GASTON BLANKAERT
Eerste Binders Tan Vlaanderen.,
of de
VERHALEN UIT DE VOORGAANDE EEUW.
Naar 't uitgebreid werk van S. Van der Gucht, Kunstschilder t'Aalst.
4 c Vervolg.
X. DE FAMILIE VAN 'T KASTEEL TE MELDERT.
Toen allen gezeten waren, begon mevrouw Clara van Montalvan
haar verhaal, alsvolgt:
Drij-en-twintig jaren geleden, zegde zij, woonde ik in dees
kasteel van Meldert met mijn stokouden Vader en twee Broeders,
den oudsten Gaston, hier aanwezig, en Florus, twee jaren jonger
dan zijn broeder. Gaston kreeg lust om eene reis naar den nieuwen
wereld te doen; hij vei trok,ons belovende,indien God hem spaarde,
maar twee jaren afwezig te zijn. Inmiddels sleten wij onzen tijd, in
de grootste eenzaamheid, terwijl Vader van dag tot dag kranker
werd
Mijn broeder Florus had een vriend, Lodewijk van Montalvan,
afkomstig van edele leenheeren; zachtaardigere jongeling was er
van God niet geschapen en hij vereenigde in zijnen persoon alle
verhevene deugden. Dikwijls kwam hij ons bezoeken en al meuig-
werf had hij mij zeer beleefd met ziine koutingen onderhouden,
zoodat ik weldra den jongeling eene bijzondere genegenheid toe
droeg, zonder er aan mijn zeiven de rede te kunnen van zeggen.
De tijd vloog in deze omstandigheid snel voorbij, Vaderseheen
te beteren en wij leefden gelukkig; mijn broeder meende de gene
genheid die Lodewijk mij toedroeg, met geen kwade oogen te aan
zien, doch zekeren dag, 11a hunne terugkomst van de jacht begon
nen de twee Vrienden hevig te twisten. Z >0 het scheen, had Flo us
mijn broeder tweemaal naar eenen haas gevuurd zonder hem te
treffen, welken Lodewijk daarna, op zeer verren afstand met eene
scheut had mêrgeveld.
Dit geval, alhoewel onnoozel en niettegenstaande de zachtaar
digheid van Montalvan, gaf aanleiding tot een hevigen twist,en mijn
broeder die zeer oploopende was en stijfhoofdig, wilde na dit voor
val, van zijnen trouwen vriend niet meer booren en ontzegde hem
het huis.
Korts nadien stierf mijn Vader, en de tijding zijner dood werd
aanstonds naar Amerika geseind; in afwachting der terugkomst van
Gaston, bleef alles op 't kasteel in zijnen vorigen staat.
Wat mij betreft, van mijn broeder niet afhangende en al mijne
genegenheid voor Lodewijk van Mohtalvan bewarende, bleef ik in
betrekking met hem en 11a onzen rouwtijd, bood hij mij zijne hand
welke ik aanveerdde.
Nimmer zal ik u de gramschap van Florus beschrijven, als ik
hem mijn huwdijk aankondigde: Nooit, zwoer hij, nooit zal een
Montalvan mijne zuster huwen!
Bevreesd voor zijne gramschap, vertrok ik naar Brussel, bij
Volk van ons Familie, en wij gingen er ons huwelyk aan, onder de
bescherming der geestelijke en wereldlijke wetten.
Dan gingen wij een Iandgoedje in de nabijheid der hoofdstad
bewonen en leefden er gelukkig; mijn gemaal voorkwam al mijne
wenschen,en nu nog stort ik dikwijls bittere tranen, als ik overdenk
de gelukkige dagen die ik aldaar overbracht, met dien deugdzamen
mensch.... Eilaas, ze waren van zeer korten duur. Florus kwam,
door zijnen ongegrondden haat tegen Lodewijk, mij in het diepste
ongeluk dompelen.
Hij had weldra ons verblijf ontdekt en daar mijn oudsten broe
der nog niet teruggekomen was uit Amerika en zelfs nog niets had
laten weten, dacht Florus niets anders of Gaston was dood en hij
als eenigen mannelijken oir, zou gansch het vaderlijk erfdeel ge
nieten. Doch Lodewijk moest uit den weg! Met dit vast besluit,
begaf hij zich naar ons Iandgoedje en beleedigde doodelijk mijnen
echtgenoot.
