Geen valsche getuigenis geven.
f
15
(EEN WAARACHTIGE GESCHIEDENIS.)
XIII. ELK HET ZIJNE.
Deurwaarder, riep de Rechter, juist toen de zoon der Stee-
nen Hoeve in volle viktorie den Tribunaal ging verlaten, en buiten
stonden zijn trawanten gereed om hem geluk te wenschen en naar
hunne herbergen te trekken, om er te vieren en te feesten op de
kosten der verdrukte Onschuld; deurwaarder, zoo klonk de stem,
breng al de comparanten der vorige zaak terug.
Dat zegde hij, een papier in d'hand houdende aan de vier hoeken
verbrand.
Nard wist met zijn verbazing geenen weg.
Wat mocht, wat kon dat zijn
Eenige oogenblikken stilte.
De Voorzitter liet het schrift lezen, aan den Rechter van links,
dan aan den Rechter van den anderen kant, een korte stille woor
denwisseling, terwijl al d aanwezigen oogen en ooren in oplettend
heid en aandacht hielden.
Aanklager, sprak de Rechter, treedt toe 1
Toen dit bevel volbracht wis,
Gij komt daar bij eed te bevestigen, zoo ging de Rechter
voort, dat de Schepene u 12,000 fr. schuldig is f
Nard knikte ja.
12,000 fr... Jongeling, de £aak wordt terug opgeroepen. Er
is een andere getuige verschenen. Geliet tot hier te komen.
Nard stond aan de bank der advokaten en trad nog eenige stap
pen dichter bij de Rechtbank.
Herkent gij dit handteeken? vroeg de Rechter, hem het geo
pend verbrand papier toonertde.
Nard keek op. Ellendige, wat is er, dat gij zoo bleek wordt! dat
gij waggelt op uw voeten, dat gij 'ne steun zoekt en u met d'hand
op de tafel der Rechtbank moet vasthouden
Groote God! wat zijn uw oordeelen rechtveerdigDen ongeluk-
kigeneen laatste maal vermanende,had M.de Pastoor hem gezegd:
Het moet u niet verwonderen, als uw Vader uit zijn grai zou ko
men, om uw euveldaad te beletten 1
En daar, 't was zijn Vader in persoon niet, maar zijns Vaders ge.
schrift, zijns Vaders handteeken
De Voorzitter liet hem niet lang tijd om zich te bezinnen Her
kent ge dat sehrift? van wie is dat handteeken
Eilaas, van mijn Vader
Welnu, ik ga u lezing geven van dit geschrift al d'aanwezi-
gen luisterden als vinken; toen Nard voor zich keek,links of rechts,
dan zag hij dnj koppelen oogen die hem met stuurheid aanstaarden;
achter zich of nevens zich durfde hij niet zien de grond brandde
onder zijne voeten. Maar laat ons luisteren, de Voorzitter leest met
scherpe en statige stem
Dit is mijn laatste wil. Mijn zoon, ongelukkigen jongen, be
dorven door mijne schuld, ik vraag u vergiffenis en ik bid u op den
goeden weg weer te komen; dan kunt gij nog gelukkig zijn. Al
mijne goederen laat ik u achter. Eene zaak beveelt en gebiedt uw
stervende Vader; de Schepene is ons Twaalf Honderd Franken
schuldig (Twaalf Honderd Franken, in volle letters geschreven, zoo
bemerkte de Voorzitter); van dien man heb ik veel vriendschap en
veel troost ontvangen; mij ui erste wil is dat hij alle gemak en
voordeel heeft om deze schuld te voldoen en ik stipuleer dat hem
ten minste een jaar tijd na mijne dood wordt verleend om dis som
af te leggen.
Geteekend
Eigenaar van de Steenen Hoeve.
Nard stond daar, dea kop in den grond, nu waren het geen 3
koppelen oogen meer die hem toedreigden, maar g'heel de zaal had
de blikken naar hem gericht, terwijl bij velen een zucht van ontlas
ting opging. Dan volgde een gerucht van verwarde samenspraak
onder 't Publiek en zelfs onder het personaeel der Rechtbank.
Maar de Voorzitter gebood stilte.
e Ongelukkige, zegde hij, gij herkent dit schrift!... Nard bukte
dieper zijn hoofd... Gii herkent dit schrift, gij hebt het vroeger nog
gezien
Eilaas, ja, murmelde Nard.
