Geen valsche geluigeais geven.
(EEN WAARACHTIGE GESCHIEDENIS.) 12
XI. GRAFMAKER EN VELDWACHTER.
De avond van een schoonen zomerschen Juni-dag. Hoe liefelijk
als de zon, die haren dagelijkschen weg heeft afgelegd, met dezelfde
weldadigheid, met denzelfden glans als de eerste dag der Schepping,
air die schitterende lichtbode in 't Zuiden hare laatste stralen schiet',
om weldra te verdwijnen, terwijl zij toch nog eenige stonden met
haren sleep van kleurlicht, den gezichteinder optooit. De prachtige
natuurverschijnsels; 't is op den Buiten, in 't vrije veld, dat zij hun
rijkste schouwspel opleveren.
De zonne, dat licht over 6 duizend jaar ontsteken en nog in de
zelfde kracht en orde haren gestadigen dienst verrichtende, ze gaat
een ander werelddeel beschijnen. Alles is stil op'tdorp.de bewoners
*ijn werkzaam op hun akkers of inde stallen enschuren, en eenzaam
staat daar het kerkje met zijnen scherpen, blinkende schalietoren,
het kerkje dat op een zachte wijze geheel het dorp beheerscht en
onder hare eerste schaduw, de lijken der overledenen bewaart en
bcschermt.^ïljg03*
In het dorp waar onze vriend de Schepene woont en het slacht-
offer was van een ijselijke schurkerij, daar, gelijk bijna overal,is het
kerkhof rond de kerk gelegen. Telkens dat de bewoners naar de
kerk gaan, ze zien de graven hunner Ouders, Bloedverwanten en
Vrienden, d'afgestorvenen worden herdacht,en zalige gevoelens over
de vergankelijkheid der wereldsche goederen treden de herten bin
nen. De grafmaker heeft zijn werk verricht, 'ne put gemaakt, en nu
werpt hij zijn blikken in de ronde van zijn domeinen. Een bejaard
man, en met een wezen zoo kalm en zoo koel als een arduinsteen,
doch in zijn hart schuilt medelijden,want 't is met droefheid dat hij
van den put naar den kerkhofmuur gaat, alwaar de veldwachter
uit een herberg komt getreden.
De put is gemaakt, Tist?
Gelijk ge ziet, champetter, voorj't manneken, van den Sekre-
tans. ..-..„-f:.
'Tist, 'tis toch droef, alzoo een lief manneken, zeven jaar, uit
den kwaden, zoo vet als een molleken en zoo blozende als een
kriek! En dat krijgt de kroep, en op eenige dagen 't is dood!
Ja champetter, dat gaat alzoo in de wereld, 't is komen en
gaan, gelijk de dominé zei; komen en gaan!
De^ sekretaris, k heb hem daar gezien, hij is geenen mensch
meer! Tist, Tist, dat in mijn macht ware, om dat kind terug te ge-
ven aan zijn vader, k en dronk in 6 maand geenen enkelen druppel
al moest ik kreveeren van dorst en van folteratie, zooveel kompas
sie heb ik met die menscben.
Oca, champetter, wat zal ik zeggen onze vorige Pastoor,
g en hebt hem niet gekend, hii is 90 jaar geworden en ik was hier
al 15 jaar grafmaker, als hij kwam te sterven.
Tist, hoelang zijt ge dan al grafmaker
Hoelang? als 't nu Processie wordt, 47 jaar, champetter, en
mijn eerste graf wasvooreenkind.dat pakte mij geweldig maar
sedertdien 'k ben eraan gewend.
Gelijk de duivel aan 't branden 1
Nu, om dat voort te vertellen, onzen ouden Pastoor, 'k heb
hem menigen keer hooren preêken over de Familiën, dat elk kind
zijnen zegen meebrengt, maar dat Ons Heer ook 't getal zijner
Engelkes moet hebben en dat een overleden kind dikwijls een Fa
milie van groote ongelukken bewaarc.
't Kan zijn, Tist, maar elk houdt toch geerne zijn kinderen
en nu van iets anders gesproken, de Schepene.
Ja, hoe is't daarmee, champetter? de man ziet er alle dagen
droever uit, blijft de zaak nog eenigen tijd duren, ik vrees dat 'hij
mij werk zal leveren.
Leng duren, Tist, kan het niet; 'k heo hem daar zijn laatste
citatie gedragen.
En wat zegde hij
Niets, geen gebenedijd woord
En wat gaat er nu gebeuren
Wat er gaat gebeuren, Tist; Nard wordt op zijnen eed ge
roepen 0
Wat geeft 'ae valschcn eed voor zulken schavuit
Tist, de proceduur moe toch haren gang volgen; we zijn nu
vrijdag, maandag ten 10 ure is de zaak opgeroepen, en bevestigt
Nard met eed dat de Schepene hem die som schuldig is, dan gaan
de zaken voort en de man zit met zijn Familie op straat.
