De Misdaden
De Verhayeling.
't Onderwijs! de Scholen! achtbare Vrienden, wij staan voor
de gewichtigste kwestie, die sedert 1839 is moeten opgelost wor
den... Alles hangt er van af, de vrede, de zedelijke en stoffelijke
welvaart van't Vaderland... Ook, wie is er niet meê bekommerd
Wis is er in Belgealand, wie is er in de Vlaanderen, die sedtrt 10
Juni niet meermaals aan zijn eigenheeftgevraagd: Wat ga it, wat moet
er gedaan worden met de Scholen 't Is om dees gewichtig punt
eens breedvoerig te beantwoorden,dat wij nog een week den fraaien
feuilleton uitstellen welken wij bereid hadden, en d'achtbare Le
xers en Lezers van ons nederig gazetteken mogen verzekerd zijn,
dat nieuwe treffende en aangename verhalen zullen opgenomen
worden.
DE SCHOLENScholen moeten er zijn, in Prochiën zoowel als
Steden; want het Onderwijs is een nuttige zaak, en benevens het
Onderwijs, is d'Opvoeding, d'Opleiding van 't Jong Geslacht. De
School is als een tweede Vaderlijk en Moederlijk Huis voor de Kin
deren; en gelijk de Scholen zijn, zoo zullen de Landen, de Steden
en de Parochiën worden. Over eenigen tijd, wij waren t'Aken en
bezochten aldaar de Synagoog der Joden. En wat bevonden wij ne
vens die Synagoog Een huis, een School, om de Joodsche kin
deren te leeren lezen, schrijven,, cijfferen en dezelve op te brengen
in hunnen Godsdienst. De Protestanten, hun scholen zijn afhanke
lijkheden van hunnen Tempel, omdat ze weten dat, van jongsaf,
aan de kinderen den eerbied voor den Godsdienst moet worden
ingeprent, zullende zij anders onverschillig of goddeloos worden.
Van 1826 tot 1830 werkte den Hollander, om hier meester te
worden vau de scholenjen dat stak geweldig tegen de borst der Ka
tholieke Belgen, die met rede vreesden dat er dwang van Protes
tantendom achter zat. Den Hollander wierd verjaagd, de Vrijheid
uitgeroepen, en in de Grondwet van 1831, plechtig is geschreven
VRIJHEID VAN ONDERWIJS.
Vrijheid van Onderwijs! Dat is het edelste welk er kan bestaan!
Dat de Scholen afhangen van de Bevolking, van d'Ouders; dat elk
een Onderwijs hebbe, volgens zijn vermogen. Wie wilt er vrijwillig
slechte kinders hebben? NIEMAND! Bijgevolg, een Schoolmeester
of School meestersse die van d'Ouders afhangt, zal zich wel wachten
van ontstichting of verergernis te geven. Vrije Scholen dus,dat was
in 1850 de voortreffendheid; doch 't Gouvernement zegde zeer wij
selijk: In geval er geen vrije scholen genoeg zijn, wij zullen er
tusschen komen!
Van 1830 tot 1840, er ontstonden veel vrije scholen; ja, 't Vrij
Onderwijs ging, bijzonderlijk in de Vlaamsche Provinciën, aan alle
behoeften voldoen, toen er voorgesteld wierd van het Onderwijs
door een Staatswet te regelen. Er waren vooruitziende lieden die
zegden: Laat ons dat niet doen! de Vrijheid van Onderwijs zal scho
len genoeg bouwen! Wie weet wat er in ons Land nog kan gebeu
ren!... Doch er wierd geantwoord dat een Wet van goede Overeen
komst geen kwaad kon; dat 't Onderwijs rapper vooruit moest; de
Liberaalderij lag hier nog, als een jonge slang onder bloemen van
Vrijheid verscbuild;de vooruitziende lieden lieten zich gezeggen en
de wet van 1842 wierd gestemd, bijna ecnpariglijk, onder't vast
besprek dat de Scholen zouden en moesten godsdienstig zijn; ja, de
liberalen van dien tijd waren d'eerste om te roepen, dat de Gods
dienst de lucht en de ziel der scholen moest wezen.