En wiet alleenlijk gij verleent den tijd niet door uw Vader
bevolen, naar gij brengt de som op 12,000 fr.; gij wilt den vriend
uws Vaders in den grond boorenl Ik vermaande u van op uwen
eed te letten en ge komt ons hisr, de Justicie bedriegen en een
braaf man...
Deurwaarder, wat is dat gerucht daar
M. dé Voorzitter, 't is de Schepene die de zaal moet verlaten.
Inderdaad, de brave man had met ontroerd hert al de afwisselin-
fen van di. tafereel opgevolgd: nieuwsgierigheid en angst hadden
em over weldigd, maar nu,denkende: Ik ga naar huis weêrkeeren,
ik ga mijn vrouw en kinderen gerust stellen; al ons lijden is geëin
digd; wij blijven op ons hofstee! O goeden God,Ons Lieve Vrouw,
eeuwig zullen wij u dankbaar zijn! Maar nu pakte 't geluk zijn
hert, alles draaide voor zijn oogen, hij stond recht en vroeg om
buiten gebracht te vvordsn; aldaar was hij weldra verlrischt en ver
kwikt door d'opene luclm,
~G"i] bekent dus, zoo ging de RechterJ;voort, dat dit schrift
echt is? SS®
Eilaas;ja l12* tftMl
Gij herkent dat de som welke de Schepene u schuldig is,maar
tot 1200 fr. beloopt
De rampzalige zweeg. Hij lag verpletterd onder de getuigenis
van zijn eigen Vader, getuigenis welke hij niet kon uitspreken.
Jongeling, sprak de Rechter, wat hebt gij te zeggen om u te
verontschuldigen
Wat ik te zeggen heb ik vervloek en verwensch mijn...
Zwijg, ongelukkige; geadarms, let op dien man, dat hij stil
blijve en de zaal niet verlate.
Dan raadpleegde de Rechter-Voorzitter zijne konfraters, ze spra
ken eenige oogenblikken, een wetboek werd doorsnuffeld en de
Voorzitter begon een eerste Vonnis te lezen, een vonnis dat alle
vervolg tegen den Schepene staakte,al de dwaagbsvelen vernietigde
en den eigenaar der Steenen Hoeve tot de kosten ver .vees, daaren
boven werd hij onder aanhouding gesteld, in afwachting dat de zaak
over zijnen valschen eed door de Kamer van Beschuldiging zou on
derzocht worden en gelegd onder de schandvlekken eu straffen door
de wet bepaald. ..."Ad
Buiten stonden verscheide groepkes volk) te klappen en onder
andere zien wij daar Tist, de gewezene knecht der Steenen Hoeve
en den veldwachter.
Tist, wat zegt ge nu? vroeg de veldwachter.
Champetter, de verandering is groot 1
Daar wil ik u hebben. Tist! Ge ziet wel dat er nog een pronte
Justicie is
Ja, als de groote Meester er zich mee moeit Maar jeemenis
sen, wat zullen ze vandaag op de Prochie klappen ^Champetter! En
waar is Nard
Nard hoort,in dit ot vier of vijf jaren zult gij hem niet meer
zien! De Jugen zullen hem de zwaarste straf opleggen
En hij verdient ze ook Champetter,wat ben ik blij voor den
Schepene! al zijn leven een deftig man geweest! Waar is hij was
't hij niet die daar kwalijk viel? en wat gaat er nu gebeuren
Tist, ge zoudt 'nen boer zijn latijn afvragen Kijk, ge vraagt
naar den Schepene, hij gaat daar met Cies van den boschkant en
onzen sekretaris! En daar klimt zijn oudste zoon te peerd om de
blijde tijding naar huis te dragen... Tist, wacht hier'ne pink, ik
ga den Schepene ieliciteeren, 't is mijn plicht. (i' Vervolgt.)
Bemerking N° 1. 't Katholiek Ministerie gaf jaarlijks uit voor
handel, nijverheid en landbouw, 16 miljoen 320,000 fr. 'En
't liberaal Ministerie geeft daarvoor)uit 3 miljoen, f]
Bemerking N° 2. 't KatlioliekjjMinisterie gaf voor de verbete
ring der buurtwegen omtrent 3 miljoen 's jaars en nu is het nog
117,000 fr.