Den helschen deugeniet, riep de Grafmaker, zijne spade tegen
den grond stampende; de schande van ons Procbie! Maar, Cham
petter, zie eens, mij dunkt, daar in de verte, er moet brand zijn!
Brand! brand! kreet de dienaar der openbare macht; brand!
brand! inderdaad! hoe hebben wij dat niet vroeger gezienl't is langs
den kant der Steenen Hoeve! Wie weet, is het de Steenen Hoeve
met?
En de veldwachter liep ijlings weg, terwijl de grafmaker zijnspade
op den rug nam en hem volgde, zoo spoedig als zijn oude jaren het
toelieten.
Brand! brand! welk ijselijk geroep, bijzonderlijk op den Buiten
waar de woonsten ver afgelegen zijn en er geen reddingstuigen bij
der band. Brand! brand! diï geroep weerklonk dadelijk van oost
naar zuid, en g'heel de Parochie geraakt te been.
t Was inderdaad de groote en sterke Steenen Hoeve die in brand
geraakt was. Aan de schuren begonnen, had hel vuur op korte 00-
genblikken het gansch gebouw aangerand en op zulke wijze vast
gegrepen dat, buiten eenige stukken van weerde en den geldkoffer,
er mets kon gered worden. De vlammen sl;eg:n vervaarlijk in
a hoogte en een uur nadien bleef er van dit sterk gebouw niets over
dan de zwartgerookte mureD.
En Nard zal men vragen? Nard lag bedronken, als 't vuur zijn
woning aanrandde; nog een weinig en hij was levend verbrand.
I er wijl de roode vlammen in d'hoogte stegen en dat de parochianen
hun beste deden om te redden wat er son gered worden, Nard, de
booze Nard liep rond, als een verworpelinggeen woord was er' uit
zijnen mond te krijgen;degenen die hem wilden troosten,kregen een
bitsige en bijtende antwoord; zijn geweten riep hem dat de straffe
Gods zich reeds deed gevoelen, maar zijn goddeloos hart verwierp
alle goede ingevingeh en na eenigen tijd rondgeloopen te hebben,
nam hij de vlucht naar de stad roepende: ik zal hem vinden!
Wie vinden? wie, ellendeling?
De zaterdag ging voorbijde zondag namiddag kwamen de ge
ruchten in bet dorp, dat Nard, geholpen dooreen geuzenbende der
stad, dat zij middelen inspanden om den Schepene als brandstichter
te doen vervolgen, als brandstichter, met het inzicht van het bewijs
zijner schuld te vernietigen. Er waren getuigen, zegde menzij
hadden de Schepene rondde Steenen Hoeve gezien; hij moet niet
alleen van zijn hofsteê gezet, maar als brandstichter in de gevangenis.
En te midden dezer bedreigelijke geruchten was men genaderd
tot den dag dat Nard de wezentlijkheid zijnerschuid zou bevestigen
Met verpletterend hert, maar toch bereid om geduldig alles té
verdragen, begaf de brave man zich naar de stad. Wat zou hij mee
brengen? Den ondergang? Een beschuldiging te meer op hem? Dat
vreesde hij, maar zijn brave en godvruchtige vrouw bleef hopen te
gen alle hoop; haar betrouwen stond vastjze zouden gered worden-
hoe en door wie God is almachtig, zegde zij; bij kan en hij zal ons
helpen. En terwijl haar Echtgenoot naar de stad trok ging zij al bid
dende voort aan haar huiswerk en stelde hare kinderen gerust.(v.w
NIEUWS UIT WESTVLAANDEREN. Da koning heeft Peter ge
weest van den zevenden zoon van Désiró Lins van Handzame en aan
dien eerzamen werkman 150 franks geschonken
'T Geestelijk Collegie van Iperen viert den 24 April den 50" verjaardag
van zijne stichting. J 8
B®vören bij Harelbeke, zijn twee schelven afgebrand. Men
schrijft dien brand toe aan kwaadwilligheid, en te Ousselghem beeft men
een kinderlijkje opgevischt. 't Was in een matte gewonden en met ijzer
draad toegenaaid... De baldadigheid en zedeloosheid groeit gedurig aan
tegen die plage moet elk doen wat hij kan
Donderdag had de begraving plaats van den Zeer Eerw. HeerHuvs
pastor Deken van Poperinghe. Buitengewoon veel volkArmen en rijken
kwamen den duurbaren afgestorvene eene laatste hulde bewijzen en een
gebed ten Hemel sturen voor eenen getrouwen Vriend, voor eenen Ouden
Meester, voor eenen goeden Herder: mannen die werken tegen Kerk en
Friesterzulke alléén zag men er niet!
