JSriilBrijMfc o.oe St Nikolaas. ak. van den boom des levens uit bet Paradijs weder op en zocht nu naar het graf van Adam. Een kleine grafheuvel onder dicht houtgewas wees hem de plek aan, waar zijn vader begraven lag en daar plaatste hij den tak. die aan Adam vertroosting konde brengen tot in de diepteder aarde. En de tak schoot wortelen in de aarde, die het stoffelijk overschot van den eersten mensch bedekte. Hij wies op,onder den straal van Gods zonneschijn Uit de kleine t wijg groeide een boom op, welks kruin over het omringende bosschage en eindelijk over al de hooge stammen van het "gjoud heenreikte. Aldoor groeide de boom. aldoor, zoodat eindelijk geen enkele boom des lands bij dezen n de schaduw konde staan. En toen hij zich in volle lengteen heer lijkheid had ontwikkeld, strekte hij al breeder en breeder zijne takken uit, zoodat het lommer van zijn gebladerte niet alleen het graf van den eerstnn stamvader, doch ook de graven van volgende geslachten over schaduwde. En altoos door groeide de boom. De dauw des hemels verfrischte iede- ren ochtend zijne levendig groene bladeren; in zijnedicht bewassen takken zochten de vogelen des hemels een schuiloord tegen de stormen en zijne "wijd uitgeslagen wortelen waren bedekt met een groen tapeet, waarin duizenderlei bloemen van de schitterendste tot de teederste kleuren sche nen doorheen geweven te zijn. In de dagen van den zomer zweefden bijen en vlinders af en aan, van bloem tot bloem, rondom dezen boom, terwijl in de dagen der lente het gekweel en gezang van tallooze vogelen onder zijne takken overschoone muziek maakte. Doch naarmate de boom hooger opschoot en prachtiger zieh welfde, neigden de menschen, terwijl geslachten op geslachten volgden, steeds meer tot de boosheid en "het bederf. In hun hoogmoed durfden zij den boom bespotten, nadat hij hen met zijn lommer bevcbu- en met zijne schoonheid hunne oogen verheugd had. Toen de zonden der menschen de maat hadden volgemeten, beval God de Heer, dat de vloed over hen zoude losbreken. De wateren overdekten de aarde en de menschen en de dieren, die ze bewoonden, vonden allen, op eenigen na, den dood. De boom echter ging niet ten gronde. Toen de wateren begonnen te vallen, bracht de duif. welke Noach had uitgezon den, een der groene takken van den boom des levens, als teeken der ver zoening in de ark. Eenwen later werd een andere tak van dezen boom afgebroken en diende Mozes tot staf. Met deze roede sloeg hij de harde rots, die zich openen moest, ten einde de bron van helder drinkwater doorte laten en aan deze bron leschten de Israëlieten hun dorst. De eerste tuchtiging verbeterde het menschelijk geslacht op den duur niet; afgunstig op de pracht van den boom, nog afgunstigerop zijn langen leeftijd, waarbij de hunne in vergelijking niets was, legden de menschen de bijl aan den wortel. En zij velden den boom, alsof hij een boom ge weest ware als ieder andere. Nadat zij dit vergrijp gepleegd hadden, sle pen zij den geweldig grooten stam over de wegen en paden voort en wil den hem aan den meest biedende verkoopen. Doch niemand wilde hom koopen Toei slagen zij er met hunne aksten de bolvormigheden af, zoo dat de boom vierhoekig werd; daarna legden zij hem over een bergstroom heen om als brug te dienen. Eeuwen door gingen de menschen overdeze brug, zonder dat iemand er aan dacht te vragen uit welk hout eigenlijk deze brug bestond. En toch ieder, die er overging, was het te moede, alsof zijn hart samengeperst werd en gedurende zijne volgende levensdagen was de glimlach voor al toos van zijne lippen geweken. Dan, alhoewel elkeen deze gewaarwording ondervond, spraken de menschen niet anders dan op onverschilligen toon over de brug van den grooten boomstam. Slechts een enkele maakte