't Klein kfaljuken
CDe Htannekcs uit öc Maan.
TAK AALST.
Historisch verhaal uit d'ander eeuw 3
III. RAAD EN DAAD.
's Avonds voor den Feestdag op welken de Eerste Communie moet
üjn in 't huis op den hoek van Zoutstraat en Sluierstraatje.
Als 't Schrikbewind in Frankrijk uitborst, had men in Nederland
zijn voorzorgen genomen en zelfs de kinderen van 8 en 9 jaar tot
hun Eerste Communie toegelaten. Over eenige jaren leefden in Aalst
nog Ouderlingen die verhaalden hoe zij, maar 9 jaar zijnde, in de
St-Mut'tinuskerk hun Eerste Communie hadden gedaannooit waren
er zooveel kinderen in de kerk geweest en de Geestelijkheid zag er
droef eu bedrukt uit. Nadien, als de kerken gesloten waren, en de
Priesters verjaagd, bleven er toch hier en daar verstoken, om hun
geestelijke bediening waar te nemen. Men noemt talrijke huizen in
Aalst,waar er Mis wierd gelezen5 Paters Annumieten waren gelo
geerd op 't Kasteelken der Paters Jesuieten, en gingen mis lezen op
Mijlbeke; over eenige jaren, op een hofstede nabij 't kasteel vau M.
De Schaepdryver-Gheeraerdts, er leefde daarnog een oud moederken
die gedurig sprak'van den Besloten tijd en van de Mis die gelezen
wierd in een afgelegen achterkamerken, op de moelie; alles ge
beurde zoo geheimzinnig, dat zelfs de knecht, wien men niet be
trouwde, er niets van wist. Er is nogMis gelezent'Aalst in de Pont
straat, in 't huis waar nu M. Boyé woont, bij M. Van Zeebroek op
de Markt rechtover 't Klein Katrina, een huis dat stond tusschen M.
Leleu en 't Posthotel; op 't Verbrand Hof is ook in 't geheim Mis
gedaanalsook in 't huis van M. Gheeraerdts zaliger, kattestraat,
waar nu de suikerbakker woontdaarwoondede oom van M. Ghee
raerdts, Pater Verschueren. In d'Achterstraat is ook mis gelezen, in
een huis dat later de geestelijke tap werd, ook bij Juff. Daens, bij
M. D'Haen en in den Huzaer in de Zoutstraat, en aan de Zoutstraat-
poort, in 't huis nu bewoond door de Jufv.De Windt, en op menige
andere plaatsen.
De menschen konden niet leven zonder Godsdienst, er waren
Geestelijken genoeg, die hun leven ten beste gaven voor de zielen-
zorg der Aalstenaars en onder d'Aalstersche Burgers telde men er
velen die hun huis te pandestelden, met liefde en genegenheid voor
't gevaarlijk werk van 't wegsteken eens Priesters, terwijl moedige
mannen gelijk 't Baljuken in de weêr waren om alle gevaar en ver
raad af te keeren. J
't Baljuken! nauwelijks is dat heldhaftig Aalstenaarken uit den
nevel van't verleden te voorschijn gekomen, of hij verwekt een
algemeene aandacht en bewondering.
Zie, 't is 8 ure, een schoone Septemberdag hebben de stervelin
gen beleefd; de zon heeft te midden van alle pracht en luister, ons
werelddeel beschenen, en gaat nu statig en glansrijk de dageraad
aankondigen aan een ander werelddeel, terwijl wij hier nog door
haren sleep van zacht rood gestreeld en verrukt worden.
't Baljuken maakt zich gereed om uit te gaan, in zijn kleeding
van schoenmaker en met een nieuw paar schoenen in d'hand. Dag
moederken, zegt hij,misschien tot morgen
Tot morgen
Ja, 't is Eerste Communie in de gebuurte; en als er geen ge
vaar is,men zal u komen roepen; 2 tikken op de deur en eens hoes
ten is 't wachtwoord; anders voor niemand open, als 't u blieft
Goed, Baljuken, zegt de bedrukte moeder van den boozen
Machiel; en dat zijn haar eigene woordenjwant sedert dat 't mensch
geslagen is door haren zoon en dat zij ia haar eigen huis, in haren
lieven kostelijken pand, eeneen slecht vrouwspersoon heeft
zien de meesterschap nemen, sedertdien is zij in een stomme droef
heid gevallen; ze gaat en ze staat, en ze werkt, zij is beleefd en
dienstwillig, maar ze kan dan uren en uren zija,zonder een woord
te spreken, alsof ze stom en doof ware, en al haren ledigen tijd ge
bruikt zij om den Roozenkrans te bidden; voor hem, zegde zij
tot't Baljuken, voor hem, voor mijnen Machiel! Ons Lieve Vrouw
zal mij niet laten sterven, voordat hij bekeerd is.