Daarmede niet te vrede, riep hij hem in tweegevecht; Lodewijk
weigerde zich te verdedigen tegen den broeder zijner vrouw en liet
zich dooden.
k Voor mij ook, was Florus zonder genade; niettegenstaande mijn
toestand voerde hij mij naar Gent in het huis der Mageleinstraat
waar gij, Marie, ons hebt gediend.
Grooten God! riep de voormalige dienstmeid uit; zoodat gij,
mevrouw!
Ja, ik was die arme, ongelukkige moeder wien men haar
mondeloos kind ontrukte, en de sture heer was onze beul!... Laat
mij nu voortgaan met mijne treurige geschiedenis:
Na de wegvoering van mijn kind, werd ik naar Meldert terug
gebracht en aldaar op 't kasteel streng bewaakt als een gevangene.
Waarschijnlijk ging ik in een geheime plaats van 't Slot te verker
keren gezet worden, toen op zijn onverwachts mijn oudste broeder
Gaston terugkeerde uit Amerika.
Ik viel hem te voet en ontdekte hem alles. Mijn overleden man
had ook altijd zijn innige vriend geweest, en toen hij vernam wat er
voorgevallen was, kende zijn gramschap geene palen. Hij verweet
aan Florus zijne sluwe wreedheid, en dreigde hem aan te klagen bij
't Gerecht.
0 Deze dreigementen zouden echter geen gevolg gehad hebben,
want al was Florus eenen slechten mensch, hij bleef toch onzen
broeder; maar lafhertig gelijk alle moordenaars en bevreesd voor
Gastons openbaringen, vluchtte hij bedektelijk weg en nam dienst
onder de ruiterijNooit hebben wij hem wedergezien, doch wel
meermaals van hem hooren spreken; zijn gedrag bij de soldaten
moet echter veel te wenschen hebben gelaten, daar hij, na eenige
jaren als kapitein dienst te hebben gedaan, verachtelijk werd afge
dankt en daarna om zijn baldadig leven uit het land gebannen.
Haar verhaal aldus eindigende, stortte Clara van Montalvan over
vloedige tranen en de twee toehoorders bleven in eene diepe stilte
diepdenkende zitten.
De juwelierster brak eerst het stilzwijgen: Edele vrouw, zegde
zij, troost u en tracht het verledene te vergeten; denk nu alleenlijk
aan 't geluk van uwe jlochter weder te zien, die God u op zulke
wonderbare wijze heeft bewaard en ontdekt.
Mijne dochter, riep de mevrouw uit,die zal bij mij inwonen,
haar verlaat ik nimmer!.
De Heer van Meldert aanhoorde deze uitroeping met veel koel
bloedigheid. Genoegen deed het hem, dat het eenig kind zijner
zuster nog leefde; doch hij schaamde zich dat zijne nicht de huis
vrouw van eenen boezenzoon was geworden. Denk niet dat hij Ber-
tus verachte, verre van daar; maar hij was edelman, gunstig gekend
ten hove, graaf Gaston Blankaert, heere van Meldert, en toentertijde
was het een schande voor iemand van adelijk geslacht zich aan een
onedelen te vermaagschappen.
Hij besloot dan alles tot het erkennen zijner nicht, zoo geheim
zinnig en zoo stil te verwezenlijken, dat niet eenen zijner edele
Vrienden daar ooit iets zou van weten.
Hij gaf zijn voornemen aan zijne Zuster te kennen, die eindelijk
inwilligde; 't bijzonderste voor haar washaar kind terug te hebben.
Maria, de juwelierster werd verzocht alles geheim te houden.
Wie zal nu beschrijven de verwondering van Bertus, als hij
hoorde wie zijne Cecilia was, welke hij na zooveel moeite, als echt
genote had verkregen! Doch ware dees beschrijf nog mogelijk, de
zaligheid doen kennen van Cecilia,als zij hoorde dat hare moeder
nog leefde, dat zij, vondelinge en verstootelinge, op t hart eener
moeder ging gedrukt worden, den reinen wellust afmalen van de
gefolterde Clara van Montalvan, die maar eenige oogemdikken haar
kind had gezien en het nu, opgegroeid en deugdzaam, mocht aan
staren, neen, daartoe is geen raenschelijke penne in staat. Veel tra
nen werden er gestort, maar tranen van geluk en vau volzaligheid.