daarop uitzondering. Toen de koningin van Saba, de beroemde Balkis, met vele kostbaarheden dezen weg langs kwam cm koning Salomon te huldigen, bleef zij ontsteld staan, toen zij de brug genaderd was; zij w-ilde geen voet op dezen balk zetten, die daar als brug over de schuimende breede beek was geworpen. Lang bleef zij in diepe overpeinzing voor de brug staan en smartelijke voorgezichten schenen langs het oog van haren geest voorbij te trekken; zij zag in vizioen den oorsprong, do beteekenis en de bestemming van den geheimvollen boom stam; zij zag in den geest, hoe eens de Heiland der wereld aan dezen boomstam zoude lijden en sterven. Zij knielde neder en vereerde lang, zeer lang den boom, gesproten uit den tak, dien eenmaal de engel van het Paradijs aan Seth gegeven had. Toen trok zij den bergstroom door op eene ondiepe plaats, liever wilde zij door de modder waden, liever de gou den franjes van haar koninginnekleed besmeuren dan den heiligen boom met voeten treden. Salomon schonk aan de woorden der koningin van Saba geloof en daar hij juist bezig was met het opbouwen van den tempel te Jerusalem, liet hij den boomstam ophalen, ten einde dien als een pilaar in den tempel te gebruiken. Doch de boomstam paste nergens in het samenstel van het kerkgebouw; waar de bouwlieden hem ook wilden plaatsen, hij was ofte kort of te lang. Eindelijk werd besloten er een stuk af te zagen* doch toen de timmerlieden daarmede wilden beginnen, scheen de stam zoo klein te zijn geworden voor een oogenblik, dat er van afgezien werd om hem als kolom in den tempel te bezigen. Na vele vergeefsche pogingen om den boom ergens te kunnen passen, liet koning Salomon den stam ten laatste weder terugbrengen, waar de werklieden hem gevonden hadden. Salomon verviel later tot de afgoderijen degenen die in zijne omgeving waren, schenen elkander in verkeerdheden en misdaden te willen over treffen. Toen kondigde' de Heer in stormgeloei en dreunenden donder en bliksemvuur aan, dat de ure zijner gramschap had geslagen. De rivieren kwamen buiten hare oevers, de oogst werd alom wegge vaagd en waar nog zooeven het goudgele graan wiegelde,daar bruischten nu meer en moeras. De oevers van den bergstroom waarover de groote boomstam lag, brokkelden weg en de stam werd onder de aarde bedol ven. Eenige eeuwen vervlogen; de wateren zochten een andere bedding en de oevers van voorheen herstelden zich langzaam. De groote boomstam had ginds en her gedreven en was eindelijk ter vaster plaatse gekomen op de plek, aar later de Bethsaïda-vijver werd gegraven. Toen het bek ken werd gedolven, vonden de werkliedenden boom, doch lieten hem liggen. En zoo geschiedde het, dat aldaar op zekere tijden de zieken gene zen werden, niet alleen omdat de engel uit den Hoogen daalde om het water van den vijver te beroeren, doch ook wegens de genezende kracht van den boom. De menigte echter stond daarbij niet stil en ten laatste was het uit der menschen heugenis gewischt, dat de boom op den bodem des vijvers lag. De legende echter van den grooten boom, die eens tot brug had gediend, stien niet weg, doch werd van mond tot mond overgeleverd van het Oude in het Nieuwe Verbond. Waar deze boom gebleven was, daar dacht men intusschen niet meer aan. Toen, volgens de raadsbesluiten des Eeuwigen, de volheid der tijden was aangebroken, en in dien gedenkwaardige nacht, welks schaduwen de doodsangst van den Heiland omhulden, herinnerden zijne vijanden zich, gelijk iemand zich een lang vervlogen droom her innert, dat er een groote boomstam bestond, in de diepte der wateren verborgen. En toen dacht het hun, dat deze wegens de zonden der menschen weggedrevene, door de watervloeden, waarin hij bedolven wa3, ge harde boomstam zwaarder zou zijn te dragen dan