töricf uau JHadjatis oner Jrankrtfk
SAMENSPKAAK.
standen, verdrukt en van den goeden weg afgeleid. In Galhcië,
het koudste deel van Oostenrijk, is in October 'ne mensch doodge-
vrozen.
't HANDELSBLAD van Antwerpen verhaalt een feit van 'ne gramin uit een
officiéele school, en beeft, Ouders, die kinderen hebt in officiéele scholen, ge
moet de Meesters en de kinders maar in de kerk zien, om een volle conviktie
te hebben; van 'ne gramin, zeggen wij, die ondervraagd overden Catechismus,
tot antwoord gaf, op een gezegde zijner moeder: Bah, daar is geen ziel, daar
is geen ander leven, daar is geen Hemel en God bestaat niet! De moeder viel
bijna in convulses van schrik en vroeg: Wie heeft u dat gezegd? Wel, ant
woordde 't kind, de Meester! Geen wonder dat zelfs in Frankrijk de moeders
uitroepen: Liever ons hoofd op 't schavot, gelijk Marie-Antoinette in de jaren
90, dan ons kinders naar een geuzenschool zenden. Senateur Hanssens ligt
met de keelpijn; Te St Denys-Westrem is donderdag gevierd de plechtige
inhaling der terugkomst van de jeugdige Echtgenoten Ridder Emiel Soenens en
Mejuffrouw Clotilde De Bay van Evergem. Het dorp was feestelijk bevlagd en
om een gedacht te geven van den Stoet uit Ruiters, Rijtuigen, Wagens en Am
bachten, hij had een lengte van 'ne kilometer. De muzieken van St Denys en
Zwijnaarde speelden beurtelings. De nieuwe Burgemeester van Oostende is
erg ziek. Nu spreken de fameuse Geuze-Ministers van d'Aktiën te belasten.
t'HoBOKEN heeft een Grootsche Feest van Davidsfonds geweest.
Tnnia. Domien, 't heeft daar nog al iets geweest t'Hamme
Domien. Ha, met de Missie van den Jubilé
Tonia. Ja, ze wilden 't werkende Volk beletten van naar de
kerk te gaan.
Domien En daar is 't, dat 'ne mensch zijnen besten troost
vindt
Tonia. Zie, mijn hand op mijn hert, 'kmag zoo droef zijn als
tien ge! oovige zielen 1
Domien. 't Is juist d'Octaaf. w'en mogen dat niê vergeten
Tonia. 'k mag droef an neerslachtig zijn, en 'k ga een Mis of
Lof hooren, of 'ne simpelen weesgegroet lezen, mijn hert komt ver
kwikt. uit de kerk. En ze durven dat conterkarreeren
Domien. Waren de Geuzen meester, de leste kerk zouden ze
sluiten
Tonia. En daar t'Hamme met den Roozekrans spotten 1
Domien. Dat gaat ver
nTonia. Ik prijze de bazinne en haar dochter, die alhoewel van
de beste niet, tot de Vrijmetsers geroepen hebben: Halt! dat in ons
huis riet Spotten met Ons Lieve Vrouw
Domien. - Maar, vrouw, verschiet ge daarvan wat hebben wij
gezien t'Oostakker Ze wilden de menschen doodslaan die van Pel-
grimagie kwamen.
Tonia. En daar t'Hamme, tegen de Jubilé-Processie opkomen
Domien. - Z'hebben geweten voor wat prijsLoopen moesten
ze, en de straten liber laten, of er waren dooden geweest
Tonia. En 's zondags, als elk zijn Devotie
gehouden had, een Bal geven en de werkende
menschen uitlokken, ja om zoo te zeggen dwin
gen, alia't is te wreed om bepeisd te worden
Domien. Maar, vrouw, doet die Geuzen-
soort iets, als alle goed tegenwerken Wat is
een Missie, als er buitengewone Sermoenen zijn
en buitengewone Biechtvaders
SKon Missie, dat is 'ne Kermiskuïschl
kuischt wordt»
Tonia. Een smerige kaveet, waar ge zoudt vies zijn van den
neus in te steken en u op 'ne stoel neêr te zetten.
Domien. Precies alzoo, zijn d'herten en de zielen
Tonia. Precies alzoo; dat we de gasten kenden die t'Hamme
tegen de Missiën gerevolteerd zijn,
Domien. Een schurft hoofd vreest den kam 1
Tonia. Kenden wij ze, zekerlijk, we zouden moeten zéggen
Mensc <?n met een vuil kaveet van een hert, vol wanorder, vol
scrofuleuse nesten, verveerd van hun consciencie te bezien, en....
zie, 'K en kan dk niet zeggen zonder spreken, Goddank, dat de groote
meerderheid hier og van een ander gevoelen is.
