Wieede moord le flendermonde. Hoe het in België ge staan en gelegen is. ME& -mm*? T?' pssjyf fitti DE SABELMANS SPREKEN. Rtschkadé! Vivan ran ons en van geen anderBelgenland aan onsAl de Fami- liën onder ons bedwang! allen, zonder uit zondering! Een tweede Bloedwet ingericht! Nieuwe kaserns gebouwdnieuwe kampen nieuwe forten en kasemattenDat zal er van komen De Vrijmetselaars hebben het ons toegezegd! Hi, bi! 4ie dwaze Belgskes! die zich laten meêslijpen door de Vrijmet selarij 't zal aan hun ribben hangen Wij zullen de pil met suiker bestrijken en zoo gaat ze binnen: 3 maanden dienst, zeggen wij, maar 't zal 'nen anderen perdominum zijn, want er staat bij: 3 maand, als ze wel hunnen dienst kennen; en wie zal er op 3 maand al d'excercitiën en de manceuvers leeren Een miljoen en half, geven wij op! Een mi Ij en en half Wacht, wij begin nen, zei de Vos en hij had er al zeven bin nen Allez, Belgskes, rijk en arm, ge leerd en ongeleerd, wij zullen u gaan sabreeren !j LUCIFER spreek t:Heeft palsembleu, heeft mijn Lo'gie, hebben mijn Geuzen en Vrijmetsers geen gelijk van een Tweede Bloedwet te doen inrichten Hoe meer volk, hoe grooter leute 'k zal trachten dat veel officiers vast aan mijnen riem liggen;'k zal 'tkasern- leven behouden gelijk het is: Een school van beschaving, naar mijn manier! Ha, z'en willen mij in Belgenland de kinderen niet geven, hetgene mijn groot plan was, want heb ik de scholen, 'k heb g'heelde wereld; z'en willen mij de kinders niet geven; 'k zal de jonkheid pakken, met geweld!... Maar nu moeten wij zorgen dat de liberale kiezers hun eigen ongeluk helpen bewerken! Allez, iiellegasten; aan 't wérk maakt de liberalen stom en blind, dat ze kiezen en werken voor degene die hun geld en hun zoons uit hun huizen gaan halen. DE VRIJDENKERS EN VRIJMETSERS SPRE- KEN. - 'r isv Leg maar lasten, dobbel dik verzwaart leger, gard'ci vik Dat de Belgskes rotsen,rij den, 't En kan ons niets dan verblijden, Als 't Budjet maar ons ge- En ons hert verblijden doet-,; Vivan wetten tegen kerken, Als wij leven zonder werken Weg met kloosters en kovent Als wij fretten zonderend... Bara, Frère, Van Humbeeck Pieter, S moed Schenkt champagne ingrooten lieter En het gaat ons bende rond En men boort van mond tot mond Heil zij u die zonder beven Ons wellustiglijk laat leven Zijn veel Belgen op het zand, 't Is toch ons Luilekkerland DE KRONIJK. Gedurig hebben wij nieuwe geld verkwistingen aan te boeken. Nu is er in de Kamers ver klaard en Pietje Van Humbeeck was er bij en hij,kon het niet loochenen, ver klaard is er dat die officiéele schoolop- zichters jaarlijks, met hun profijtjes, 12 a 13,000 fr. opstrijken; dat er te Brussel in 't Paleis van Pieter, tapijten liggen van 52 fr. de meter; dat de min ste lessenaars er kosten 250 fr.; dat er op 4 jakr voor 400,000 fr. meubels zijn gekocht voor dit Palels; dat men onder schijn van wetenschap, aller hande bijvoegselk.es van 1000, 1200, 13 a 15Ö0 fr. aan d'officiéele creatu ren toewerpt; en terwijl dat gebeurt,benijden ze aan de barreeiwachters hun 2,00 of 2,20 per dag; ze werven vrouwvolk aan, voor 30 a 40 eens daags; ze spreken serieuselijk van de 10 fr. per maand aan d'Ouders der Soldaten niet ir.eer te geven...^Menschen, mensehen.wie gij ook zijt, wat zegt ge daarvan Wat wij daarvan zeggen Dat er onmogelijk een Ministerie kan uitgepeisd worden, dat slechter is voor 't werkende Volk? Wee! wee! ze nemen ons geld en ons bloed Zo willen Belgenland ten gronde toe bederven en tot op den bedelzak brengen! Hun ran pspoe- digheid is permanent; ziet waar ge wilt, en ge vindt de be wijzen van kolossale geldverkwisterijen, op den moment dat ze gedurig de belastingen moeten vermeerderen op het kapittel en ten laste van den werkenden manWat zijn wij toch miserabel geleverdWie kanwie mag er onverschil lig blijven! Werkman! Werkman! hoe geraken vijver- lost uit die prangerij en uit die slavernij Zaturdag morgendverspreidde zich inde stad eene schrikverwekkende tijding: eene beggijn was wreedelijk