\an 1842 tot 1830, alles redelijk wel; veel Vrije scholen wierden
in de Staatsscholen versmolten; van 1850 tot 1860, de macht der
Staatsscholen wierd uitgebreid; en men zag hier en daar, in de
scholen der groote steden, eenige wemelingen van Geuzerij; van
1860 tot 1870, dc scholen der groote steden wierden geusachtig,
bijzooverre dat van dan af,deszelfs leerlingen deel namen aan Fees
ten van Vrijdenkerij en dat te Brussel de schoolkinders publiek
zongen: Geen Messias meer! geen Geloofspuuten meer!
Van 1860 tot 1870 waren de Katholieken in de groote steden
gedwongen van school tegen school op te rechten; waakzame Zie
lenherders zagen het onweêr dat in de verte broeide; zij begonnen
regenschermen te stellen; alle steden, vele dorpen kregen hun
scholen van Religieusen, om toch, op het oogenblik der losbersting
eenige schuilplaatsen te hebben.
In 1870 waren de Staatsscholen op 'ne vasten sterken voet inge
richt; de Staatsscholen waren meester; alsdan begon de Vrijmetse
larij haar verraad uit te werken; en toen in 1878 de liberalen aan
't hoofd kwamen, met een zeer geringe meerderheid, dan volgde
onmiddelijk de Schoolwet van 1879: 't Geestelijk uit de Scholen!
al de Staatsscholen onder bedwang der Logie; het gesamentlijk
werk van 36 jaren, ingepalmd tenprofijte van een goddelooze sekte!
1879 tot 1884; vijf jaren van afpersing, van dwingelandij, van
strijd; uw historie zal beschreven worden en aan 't Nageslacht
overgeleverd; maar de groote les dier jaren is deze: dat de Belgen
echtzijn uitgespeeld met hun wet v*n 1842, enizoader dejedal-
moedige en wereldberoemde pogingen der Katholieke Belgen, zou
ons Vaderland in den afgrond van alle ellenden, van stoffelijk en
zedelijk verval, gezonken liggen.
Er bestaat nu een Vrij Onderwijs en een Officiéél Onderwijs. Mag
men 't Vrij Onderwijs laten vallen, terug naar 't officiéél Onderwijs
gaan, om zoohaast de Vrijmetsers aan 't hoofd komen, ons weêr
van alles te zien uitspannen? Van als Leopold II de vervloekte
Schoolwet teekende, tot heden toe, zijn de meeste officiéele scholen
dood geweest! Gaat de groote Zegepraal der Katholieken nu voor
gevolg hebben, dat in die gevaarlijke macht het leven zal terugge
roepen worden? NEEN, dit ware de grootste zottigheid die er kan
bestaan, des te meer, achtbare Vrienden, dat een bewegfng gelijk
er na 1879 is ontstaan, een tweede maal niet kan in 't leven geroe
pen worden. Moest het officiéél onderwijs wederom in voege komen;
moest, na 8, 10, 12 jaar een liberaal Ministerie, wederom den
ouden Van Humbeeck ontgraven, dan, ja, dan zou de Vrijdenkej-ij
haar doel bereikt hebben, dan zou men in ons Katholieke Belgen-
land, 't Geloof en de Goede Zeden in den put kunnen delven.
Willen wij rust en vrede in 't Vaderland tellen, willen wij de
verpletterende schoolbudjetten vermijden, er moet teruggekeerd
worden tot de heldere en wijze gedachten van 1830 en volgende
jaren: VRIJHEID VAN ONDERWIJS! Gelijk de broeder van Mgr
Dechamps in 1868 schreef: Dat elk zijn scholen oprechte, en is't
noodig, dat de Staat aanalle welingerichte Scholen zijne hulpgelden
geve; de Familiën, schreef M. Adolf Dechamps, zullen alsdan de
groote scheidsrechters wezen, en zonder grooten onkost of ergerlijke
moeialerij.er zullen scholen zijn op alle Gemeenten, op alle Wijken.