Bemerking N° 3. Er zijn in ons land 98 ofliciéele schoolop-
zichters, en daaronder zijn er verscheidenen die 14,000 fr. 's jaars
trekken.
RECHTBANKEN: Te Catane, in Sicilië, gaat voor d'assisen komen een
groote geheime dievenbende; er zijn 112 beschuldigden en 1510 getuigen.
De Rechtbanken van Beroep zijn nog altijd bezig met de kieszaken.
De Koetsiers van Brussel liebben voor de scheidsrechtbank ongelijk ge
kregen en de Glasblazers van Charleroi zijn veroordeeld tot het vergoeden
der schade van hunnepatroons door de werkstaking veroorzaakt.
De bakkersknecht van M. Hendrickx te Gent is veroordeeld tot 136 dagen
gevang, voor 136 gevallen van bedrog ten nadeele zijns meesters.
LOOPENDE NIEUWS. 't Is Mr Verriest van Kortrijk, die
te Brussel groote maar droeve waarheden heeft gezegd. Men vraagt
dikwijls: Hoe kunnen de Belgen al dien dwang, al die roekelooze
geldverkwistingen blijven verdragen! en M. Verriest antwoordt
daarop alsvolgt: Is onze kieshandel van het beginne tot het einde
niet geworden TEGEN ONS, een ellendige, eene schandalige
ZEURDERIJ? We spraken d'ander week van de Werkhuizen
en al de gevaren die de Leerjongens er ontmoeten; en juist ontvan
gen wij een rede voering,uitgesproken t'Antwerpen door den E. H.
Scheerlinck, over de plichten van een christenen baas of meester
van een werkhuis, en waai in uitgelegd en bewezen staat, dat een
baas of meester niet kan ol mag onverschillig blijven, dat hij veel
kwaad kan beletten en veel goed doen. 'ne Werkwinkel moet, voor
de leerjongens bijzonderlijk, een tweede goede Familie zijn. Een
kind bedorven, slecht gemaakt, dat is toch zoo schrikkelijk! dat is
een zonde met steerten, en die gedurig vermeerdert; dat kind wordt
froot, het draagt 't verderf mee, 't wordt een slechte huisvader; de
inderen van dit huishouden trekken op hunne beurt de wereld in,
en wie is er de schuld, wie is er d'oorzaak van? De baas, de mees
tergast, de bejaarde knecht, die dat kind verergerd en verdorven
heeft, 't Gebeurt dat er werkhuizen, oorzaken van verderf zijn,
zonder dat de meester het weet... We spreken niet van'de Werk
huizen door de Vrijmetselarij overmeesterd en die oprechte putten
van bederf zijn. Er is te Rotterdam een nieuwe katholieke Pa
rochie ingericht. De treffelijke en vrije Boers uit den Transvaal
(Afrika) hebben zich in België als christelijke menschen gedragen.
Ze zeggen dat het wreed is, gelijk de koude nachten schade
hebben veroorzaakt; in Vlaanderen, rond Aalst, zijn er tegenwocr.
dig veel Landbouwers die de pruimen, merbelanengenoemd, kwee
ken; die Doornen stonden gespeend, en we moeten riet zeggen hoe
ze gesteld zijn! Maar dat zijn de gevallen en de gevolgen: die langs
de straat werkt, wordt beklapt, die schepen op zee heelt, siddert
als er van orkaan gesproken wordt, die een gazet schrijft, moet
voorzichtig zijn of de deurweerders komen af, en die boomen of
vruchten te velde heeft, nu is 't dees vrucht en te naasic jaar een
ander die mislukt ol vervriest. Dit warealtemaal niets, als we maar
van die satierscbeMinisters verlost geraken. Want zij maken
een plaag uit, die dag en nacht, winter en zomer,
zondag en werkendag, d'arme Belgen verdrukt en
verarmt. De figure ot af beelding van ons Vaderland
is tegenwoordig een uitgemergelde karrekas. De
Volksvriend van Mechelen schreef onlangs, dat
'O men niet gelooven Kan hoe de steenwegen verne-
V igligeerd liggen. Van die Ministers en hunnen
aanhang, libera, libera, libera, verlos Ons Heer,
SSwant 't gaat alle palen te buiten. De Boers van
Transvaal zijn te Parijs geweest en z'hebbcn er ge;