't Baljuken gaat de Markt over, alwaar 't oude Stadhuis zoo rank
en zoo kunstrijk in d'hoogte stijgt, hij gaat verder en is weldra in
'thuis van den bakker Borromeus Kantsteen. Ten allen tijde zijn,
tusschen Markt en Molenstraat, befaamde bakkerijen geweest. Bak
ker Borromeus is daar gevestigd sedert 15 jaren; Ninoviet van ge
horte, wakker en werkzaam, was hij 13 jaar oud zijnde, naar Aalst
gekomen als leerjongen, had er vlijtig gewerkt, zijn geld wel ge
spaard en 26 jaar oud zijnde, en kennis hebbende met een boeren
dochter van Denderhautem, had hij 't jawoord gevraagd en kwam
zich met zijn vrouwken in Aalst als bakker vestigen. Nu was het
•en welstellende burger, met eigen huis, met een appelken voor
den dorst, nu kon hij florantig zijn huishouden en 5 kinderen on
derhouden, doch of de man gewerkt had in zijn leven en nog
werkte! Zijn bakkerij had voor opschrift: IN DEN PEPERKOEK,
want Borromeus had bij eenen Eeclooschea bakker leeren den Iek-
kerkoek maken,voor welken die stad, nabij de Polders, vanouds een
wettige vermaardheid heeft gekregen.
Regina, de bakkerin, stond in den winkel, volk te bestellen
Bakkerin, zei 't Baljuken, den baas, is hij thuis? 'k Ben hier met
zijn nieuwe schoenen. Baljuken, ga maar binnen, in dach-
terkeuken, ze zijn bezig mat hem te scheeren.
't Baljuken trok binnen, de kamer door, naar een groote zij-
plaats^dieMs keuken diende. Daar vond hij inderdaad Nelen, den
barbier, die den bakker scheerde en Thomas den bierkruier, op
'ne stoel gezeten. De barbier zag er een welstellende Burger uit en
had inderdaad in de stad veel ontzach. Gespraakzaam en beleefd
was hij, maar diskreet en voorzichtig, en voor de Goede Zaak had
hij zijn leven ten beste gegeven. De
bierkruier zag er een goede man uit,
ruw, maar kloekmoedig en rechtzinnig,
een oprecht afbeeldsel van den Aalster-
schen arbeider. Geen kromme sprongen
kon hij verdragen; recht voor de vuist
was zijn woord, niemand,noch brouwer,
noch baas, noch kalant vleide hij, en
idaarom zagen al de rechtzinnige men-
ËJschen hem geerne.
Nadat de deur voorzichtig was toege
daan: Hewel, zegde 't Baljuken, wat
nieuws in de wacht?
Hm, sprak bakker Borromeus. met't scherp van de servet, het
schuim van zijn lippen nemende, Nelen heeft slecht nieuws
En wat is dat slecht nieuws vroeg de bierkruier.
Hoort, vrienden, in korte woorden; roste Machiel is bij den Com-
missair der Uitvoerende Macht geweest, en heeft er voor dezen nacht 6
gendarmen gevraagd, dat weet ik pertinent van 't meissen.
Mij dunkt ook, zei de bakker, dat ik den schelm vandaag dikwijls
heb zien over- en weêrloopen. Wij moeten toch pater Lukas in de stad
behouden.... Waarom zou die Eerste Cemmnnie niet kunnen uitgesteld
worden Baljuken, wat is uw gedacht
Vrienden, hoort, kort en goed, want wij mogen het hier niet lang
trekken. Hetgene gij zegt, is waar; de roste Machiel weet dat er heden
nacht in de Zoutstraat verscheide kinders hun Eerste Communie gaan
doen
De laplander, murmelde Tommen, spijtig dat ik hem onder mijn
handen niet mag nemen 1
Hij weet het, ging 't Baljuken voort, 't is mij geconfieerd dooreen
der gendarms die voor dezen nacht gevraagd is, een brave Franschman,
die tegen dank dient en die mij veel verschuldigd is... Ze moeten gereed
zitten tegen 12 ure en wachten tot als de roste Machiel hen komt roepen.