eenige andere. En met veel moeite haalden zij den stam van den bodem des vijvers op, sloegen daarvan een kruis sa men en legden het op de heilige schouders van Jesus Christus. Toen de Heiland met zijne beulen op de kruin van Golgotha was aangekomen, dreven dezen den voet des Kruizes diep in de aarde. De plek echter waar dit werk tuig des Lijdens werd opgericht, was juist dezelfde, waar vóór duizenden jaren de aarde zich geopend had om het stoffelijk overblijfsels van Adam te ontvangen. Toen de beulen den kuil groeven voor het kruis, stiet en hunne spaden op het gebeente van Adam, datdoorzijne nakomelingen nu werd verstrooid De schedel rolde aan den voet van het Kruis om daar te blijven liggen, en op het doodshoofd van Adam vloeiden de eerste droppelen van het goddelijk Bloed, aan den kruisboom voor de verlossing der wereld vergoten. Te midden van de stuiptrekkingen der geheele natuur, gaf Christus zijnen geest, hemel en aarde beefden. Verscheidene eeuwen do ir bleef nu weder de kruis-' boom op den Calvarieberg bedolven en het heidendom, dat zijn triomf meende te vieren, had ter plaatse een af godstempel gesticht. Doch toen aan keizer Konstantijn in een vizioen het kruis verscheen als teeken der we reldheerschappij, toen wilde hij ook den kruisboom, waaraan het werk der wereld verlossing volbracht was, zijne hulde bieden. Hij vatte dus het voornemen op, eene kerk te bouwen op den Calvarieberg. Zijne vrome moe der Helena, die destijds reeds in de tachtig was, onder nam een pelgrimsreize naar Jerusalem.'Zij wilde pogen het heilige kruishout terug te vinden, waaraan het bloed van onzen Heiland vergoten was, en verzekerde zich ten dien einde van de hulp en de gebeden des heili gen bisschops Macarius. De afgodstempel werd afgebroken, ook defundamen ten, en toen men in den heuvel verder groef, vond men de grot van het Heilig Graf. Deze bevatte drie kruizen, do nage1 en en de tabel, met het opschrift dat Pilatus als een hoonende titel, meende hij, aan den kruisboom had laten vasthechten. Ofschodn nu deze tabel tabel be ter scheen te passen aan het eene kruis als aan de beide anderen, vergenoegden toch de keizerin en de heilige' bisschop zich niet met deze aanduiding, om het voor werp van hun godvruchtige en ijverige navo rschingen als het ware te erkennen. De H. Macarius bad gerui- men tijd en zeer innig, om een veilig teeken, dat hun een zeker licht zou doen opgaan in dezen twijfel. Hij smeekte van den Hemel een zichtbaar feit af, waaruit de echtheid zoude blijken van het Heilige kruishout, eens met godmenschelijk bloed gedrenkt. Weldra wierd zijn gebed verhoord. Eene aanzienlijke matrone, te Jerusalem woonachtig, lag gevaarlijk ziek; alle hoop op haar behoud was op gegeven; zij had den dood op de lippen. De Bisschop liet haar naar de grot vervoeren en in 't bijzijn der keizerin, der priesterenschaar en van al het volk, een voor eernde drie kru zen aanraken, welke in de grot van den Calvarieberg gezonden waren. Debeideeersten brachten niet de minste verandering in haren toestand te weeg; zobdra echter had zij niet het derde kruis, het ware Kruis aangeraakt of zij stond overeind, vol slagen genezen. Van dezen stond af aan werd het Ware Kruis aan de vereering der geloovigen voorgesteld. Kort na de won derbaarlijke Kruisvinding zond de keizerin een gedeelte van den Kruisboom en de heilige nagelen aan haren zoon. Een nog grooter deel liet zij in eene reliekkas van gedreven zilver sluiten en overhandigde die aan den H. Macarius, opdat hij ze zoude bewaren voor de toekomende geslachten. 