Reeds den volgenden dag waren alle voorzorgen genomen om
Cecilia in haar geborterecht te herstellen. Maria, de juwelierster
werd rijkelijk beloond en in 't grafelijke rijtuig terug naar huis
gevoerd; en alles volbracht zijnde, om geen achterdocht te verwek
ken, begaf Graaf Gaston zich terug naar het Hof.
Eenige maanden nadien stierf de oude toezichter; Certus Buys-
schers voJgde hem op, doch met eene macht, die vele personen
verwonderde, maar welke de geachte Lezer nu zeer natuurlijk aal
vinden.
Zoodanig was de toestand in 't kasteel van Meldert, toen baas
Karei Klinke de gebroeders Jaak en Dorus van Mijlbeke aansprak
om zich te vervoegen bij de talrijke stroopersbenden die het AfiQi-
ghembosch destijds zoo onveilig maakten.
Laat ons nu gaan kennis maken met den nieuwen boschwachter
Laurent Peers van Moorsel, die het verlaten Pannen Huis gaat
bewonen, om er de wildstroopers te bewaken, welke zijnen voor
ganger hebben vermoord en gezworen dat er geen opvolger mag
komen.
Zoo zeer was de schrik voor de wildstroopers, dat niemand in
't omliggende wilde gelooven dat er een nieuwe BoscLwachter zou
gekomen zijn en de bevestiging van dit nieuws werd als een bui
tengewone zaak in Aalst en al d omliggende dorpen besproken.
Men kon niet begrijpen dat een mensch, die zijn vijf zinnen had,
zich aan een gewisse dood ging blootstellen. ft Vervolgt).
"""MOORDPOGING EN ONGELUK.
Men schrijft uit Wareghem
Zondag werd onze gemeente in opschudding gebracht doorhet plegen eener
moordpoging, en daarna door een ongeluk dat den dood van eenen persoon
veroorzaakt neeft.
Zondag rond 10 ure 's avonds, wilde de zoon van een onzer landbouwers,
Aug. Maroy, de herberg In Het Konijn, gelegen op omtrent eene halve uur af
stand van ae gemeente, binnentreden, toen hij eensklaps door vier kerels aan
gerand werd, die hem drie messteken in den rug toebrachten, en daarna de
vlucht namen. Het slachtoffer viel, badend in zijn bloed, ten gronde.
Dank aan een ieverig onderzoek, en alhoewel net slachtoflerzijne aanvallers
niet had kunnen erkennen, waren de pliohtigen reeds 's anderdags gekend
de een werd door den policiekommissaris van Waregem. de drie anderen door
de gendarmerie van Audenaarde aangehouden. Het onderzoek wordt door het
parket van Kortrijk voortgezet.
De toestand van het slachtoffer is zeer gevaarlijk; eene der wonden is zes
en eene andere tien centimeters diep.
Woensdag avond was men in eene brave landbouwersfamilie aan 't spreken
over dieven, en over de omzichtigheid die buitenlieden moeten gebruiken om
zich van de kwaaddoeners te bevrijden; een der zonen, een jongeling van 18
jaar, Emiel V.., haalde daarop eenen revolver en wilde het mekanism ervan
aan zijnen broeder Camiel toonen.
Het wapen was geladen, een der schoten ging af en de kogel trof den onge-
lukkigen Camiel in volle borst; hij viel dood ten gronde.
De plaatselijke policie heeft de eerste bestatigingen gedaan, en het parket
van Kortrijk heeft zich 's anderdags ter plaatse begeven.
RAADSEL-PRIJSKAMP UIT E1NE, UITSLAG.
Een groot getal oplossingen kwamen ons toe; doch weinige waren gansch goed.
Ziehier de oplossingen I. Slotlot-tol.II. Mijnheer. III. Kerkboek.
eenige gaven ook Schoolboek dat wel niet gansch slechts maar toch min goed is.
IV. Herbergen. V. Gaan. De prijzen werden behaald door 1® prijs bij loting
aan R. Naessens, Ooike; 2de prijs bij loting aan Th. De Beule, Lede bij' Aalst.
Prijs voor het schrift U. Van ïngelgem, Eekloo. (Deze persoon verzoeken wij,
ons te laten weten of't bovenstaande adres, voldoende zal wezen.)
Prijs voor de verzen P. Verstrepen, Dendermonde. Ziehier de bekroonde ver
zen over het 1ste en 4de Raadsel.
Kon Brussel haast een Slot op onze Kamers maken,
Dat er dien Geuzenboel niet meer kan ingeraken,