Geen valsclie getuigenis geven.
HampenMisdaden en Ongelukken
(EEN WAARACHTIGE GESCHIEDENIS.) 10
IX. L00PMARKTEN.
Terwijl het braai huisgezin vai< den Schepene in een bitter leed
verkeerde en op de folteringen van den angst heen en weer werd
geschud, terwijl de Schepene in droeve dubbinatie, ging pogen om
aan den ondergang te ontsnappen, in de Steenen Hoeve werd er
plezier gereed gemaakt.
Het ging daar, gelijk het Boek der Wijsheid, tot de goddeloozen
sprekende, opvoert: Laat ons de tegenwoordige goederen genieten,
en de schepselen gebruiken,terwijl wij nog jong zijn, spoedig; er zij
niemand onder cns, die niet deele iuonze dartelheid; laat ons o veral
teekenen achterlaten van onze weelle; want niemand zal aan onze
daden meer gedenken.
Zoo denken zij en zoo dwalen zij, want hunne boosheid heeft hen
verblind.
Volgens alles wat wij op de Steenen Hoeve zien, 't gaat er span
nen vandaag; een keukenmeid uit de stad is van in den vroegen
morgend aangekomen;manden met fijn gerechten en lekkere wijnen
zijn uit de stad aangebracht; in de beste kamer staat de groote tafel
reeds gedekt voor verscheide personen; want Nard, de dwaze Nard
houdt traktement; zijn vrienden en vriendinnen uit de stad zullen
komen; de vogel heeft nog eenige nieuwe pluimen, men weet dat
hij 12000 fr. moet ontvangen; hij wordt met vriendschap en gene
genheid omringd.
Mukli, zegt Nard tot zijn medegezel en medeopeter,'k ben
nieuwsgierig wat de paap zal zeggen.
Welke paap, Nard?
Hoe, welke paap, de Schepenel
Ha, de Schepenel
Gisteren is de deurwaarder er geweest; acht dagen heeft bij
tijd, en dan kan hij niet betalcnl
Zou hij kunnen betalen?
Dat denk ik niet, 't zou mij leed doen; ik wil d'hofsteê boven
zijn hoofd doen verkoopen en hem met g'heel zijnen boel op straat
zetten; Mukli, g'hebt mij daar 'ne goede raad gegeven.
Ben ik daarom uw vriend niet?
Zekerlijk, en dan is 't de beurt van den Schoolmeester; al mijn
vijanden moeten ten onderen... Maar, komt de fleemer daar niet
af?., ja, 't is hij, hier-en-daar! 't is..'t is de Schepene in persoon!
Gaat gij hem hier laten komen?
Dat is nog vervolgens; Mukli, ikga eens zien... En Nard ging
den Schepene tegen en ontving hem op den koer, onbeschoft roe
pende: Ha, Schepene, ge brengt zeker uw geld?
Neen, hofboer, ik kom u spreken.
Met woorden betaalt men niet, Schepene!
Maar ge weet toch wel dat ik u maar 1200 fr. schuldig ben!
Maar 1200 fr!
Gelijk ik u zeg! wat zou ik met die 12000 fr. verricht hebben!
Dat gaat mij niet aan, Schepene; al wat ik weet,is dat er hier
een getuigschrift berust door u geteekend en waarbij gij verklaard
12000 fr. schuldig te zijn.
1200 fr.
12000! ge gaat zeker toch uw handteeken niet loochenen!..
12000 fr. en dat zal ik getuigen en zweeren! Vader heeft het mij
wel honderde keeren gezegd en herhaald dat gij hem deze som
schuldig waart! Ha, Schepene, ge meint met zulke valsche trokken
uit nesten te geraken.
Maar, Nard toch, hoe durft gij zulke zaken houden staan!
Houden staan! als is u zeg dat ik daarop mijnen eed zal doen!
Wat bewijs hebt gij tegen die 12000 fr.?
Mijn kwitanciën die maar op 1200 fr. spreken.
Uwe kwitanciën! En wat beteekent dat? Ge kunt gij uw kwi
tanciën verbranden, vernietigen; wat zaken hebben wij met uw
kwitanciën? en als ge daarom gekomen zijt, Schepene, ik verwacht
Volk, zie,er zijn er daar reeds, en zorg maar dat uw geld er is, tot
den laatsten eens, of....
Of, wat zoudt ge doen?
Wat ik zou doen? Plakschriften op uw hofsteê doen hangen,
alles doen verkoopen.