BRUSSEL. Er is een jonge Katholieke Voorwacht ingericht, die
reeds verschelde honderde leden telt. - Men gaat in de groote kiezing
den vijand aanvallen. 8
7 4 '15,fr- GRANEN kalm en weinig handel; Garens en
geweefsels, de handel verbetert. Spek, markt kalm en prijzen nominaal.
NOG RAMPEN. MISDADEN EN ONGELUKKEN.
Aksident in de Kamer.
D'ander week terwijl Jottrand van Brussel afgaf dat de mannen van
t ochoolenkwest nog te weinig gerekend hebben, (en er waren er die 1
frank en half per minuut trokken), als Jottrand dezen feilen thema afsaf
eensklaps een ander lid der Kamer Paternoster genaamd,zakt ineen veel
Vrijdenkers verbleekten, peizende 't is misschien een subiete dood- maar
t was puur en simpel 'ne stoel die gebroken zijnde, dezen wetgever had
doen neerzakken. 8
'Vliegende geraaktheid.
Zondag, de kornel van etat-major Poirson te Brussel liggende alwaar
hij woont Pepmstraat, was gaan wandelen, hij komt thuis en wordt ge
troffen door een vliegende geraaktheid, dat wilt zeggen, valt neêr op den
slag, buiten kennis.
Maandag 31 Maart is tot Adinkerke een droef ongeluk voorgeval
len; August Vlamynck, herbergier en brouwersgast te Veurne had bier
geleverd op de gezegde Commune; in het wederkeeren, wijk Zwarten
boek, de kar is overgeslagen door 't verschieten van 't peerd, denkt men
de mensch is er afgevallen en doodgereden.
Zedebederfsser.
Dat is toch t schandaligste dat er kan bestaan, achter de verergernis
an a f3. enj' Te Vilvorde is een vrouw van 22 jaar vastgezer, als
zeQGuecieriSLör.
Lijk op 't Convoi gevonden.
Zaturdag avond te Arlon, op den laatsten trein uit Luxemburg werd
t lijk gevonden van een welgekleedde jongeling. Hij had zijn zeiven dood
geschoten! welke ijselijkheden wij toch moeten hoorenl
Voorzichtig met vuurwapens.
Te Wasseiges, een dorp in de Walen; een jongslee van 13 jaar was
met zijn zusterken van 6 jaar eu hall in een geburenhuis gaan spelen hii
ziet daar een geweer staan, neemt het op, speelt er meê, maakt miene
van naar zijn zuster te schieten; ongelukkiglijk, 't geweer was geladen,
t gaat af, 't zusterken is getroffen in haar hoofd en sterft 3 uren na lien
De geburen vieien kwalijk van schrik en zijn er nog ziek van... Waarom
de geweeren toch met zorgvuldig wegsteken?
Beurzesntjderijan
N° 1. Vrijdag van d'andor week, 'ne mijnheer komt te Brussel uit de
Nationale Bank en gaat in de nabijheid voor een boekwinkel staan Vier
vijf kerels komen ook de vitrien bekijken Be mijnheer vervoordert zijnen
weg, gaat in een magazijn iets lcoopen, wilt betalen, maar zijn Held is
weg. 200 fr. en intresten van aktiën.
N" 2. Zelfde dag,in de Nieuwe overdekte Markt, 'ne gardevil ziet ie
mand rondflenteren: 45 jaar oud, bruin, wel, zeer wel gekleed; maar toch
do gardevil vindt iets in dion man, hij volgt hem van verre en ziet dat hij
onder voorwendsel van naar appelcienen, radijzen, haringen en ander
dergelijks te zien, dat hij zijn vingers to lang laat hangen. De mijnheer
wordj, naar de Policie gebracht en daar bekent hij te zijn een Italjaner.
5 jaar in t gevang gezeten te hebben, en te leven door beurzosnij ierij.
N° 3 Ander soort van escrokkerie: Zekere Alfred August D..., een
oud-veroordeelde en onder toezicht der Policie, hoort hoe dat minschap
aan geld geraakte: hij had zich den tenue aangeschaft vau onder-offfcier
der artillerie en aldus gekleed ging hij, met papieren in d'hand naar d'Ou-
ders van soldaten, om er op d'een of d'ander manier geld af te trutselen.
Aldus heeft hij schoone daghuurkens gemaakt, maar zit nu vast.
Da diefte in de Pastorij van On.
ON, o-n on, oen aardige naam! en dat is eenprochie, gelegen te Jemelle
in Luxemburg, niet ver van St Hubert, patroon tegen de Razernij en waar
dat gedurig mirakel gebeurt; ge vindt er die spotten met de bovennatuur
lijke macht; maar dit ze 'ne keer uitleggen hoe do menscben te St Hubert