vermoord en in twee huizen der stad had men gepoogd in te breken. Ziehier de droeve feiten: Zaterdag morgend, in de mis van 't beggijnhof, bemerkte men de af wezigheid van de jufv. beggijn Verhelst die altijd een voorbeeld van stiptheid was geweest. Dit wekte de nieuwsgierigheid en ongerustheid op; na de mis, om half acht, ging men zien naar het huisje dat zij be woont on met angst bemerkte men dat, eene ruit in het venster ws..; uit gesneden en de blinden wijd open stonden. Iedereen was bevreesd voor een schelmstuk. Men ging de groote Juffer en den eerw. Pastoor verwittigen; deze kwamen aangeloopen met den wetsdokter, M. Poirier. Een slotmaker werd ontbodendeze trachtte het slot der deur te doen springen,irnaar te vergeefs; hij drong binnen langs de gebroken ruit, opende de deur, klom met den wetsdoktor naar boven en na eenige ston den, die aan de saamgestroomde menigte eene eeuw schenen, stak hij zijn hoofd door het venster en riep: vermoord! vreeselijk vermoord 1 Onmogelijk de ontroering, den schrik te beschrijven welke die twee woorden te weeg brachten; men hoorde op gansch het beggijnhof niets als gekerm en weeklachten! Daarna trek men de woning binnen, achter de deur der bovenkamer en daartegen rustende, vond men bet diepgewend en doodgebloed lijk der armzalige beggijn. Een steek bad haren longer doorboord; misschien heeft zij dien steek ontvangen op 't oogenblik dat zij uit haar bed sprong om naai' het ven ster te ijlen, want eene lange streep bloed bedc-kte de kamer en daar aan de deur is zij neèr gestort en gestorven in eenen grooten plas bloed. De moordenaar beweert ton minste dat, toen hij bet bloed zag borrelen, hij zijne bewustheid verloor en is weggevlucht. Zonderlinge zaak! in decs huisje beeft de moordenaar niets doorsnuf feld, niets gestolen; de fortuin nogtans der arme beggijn (zij bestond in 10 a 11 franken) was niet ver om zoeken, in de lade eener ltas. De boos wicht, verschrikt over zijne misdaad, is dan waarschijnlijk weggeslopen en beeft getracht :n te breken bij den wisselaar, M. Segers,op de Koorn- merkt. Een stuk van de blinden beeft hij uitgesneden, maar M. Segers heeft de voorzorg eiken avond de waarden van vóór zijn venster weg te nemen. Eenige buizen verder, bij den likeurhand^laar M. Vael. heeft hij eene ruit, vol zeep gestrekenmaar in 't huis gerucht hoorende en licht ziende, is hij weggevlucht. Dan op eene bleekerij heeft hij linnen gestolen en in denzelfden nacht nog, konijnen die hij 's anderendags naar Lebbeko is gaan verkoopen, en deze laatste diefte is waarschijnlijk de oorzaak vaa zijne ontdekking geweest. De schrikkelijke mare was om 8 ure in de stad verspreid, en de zoon der statieoverste, een grenadier in verlof, had ze ook, vernomen. Omtrent 9 «re, ia de statie wandelende, bemerkte hij eencn kerel die er zeer ongerust uitscheen, en van huisje naar huisje ging om den tijd door te brengen zonder gezien te worden. De grenadier ging zijnen vader verwittigen, en deze gebood aan den kerel hem te volgen in zijn'kabinet. Hij deed hem het pakje openeu dat hij met zich droeg, en 't eerste voorwerp dat hij ontdekte, was het linnen (handdoeken) van zijnen zoon die de kerel in dezen nacht op de bleekerij had gestolen. Hij bemerkte ook bloedvlekken op andere voorwerpen van het pakje, en dan eenen steel ziende die een weinig van onderdo vest van den schelm uitkwam, vatte hij denzei ven met drift, en zag dat bet mes bebloed was, ja zelfs met brokken vleesch besmeurd. Gij zijt de moor denaar! riep de overste uit. De kerel verbleekte eensklaps,, daaxna trachtte hij te loochenen, maar 't was te laat. Mannen kwamen toegel'oo- pen, en de schelm werd stevig gebonden. Het gerecht, aanstonds verwittigd, kwam aan; en onder den toeloop en de verwenschingen eener ontelbare menigte, werd de misdadiger naar 't begijnhof vóór zijn slachtoffer gebracht. Eerst poogde hij te loo chenen en zijn alibi te bewijzen zeggende dat bij dien nacht konijnen had gestolen en dezelve naar Lebbeke was gaan verkoopenmaar