Domien. Daar zegdet wel, vrouw; want, laat ons wel attentie
nemen, dat een van die verwaarloosde herten dikwijls een ramp is
voor een gansche Familie.
Tonia. Van zelfs, door wanorde,slecht leven en kriemerij.
Domien. Maar als er veel van die soort loopen
Tonia. Dan gaat het gelijk in Frankrijk!
Domien. Morren, malkontent zijn, dreigen; lui en voddig willen
leven zoDder werken
Tonia. En moeten wij niet wérken en moet elk niet werken
Domien. 't Lastigste werk is van den tijd te moeten dooden
maar de slechte soort weet niet meer wat plicht is; 't is joelen en
woelen, tieren en krawielen, opstaan tegen alles, vloeken tegenalles,
en g'heel 't kot overhoop zetten. Gaat het alzoo in Frankrijk niet?
Tonia. Promentelijk, man; ter oogen uit te zienl
Domien. En 't moet volgen gelijk de karre 't peerd, dat de
Fambjes en g'heel de Samenleving in den droefsten dipo komen,met
die verwerreiing der Gonscienciën. En daarmeé is de zaak uitge
wezen. Maar, let er op; is 't dees jaar niet, zeker en vast een van de
naaste jaren zullen wij wreede diaprastissen in Frankrijk zien.
Tonia. Och God! en zoo gelukkig kunnen leven in Vrede en
Vriendschap... Dat die Franschmans toch niet beter hun geluk be
grijpen... En wat kunnen wij er aan doen Z'en verstaan zelfs ons
taal niet
X30 October 1882.
Mijn allerliefste Landgenoten en Vrien
den, Macharis wordt oud en stijf, in de zestig
jaren, en op Allerheiligen en de Geloovige
Zielkes peizende, na mijn devotie g'houden
t'hebben, en kan 'ne mensch nu toch konten
ter zijn, meer zielevreugd genieten als na met
d'Hoogdagen zijn Christelijke plichten gekwe=
ten t'hebben, nu op Allerheiligen en de
Geloovige Zielkes peizende, leven zoolang als 't Godblieft, maar
mij dunkt dat Macharis het niet meer lang zal trekken. Er zijn er
reeds zooveel weg van mijnen tijd en mijn jaren. Daarom, als ik nu
de waarheid niet schrijf, dan riskeer ik als flauwhertigen mensch
naar 't ander leven te verhuizen.
En van Belgenland sprekende, 't gaat hier slecht; de Vrijmet
sers zijn stout, en ze willen hebben dat er sture en wreede wetten
tegen 't Geestelijk en tegen de Kloosters gereed liggen. En dit alles
inziende, hoe kan 'ne mensch liberaal blijven, die niet vasgehecht
is door 't geld, of Vrijdenker tot in 't diepste zijner ziel
Met al hun slechte werkingen tot Volksbederf en vergodde
loosheid, willen ze van België 'ee fauboer van Frankrijk maken.
En ge ziet hoe droef het in Frankrijk gaat, hoe Frankrijk in deca
dentie komt; 't en is nogtans 't geld niet dat er ontbreekt, noch de
geleerdheid; maar enkel en alleen de braafheid.
En wat zegt ge, achtbare Vrienden, van die samenzweeringem
te Montcean, te Lyons, te Marseille, van die geheime Sociëteiten
welke de schrikkelijkste bedreigingen rondzenden,tegen Geestelijke
en Burgerlijke Overheden?
Wat zegt ge van Lyons, waar ze 'ne Priester aan den Outaar
g'insulteerd hebben, terwijl hij daar Mis las!
Van Creuzot, waar alle nachten dreigementen te lezen staan
op de poorten der Fabrieken!
Van Marseille,waar de gerevolteerde geproclameerd hebben:
't Uur der wraak is geslagen! wreken wij ons, bij middel van
staal, vuur en vergif
Van Mazamet, waar de vergeusde werklieden 'nen Tribunaal
hebben ingericht!
Van Amiens, waar in de schoone kruiskerk gebroken is e* ge-
plonderd!
Ze spreken rechtaf van de Burgerij weg te wegen; van alles t«
stelen en te pionderen, om aldus van 't rijke Frankrijk,'t armste en
miserabelste land van de wereld te maken.
Nog van Lyons, alwaar men in veel groot huizen niet durft
slapen gaan, dat de stad dag en nacht bewaakt wordt, omdat er
razige kerels met dijnamiet rondloopen en dreigen de Kerk van
0. L. Vr. en 't Paleis van Justicie te doen springen. Ook te Parijs
is de kerk van 't H. Hert bedreigd.
