De Engelsche Scheepskapitein. Eene katholieke meid. De Franclieu verhaalt in zijn «Levensbeschrijving van denhoogw. heer Claude Dhière, regent van het groot seminarie te Grenoble het volgende Ten tijde der groote Fransche revolutie hadden de lieden van het schrikbewind a5o priesters, wien zij de gewone kleederdracht van galeiboeven hadden doen aantrekken, te gelijk met 25o boeven van de galeien, op éen schip gebracht, oaa hen naar een der Fransche strafkoloniën te transporteeren. De revolutionnairen hadden, daar allen twee aan twee moesten geboeid worden, iederen galeiboef een priester tot medegezel gegeven,ten einde de geestelijken te kwellen, wien ook alle geld en kostbaarheden wat zij nog gered hadden, aan boord van het vaartuig werden ontnomen. Gij hebt dat geld nu niet meer noodig, zeiden de dieven schaterlachende, de Revolutie voorziet nu in al uwe behoeften. Veertig dagen had de zeereis reeds geduurd en het schip naderde de kusten van Guyana (West-Indie), toen een Engelsche kruiser in dezelfde wateren verscheen en de kapitein van dat oorlogsschip be vel gaf jachtte maken op het Fransche vijandelijke vaartuig. Ont" vluchten was onmogelijk; de officieren en manschappen van het Fransche schip moesten zich ten strijde gereed maken en terwijl de gevangenen bevel kregen in het ruim te blijven en zich niet op dek te vertoonen, begon reeds van weerskanten het vuur. Het Engelsche schip had echter meer volk en meer geschut aan boord; de kapitein gaf weldra bevel om het Fransche vaartuig aan te klampen, waarna de Fransche bemanning, die toch op geen lijfsbehoud hoopte, zich wanhopig verdedigde maar eindelijk zich gewonnen moest geven. De gevangenen hadden al de kansen van het gevecht, wegens het geroep en de kommando's, kunnen volgen, al konden zij niets zien van den strijd die over hun lot besliste. Eindelijk werd het vrij stil op het dek; zij vernamen het bevel om de Fransche vlag naar bene den te halen en de Engelsche te bijschen, waarna de Engelschman aan boord kwam. De kapitein vermoedde wel, dat hij hier te doen had met een transportschip, dat waarschijnlijk ook onschuldige gevangenen borg en daarom ondervroeg hij den eersten den besten matroos, die gewond op het dek lag of er nog meer volk was: Ja, was het antwoord; in het scheepsruim zult ge 5oo gevangenen vin den; 25o ervan zijn priesters; gij kunt de priesters van de anderen, die galeiboeven zijn,niet onderscheiden dan alleen aanhun geduld.» Dadelijk gaf nu de overwinnaar bevel dat de gevangenen op dek zouden gebracht worden en toen allen waren verschenen en van hunne kluisters ontdaan, riep hij met een stem die gewoon was de winden te overschreeuwen: Al wie priesters zijn, moeten rechts gaan staan; al wie galeiboeven zijn, links; indien er een aan den verkeerden kant zich durft begeven, dan is dkkr zijn plaats en hij wees op de golvende zee. Toen de scheiding voltrokken was en alle veroordeelden zich links geposteerd hadden, sprak de kapitein, een Anglikaan, de geestelijken aldus aan: Eerwaarde heeren! ik breng u mijn hulde en groet; ofschoon niet tot uw geloof behoorende, heb ik eenige uwer ambtbroeders leeren kenntn en bewonder uwen Godsdienst, die sterk genoeg is om de wereld te overheerschen. Met mannen als u moet men vroeg of laat overwinnen. Hebt thans niet de minste bezorgdheid meer; gij zijt onder bescherming van de Engelsche vlag. In afwachting dat ik u naar Londen breng, waar gij een hartelijke gastvrijheid zult vinden, kunt gij als vrije mannen hier op en neergaan. Zijne stem werd eensklaps zachter en 't scheen dat de aanblik der priesters, in zoo onwaardige kleeding gestoken en hunne van ontbering en lijden getuigende gelaatstrekken, hem aandeden. Een volk moet wel iep gezonken zijn,zoo besloot hij,om aldus zulke eerbiedwaardige personen, bedienaren van den Godsdienst, te behandelen. De geestelijken bedankten den kapitein, voor zijne welwillende woorden en deze wendde zich nu tot de misdadigers en riep hun toe: Gij daar, gij zijt schelmen in alle werelddeelen; keert naar het scheepsruim terug met uwe ontwapende chefs; ik zal mij wel wachten u aaar Engeland te transporteeren. Ik zal u integendeel op de Fransche kust afzetten; dat is de