'i Ostein Baljuken GEUZEN WERKEN. m Geuzen werken t'Aalst. - V All AALST. Historisch verhaal uit d'ander eeuw. 1 I. EEN GOUDEN HERT. Achtbare Lezeressen en Lezers, wij hebben d'eer U voor te stel len Marimis Vof Mientje, gelijk ze zegden in de stad Aalst, Mientje't kerkbaljuken der St Martenskerk. Een klein manneken, maar een kloek en serieus manneken, dat d'achting genoot van klein en groot en veel ontzag had. Als hij in de kerk rondging, met zijn lang zwart kleed en d'an der teekens van zijn weerdigheid, ge zaagt den eerbied op zijn we zen geprent, de groote menschen wierden door hem tot godsvrucht opgewekt en de kinderen keken de letters uit hun kerkboekskes, want Mientje,die Suisse was en Kerkbaljuw te gelijk, gedoogde geen oneerbiedigheid in 't Huis Gods.Er mochten vreemdelingen komen zoo rijk gekleed als Burgemeesters, builen de diensteu was hij al len uiterst beleefd en ga? mei kennis en pratijk inlichtingen over den Rubens, den Ofto Venius, den Craeyer en de beeldhouwwer ken der kerk, moor binst de Diensten zou er niemand rondgewan deld hebben, of v? bij. Nooit, zegde,, u hebben wij zulken Balju gehad; hij houdt zich op zijn respekt, hij doet de kerk respekteeren, en alles; hij is beleefd, gesoraakzaam, daarbij kluchtig en vrolijk in d'her- be-gen,, 's winters aan de tafel bij de kaarters, 's zomers aan de rollebaan. 't Klein Ba Ij token was gekend g'heel 't Bisdom door en vermaard als een merkweerdigheid van St Martinus. Kom, we gaan hem vinden ia zijn huis. Rechtover de li deur der St Martens-kerk, die kerk, een der roce ijkste monumenten der Vlaanderen, die herbouwd wierd in 1481 en waaraan gewerkt wierd tot aan de jaren 1700, rechtover die schoone onvol okkene kerk is een smal straatje, dat uitkomt in de Lange Zou 1 at en genoemd wordt't Kerk- en Sluierstraatje. In een der huizen van dit klein straatje, daar is 't dat 't klein Baljuken woont Een huizeken niette groot, maar proper en gerie felijk. De man is thuis? Ja, en op zijn werkkamer, want 't Baljuken, boven zijn ambt in de kerk, is schoenmaker en horlogiemaker, nie mand kan beter dan hij d'oude patteelen binden en repareeren heeft er iemand een petitie of missief te schrijven, 't Baljuken kent al de formulen en formaliteiten en weet elk recht te wijzen; daarbij, door boeken van geneeskunstendoorondervinding bij dezieken, heeft hij een zekere wetenschap van chirurgie, welke hij kosteloos en met de uiterste voorzichtigheid, ten dienste van den Evenmensch stelt. Dat manneken weet veel, elk zegt het, dat manneken is een wonder vernuft en heeft in de stad van Aalst ontelbare bewonde raars en vrienden. Bijna geen huis, of hij is er reeds geweest en dagen nacht, hij is voor elk ten dienste. 't Is zondag 18 augusti 1796, en 't Baljuken zit met zijn werk- kleederen in zijn schoenmakerij. Wat! znlt gij zeggen, ge zegt 't is zondag! Ja, 't is den zondag na Half-OogstEn hij zit te werken! Dat zeggen wij niet, achtbare Lezeressen en Lezers, maar hij zit op zijn werkplaats, want ge moet wel weten en niet vergeten, dat Vlaanderen bij de Fransche Republiek in de valsche Vrijheid is ingelijfd, dat de dagen en de maanden veranderd zijn, dat men zegt, in plaats van 18 augusti 1796, 1 fructidor van het jaar 6, dat het GEBODEN is den decadi of lOden dag te vieren, en GEBODEN van op den zondag te werken. Een aardige vrijheid, die overgenomen is door het Liberalismus van onze dagen. Och, li berale Vrijheid, riep een Fransche Dame uit, als zij onschuldig en braaf, aan den voet der guiljotien te