't Duurde niet lang of de kroondragers en grooten dezer wereld begonnen naarstige moeite te doen om ook een partikel van den Heiligen Kruisboom te verkrijgen. Dunne splinters van den heiligen stam werden als rijke schatten aan de hoofdkerken der Christenheid opge zonden. De vermaardste kunstenaars, de meesters in de goudsmeedkunst vervaardigden kostelijke reliek schrijnen, versierden ze metpaarlen en diamanten;geen metaal, geen gesteente scheen edel genoeg om tot be dekking te dienen van een enke' splintertje van het Heilig Kruis. Ook keizers- en konmgs-kronen dienden tot reliquiarium en het was alsof het bijna onzichtbare partikel van het Heilig Kruis de macht der vorsten schraagde en de dragers van zulke kronen vervulde met den geest van gerechtigheid, kracht en wijsheid, doordien zij gedurig herinnerd werden aan de waarheid, dat ook de machtigste keizer ter wereld slechts een dienaar is van den Koning der Koningen in den hemel. Dan, er zal een dag aanbreken, waarop alle kassen en vaten die gedeelten van het Heilig Ki uis bevatten, zuilen vergaan. Ook het duurste metaal, ook het zorg vuldigste werk van menschenhandzal verteerd worden door de vlammen der eeuwige gerechtigheid Aide par- tikt len van het li eiiig Kruis werden alsdan- echter op nieuw vereenigd tot éenen Kruisboom en de mensche- lijke geslachten zullen zien hoe het Heilig Kruis, in tri omf door engelenhand ten U oogen gedragen, zal stralen op de wolken, in den gloed der zon die opgaat over den jongsten dag. En in de schaduw van dit Heilige Teeken der Ver lossing zullen alle menschen worden gedaagd voor Gods gericht, om de uitspraak te hooren die hunne bestem ming aankondigt voor de eeuwigheid. 8 Aalst, 's zaterdags. Tarwe 22 oO a 24 oO Rogge t"> 50 a 16 So Mastelum 20 Oo 22 oO Haver 18 0 düp Gerst Oo oO a oo oO Hop 1883 OOo a Oo 00 Aardappels ft CO a OS 50 Boter 3 k. 8 45 a 09 27 Eieren 25 1 6'. a 1 85 Vlas 3 kilo o 0C a 00 Viggens kop.4o 00 a 50 00 Geeraaf fsfbr gen. Tarwe IC k.24 00 00 oO Mast'eluin 20 a 00 Rogge 17 a 00 Boone 20 A 00 Aardappels 06 oo a OO Boter 3 kilo 2 35 o oO Eieren 25 1 68 a 0 - Vlas perkilo 1 15 a 0 TC Nikove, 's dijnsdags. Tarwe 100 k.22 i0 a 23 5C Rogge lti Oo a 16 5e Aardappel 5 00 a 6 oO Boter 1/2 k. 1 40 a 1 Losers», woensdag. Tarwe 105 1.18 <-0 a 19 75 Rogge 13 00 a 14 00 garst Co oo a oo ü0 haver 13 ï5 A 14 2 Zslb, dijnsdag. Tarwe 1061. 18 00 a 2o 25 haver 150 1. 13 5i' a 13 o: boter p. k. 2 36 a 2 54 kemp 11 k.a Jirndermondk, maandag. Witte tarwe 22 50 a 23 Oo rogge 15 oo a 15 50 boekweit 18 a vlas per kilo 0 a kemp 0 Co 0 85 boter p.kilo t Co a 2 8o eieren 25 2 0o a 2 35 aardappels 06 00 a 07 Kortrue, maandag, aardapp. gele 05 50 i06 oO roode o-* 5o a 06 00 boter per 1/2 k. 1 36 a 1 6o koolzaadol.T03k 624 62 73 hjnol. 100 k. 44 5o a 00 AilDENAARDI. Witte tarwe p. hekt. roode dito masteluia rogge haver aardappelen p. beter per k. eieren per 25 erwten vlas per kilo 18,25 18.25 1425 13,75 19,0a 00 k. C5 5« 2,62 4,81 •0,00 Eecloo, donderdag. Witte tarwe. 23.50 rogge 17,50 haver 18,50 gerst 21,00 a 22,00 boter 2,5e a 0,o0 eieren 1,75 a 0,00 Tarwe per 108 1. 2o 5e poldertarwe i8.o* rogge 14.00 boekweit 15,50 haver 12 75 duivenboonen 18,50 erwten 17 50 vlas 4,00 aardappelen o5,iö boter 3,61 eieren për 26 1.91 Zottegkm. Roode tarwe 23 oO 23 50 mastelum 16,00 a 17.oö rogge 18,00 a 19 oö haver I8,o0 a 0?,00 .Roesklasre, dijnsdag. Witte tarwe p. ÜTO k. 24,0e roode dito 21.04 rogge (6,73 haven 19,— paardeboonen 21,50 aardappelen p. 100k. oS.oö boter per kilo 2 9o eieren per 26 1.75 ANTWERPEN. Middelprijzen p. 100 kilogr. Tarwe bi. int. 1 kwal. 30,75 -•> 2 28,75 rogge bl. inl. 25,00 fransche duitsche maandag werden ter vtt markt verkocht per kilog: op voet, lis. 90, g0 2ossen, o,96 i 06 3Kothen, 0,8o s 0,90 ele kalveren, 1,15 a 1 25 ÜAoSKLT. arwe per 100 22 ogge o is 00 haver 17 50 Garst 18 50 G«never ïo

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1884 | | pagina 4