O gij ongelukkige, moest uw vader-zaliger
Laat Vader maar in vrede rusten; g'hebt hem in zijn leven
genoeg afgetrutseld, en 't eenigste dat ik u raad, is van u maar sef
fens uit de voeten te maken...
wVat kon de Schepene nu doen? Hij stond als aan de steenen
geplakt door d'afgrijselijke leugentaal welke hij hoorde; van den
eenen kant zag hij den Mukli naar de deur komen, van den anderen
kant waren er feestgenoten aan d'hofpoort; hij bedacht zich dan een
oogenblik en verlietde Steenen Hoeve,zonder een woerd te spreken.
Heere God, riep hij uit, op de veldbaan zijnde, zult gij zulke
onreebtveerdigbeid kunnen gedoogen! Mijn vrouw, mijn arme
kinderen!
Een droeve weg naar de stad, was 't voor den man; helder in de
lucht, maar donker in zijn gemoed; de liefelijke zonnestralen uit
den blauwen hemel, 'c gezang der vogelen, de verrukkelijke aanblik
der velden, alwaar planten en gewassen door den morgenddauw
gelaafd, nu hun hoofdekens oprichtten, onder de streling der koes
terende zon, dit alles liet den man ong woelig; zijn picnthoi! zijn
pachthof! 12000 franken! 8 dagen tijd! En waar dit geld gehaald!
'ne Mensch in 't ongeluk, dweept geerne met zijn droefheid en
de toekomst vertoonde zich aan den Schepene in d'allerzwartste
kleuren, bij zooverre dat hij in 't huis van zijnen vriend komende,
moedeloos op 'ne stoel neêrzakte.
Hij vertelde zijn wreed geval en dit ontlastte zijn gemoed; een
woord van oprechten troost en van ware vriendschap vond hij in dal
eerlijk en treffelijk huis; men zou de zaak rijpelijk overwegen; zijn
rriend, een winselier, had kennis m:t een Rechtsgeleerde, welken
hij over de zaak dadelijk zou gaan spreken; ongelukkiglijk, de
Rechtsgeleerde was diendag afwezig, en zou maar fiat in deaavond
terug zijn; nieuwe tegenslag! Doch de vriend beloofde hem 's an
derdaags vroeg of nog dienzelfden avond te gaan spreken; onder-
tusschen moest de Schepene blijven 't middagmaal nemen; men
trachtte met wijze woorden, hem den toestand min donker te doen
uitschijnen, en als hij in den namiddag terugkeerde naar zijn huis,
zag hij er veel min treurig en in 't geheel niet wanhopig uit: In
Godsnaam, zegde hij, in Godsnaam!
Ondertusschen bleef de Tijd niet stil.
Een eerste dag verliep zonder eenige verandertng'aan den toe
stand te brengen. De zaak was ruchtbaar geworden; dé verstandige
menschen zagen aanstonds 't bedrog, doch zwegen en bekloegen
den Schepene, de babbeltongen gingen haren gang, en zelfs waren
"er eenige venijnige tongen die te verstaan gaven dat de Schepene
beter zou gedaan bebben van in een leemen hut te wonen, als zoo
lang op andermans goed te blijven.
De tweede dag: brief van den vriend uit de stad, de Rechtsge
leerde vreest dat de zaak der kwitanciën geen genoegzaam tegenbe
wijs zal zijn; hij vraagt om 't onderzoeken of er geen Parochianen
zijn aan welke de hofboer van die schuld zou gesproken hebben en
de som aangeduid.
Eilaas, neen! alles was bijzonder geheim gebleven.
Derde dag: er wordt uitgestrooid van wegens de Steenen Hoeve
dat, als de Schepene met zijn kwitanciën afkomt, men hem de in
tresten tot 12000 fr. zal vragen. Nard is bij een advaxaat Grijpvo
gel geweest.
Vierde dag, vijfde dag, geen verandering; de kritieke tijdstippen
I naderen; 't is zondag; tegen zijn gewoonte gaat de Schepene naar
de Vroegmis en van g'heel den dag ziet hem geen levende ziel. De
vriend uit de stad komt hem bezoeken. Geen uitkomst! geen geld
te vinden. Als laatste middel wordt hem aangeraden van "den eis-
scher op zijnen eed te roepen.
Zesde, zevende, achtste dag! Dagen van angst, van hertklopping
en van lijden. De negende dag, op slag van 10 ure trekt de deur
waarder binnen, zonder kloppen of bellen. Hij aanziet dit huis als
zijn eigendom.
Twee dagen nadien hangt er een gezegeld plakschrift op de
poort, 't Is op d'hofsteê zoo stil als in een 'graf. De menschen zien
dat M. de Pastoor zijnen bedrukten Parochiaan gaat bezoeken.
Wordt voortgezet.