schoonste wraak die mijn va derland nemen kan. De steven werd gewend en 10 dagen daarna was het Engelsche vaar tuig weder in de Europeesche wateren; van een donkeren nacht werd gebruik gemaakt om op de kusten van Bretagne de 25o galei- hoeven aan wal te zetten, die niets liever deden dan zich in de sloepen te begeven en aldus hun vrijheid terug te erlangen. De overwonnen bemanning van het Fransche schip werd te Plymouth als krijgsgevangenen afgeleverd, terwijl de priesters mede doorvoe ren naar Londen, waar zij inderdaad edelmoedig werden onthaald. De scheepskapitein had hun 't geld en de artikelen van waarde, die hun ontroofd waren, laten teruggeven en schonk hun tevens de op brengst van het in 't openbaar verkochte Fransche schip, ten einde met die penningen te kunnen voorzien in de behoeften hunner eer ste installatie, in het vreemde land. Wij ontleenen aan de Godsdienstige Week van Ka marijk het volgende verhaal, tot bewijs van den heilzame» invloed van deugd zame dienstboden op het geluk der huisgezinnen. Over eenige jaren bood zich in eenen openstaanden dienst eene arme Ierlandsche dochter aan. Zij was voorzien van de beste getuigschriften. Dit alles is zeer wel sprak de meesteres des huizes, doch zeg mij eens, zijt gij katholiek? Ja, Mevrouw, door de gratie Gods, en ik hoop wel het altijd te blijven. Hebt gij dan mijne aanvraag niet gelezen in de dagbladen? Ik wil geene katholieke meidl Ja, ant woordde nederig de Iersche, ik heb het gelezen; doch, Mevrouw, wat doet het aan de zaak dat ik katholiek ben, als ik maar eene brave en getrouwe dienstbode ben en u wel dien? Beproef het, Me vrouw, en zijt gij over mij niet tevreden, gij blijft altoos vrij mij weg te senden. k Zulks heette redelijk spreken, en d» i-,Ir» M-> een oogenblik zwijgens wierp zij eenen doordringenden blik op het meisje, en, met die scherpzinnigheid die niet zelden de vrouwen kenmerkt, verstond zij dat zij met een zedig en eerlijk kind te doen had. Hewel, kom binnen, hernam zij, wij zullen zien De eer ste weken was het kind als een weerloos duifje in eenen slangennest. De meesters waren ijskoud en glimlachten met verpletterende ver achting. De anderedienstbaden en bedienden, meestalschaamtelooze en onbeschofte wezens, wedijverden in zoogezegde geestigheid om de bijgeloovige papiste te plagen en te verergeren. De moedige ka tholieke dacht op haren lijdenden Zaligmaker, volherdde ongestoord in het uitoefenen harer godsdienstige plichten, wischte somtijds een traan van medelijden af, doch zweeg en bad. Allengskens echter hield de vervolging op. De domste en hardnekkigste spotters ein. den met zekere achting te gevoelen voor het zoo moedige, verdul dige, beleefde en dienstwillige kind, ja men liet haar volkomen ge rust. Zoo waren eenige maanden vervlogen, toen eene besmettelijke koorts in de stad begon te woeden. Twee kinderen vanhethuis wer den ten ergste aangetast. De andere dienstboden, allen protestanten, luisterden maar naar den schrik, en ontvluchtten hunnen dienst. Onze Iersche alleen bleef, getrouw, gedienstig, onvermoeibaar, nacht en dag de zieken verzorgende, alle doodsgevaar trotseerende, totdat eindelijk de kinderen volkomen genezen en hersteld waren. Het spreekt van zelf, dat zij thans geheel en al de vriendin en de vertrouwelinge der familie was geworden. Eenige jaren later trof eene nieuwe beproeving het huisgezin. De onvoorziene bankbreuk van een aanzienlijk handels/iuis boorde den welstand der familie teenemaalinden grond. Alles werd aangeslagen en de meubelen verkocht. Onder deze was er een kostbare lessenaar waaraan de huisvrouw buitengewone weerde hechtte, om zekere fa milieherinneringen. Eilaas! de van alles beroofde moeder had zelfs de middelen niet om het geliefkoosde meubel te koopen. Vol angst en droelheid verwijderde zij zich, om het hertverscheurend tooneel der openbare verkooping niet bij te wonen. Toen zij des avonds in het ledige huis terugkeerde, benevelde eerst eene wolk van droefheid hare schreiende oogen; doch zie, was het waarheidof begoocheling! daarlangs die naakte muren,... stond eenzaam de zoo hoogge schatte lessenaar. Weihoe, snikte de vrouw, hij is nog hier Ja, mevrouw, antwoordde de vrome Iersche, ik wist