Parijs stond, och, liberale Vrijheid! welke schelmstukken worden in uwen naam niet ge pleegd 't Baljuken zit daar, op zijn werkendaagsch gekleed, doch werkt niet, maar leest in zijn kerkboek, want het is juist 4 ure, tijd van Vespers en Lof!... Hij leest met aandacht en met eerbied, op zijnen pikkelstoel gezeten; inderdaad, dat ziet er een vernuft ve ïtje uit,.... zijn lippen en oogen spreken van wil en krachtdadigheid, terwijl zijn sterkgespierde armen u toonen dat hij desnoo Is zijnen man kan staan. Op Sinte Catharina zal hij 5ojaar worden zijn pek- zwart kortgesneden hair begint hier en daar te vergrijzen de man is ongelukkig geweest in zijn huwelijk; een brave werkzame vrouw had hij en 2 kinderen, hun zaken gingen wel voorwaarts; doch 'ne mensch ziet 't einde van zijn hand, maar niet het einde van zijn le vee; de tegenspoed is op dat buis komen drukken, een wreede ziekte heeft de vrouw en de kinderkes in het graf gesleept en ons Baljuken zit nu gansch alleen. Gansch alleen en die vrouw daar, dat bejaard mensch dat in de keuken zit Ha, die vrouw was verjaagd en geplaagd door haren zoon, haar eenig kind, en het Baljuken heeft die vrouw opgenomen en nu doet zij ziju huis houden. 't Baljuken, leest, doch m 1 verstrooide gedachten en met pijn lijke gedachte,;... 18 augac;.! 1 96, zegt hij; zondag achternoen en ik moet hier op mijn werkkamer zitten Die vervloekte Fransch- mans! die duivelscbe sjanfoeters! Waarom kunnen we dat onge dierte niet verpletteren!... Dat kwam hier met het vaandel der Liberteit Ja, ik herinner aot mij nog gelijk den dag van gisteren, hoe dat den eersten zondag van Juli over 3 jaar in 1794 de fran sche Voorwacht in Aalst bicaaakwara, opgeleid door de vier ge- meinste kerels der stad, ju:.: oader d'Hoogmis; en wat is sedertdien geweest? afpersing en dwingelandijZe zouden ons willen doen leven als redeloozegedierten!... 't Is nu eergisteren Half-Oogst ge weest! Als 'ne mensch daarop peist, ge zoudt de muren oploopen Dat goddeloos gespuis! Wanneer zal.... Hier ging het Baljuken in zijn gedachten niet voorthij hoorde op straat iemand al schuilelende afkomen, sloot zijnen kerkboek en legde hem in 't diepste van een koffer. Eenige oogenblikken nadien kwam een jonge flinke bakkersgast den ledigen winkel bin nengestapt; hij was in zijri opgestroopte hemdsmouwen, volgens de gewoonte der bakkers, met voorschoot en lijnwaden broek en droeg een mande brood: Brood, riep hij, hier is uw brood, en gaf een groot tarwe brood aan d'huishoudster van 't Baljuken. Mientjën thuis? Ja, Sis! Geen belet? Geen belet, hij zit in zijn werkkamer. De bakkersgast nam zijn mande meê en trok binnen, de deur achter zich toesluitende. Sis. Mientje. Wat nieuws, Sis? Mijn meesteren de bakkerin doen zeggen dat de zaken in orde zijn? Zijn al de per sonen verwtttigd, Sis. Ja, Mientje, zooveel mogelijk en allen zijn in afwachting van den dag. Luistert, overmorgen is 't zondag en 't betaamt dat de Eerste Communie op 'ne zordag gedaan worde. Ja Mientje, dat betaamt. Gisteren ben ik naar Mijlbeke gaan de maat nemen voor een paar schoenen en ik heb Pater Lukis ge sproken; hij zal zondag nacht ten 2 ure in het huis zijn. Maar hoe zullen de menschen dag en uur weten? Dat is zeer gemakke lijk, Sis, brave jongen. Zeg aan den bakker dat hij morgen en za- turdag voor zijn vitrien 3 broodeu legge en nevens den hoek van 't een brood een lang baksken zout, dat wilt zeggen, voor degeen die iets van de zaak weten: Ten 3 ure in de Lange Zoutstraat op den gewonen hoek. En zeg