RECHTBANKEN. Een hotelbaas van Blankenberg die in zijn
huis voor veel geld liet spelen, is verwezen tot 3 maand gevang en
3000 fr. boet. Te Bergen is een onmensch, dat zijn klein kind
erg mishandelde, tot 4 jaar gevang veroordeeld. Maandag
avond zijn de debatten over de moord van Lokeren geëindigd; de
Gezwoornen zijn ia beraadslaging gegaan en hebben den bleekers
gast Van de Vyver plichtig verklaard. Dan heeft het Hof de dood
straf tegen hem uitgesproken.
Veel nieuws, luttel goeds: Te Parijs is d'ander week in de rue St De-
nis, een groote ontploffing geweest in den kelder van een restauratie 2
man dood, zekere Viguier, officier der gardevils en Hermann, sergeant
major een jonkheid over 6 weken getrouwd. Zoo gaat het: heden rood
morgen dood! Er zijn 21 gekwetsten. D'oorzaak der ramp is nog onbe
kend. D'ander week zijn de gendarms wederom naar Hekelgem ge
weest voor de misdaad aldaar gepieegd; de dochter zit gevangen te Brus
sel: 22 jaar, kloek en gezond en opgesloten zitten gelijk dieren in een
menagerie, g'heel 't Land door op de tong rijden, dat zijn de1 gevolgen
van een slecht gedrag Dat de jonkheid wist hoe veel levens er vergald
zijn, hoe veel gemoederen afgeknaagd worden van spijt, men zou voor
zichtig zijn, de dwaze looperij vermijden en de driften beteugelen. Eens
met den blok aan 't been, dan is het te laat! Te Meulebeek, Heyvaart-
straat, is in 't water gevallen en verdronken. Charelken Morel op zijn
zeven jaar, en te Vorst, hoogstraat eenjongsken van 9 jaar dat op aan
rading zijner kameraadjes in de Senne gesprongen was. Te St-Denijg-
Westrera, boven Gent, de landbouwer Constant Stevens, kwam 's avonds
met zijn beerwagen naar huis5 minuten van zijn huis zijnde, doet hij de
peerden rapper rijden, en zit er met de zweep op; maar nu. 't ongeluk,
wilde dat hij zijn evenwicht verloor, viel en zich den hals brak. In den
nacht van 20 tot 21 is er in de statie van Stuyvenberg, Antwerpen, gesto
len een koffer met kleergoed, en den nacht nadien hebben twee' nacht
wakers der St,-Jacobsmarkt, tot Antwerpen, 3 manskerels aangehouden
gewapend met messen en die d'eenzame voorbijgangers aanrandden.
Vlasfabriek afgebrand,
te Lisonette, ouder Dinant, zondagavond ten 6 ure, de vlasfabriek van M.
Monin. Het was onmogelijk iets te redden.
Diefte t'Antwerpen.
In den Anker, Dambrugschestraat, maandag tusschen 4 en 6 ure 's mor
gens langs achter ingekomen, hebben de dieven een ruit uitgesneden
een kommode opengebroken, 100 fr. gestolen, een gouden horiogie met
keting, medailles, ooringen, 2 bussen van maatschappijen enz., alles tot
500 beloopende.
Kerkdieven.
Te Brussel gingen zondag avond twee manschappon in een goudsme
derij, stukken van ciboriën verkoopen. Ze waren daar bij eerlijk Volk-
de Policie is verwittigd en heelt da twee gasten in 't droog gezet. Aldus
zullen misschien, talrijke ksrkdieften sedert eenigen tijd gepleegd, kun
nen gestraft worden. Den 1 Januari werd te Luik een vermaarde'kerk
dief aangehouden; zware vermoedens wogen op zekeren Gust Beutels van
Sichem, nu te Tilleur wonende; hij werd bij de Policie ontboden, doch
waarschijnlijk wetende hoe laat het ging zijn, vluchtte hij en men kon
zijn speur niet vinden. Nu is hij eindelijk ontdekt en vastgezet in 't ar
rondissement Leuven.
1 Gevaarlijke misgreep.
'ne Man van tegen Verviers zond onlangs zijnen knecht naar do stad
om een flesch purgatiewater. De knecht gaat, keert weer, do meester
neemt het in, maar wordt onpasselijk om de dood te sterven; in plaats
vaneen purgatiewater had hij spiritus van wijn gedronken, zijn lijf
scheurde open, doch aanstonds dronk hij twee karaffen water en deed
den Geneesheer roepen,die verdere medikamonten gaf. De misgreep was
te wijten aan den knecht, die twee ibsschea had moeten meebrengen ea
d'een voor d'ander aan zijn meester gegeven.