wat prijs gij eraan hechttet; ik heb hem met mijne spaaroordjes inge kocht! «Hel was alsof een dikke sluier van het gezicht der Protes tante viel. Nu, sprak zij, nu versta ikhoe bewonderensweerdig uw godsdienst is Uwe zelfopoffering en heldenmoed in het verplegen mijner kinderen; uwe edelmoedigheid in het aankoopen van dien lessenaar, toonen mij dat het katholiek Geloof alleen het ware is.Ja, van nu af wil ik ook katholiek worden! De rechtschapene vrouw hield woord. Hare bekeering was de grootste belooning welke de meid ooit had durven betrachten. Inbraak, geweld en diefte. Te Velm, in Limburg, zijn in den nacht van donderdag en vrijdag,v.w. verscheide Duitschers op d'hofsteê van Falla gekomen; de bandieten heb ben hem op den grond geworpen en bedreigd met de dood, als hij dadelijk al zijn geld niet afgaf. Falla schreeuwde geweldig; er kwam volk bijge- sneld; de Duitschers liepen weg, doch ze waren manhaftig achtervolg^ zoodat er 6 aangehouden zijn en in 't Gemeentehuis opgesloten. Daar ver brijzelden zij de ruiten en wildon ontsnappen maar de Boeren hielden goed wacht. De Duitsche bedelaars te Velm. 't Was een gansche bende die op de Prochie viel, razig als getergde ijsbeeren-, den eerste Schepene Falla is zijn leven schuldig aan zijn werk lieden; nadat zij g'heel de Parochie overeind gezet hadden, heeft 't volk gezegd: 't Is nu genoeg! en gewapend met gaffels en rieken, zijn de Pa rochianen den bandieten ten lijve gevallen; na een hevig gevecht zijn de Duitschers gevlucht en lieten 6 gevangenen {achter; een dezer schurken stak in 't Gemeentehuis met zijn mes naar de borst van den tweeden Schepene; te middernacht zijn ze door de gendarmerie van St Truiden weggebracht. Valsche bankbrieven. De wisselaar Hirsch van Parijs had valsche bankbrieven ontvangen, en merkende dat ze valsch wai'en, deed hij ze door strooimannen uitge ven. 't Bedrog is uitgekomen en Hirsch heeft een boet gekregen van 7500 fr. Wel besteed! Gasthuis afgebrand. te Peterborough, in Engeland, vrijdag avond.Er waren rond d'honderd zieken. De pompiers en ander volk hebben wonderen van heldenmoed verricht, zoodat geen enkele zieke in de vlammen is omgekomen, of schoon meest allen impotent waren en moesten weggedragen worden. Spoorwegramp. 28 Soldaten gewond Vrijdag rood 6 ure, tusschen Legnano en Verona, in Italië, zijn twee treins opeengebotstdoor de nalatigheid van den wisselwachter, die aan gehouden is. 28 soldaten en 3 burgers zijn gewond; maar van de 28 sol daten van 't 67® linie, hebben er 17 de reis kunnen voortzetten. 't Brandt't brandt! Dat is de wekelijksche noodkreet in de streek van Sottegem naar Au- denaarde. Over 3 weken was 't de schrikkelijke brand van 'thofManssm» tot Eist. Acht dagen later brandt 't hof af van V an de Mergel ie Blasius- Bouclé20 minuten van 't vorig hof gelegen. Daar ook bleven koeien, paarden en andere dieren in. Tusschen vrijdag en zaterdag nacht laatst, om gewillig 10 ure van den avond, ontstond er brand in de brouwerij van M. Wittenberg tot Rooborst. 17 schoone koeibeesten en een paard zijn versmacht inden stal door denhevigen rook. En een der knechten heeft bijtijds niet kunnen wegvluchten en is half geroost uit den brand gehaald: Die schrikkelijke ramp is aan de schelmerij toe te wijten; rond 11 uren, zegt toen, heeft men drij kerels rond de pachthoeven zien zwerven, en weinige minuten daarna stond alles in vuur en vlam. Het huis alleen, dat nog al ver van de stakingen en schuren staat heeft aan de vernieling ont snapt Het is sedert eene maand reeds de derde brand die indie streek ontstaat, en alle drie zijn door misdadigers veroorzaakt. De schrik ver spreidt zich overal; gave God dat de afgrijselijke schelmen weldrahunne verdiende straf ondergaanEn nu, maandag om 4 uren nanoen, terwijl 't werkvolk bezig is met 't vesperbrood te eten, ziet men opeens vuur aan de schuur bij Van Nieuwenliove te Maria-Oudenhovenabij 't kasteel van den graaf De Pas. Erwasgeen middel 't vuur t'overmeesteren. Opmindan een half uur lag geheel die schoone hofstede in assche. Eenige beesten ge red. doch 7 koeibeesten, 1 paard en verschillige verkens ingebleven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1884 | | pagina 3