De vuurspuwende Vesuvius-berg, vooraleer hij zijn solfers en
vuurklompen uitspuwt, grolt en kookt; van tijd tot tijd komen
kleine uitspuwingskes, en dan,met éenen keer, volgt de groote lava,
die alles vernielt uren en uren in den omtrek.
Zoo zal 't in Frankrijk gaan; en dezen keerzou 't schrik kei ij kei-
zijn dan in 1793 en in 1870; men heeft nu dijnamiet, die helsche
stof, waarvan een kwantiteit, een snuifdoos groot, genoeg is, om
een groot Paleis te doen springen. En als 't Volk zat is van lust
en van ongeloof,en als't Volk den Opperste Rechter niet vreest of er
kent,en als 't volk vei'geusd en verdierlijkt is,wel, 't zal opspringen,
't zal door vuur en bloed loopen en ten koste zijns levens een al-
gemeene vernieling te wege brenger. Wat de Nihilisten gedaan
fcahhon. **1 m'V" irnpïa^ijn. vu» het gene in Frankrijk, zal ge
schieden.
Hoe kan een Land zoo diep bederven? Op mijn reis in Frank
rijk, in mijn logist gezeten met den heer wanof mijn laatste brief
sprak, een deftig man die eenige uren van Parijs commercie doet en
nog al dikwijls naar Parijs komt; hij sprak ook over de nieuwe
kerk der Vlamingen en wenschtte dat niet éen Vlaming en Belg te
Parijs er onbekend zou aan blijven; dat al wie, al ware 't maar
voor eenige dagen, te Parijs komt, daar in die Vlaamsche Kerk zou
gaan bidden, nu hebben ze daar toch een zielezorg en van 1 uur
afstand gaan de Vlamingen daar naar de Kerk, om een Vlaamsch
Sermoen te hebben, een les voor ons, in 't Vaderland;—welnu spre
kende met dien treffelijken Franschraan, en onderzoekende d'oor-
zaak van 't groot zedebederf en goddeloosheid in Frankrijk, dien
vent sprak en zegde mij in dezer voege, in de fransehe taal; maar
in Vlaanderen Vlaamsch, want de verfraiisching van Vlaanderen
een erge kwaal is: M., zegde hij.mij, ik heb over die zaak met
geleerde Ouderlingen gesproken en allen verklaren dat Frankrijk
zooverre bedorven geraakt is, ten eersten door de weelde; dat land
is te rijkelijk begiftigd; ten tweeden, door de slechte boeken en
schriften, gazrtten en romansen; ten derden principaïijk door da
lagere scholen, die van over lang onverschillig en geus zijn. Hoe
gaat het, M., zegde hij; veel bewoners der steden zijn onverschillig
of slecht; den Buiten brengt onder alle opzichten, meer gezond
bloed in de steden; maar ais den Buiten vergeusd is, door de scho
len, als't slecht in de steden nog verergerd wordt, door 't slecht
uit den Buiten, dan, dan moet alles vallen!Zoo sprak den
Franschman, en we redeneerden nog lang over dezelfde materie,en
ik leerde daar Frankrijk in den grond kennen, en 's avonds op de
kamer van mijn logist, ik viel op mijn knieën en ik bad, dat toch
de slechte scholen in ons Belgenland in onmacht zouden blijven,om
dezellde gevolgen van verval en verderf over ons geliefde Belgen
land niet te brengen, waarmede ik U allen hertelijk groete en laat
ons standvastig blijven, want Bara heeft ijselijke projekten in zijnen
zak, maar zij zullen hem niet temmen, den fieren Vlaamschen
Leeuw,mits den bijstand, en dat elk manhaftiglijk te voorschijn
komt, waarmede nogmaals gegroet van uwen
Vriend en Dienaar,
MACHARIS.
P. S. Brrr, wat gaat het slecht in Frankrijk.! Ze spreken van
verschelde groote steden in staat van beleg te stellen. 800 radikale
Geuzen zijn te Parijs bijeengeweest, en hebben daar gebruld tegen
Kerk,Orde en Eigendom gelijk uitgehongerde ijsbeereu en npgesarde
hyënas. Er is nu geen spraak.schrijven de konservatieve gazetten,
geen spraak van Republiek-of Koningdom of Keizerrijk, maar van
Frankrijk te redden. Langs alle kanten spreken ze van dijnamiet.
't Is schrikkelijk en ijselijk; 't Is een les voor g'heel Europa, waar
dat een zedeloos en goddeloos volk op uitkomt.
OYÏllQïh. ÜQ Wo.1 is ecu ixuio vïuua uwiv go-