voetstap pen waren in 'thofken. achtert 'thuis ingeprent; dezen pasten volmaakt op zijne voeten, en dan na deze'nieuwe proef kon,hij zijn loochenen niet volhouden, en als aan een moordenaar deed men lie'mdo handboeien aan. Gelukkig voor hem dat hij door de gendarmen was beschermd, want de menigte was razend van wocdeen droefheid. Yermalédijdingen en angst kreten vervulden het doorgaans zoo vreedzaam begijnhóf dat nu door eene woelende massa was ingenomen. Hij werd aldus tusscben de gendarmen tot aan de poort van 't begijn hof geleiddaar wierp men hém in een rijtuig, anders kwam hij niet lo vend op- 't tribunaal toe Hij beefde in 't rijtuig van schaamte en schrik want het gehuil van 't volk steeg immer op. Voor den onderzoeksrechter^ op tribunaal, heeft hij alles bekend, doch hij beweegt geene medeplich tigen te hebben. Dit laatste is onwaarschijnlijkwant 't is moeielijk om gelooven dat een kerel alleen, in éénen naeht, al die euveldaden heeft be dreven, en tweemaal trachten in te breken in de voornaamste straat der stad. waar er den gansclien nachtdoor,voorbijgangers zijn. Daarenboven zijn pak bevat al dé gestolene voorwerpen niet. Maandag morjjend is er een tweede en lang verboor geweest, van 9 tot 1 trur. Men kent nog geen medeplichtigen; natuurlijk heerscht eene angstige nieuwsgierigheid in de stad; de nachtwachten zijn ve:dubbeld en volgens het zeggen van den soldaat die zaterdag aan de vesting dé wacht hield, zijn er daar in dien mcht drie kerels voorbijgegaan. De moordenaar, een zekere E. Deck, beeft nooit gedeugd. Hij is nog maar 28 jaren oud, is reeds 6 jaren in 't gevang geweest voor diefstallen, en stond voor 10 jaren onder de bewaking der. poiicie. Nu,-zegt men' had hij zich geëngageerd als matroos, en zou waarschijnlijk zondag, dén dag na de moord, vertrokken zijn van Antwerpen naar Amerika'. Hij wilde zich eerst door diefte enfmoord.geld verschaffen 'thuis waar hij 't begijntje Verhelst heeft vermoord, was over 5 jaren door eene nog al be middelde jufvrouw bewoond, en de schelm, die alsdan schoenmakersgast was en eene tante bad op 't begijnhof wonende, was met al de wegen daar welbekend. Zondag liep 't gerucht dat een medeplichtige, met wleh Deck uit Den- dermonde moest vertrekken, te Herenthals was aangehouden, on met den trein van half twaaalf in de statie tcékomen. Dnizende mensclien liepen naar de statie; maar 't gerucht was ongegrond. Tot hiertoe kent men geene medeplichtigen, maar deopzoekingen worden zorgvuldigvoortgezet. Ander nieuws. Maandag morgend om half elf gingen drie politieagenten 'nen kerel aanhouden in een huis aan 't vestje, 't Is ook 'aen deugniet naar den Ocsten geweest als soldaat, daar meer in 't kot gezeten als el ders, en nu weergekomenden leegganger spelen, welgekleed loopen drinken als hij het heeft, en zijn moeder voor hem laten bedelen op den buiten. Nu, de kerel moest aangehouden worden voor vechtpartij enz De agenten ontmoeten hem in de brusselsche straat, willen hem meêle'i- den. De kerel weigert, verdedigt zich met handen en voeten. De agenten leggen hem op den grond, binden hem, en trachten hem alzoo te d'-agen maar de kerel was te geweldig, en eindelijk is men verplicht geweest hem op een karreken te smijten en vast te binden en liem alzoo te voeren naar het wachthuis waar de deugniet nu zit te pruimen. IR amp te Gent. Zondag ten half vijf stond te Gent, St Hubc-rtstraat een voituur gereed voor 'nen doop. Nevens de koetsier zat een jonge Gentenaar van 16 jaren; op 't oogenblik dat d'achterwaresse mot 'tkind ging de koets instappen, de peercen verschrikken, loopen voort, een weinig verder de jonge Gentenaar valt op den grond, de wielen rijden hem over borst en beer,en, terwijl de peerden voertloopen tot in de Sa vaan- straat, niet ver van 't Paleis van Justicie; aldaar valt een dor peerden en het ander wordt vastgegrepen. Er zat in de voituur nog een kind van 6 jaar, hetwelk ongehinderd bleef.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1884 | | pagina 2