Achtbare Lezers en Lezeressen is dat niet d'eenigste manier om
dezen moeielijken toestand op te lossen? Maar de Staatsmeesters
zal men zeggen? De goede Staatsmeesters zullen ook deftig aan hun
brood komen, en degene die niet verdienen van kinderen te onder
wijzen, ze zullen een ander broodwinning zoeken. Daarbij, in zulke
zaak van algemeen en opperste belang, voor zoolang als België be
staat, moeten de persoonlijke belangen zwijgen.
o o
De Vrijmetselarij heeft veel moeielijkheden in den weg gebracht;
het officiéél onderwijs gansch wegnemen, is thans onmogelijk; doch
indien men die verwezene scholen onder een ander wet laat bestaan
dan toch moet 't Vrij Onderwijs daar blijven, aan 't hoofd, om een
wet van 1879 ONMOGELIJK te maken. Want de Vrijmetselarij,
Menschen, zij is geklopt en weggesmeten, maar dood is zij niet;
dat Wangedrocht zal maar onmachtig worden,als de Tijden geëin
digd zijn, als d'Almacht zijn getal van Uitverkorenen zal hebben en
de Poort der Helle voor eeuwig sluiten; nu leeft de Vrijmetselarij
nog; zij zal stokken in 't wiel steken tegen alle nuttige veranderin
gen; ze zal, bij monde van haar ruige straatmacht, brieschen, huilen
en dreigen; ze zal haren tijd afwachten, om listiger dan ooit te
trachten ons Belgenland uit den moederschoot der H. Kerk te ruk
ken en op de doolwegen te brengen, waarin wij Frankrijk zoo deer
lijk zien plamaasteren.
De dagen zijn dus gewichtig; dat alle personen van invloed toch
zorgende zijn en wakende; dat alle ware Belgenherten zich hemel
waarts verheffen, om den bijstand vau hierboven af te smeeken; om
te vragen voor ons Ministers en hun Meerderheid de noodige wijs
heid en sterkte tot het volbrengen hunner belangrijke taak.
Deze week zal de wet van schoolhervorming op de
Bureelen der Kamers neêrgelegd worden; in ons vol
gende Nr zullen wij dit ontwerp van wet mededeelen en verhopen
met betrouwen,van alle Vaderlandsminnende herten door allerbeste
tijdingen te mogen verheugen!
Er is te Rousbrugge, in West-Vlaanderen, een vermoord kind
gevonden. Dat de jonkheid wist welken angsten schrik en schande
er volgt, op slechte looperij, men zou veel voorzichtiger zijn. Die
veel loopen, moeten bet bekoopen. Eerlijk duurt langst, eerlijk
onder alle opzichten. Te Nier, in Limburg, is de kerk besto
len. Te Hoei is aangehouden, zekere seigneur die valsche munt
sloeg; hij en zijn vrouw loochenden tegen de sterren op, doch de
huiszoeking wierd gedaan en men vond een groot getal valsche
muntstukken. Te Leuven iszekere L....opgesloten, met dat hij,
bij drank zijnde en buitenzijn verstand, zijn vrouw wilde vermoor
den. De Policie kwam juist bij tijd om de misdaad te beletten.
5H525ï!525S5S525i53
Maar, Baaske Van de Wiele, dat ia daar
wreed gegaan, op sommige plaatsen met die
tvsrhagelingl
Zwijgt, Balthen.als ge dat leesten hoort,
't is grouweljjk; do schade die er is, met mil
joenen! Er zijn dorpen, waar alles verhageld
is, zelfs do bladeren van de boornan. Wat gaan
de meuschen doenl Wat gaan de menschen
1 loen?
Maar, Baaske Van de Wiele, 't Gouvernement zal
daar moeten tusschen komen.
j— Ougatwjfeld, B althéa, maar hoe pijnlik dat de
kas leeg is tot- op don boom en dat er dagelijks,nieuwe