- Tot als de roste Machiel komt, onderbrak da bierkruier.
Ja, tot als hij komt
De vier manskerels zwegen stil, en men hoorde niets .dan t gesnor der
scheersmessen die weggestoken wierden.
't Is gevonden, sprak de bierkruier, Baljuken, haal gerust pater
Lnkas; Nelen en Borre, verwittigt d'Eerste Communiekanten, ik verze
ker het u, roste Machiel zal de gendarms NIET gaan roepen
Maar, maar, wat zijt ge van zin, vroeg 't Baljuken
Dat is mijn sekreet
Ge zult hem toch niet vermoorden! want ge weet, zijne ongeluk
kige moeder die thuis bij mij....
Er zal geen hair van zijn hoofd gekrenkt worden, maar dezen nacht
zal hij om de gendarms niet gaan... Ge moogt daarop gerust zijn. En
tot teeken der waarheid, hoortik heb mijn planSis de bakkersknecht
zal mij helpen.Ge komt met Pater Lucas van over den Moleniries; welnu
de bediende van St-Annabrug is onze manals gij dezen nacht nog licht
ziet in zijn benedekamer, kom dan maar gerust af; is^er geen licht, dan
moet d'Eerste Communie uitgesteld worden.... Zijn wij 't akkoord?
De barbier bezag Borromeus, beiden keken naar d oogen van t Bafju*
ken, dat eenige oogenblikken diepdenkende bleef en dan zegde: Mij dunkt
dat wij ons Tommen mogen betrouwenTen anderen, hij neemt goede
voorzorgen, in geval zijn plan slecht uitviel... Dus, Vrienden, elk naar
zijnen post en tot dezen nacht ten half éen in de Zoutstraaat....
J 't Vervolgt.
RECHTBANKEN. De schilder Vrijdags
24 jaar oud, beschuldigd van op Schaarbeek te
hebben willen een kabas geld van een rijtuig
nemen, is veroordeeld om 8 maand in 't prison
te schilderen. Zekere heer D.... die ie Brus
sel Berg van 't Hof, den 27 September riep:
Weg met de Policie! heeft voor dit feit 8 dagen
gevang. Den Bies van Gent was in kassatie
gegaan tegen zijn vonnis van levenslang prison, om negardien over
'ne muur gesmeten te hebben, 't Vonnis is bekrachtigd en den Bies
gaat naar Leuven vervoerd worden. Hoe wordt men dief en
moordenaar? Met in de slechte kaveeten te zitten en den luien lap
te spelen. Zekeren DCh., van Laken en zijn vrouw Florence
P.... zijn veroordeeld om hun kind van 8 h. g jaar te hebben mis
handeld, zoo lang en zoo wreed,dat de geburen het niet meer kon
den lijden; de vrouw heeft 3 maand kot en de man 3 maal 14 dagen;
en plus, boet en de kosten. Den 3o Juli laatst, te Fresmes, in de
Walen.de Pachter Daloze verweet in een herberg aan den smid Des-
camps, zijn gebuur, dat hij hem 10 centiemen te veel had doen be
talen voor 't beslagen zijner peerden. Daloze was bedronken en
wachtte later den peerdensmid af, om hem 12 messteken toe te bren
gen. De smid is genezen, doch onbekwaam om te werken, en pach
ter Daloze komt veroordeeld te worden tot 3 jaar gevang, de boet,
en 10,000 fr. schadeloosstelling te betalen aan den geminkten smid.»
En dit alles voor 10 centiemkes!
DOKSKEN. Jantje kameraad.
JANTJE. Wat nieuws. Doksken?
Doksken. Z'hebben daar in Bel-
genland. te Brassel
Jantje. Zwijgt van dat Brussel,
igg-.^jg^UBLpjèwant mijn bloed kookt, als ik denk op dien
afgrijselijken 7sten September. Al dst deftig braaf Volk, daar voor
d'Orde en voor hun Recht komen maniesteeren, niemand een
strooi in zijnen weg leggen en alzoo tree.erlijk.en wreed behandeld
worden, met injurcn en slagen, dat t onschuldig bloed de straten
bsdekte... Dokskeu, dat grouwelt mij in de ziel
«t-@>