo welvarend en gezond te mogen wederzien, na zoo deftig beloond te zijn van den Eersten Consul voor hunne getrouwe bewezene diensten. Zekerlijk, de man bad genegenheid voor Jan en Victor, doch een andere rede aan onze Lezers bekend, porde hem aan, om met veel deelneming naar al de lotgevallen hunner reis in Frankrijk te luisteren en aandacht te nemen op de minste bijzonderheid. Zelfs gebeurde het dat'de waard uit de KOORNBLOEM, de gelegenheid zocht om Jan'Clerker eens in de Stad te zenden en middelerwijl een lange samenspraak met Victor Leefmans te hebben. Den tweeden dag hunner aankomst zaten de twee schepsschut- ters na te hebben genoenmaald, in een prïeel hunne pijpen tc roo ken. Moor, diedegansche omreis bad meegemaakt, lag aan de voeten zijns Meesters te slapen. t Vervolgt Te Rousselare heeft vrijdag avand omtrent 10 ure eene moordpo ging plaats gehad, gevolgd van zelfsmoord; «en man, die bijna altnd in den vreemde werkt, was sedert eenigen tgd niet zeer tevreden over hetgeen in zijn huis omging; overgoten vaa verontweerdig ng, wanhoop en gramschap, heeft hij een pistoolschot op zijne vrouw gelost, die reeds te bed was hetwelk haar het kakebeen verbrijzelde, zn heeft nog messteken ontvangen, is opgestaan en erin gelukt bij een dergeburen te kunnen intrekken; toen de policie, oumiddelijk ervan verwittigd ter plaats kwam, vonden zij den man in zijne woning op den zolder opge hangen en reeds dood. Correspondencie uit Antwerpen. Tan dan Antwemschen werkmain hoort men tegenwoordig niets aaders dan klagen over zijn kinderen, dat ze zoo vroeg bedorven worden door die draaior gels, dat de kmders hun prée achterhouden, eenige franken o-even en de rest verkwisten, dat d'huishuudens kapot gaan... Ja M. het te toch schacde van zoo drij dagen lang die orgels te laten d'raaïeD.den zaturdag, zondag en maandag. (Triend uit Antwerpen, in Aalst wordt die aansctrgelderij ook een plaag en 'ne kanker de Regentie is te zwak, te lichtzinnig geweest en nu roept eikendeen- 't Wordt wreed! 't wordt schandaleus! de Volkswijken zullen mesthoopen van bederf worden. Zwakke Ouders en Overheden zijn zoo z^er tp misprijzen als slechte Het ware btter.schrijft onze Autwernpnaar ons, dat men dede gelijk in Frankrijk, alwaar, op den boord dis afgronds, zelfs liberale meesters,maar die nog eenig eergevoel heb ben, dat ze die dansorgelderij doen afschaffen. Zaturdag ziin te Ant werpen oog twee verdachte huizen gesloten.de stad is vergeven van

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1882 | | pagina 3