dat ik mij verder met de zaak gelest. En wat nieuws uit Frankrijk, doet de bakker vragen Slecht nieuws, Sis, de Vendejanen zijn verslagen, Pater Lukas zegde dat er een ijselijke moordei ij heeft plaats gehad; ge weet dat die dap pere Franschmans uit hun provincie gedreven waren. Al vechtende gingen ze voort, de vrouwen grijsaards en kinderen in het midden en de gewapende mannen rondom. Voor een groote stroom geko men, worden ze verrast door d legers der Jacobijoen, die 24 aren lang in al dat volk met de kanons hebben geschoten. Jongen, jon gen, wat gaat er van de wereld geworden? De schelmen en moor denaars zijn triomfant. En 't Baljuken had tranen van druk en gramschap in ziju oogen. Maar, zegdehij, ge moogt hier niet langer blijven. Zeg aan uwen bakker dat ik dezen avond zal komen, en 't is wel verstaan: 3 brooden langwerpig gelegd en een bakske zout daarneven. De bakkersgast bleef staan. Is er nog iets? Ja, Mientje, de roode Michiel bespiedt u; mijn meester vreest voor verraad, gisteren avond langs de korte Nieuwstraat gaande, heeft hij in de gemeine herbergen de stem g'hoord van den 't Baljuken liet hem niet eindigen: Sis, zegde hij, ge zult mij alles zeggen, maar ge weet. mijn brave huishoudster, 't is de moeder van dien rosten Machiel, en een moederhert moet gespaard worden. Ach, als ik peis op haar leven, Sis, Sis, dat mensch heeft iets afge zien.... Doe de deur wel toe en spreek stillekens, dat'tmensch niet weet waarover wij handelen. ('t Vervolgt.) ^40)1 De naaste week begint de maand OCTOBER; 't is het dringend verzoek van den Paus dat er geen huis zon zijn in 't welk de Roo- zenkrans niet gesameutlijk worde gebeden. •ÜgjgU. 't Grootste Geuzenwerk van dezen tijd is den l&fhertigen massakker ge weest, te Brussel op 7 september gepleegd.... AI wat in Europa eerlijk is, grouwelt ervan; in 't midden van den dag, in d'boofdstai van Belgen- land, niet vrij kunnen over straat gaan, daar aangerand worden, 't bloed er stroomen, de dieven er flo- reeren, onder d'oogen van de Policiel!111... Is dat niet 't wreedste dat er kan bestaan!... Ea nu liegen ze, dat destukken eraf diegen; ze spreken van een plakschrift dat NOOIT in den Stoet gefigureerd heeft; ze zeggen dat er 200 Geestelijken in den Stoet waren, dat er Manifestanten waren, die slechten klap riepen.... Zulke patente leugens doen ons zien wat geloof er t'hechten is aan al hun ander geschrijf.... Te Roomen, in 1848, de Geuzen hebben in den hof van een klooster heimelijk een lijkje doen indelven, en dan zijn ze met de Policie gekomen; dat Volk is tot alles in staat, gelijk hun Meester Lucifer, de Pa'riark en de Uitvinder der Geuzerij. Ter gelegenheid der aanstaande Gemeente-kiezingen worden er geuzen-gescbriften gratis voor niet rondgezonden..,Als er slechte gemeine kerels rondloopen, wie zal ze in huis ontvangen en ermeê in redeneering komen? En die geuzengeschriften zijn gemeine slechte kerels.... Geliel zeiven te oordeelen,menschen, dieeerbied hebt voor uw ziel en voor uw huishouden... Wijlezenin dieGousengeschriften dat de bazen van draaiorgelkoten deftige burgers zijn en dat de Overheden, die niet altijd gedurig d'orgels laten ronken, dat zij broodroovers zijn. Dus, waren zij meester, ze zouden d'orgels laten spelen g'heel 't jaar door, in den Vasten en op de groote Hoogda gen, ja zelfs in de week, den vrijdag en zaturdag, opdat de jonkheid met haar pree in d'hand.in plaats van naar huis te gaan en alles aan

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1884 | | pagina 3